Op deze blog vind je
1.) het dagboek van onze reis in Colombia, Guatemala, Costa Rica de Malediven, Sri Lanka, Maleisië, Zuid-Afrika en Namibië (zie rechts: Inhoud blog & Archief per jaar);
2.) het (oude) dagboek van ons jaar werken en reizen in Senegal in 2006 -2007 (zie rechts: Archief per maand);
3.) een link naar een (primitieve) website met de reisverslagen van onze vroegere reizen 1999-2000 en 2001-2002 (zie rechtsonder: oude reisverslagen Barbara & Serge);
4.) een link naar ons fotoalbum van Zuid-Afrika, Namibië, Maleisië, Sri Lanka, de Malediven, Costa Rica, Guatemala en Colombia (zie rechtsonder).
20-07-2013
Puntjes op de i - vervolg
Het doet wonderen wanneer je eens op je strepen staat én de juiste persoon aanspreekt, want één dag later stond er plots een gloednieuw 'bakkie' (derde keer goeie keer?), met goeie banden, zoals gevraagd...! Zie mail hieronder:
Van: Barbara Bex [mailto:barbara_serge@hotmail.com]
Eerst en vooral dank voor de 'interventie' vorige keer (zie e-mail hieronder). Zoals toen aan de telefoon gezegd zijn we uiteindelijk toch goed kunnen vertrekken zonder al te veel vertraging. Het was weliswaar jammer dat we aanvankelijk geen Toyota kregen zoals gevraagd, dat de reservebanden ontbraken en dat er geen kinderstoeltjes waren, maar na een paar dagen was alles toch in orde. We zijn ondertussen al een maand onderweg en genieten van Namibië.
Jammer genoeg bederft onze auto weer een beetje de feestvreugde. Vandaar deze e-mail.
Onderweg hebben we een paar keer een band moeten laten herstellen, maar dat is een stuk van het avontuur, niet? Ook de dieselfilter die moest worden vervangen (we waren nog maar een week onderweg!) gaf ons een extra Afrika-ervaring: een paar uur vertraging a.g.v. miscommunicatie, het ontbreken van een mecanicien en een overijverige stockbeheerder die geen filter wilde geven zonder betalingsbewijs (dat ***** moest leveren). (Detail: de oude filter die in de auto strak bleek niet de juiste te zijn.)
Wat we een beetje té avontuurlijk vonden was 1.) het feit dat het 'clearence certificate' (de 'service disc') niet meer geldig was (na slechts twee weken rondrijden) en 2.) dat de auto dringend een groot onderhoud moest krijgen (90.000 km), wat we nota bene zelf ontdekten onderweg toen we in de autopapieren keken. We moesten voor beide problemen speciaal naar Walvisbay rijden, vandaag 18 juli.
Wat het certificaat betreft hebben een sterk vermoeden dat er niets zou zijn ondernomen indien we dit niet zelf hadden vastgesteld. Gelukkig hebben we er geen problemen mee gehad tijdens de vele politiecontroles. We hebben wel een paar keer een opmerking gekregen, omdat we eigenlijk niet meer mochten rondrijden. Maar hebben ons er altijd kunnen uitpraten. (Vive l'Afrique!)
Wat het onderhoud betreft bleek dat het écht wel nodig was. Toen we daarstraks op het einde van de dag de auto wilden oppikken zeiden ze dat ze er zelfs niet aan waren begonnen. Het zou te lang hebben geduurd. (Detail: toen we in de loop van de dag belden om te vragen hoe het met de auto was, kregen we als antwoord 'The car is fine.') In ruil kregen we een andere 'nieuwe' (net geen 80.000 km) auto. Het voornaamste argument was dat het te lang zou duren om de banden te vervangen. We hadden namelijk aangedrongen op de vervanging van de banden die er na bijna 7.000 km toch wel afgeleefd uitzagen.
Aanvankelijk waren we gelukkig met de 'ruil'. Tot we de banden van de nieuwe auto zagen: ze zien er volgens ons evengoed (te) gebruikt uit. Ons argument is dat ze ons moeten beschouwen als een nieuwe klant. De meeste mensen huren maximum een maand een auto. Dit is ongeveer de periode dat we al onderweg zijn. Wanneer de auto dan opnieuw wordt verhuurd wil de nieuwe huurder ook nieuwe/betrouwbare banden. De uitleg van ***** is dat de banden nog voldoende profiel hebben en dat ze sowieso nog niet zouden worden vervangen. Raar. Ze hadden ons nochtans juist daarvoor gezegd dat de banden van de 'oude' auto niet vervangen zouden worden omdat het te lang zou duren. De banden van de 'nieuwe' auto zijn echter te goed om te vervangen. Voor ons zien ze er hetzelfde uit. Bij nameten met een speciale lat blijkt dat de 'oude' auto de banden heeft met het meeste profiel. Bovendien geven ze tijdens de uitleg toe dat onze 'oude' auto uit roulatie zou worden genomen. Er waren te veel kosten aan om het onderhoud uit te voeren. Het verhaal van de banden klopt dus niet.
Maar ja... Het was al donker. De kinderen waren moe en hadden honger. We moesten nog een uur terugrijden naar Swakopmund. Veel zin om nog langer te discussiëren hadden we dus niet.
Onze reactie is echter: we raden andere reizigers niet aan een auto te huren bij *****. Het is net allemaal te veel van het goede. We beschouwen onszelf als goede klanten (omdat we 2 maanden een auto huren) en verwachten een betere service: 1.) de juiste auto vanaf dag 1 (Toyota i.p.v Nissan), 2.) een extra reservewiel zoals gevraagd, 3.) kinderstoeltjes zoals gevraagd (Ze zijn ze uiteindelijk nog moeten gaan kopen in de winkel toen we aan het wachten waren op de juiste auto in Windhoek), 4.) de nodige keuringsbewijzen (was nog slechts 2 weken geldig), 5.) een auto die niet dringend naar de controle moet (slechts 4.000 km reserve voor klanten die 2 maanden gaan rondreizen), 6.) een auto die niet op zijn laatste benen loopt, 7.) een auto die op de juiste manier wordt onderhouden (zie foute dieselfilter) en 8.) extra service voor goede klanten bv. d.m.v. nieuwe banden indien nodig/gewenst/gevraagd.
Het moet gezegd: de mensen hier zijn heel vriendelijk en ze doen hun best om alles in orde te krijgen. De 'nieuwe' auto is ook OK. En halverwege de reis moeten ruilen van auto is op zich geen probleem. Maar ter compensatie van de zaken die zijn misgelopen verwachten we toch een tegemoetkoming, d.w.z. écht goede banden. Dit lijkt ons niet echt te veel gevraagd.
Morgen zullen we *****, de manager van ***** in de luchthaven van Windhoek, hiervoor contracteren. Deze man doet echt zijn best. Jammer genoeg was het vandaag al te laat om hem nog te bellen. Hopelijk begrijpt hij ons.
En misschien kan jij vanuit België ook weer een beetje helpen?
Zie ze daar staan, met hun poep naar ons gekeerd: 2 olifanten, een mama en haar kindje! Ze staan ongegeneerd te smullen van lekkere blaadjes op een vijftal meter van onze tent. Ze hebben ons precies nog niet in 't snuitje, want we kunnen hun poep op 't gemakske langs alle kanten bewonderen. Allez ja... veel zien we niet, want de twee kolossen verdwijnen helemaal in 't struikgewas.
Het duurde een tijdje vooraleer we doorhadden dat er twee olifanten waren. We waren teruggekeerd van een toffe rondrit in de rivierbedding rond Purros. Ik had de auto in de schaduw geparkeerd en was met Mateo hout aan ' t sprokkelen voor 't kampvuurtje. Julie zat rustig voor de tent zandkastelen te bouwen. Barbara keek geïntrigeerd naar de struiken en de boom naast onze tent. Ze hoorde luid geritsel en dacht dat er een aap of een grote vogel zat. Maar het bleken twee olifanten te zijn!
'Serge! Er staan hier olifanten!' Lichtjes gealarmeerd laat ik het brandhout vallen. Ik sleur Mateo mee in het struikgewas, Barbara en Julie achterna. We verschuilen ons in de wc, een houten constructie tussen de struiken, en gluren van daaruit naar de poep van de olifanten. Omdat de beesten ons blijkbaar niet in de mot hebben komen we weer te voorschijn om ze van wat dichterbij te bekijken. Ik haal snel het fototoestel en neem een paar foto's. Mama olifant en haar kleintje zijn echter zo goed verstopt dat je ze niet ziet op de foto. 'Jammer', denk ik, want 't zou een schoon beeld zijn: de auto, de tent en een vijftal meter verder twee olifanten! Ik loop rond een paar struiken om eens te kijken of het lukt om vanuit een ander perspectief een beter zicht te krijgen. Het enige dat ik zie zijn dezelfde twee poepen. 'Zie ze daar staan!' denk ik weer. 'Jammer dat je ze niet kan zien op de foto, in de schaduw van de struiken en met het tegenlicht.'
Maar plots draait de mama zich om. Ik sta op een twintigtal meter van de olifant. Om toch een beetje beschermd te zijn stap ik achteruit en ga achter een boom staan. Een foto nemen gaat niet, want ik kijk pal in de avondzon. Omdat ik dit moment toch graag wil vastleggen, loop ik terug rond de struiken naar waar ik eerst stond. 'Ja! Dit is een prachtig zicht!' denk ik. Ik knoei wat met de lens van het fototoestel: de zoem moet eraf, want het totaalbeeld kan ik enkel nemen met het ander objectief. Met een diep dreigend gegrom laat moeder olifant weten dat ik haar stoor. Ik val bovendien ook enorm op met mijn rode T-shirt in het licht van de ondergaande zon en met de klikgeluiden die ik maak bij het verwisselen van de lens. 'Snel één foto en dan verdwijn ik.' spreek ik haar in gedachten toe. Door de zoeker van het fototoestel zie ik het beest echter onverwachts snel op me afstormen! Ik duik opzij in de struiken waar Barbara met de kids veilig beschermd zit. Op een paar seconden tijd staat de kolos op de plek waar ik mijn schone foto wilde nemen! Vanuit het toilet zien we hoe de olifant imposant voor de struiken, en dus echt recht voor onze neus (!) staat te draaien. We doen teken naar Mateo en Julie dat ze stil moeten zijn. Nu nog extra provoceren zou geen goed idee zijn. We wachten en zien de mama na enkele minuten langzaam verdwijnen. We zien haar niet meer, maar horen wel hoe ze ostentatief nog wat achterlaat: met een luide plof valt er een grote drol op de grond en met het nodige geklater doet ze er nog pipi bovenop. Ik besef maar al te goed dat we veel geluk hebben gehad dat ze niet verder het struikgewas is ingelopen waar wij ons verschuilen!
Uit armoei omdat ik geen foto heb kunnen nemen, fotografeer ik ons viertjes gezellig bij elkaar op het bush toilet. Als herinnering voor dit toch wel spannende moment.
We zijn door een prachtig landschap helemaal naar het noord-westen van Namibië gereden, helemaal tot aan de gens met Angola. Onderweg zagen we beelden uit een andere wereld: kleurrijk geklede Herero-vrouwen in lange Victoriaanse gewaden met kleurrijke strikvormige hoedjes. Of roodbruin geschilderde Himba-vrouwen met bloot bovenlichaam en prachtige sierraden. Onze kinderen kijken met grote ogen verwonderd rond: 'Die mevrouw heeft een mooi hoedje, hé papa!?' en 'Waarom heeft die mevrouw blote borsten, mama?!' Het voelt onwerkelijk aan. Het is wonderschoon. Dit is zoals we ons Namibië hadden voorgesteld.
We liggen op onze rug in het zand en genieten opnieuw in gedachten van wat we hebben gezien. We kijken naar een prachtige sterrenhemel achter de silhouetten van palmbomen. We zijn helemaal alleen op een zalig rustige kampeerplek, enkel het ruisen van de rivier en het getsjirp van krekels klinkt op de achtergrond. We zien vallende sterren en voelen ons gelukkig.
Dit zijn momenten die je moet koesteren. Dit zijn magische momenten. Dit is waarom we zo genieten van deze reis en waarom we zo graag de wereld verkennen.
Met luid gegrom - diep vanuit de buik- en met opengesperde muil maken de nijlpaarden duidelijk dat we niet dichter moeten komen. 'Don't worry. You're safe.' zegt onze bootsman. We zitten in een 'mokoro', een houten kano op de Okavango rivier. Voor ons vertrek had de man duidelijke richtlijnen gegeven: 'No hands in the water, because there are lots of crocodiles. And if a hippo charges at us don't jump out. Trust me.'
Het is niet dat we de man niet vertrouwen, maar de nijlpaarden kijken ons echt wel vies aan. Ze vinden het maar niks dat er plots mensen de rust komen verstoren en dat laten ze duidelijk zien. Omdat het gegrom niet helpt gaan ze over tot fysiek vertoon: ze heffen hun gigantische lichaam uit het water en plonzen log en zwaar weer in het water. Het is echt wel imposant.
Maar de hippo die het meest indruk maakt is misschien toch wel die ene die stilletjes dichterbij lijkt te komen, maar stiekem onder water blijft en ons met zijn modderoogjes bespiedt. Onze kapitein heeft het echter in het snuitje en hij stuurt ons met zijn lange stok weer naar veiligere wateren.
We zijn onder de indruk van dit schouwspel. Als je weet dat nijlpaarden verantwoordelijk zijn voor het grootst aantal doden bij mensen, en dat het meer dan eens gebeurt dat zij komoro's of andere bootjes doen kapsijzen, was dit eigenlijk gewoon onverantwoord. Onze kindjes liggen er echter niet van wakker. Op de terugweg imiteren ze de nijlpaarden en zeggen ze stoer: 'Als wij zo luid grollen, blijven de nijlpaarden wel weg, ha!'.
Onze 4x4 rijles was -achteraf gezien- klein bier met de piste waar we ons de volgende dag aan wagen. We hebben de smaak echter te pakken, dus gaan we het Bwabwata national park onveilig maken! Onze kindjes zijn er ook op uit, het is namelijk een beetje zoals een ritje op een wilde paardenmolen.
Van zodra we de geasfalteerde weg verlaten is het travakken geblazen. Onze Hilux ploetert zich echter moeiteloos een weg door het mulle zand. Het is een fluitje van een cent. En ondertussen is het genieten van al de wilde dieren die we te zien krijgen: tientallen olifanten, kudu's, impala's, springbokjes en buffels.
Na een flink aantal uurtjes zand malen keren we voldaan terug. Het is weer een topdag geweest. Plots roept Barbara 'Stop! Ik heb een luipaard gezien!' Wauw. We manen onze kindjes aan stil te zijn en manoeuvreren de auto naar een plekje waar we vermoeden dat hij zal passeren. En ja... op een 3-tal meter van onze auto duikt het beest op tussen het struikgewas. Hij kijkt ons even frank in de ogen en blikt dan in de verte naar één of andere prooi. Even later stapt hij rustig voorbij en verdwijnt met sierlijke tred in het hoge gras.
'Amai, dat was geluk hebben!' Zelfs Julie en Mateo zijn er stil van. Als we een minuut vroeger of later waren voorbijgereden hadden we dit prachtige dier niet gezien. Het is echt een kwestie van veel chance hebben. Bovendien konden we hier helemaal alleen van genieten. In de grote nationale parken staan er binnen de kortste keren een tiental auto's met ronkende motoren rond zo'n beest. Hier in de Caprivi Strip ben je alleen. En dat maakt dit soort ontmoetingen met dieren nóg magischer.
We keren met een tevreden gevoel terug naar onze tent. Onze dag kan niet meer stuk!
We gaan er niet onnozel over doen. Een 4x4 is een leuk speelgoedje, maar als je niet weet hoe je er mee moet rijden dan kan je (in ons geval) evengoed met een Citroën Berlingo een zandpiste oprijden. We hebben ons dan ook voorgenomen geen risico's te nemen.
Wanneer we gaan informeren i.v.m. de wegen in Mudumu national park is dit dan ook onze openingszin: 'We would love to explore the national park but we have no 4x4 experience. What are the options?' We sturen het gesprek in de richting van een ritje onder begeleiding van iemand die wél ervaring heeft en uiteindelijk is het antwoord dan ook dat er wel iemand aanwezig is met 'a lot of experience'. Dit is uiteraard de man die ons te woord staat. Zijn kompaan had al gezegd dat over de prijs te onderhandelen viel. Dus toen het antwoord '200 Namibian dollar' was op de vraag hoeveel dit ons zou kosten, reageerden wij met een zwans 'But you said we can negotiate the price?' 'Of course.'
Fijn! Dat is lang geleden! We zeggen verlegen dat we niet weten hoe we moeten onderhandelen en vragen dan bedeesd of het voor 50 dollar kan. Yep. 't Is in de sjakos. We kunnen op avontuur in een stukje zandbak! Onze kindjes trekken grote ogen wanneer de man onze banden doodleuk begint af te laten. 'Waarom doet die meneer dat, papa?' Hoe minder druk op de banden hoe beter. En daarna is het eigenlijk gewoon een kwestie van omschakelen naar 4x4, rustig gas geven, vooral de ontkoppeling niet aanraken, zachtjes sturen en gáán.
De man blijkt een geweldig sympathieke mens die voor nog geen 5 Euro dik 2 uur rijles geeft, gidst en wreed interessante dingen weet te vertellen. We hangen aan zijn lippen wanneer hij vertelt over zijn avonturen als ranger (close encounters with elephants) en vertalen tussendoor alles voor Mateo en Julie die heel de tijd vragen 'Wat zegt de meneer, mama?'
Als bedanking geven we een dikke tip en daarna wagen we ons zelf aan het 4x4 avontuur. We zien o.a. een familie olifanten, gespot door Mateo - die is hier werkelijk heel goed in. En we genieten van het off road rijden. We love it - all 4!
'Zie ons hier zitten!' 'Ja, 't is hier zo slecht nog niet.'
We zitten in de Caprivistrook tussen Angola en Botswana, helemaal in het noord-oosten van Namibië bij een kampvuurtje onder een sterrenhemel om 'U' tegen te zeggen. De kikkertjes kwaken hun vrolijk lied, een leeuw brult in de verte en de nijlpaarden komen langzaamaan dichter en dichterbij- hun geknor klinkt nu van alle kanten en het struikgewas voor ons kampvuur ritselt en kraakt.
Een tijdje geleden waren we nog geneigd een beetje minder positief te zijn over Namibië dan over Zuid-Afrika, maar ondertussen zijn we weer helemaal verkocht. Het minder positief gevoel was het gevolg van de drukte in Etosha. Maar bij nader inzien viel het allemaal wreed goed mee. De campings stonden er tsjokvol, maar verder hebben we ook daar uren rondgereden zonder een levende ziel te zien, behalve dan hordes olifanten die kwamen plonsen in één of andere waterplas. Op een bepaald moment waren we echt omsingeld door de olifanten. We hebben er een 60-tal geteld. Een mens voelt zich toch wel klein wanneer een mama olifant die haar baby wil beschermen een vieze blik in je auto werpt, ook al is dat een grote stevige 4x4! En het moment dat een 10-tal giraffen kwam drinken bij zonsondergang zullen we ook niet licht vergeten! Het beeld van de silhoueten met de bol van de zon als achtergrond staat op ons netvlies gegrift.
Ondertussen is de rust teruggekeerd. We hebben de nijlpaarden weer helemaal voor ons alleen, samen met een gepensioneerd stel Namibiers. Het is een aangename verrassing, want het koppel uit Windhoek had ons gezegd dat de camping volzet was, zij hadden bij reservatie een paar werken geleden de laatste plek toegewezen gekregen. Uiteindelijk blijkt dus dat we alleen zijn. Als dit 'fully booked' is willen we wel vaker op dit soort kampeerplekken onze tent zetten!
We hadden het nog tegen elkaar gezegd: 'Binnenkort is het gedaan met de zalig rustige kampeerplekjes! Hier moeten we extra van genieten!' We zaten op dat moment alleen met ons viertjes in het Waterberg Plateau Nature Reserve in Namibië, knus rond een kampvuurtje onder een prachtige sterrenhemel met als enig achtergrondgeluid het geblaf van bavianen en het gefluit-gegrom van dassies. Later -als de kids in bed lagen- genoten we in stilte verder: in gedachten verzonken, starend naar de vlammen van het vuur, en tegelijkertijd op fluistertoon plannen smedend voor de toekomst.
In Zuid-Afrika waren we ook verwend geweest: meestal zo goed als alleen op de kampeerplek, niemand die de nachtrust verstoorde, enkel de geluiden van de natuur. Zalig. Onze reis in Namibië valt echter samen met de periode van de grote vakantie, dus het zou gedaan zijn met de pret...
En ja... het is dus zo ver... We zijn in Etosha en de 4x4's rijden één na één het national park binnen. Met lede ogen zien we hoe we worden omsingeld door andere kampeerders. We voelen ons niet met hen verwant: zij komen gewoon even met vakantie. Wij zijn aan het rondreizen. Zij zijn toeristen. Wij zijn reizigers. (Och, hoort ze weer bezig!) Hoe verwaand het ook klinkt: we voelen ons écht anders. wij genieten ingetogen, zij gedragen zich zoals Belgen op een camping in het zuiden van Frankrijk: dolle -soms een tikkeltje ongeneerde- ambiance. De mannen spelen overdag petanque, de kinderen ambeteren de wilde dieren die in het kamp rondlopen en de vrouwen liggen te zonnebaden aan het zwembad.
Dit 'wij zijn gezellig met familie en vrienden met vakantie'-gevoel resulteert o.a. in storend gedrag aan de drinkplaats voor dieren. Een mens zou bijna vergeten te genieten, zo enerverend kan het zijn. Mateo en Julie verliezen na een tijd weliswaar hun interesse, maar zelfs tijdens hun spel (of het nu in de auto is of in een look-out) spreken ze op fluisterende toon. Zelfs een olifant stoort zich er niet aan. De toeristen die nu plots de natuurreservaten overspoelen gedragen zich als adolescenten in de cinema. Met een pakje frieten op de schoot installeren ze zich gezellig op een rotske, een GSM rinkelt, een blikje cola wordt opengetrokken, alles wat ze zien wordt op (veel te) luide toon becommentarieerd. Het roept herinneringen op aan een (heel toffe, trouwens) midweek met vrienden in de Beekse Bergen. Wij aten toen ook gezellig een frietje met zicht op de olifanten. Maar dat was op het terras van een restaurant van een pretpark, niet in de pure natuur van een natuurreservaat.
Het is een beetje een domper op de feestvreugde, zeker na de rust van Zuid-Afrika. Dus 's avonds in bed herinneren we elkaar eraan dat we niet mogen vergeten te genieten. Het is en blijft tenslotte geweldig om hier te zijn. Het is pure verwennerij om vier maanden samen op pad te zijn en zoveel moois te zien. We zullen nog altijd even veel genieten van de Beekse Bergen, maar dit is toch wel even iets anders.
We waren beide een beetje het noorden kwijt na de slechte start in Namibië (zie 'Verloren voorwerpen'). In Zuid-Afrika stonden we op scherp, omdat ze ons hadden gewaarschuwd voor allerlei toestanden die konden mislopen. Maar omdat we echt niets negatiefs hadden meegemaakt waren we minder alert en zeker niet voorbereid op wat tegenslag in Namibië.
's Avonds in bed wisten we alles al wat beter in perspectief te plaatsen: zo'n ramp was het nu ook weer niet om even te moeten wachten op onze auto. We hadden sowieso gepland 2 nachten in Windhoek te blijven. 'Morgen vliegen we er eens goed in!' zeiden we vastberaden!
De volgende dag zijn we dus goed gestart met een stevig ontbijt. Na de povere maaltijd de avond ervoor (zouten crackers, een stuk chocolade en witte product zwanworstjes die alleen Julie wist te smaken) smulden we in 'Wild&Tasty' van een lekker eitje en vers gebakken brood. En met een goed gevulde maag konden we weer helder denken en stappen ondernemen om uit de impasse te geraken, o.a. een e-mail sturen naar het reisbureau dat onze auto had geregeld. Dit, in combinatie met een heel vroeg telefoontje naar de verantwoordelijke van de verhuurmaatschappij, verrichtte wonderen.
Weliswaar met wat vertraging stond onze Toyota Hilux 2 dagen later klaar met alles erop en eraan zoals gevraagd. (Het kan echt geen kwaad nu en dan eens op je strepen te staan.)
Onze reis in Zuid-Afrika zit er bijna op... Het is geweldig geweest! We hebben er echt van genoten. Namibie zal wreed goed moeten zijn om er aan te kunnen tippen! Goed op schema stappen we in onze propvolle auto om naar de luchthaven van Johannesburg te rijden...
(De dag ervoor hebben we een generale repetitie gehouden: we zijn eens naar de luchthaven gereden om te kijken waar weer de huurauto moeten afgeven. En we weten perfect hoe het daarna verder moet om in te checken. Kwestie van niet te moeten stressen omdat we ons moeten haasten. Plus het verhoogt het veiligheidsgevoel in een stad die toch wel bekend staat als één van de meest onveilige ter wereld. We hebben twee maanden Zuid-Afrika zonder kleerscheuren achter de rug en we willen het zo houden!
De dag ervoor hebben we ook een GPS gekocht voor in Namibië, krak dezelfde als die we in Zuid- Afrika gebruiken. In Namibië betaal je namelijk een fortuin om een GPS te huren. We hebben nog even overwogen de Zuid-Afrikaanse GPS als 'vermist' op te geven om die dan mee te nemen. Maar de waarborg was meer dan het dubbel van een nieuwe, dus...)
'Waar is de GPS?' Barbara heeft hem niet. Serge ook niet. We laden onze dagrugzakken uit, kijken onder de autozetel, dubbelchecken het handschoenkastje, ... De GPS is nergens te vinden. 'Heb je hem niet mee ingepakt?' vraagt Barbara. Serge antwoordt dat hij zeker is van niet. Na een tijd valt onze frank. Serge is nog naar de carwash geweest. Barbara had toen de GPS meegegeven om de weg terug te vinden - ze weet hoe gemakkelijk Serge verloren rijdt. Serge had geantwoord dat het niet nodig was - het zou wel lukken en hij wilde geen waardevolle spullen meenemen. Gevolg: beide gingen er vanuit dat de ander de GPS had. En ja... in Johannesburg naar een carwash gaan en een GPS in de auto laten liggen is er om vragen: 'Steel mij!' Dom. Met een half uur vertraging vertrekken we naar de luchthaven - met de nieuwe GPS. Het plan om zonder stress te vertrekken valt in duigen.
Wanneer we onze huurauto afgeven beslissen we niets te zeggen over de GPS. Misschien denken ze er zelf niet aan? Naïef! De computer zegt: twee kinderzitjes en één GPS. 'Where is the GPS?' 'In the car.' antwoordt Serge zonder nadenken. Er wordt een man naar de auto gestuurd om de GPS te halen die er niet is. Dju. Dat wordt weer wat administratie en nóg meer vertraging! Maar kijk: de man is binnen de kortste keren weer terug mét GPS! We staan perplex: we hebben een half uur aan een stuk op de verkeerde plaats gezocht! (...) Een hoop
stress voor niks!
Maar jammer genoeg zit de stress er in voor de rest van de dag: Serge die zijn reispas niet meer vindt bij de douane; de huurauto is niet wat we hebben gevraagd (geen Toyota Hilux, geen kinderstoelen, geen reservewiel en een hoop barstjes in de voorruit), we kunnen niemand bereiken om een wegbeschrijving te geven naar onze kampeerplek; we kunnen nergens nog eten kopen om 's avonds te koken; ...
Het lijkt wel de dag van de verloren voorwerpen. En wij lopen nog het meest verloren van allemaal. Namibië is niet echt geweldig gestart. Morgen proberen we opnieuw!
We zijn net de controlepost van de Kruger Wildtuin (zo zeggen ze dat zo mooi in het Afrikaans) gepasseerd of we zien ze al staan, ostentatief onder een verkeersbord dat de maximum snelheid van 50 km/uur weergeeft: de politie. (Julie zegt altijd ['polesi:] met de klemtoon vooraan. We krijgen het er niet uit...) Stel je voor: ['polesi:] die staat te flitsen in een nationaal park! Maar ja... het is dan ook bijna zo groot als Luxemburg. En de wegen
zijn echt wel prima. Je voelt je soms meer op een 'route national' ergens in Frankrijk dan in een wildreservaat! Lekker 'cruisen' tegen 50 per uur en nu en dan stoppen voor een fotoke (van een olifant, een neushoorn, een luipaard, een leeuw, een poema, een giraf, een buffel, een struisvogel, een nijlpaard, een wrattenzwijn, een baviaan, ...).
We zijn nog maar net vertrokken voor een eerste verkenning -de kindjes gezellig mee vooraan op onze schoot- wanneer de ['polesi:] ons doet stoppen. Kinderen mogen niet mee achter het stuur. 'Maar allez, mijnheer de agent, zo zien ze veel meer!' Serge gaat in discussie met de ['polesi:] - we zijn in Afrika, niet waar? Barbara zegt rustig: 'Niet in discussie gaan!' 'I can also give you a 1,500 ZAR fine.' repliceert de agent fijntjes. Even later zitten Julie en Mateo braaf achteraan. (...)
Sindsdien zit de schrik voor de Krugeriaanse ['polesi:] er toch wel wat in. Maar 't is niet evident om altijd de snelheid te respecteren. Zeker niet wanneer je voor het sluiten van de poort van het kamp wil terug zijn en eerst een kudde olifanten en daarna een troep buffels de weg blokkeren en je een half uur vertraging bezorgen.
Net voor het donker bollen we het kamp binnen. De ['polesi:] hebben we gelukkig niet gezien, want we reden het laatste stuk veel te snel! En we waren toch ook wel blij dat we er heelhuids waren geraakt. Onderweg hadden we namelijk een 4x4 gezien die van de baan was gesukkeld en op zijn kant lag. Waarschijnlijk een snelheidsduivel die zich moest haasten om voor het donker terug te zijn ;-)
We rijden na een schitterende wandeling met een hoog Indiana Jones gehalte terug naar onze camping en zien al van ver dat er iets niet helemaal in den haak is... Onze tent staat helemaal kaduul! Wat is hier in godsnaam gebeurd? We springen onmiddellijk uit de auto om te kijken hoe groot de schade is. Het middelste gedeelte van de tent is volledig ingezakt, enkele piketten zijn losgetrokken en de tarp die we ter bescherming van het opgelapte stuk tent (zie eerder: 'In den aap gelogeerd': bavianenbeten!) hebben gespannen is losgekomen. Gelukkig kunnen we het middenstuk gewoon terug rechttrekken en blijkt er niets stuk te zijn.
Terwijl we de rest van de tent inspecteren zien we plots dat kriskras over het tentzeil vuile pootafdrukken staan. Nu weten we meteen wie op een onorthodoxe manier onze tent heeft geprobeerd op te vouwen: bavianen, verdorie! We hadden hen 's morgens al zien rondhangen aan de andere kant van de camping, maar waren met een gerust hart vertrokken, omdat we -naar goede gewoonte- geen eten hadden laten liggen in of naast de tent. Maar de schurken
hadden er niets beter op gevonden dan onze tent als trampoline te gebruiken. Nu wisten we ook ineens wie er diezelfde morgen toen iedereen nog lag te ronken heel voorzichtig de velcro's van onze tent aan het losprutsen was geweest en ons verschrikt had doen opspringen uit onze slaapzak!
Als kers op de roomtaart hadden ze ook nog doodleuk een drolleke gedraaid vlak naast onze tent en op de barbeque. Heel plezant...'t Zijn niet bepaald onze dikste vrienden, de baviaantjes.
Ze vormen in Zuid-Afrika trouwens echt een probleem. Overal hangen waarschuwingsborden om de 'Bobbejanen' (zo worden ze in het Afrikaans genoemd) niet te voederen, omdat ze hierdoor agressief worden. Een koppel uit Knysna (Garden Route) vertelde ons dat ze bij hen al enkele keren in huis waren binnengebroken en een serieuze ravage hadden aangericht: keukenkasten leeggehaald, behang van de muren gescheurd en bedden besmeurd met 'kaka en pipi'... We kunnen het ons nu perfect inbeelden.
We hebben er al een 6000 km opzitten. En ongeveer één vierde van onze tijd achter 't stuur was op onverharde wegen. Vooral Lesotho, Swaziland en de nationale parken van Zuid-Afrika hebben hier hun steentje toe bijgedragen. Onze auto piept en kraakt, maar het is vooral een 'sjierpend' geluid dat ons zorgen baart. We vermoeden dathet stof in de remmen is. Maar ja... we hebben geen van beide kaas gegeten van automechanica, dus het kan eigenlijkeender wat zijn.
Om die reden zijn we dan ook blij dat we vanuit Swaziland terug richting Zuid-Afrika hobbelen. De laatste 2 weken daar zullen vooral op geasfalteerde wegen zijn. Maar om vooral niet te vergeten hoe erbarmelijk de wegen er vaak aan toezijn, rijden we dus nog eens op een prachtexemplaar met stenen, zand, putten en bulten. Na veel gezwoeg en gevloek komen we aan een checkpoint. De politieagent haalt zijn schouders op wanneer we zeggen dat we blij zijn dat we er zijn geraakt. Is de rest beter? 'Yes. From here it is tarred road. Good road.' De definitie van het woord 'good' is voor de man duidelijk anders dan voor ons. Het is inderdaad een asfaltweg, ja, maar met zo mogelijk nog meer putten en bulten dan in de dirt road die we net doorploeterd hebben... Met een bang hartje (ocharme die banden!) zwalpen we
van de ene krater in de weg naar de andere. In alle eerlijkheid zijn we het een beetje beu. We verwensen de mensen met een 4x4 die gezwind over de weg dansen. Gelukkig hebben we voor Namibië een Toyota Hilux 4x4 gehuurd, dan zal het allemaal wat vlotter gaan. Maar nu moeten we het nog even uitzweten met onze Toyota Corolla. Alle respect trouwens, want we geraken uiteindelijk zonder kleerscheuren tot aan de grens en kunnen de rest van onze rit afleggen op perfecte wegen. Wat een verschil!
Bij het eerste service center van Toyota dat we passeren springen we even binnen met de vraag of ze eens naar onze remmen kunnen kijken? Geen probleem! Vooraleer ik Barbara kan uitleggen dat een man een ritje gaat maken om onze remmen te testen, kruipt de nobele onbekende achter het stuur en vlamt hij ervan door met alles en iedereen in de auto. Wanneer ik verweesd alleen achter blijf in de garage en word aangesproken met de vraag
of ze me kunnen helpen, zeg ik laconiek: 'I'm looking for the man that just drove off with my wife and kids.' Ik weet uiteraard dat alles ok is, maar Barbara staat toch even perplex. Ook Mateo en Julie vragen zich luidop af wie die vreemde man is.
Maar het is dus niks. Waarschijnlijk stof. 'It'll clear out.' Ondertussen fluit onze auto nog altijd even vrolijk als ervoor. Hopelijk jaagt het geluid de beesten niet weg in Kruger National Park! Want daar gaan webinnen en paar dagen naartoe!
Het rendez-vous met de olifanten en de neushoorns staat nog op ons netvlies gebrand wanneer we 's avonds in ons bedje kruipen. Op een bepaald moment stonden we echt wel dicht bij de neushoorn! Het beest had ons nog niet in 't snuitje, want we stonden tegen de wind in. Bovendien zien neushoorns heel slecht. Het was dus een kwestievan er heel stilletjes naartoe sluipen. En dat was dus niet simpel. Er was weliswaar een prikkeldraad die het
wild moet tegenhouden, maar een Belgische koe zou zich daar niet veel van aantrekken, laat staan een neushoorn van 'kweet ni hoeveel kilo. Amai, we stonden er toch wel met een klein hartje te luisteren naar het gesnuif en gegrom en voelden ons hart plots heftig bonzen toen de rhino ons toch in de mot kreeg. We zijn wijselijk wat verder gaan staan. Al een chance dat onze kindjes een honderd meter verder in de zandbank aan het spelen waren.
En 's avonds in bed beleef je alles in gedachten dus nog eens opnieuw... Maar blijkbaar met iets te veel fantasie. Of toch niet?
Barbara maakt me wakker: 'Er zit een groot beest vlakbij onze tent!' We blijven muisstil liggen, maar spitsen onze oren. Vlak naast ons hoofd horen we gesnuif en gegrom. Een neushoorn? We horen een dier grazen. Iets groot beweegt zich door de struiken naast de tent. We horen takken afbreken. Verdorie. 't Is echt wel een groot beest. We houden onze adem in. Hopelijk worden onze kinderen niet wakker van het lawaai!
Plots horen we Julie. Ssst! We fluisteren dat ze stil moet zijn. 'Ik heb dorst!' We fluisteren streng dat ze moet slapen. Maar ja... Julie heeft een koppige periode. Soms helpt enkel echt streng toespreken. Of gewoon toegeven... zoals nu. Het gekraak, gesnuif en gegrom rond onze tent gaat gewoon door. Heel stilletjes ritsen we de binnententen open en laten we Julie drinken. 'En nu flink slapen!' Wij zijn allemaal terug stil, maar het beest blijft vrolijk verder amok maken. Het komt bij ons over alsof alle bomen in de buurt het moeten ontgelden. 'Ik vrees dat morgen onze was overal in de bomen hangt,' fluistert Barbara.
Na een tijdje verwijdert het geruis door het struikgewas zich wat verder van de tent. Ik ben al bijna terug aan het snurken. Barbara is vertrokken voor een slapeloze nacht. En dan is Julie er weer! 'Ik moet pipi doen!' Wat een timing. Onze kinderen zijn tot dan nog geen enkele keer 's nachts wakker geworden om te plassen. Maar net nu moet ze dringend. En om eerlijk te zijn: wij ook! Maar ja... het 'beest' circuleert nog wel in de buurt van de tent! Het is echt geen goed idee om bij het licht van de sterren onze poep te showen naar de olifant of neushoorn die de boel aan het verbouwen is. Gelukkig hebben we overdag een waske gedaan. 'Het badje
ligt buiten naast de tent. Ik zal het wel halen.' Ik kruip met een kloppend hartje naar buiten en hoor Barbara boos fluisteren dat ik naar binnen moet komen wanneer ik (toch een beetje nieuwsgierig) even rond kijk.
Gelukkig maken wilde beesten zelf ook veel lawaai wanneer ze pipi doen, want ons geklater in het plastieken wasbakje moet tot ver goed te horen zijn geweest! Er is in ieder geval niemand woest onze tent komen plat lopen.
Julie is braaf gaan slapen. Mateo heeft er allemaal niets van gemerkt. En wij hebben nog liggen luisteren naar het gebrul van leeuwen...
En weet je wat? (Dat zeggen onze kinderen altijd als ze iets vertellen.) De volgende morgen, toen we de tent aan het inpakken waren, stond er ineens een olifant op 10 meter van onze tent!! Dat was dus de snoodaard die ons had wakker gehouden. Hij was doodleuk even over de prikkeldraad gestapt! Alleen al het gedacht dat die gust vlak naast onze hoofdjes was
gepasseerd enkele uren voordien en als een pletwals over ons heen had kunnen lopen...!
We zijn braaf op een afstand gebleven en hebben een tijdje gewacht tot hij was verder gewandeld vooraleer we verder hebben ingepakt.
Vanaf nu staat er dus standaard een 'potje' in de tent.
We zitten in Swaziland, een Afrikaans koninkrijk dat half zo groot is als België. De wegen zijn ok, maar in de nationale parken zijn het eigenlijk allemaal 4x4 tracks. In het Hlane Royal National Park is het zo triestig gesteld dat we noodgedwongen de auto een dagje rust gunnen. Jammer maar helaas. Maar niet getreurd: er is een drinkplaats op een boogscheut van onze kampeerplek waar volgens goed ingelichte bronnen à volonté dieren komen drinken. Er ligt inderdaad een koppel nijlpaarden in het water. Tof, maar in Saint Lucia hebben we ze van
op een tiental meter gezien, dus echt onder de indruk zijn we niet! (Och, hoort ze bezig!)
's Morgens voor dag en dauw kruipen we uit onze tent om te gaan kijken. Mateo en Julie slapen nog. Door de dichte ochtendmist zien we geen lap. Een paar uur later placeren we ons vlakbij het meer voor ons ontbijt - ondertussen mét Julie en Mateo. De mist is opgetrokken, maar we zien nog steeds niks. Dit blijft zo. Heel de dag. Om beurten gaan we kijken. Als grap vertellen we dan wat de ander heeft gemist: tien olifanten die kwamen drinken, een neushoorn die kwam voorbij geparadeerd, ... Onze kinderen trappen er telkens in. De goed ingelichte bronnen hebben ons in ieder geval goed liggen.
Maar dan... Plots begint het spektakel. We zien een olifant, en nog één, en nog één. Uiteindelijk is het heel de familie die bonjour komt zeggen. En de neushoorn is ook van de partij, twee zelfs, en zoals beloofd vlak voor onze neus. Het is wreed indrukwekkend om dit van zo dichtbij te zien. We hebben lang moeten wachten, maar ons geduld wordt beloond. En eigenlijk is het misschien al wel één van de meest magische momenten met dieren tot hiertoe!
En onze kindjes? Die komen eventjes kijken, maar spelen dan weer gewoon verder in de geïmproviseerde zandbak. Hun geduld is duidelijk op!
We kruipen voor dag en dauw uit onze slaapzak. Mateo en Julie liggen nog te knorren. Één van ons tweetjes duikt snel onder de douche terwijl de andere de kids zachtjes wakker maakt. Tegen dat de andere dan ook gedoucht heeft zijn onze kinderen -nog met de pyjama aan -rustig aan het ontbijten in de auto en kunnen we vertrekken. Het is safari-tijd!
's Morgensvroeg is het ideale moment. Tegen dat we goed en wel in het national park zijn, zitten Julie en Mateo mee vooraan in de auto op onze schoot. En dan is het genieten. We bollen rustig rond en proberen als eerste een dier te spotten. Mateo is de strafste van allemaal. 'Kijk daar, een olifant!' fluistert hij. Onze kids weten dat ze stil moeten zijn als de ramen open staan. 'Sssst, anders jaag je de dieren weg,' zegt Julie heel flink.
Het blijft enorm indrukwekkend om al die beesten in het wild te zien. Met grote ogen en open mond kijken ze toe. Maar na een tijdje haakt Julie af. Ze verhuist dan naar de achterbank en speelt rustig met haar pop. Mateo blijft veel langer geïnteresseerd, maar ook hij verkiest uiteindelijk samen met Julie te spelen. Mama en papa zullen het wel laten weten wanneer er nog iets te zien valt!
En wij genieten dus tegen 100 per uur. Soms lijkt het wel een eeuwigheid voor we weer iets zien. Maar dan manen we onze kindjes weer aan stil te zijn. 'Waarom?'is dan de standaard reactie van Julie. Mateo is wel onmiddellijk weer één en al aandacht. Het is ook de moeite: een familie olifanten die komt drinken aan een waterplas ('Dat baby olifantje is een echt schatje! Mogen we dat mee naar huis nemen?'), twee leeuwen die langs de kant van de weg liggen te zonnen (Zo lief! Je zou bijna uitstappen om ze te gaan aaien!'), een eenzame neushoorn die stofwolkjes doet opwaaien wanneer hij uitademt met zijn neus vlak boven de grond ('De mensen mogen niet op neushoorns jagen, hé papa?'), een kudde zebra's, wildebeesten, blesbokken, ... Je kan deze beestjes ook allemaal in de zoo zien, maar dit is toch écht wel iets anders!
Kinderen zijn eerlijk, hé? Julie was dringend toe aan een rustig dagje. Geen lange autorit door prachtige landschappen in Addo Elephant of Mountain Zebra National Park op jacht naar olifanten en leeuwen. Geen vermoeiende wandeling naar watervallen en grotten in Drakensberge. Gewoon een rustig dagje. En ze heeft er duidelijk van genoten.
De 'birds of prey' show achter de hoek van onze kampeerplek was puur genieten van allerlei roofvogels die rond onze oren vlogen, op warme luchtstromen hoog in de lucht cirkelden en als bakstenen uit de lucht kwamen vallen om een 'prooi' te vangen. Je had Mateo en Julie moeten zien glunderen toen ze een valk mochten vasthouden!
De lunch in de tuin naast onze tent was opnieuw genieten. Voor één keer geen 'sponge bread' van de supermarkt, maar een lekker krokant baguette van de bakker achter de andere hoek. Je had Julie en Mateo moeten zien smullen met allebei een choco-baard tot aan hun oren.
En van het optreden van het 'boys' choir' een paar kilometer down the road hebben ze ook duidelijk genoten - met open mond. Mateo zat tijdens het optreden op het puntje van zijn stoel. En Julie demonstreerde bij het buitengaan hoe de jongens met hun benen in de lucht zwaaien op het ritme van de trommels 'Kijk, zo!' We zijn weer een CD met Afrikaanse muziek rijker - een goed alternatief voor de kinderliedjes!
De vorige keer waren we met de staart tussen de benen afgedropen. De Lesothiaanse wegen hadden ons klein gekregen. Maar deze keer zou het lukken! De vooruitzichten waren niet schitterend, maar dat hield ons niet tegen. Volgens de info was het slechts 7 km 'dirt road'.
Eerlijk? We zijn er geraakt. En het was dik de moeite. Maar het waren 7 lange kilometers. Nog nooit is een autorit zo spannend geweest! En wij hebben er echt al wel wat spannende achter de rug. We hebben er bijna anderhalf uur over gedaan. Te voet was waarschijnlijk sneller geweest. Toen we er bij onze aankomst iets over zeiden, was de reactie: 'I know. I wonder when the government will do something about it. We asked so many times!'
Éen keer dat we er waren was de erbarmelijke weg snel vergeten. Zo een mooie plek om te kamperen! De eigenaar had kleinkinderen van de leeftijd van onze mannen dus die konden zich uitleven op een trampoline en rondcrossen op loopfietsen, allemaal met prachtige bergen op de achtergrond. Het feest was helemaal compleet wanneer we een dag zijn gaan paardrijden (wij te voet zwaar afzien, onze kindjes prinsheerlijk met 2 op een wit paard).
En vlak voor het slapen gaan kregen we nog een optreden van onze 'horse man' zijn muziekgroepje 'Sotho Sounds': een bende jonge gasten die met zelf gemaakte instrumenten schitterende muziek weten te maken. Ze zijn zo goed dat ze zelfs en CD hebben!! Sindsdien luisteren we er dus in de auto naar. Sweet memories. Want ja... we zijn terug in Zuid-Afrika.
De grensovergang verliep weer super vlot. De man van de douane wierp zelfs kusjes naar onze kids - je moet niet vragen!
Hier moeten we nog eens terugkomen, maar dan wel met en 4x4 en een zee van tijd.
ik rijd braaf tegen de aangegeven snelheid. Allez ja... dat denk ik toch. In Lesotho zijn de verkeersborden zo afgeleefd dat het allemaal niet echt duidelijk is. Hetzelfde geldt voor de borden van de 'bebouwde kom'. De meeste dorpen hebben geen bord meer of het hangt met haken en ogen aan elkaar. De vreselijke 'humped zebra crossings' zijn de enige zekerheid dat je in een dorp bent. Plus uiteraard het feit dat er plots nog meer mensen (en dieren) midden op de weg lopen. Snel rijden is dan gewoon onmogelijk.
Deze keer is er een stopbord. Alweer. Het betreft politiecontroles van de busjes waar de mensen mee rondtoeren. Ik was al eens eerder gestopt, maar dat was dan om de weg te vragen. Of een andere keer deden we een gezellige babbel met een man die nog scheidsrechter was geweest. Tja... waar praat je zoal over wanneer een politieagent je onderweg stopt? Kei vriendelijke mensen die politieagenten! Al de andere keren reed ik er tegen een slakkentempo voorbij om even te waaien en een vriendelijke bonjour
terug te krijgen.
Ik vertraag dus, doe mijn raampje al open om te kunnen waaien en ben een beetje verbaasd wanneer de agent teken doet om aan de kant te gaan staan. No worries. 'Hello sir, how are you? I am ok.' Deze man is wat norser. Hij vraagt mijn rijbewijs. Geen probleem. Voor de rest zegt hij weinig. 'Did you see the STOP sign?' wil hij weten. Ja, vandaar dat ik aan het vertragen was. 'You should have stopped there.' zegt hij. Vorige keer heb ik dat gedaan, maar de agent zei toen dat ik had moeten verder rijden, vandaar dat ik nu -langzaam- ben verder
gereden. Hij doet moeilijk. 'I will put jou in jail.' zegt hij. 'That's not good.' antwoord ik. Terwijl
de man moeilijk blijft doen is een vrouwelijke politieagent aan het grappen en grollen met Barbara. Ze is ook vrolijk aan het doen over onze kinderen. Vreemde situatie! Ik weet niet echt hoe het verder moet en zeg dat mijn kindjes verdrietig zullen zijn. 'No problem. They can stay in another room.' Gelukkig heb ik mijn rijbewijs al terug. Ik steek dus alle papieren weg, zeg 'Good bye.' en maak aanstalten om door te rijden. De man geeft nog niet toe. Ik lach het weg en start de motor. Barbara zegt ook expliciet dag. Zijn andere collega waait ook. En we zijn weg.
We weten niet goed wat we er van moeten denken. Was het gewoon een flauwe grappenmaker? Of wilde hij echt moeilijk doen en hebben we geluk gehad dat de andere agenten ok waren? We'll never know...