'You're very lucky, indeed!' was keer op keer de reactie wanneer het weer ter sprake kwam. We zaten in Swakopmund dat bekend is voor de hardnekkige mistbanken tijdens de winterperiode. Ze hadden ons gewaarschuwd dat we niet veel zon zouden zien en dat het koud zou zijn.
De eerste die bevestigde dat we chance hadden met het weer was de kapitein van de catamaran waarmee we op walvissenzoektocht zijn gegaan. Hij toverde pelikanen en zeeleeuwen aan boord, wist twee walvissen te spotten en vertelde honderduit over wat er nog allemaal te zien viel. Onze kindjes waren in de wolken! En wij waren ook niet ontevreden met de service aan boord: oesters en champagne! Een mens mag wel eens iets hebben, niet? :-)
De volgende die vertelde dat we het troffen met het weer was de chauffeur van de Land Rover die ons de duinen van Sandwich Harbour liet verkennen. Hij racete gezwind de zandduinen op en zoefde zonder verpinken tientallen meters weer naar beneden. Het was dolle pret. Onze kinderen waren nog meer in de wolken. En wij waren blij dat we niet zelf moesten sturen, want dit was toch nog net iets anders dan de zandwegen die we al hadden overwonnen. Het zicht bovenop de zandduinen was bovendien adembenemend.
En dan was er nog madame de coiffeuse die Serge zijn haar gekortwiekt heeft. Het was dringend nodig, want na drie maanden zonder knipbeurt riep zijn haar herinneringen op aan de weelderige krullenbos in de tijd dat Barbara hem had leren kennen. De kapster wist te vertellen dat de mist allemaal zo erg nog niet is. Ze waarschuwde voor 'beukwinden' die alles onder een laag zand bedekken. Serge moest er een beetje mee lachen en zei stoer dat we een zandstorm nog niet hadden meegemaakt...
Die nacht werd Barbara wakker van een rammelend geluid. Was de koffer van de auto niet goed gesloten? Of was er iemand aan onze koffer aan het prutsen? Toch maar even Serge wakker maken... Die stak meteen half slaperig doch heldhaftig zijn hoofd door de ritssluiting van de tent en stelde vast dat het geluid niet van bij onze auto kwam, maar van bij de sanitaire blokken iets verderop, waar een deur telkens open en dicht sloeg. Pas toen viel het ons op dat er veel wind was.
Nog geen kwartier later werd die wind echter zo erg dat we ongerust werden. Eerst was er tussen elke windstoot een moment van absolute stilte. Beangstigende stilte, want het was de voorbode van een nieuwe windstoot die telkens met meer en meer geraas kwam aanrollen. De interval tussen elke kopstoot werd ook steeds korter. En na een tijd geselde de wind onze tent zonder ophouden. Het was alsof iemand de tent met twee handen vasthield en uit alle macht door elkaar schudde. Dit waren dus de beukwinden waarvoor ze ons hadden gewaarschuwd! Het zand van de duinen waar we naast lagen zocht ongenadig een weg tot in de kleinste hoekjes van onze tent.
Omdat we niet wisten hoeveel erger het nog zou worden en, nog belangrijker, hoe lang onze tent dit nog zou kunnen volhouden zonder te scheuren, zijn we opgestaan en tegen een gekkentempo beginnen inpakken. Op het moment dat we Mateo en Julie uit de tent plukten om hen naar de auto te verhuizen lag er al een laag zand op hun slaapzak. Nadat we, vechtend tegen de wind en de striemende zandkorreltjes, toch nog verbazingwekkend vlot de tent hadden opgevouwd (lang leve de 2seconds tent!) zijn we snel bij onze kindjes de auto ingedoken en hebben we nog een poging ondernomen om een beetje te slapen. Onze kids waren echter te veel onder de indruk van het spektakel om nog te kunnen slapen en waren al volop met de pop en de autootjes in de weer. Toen Julie na enige tijd verveeld met haar vingertjes tegen het raam begon te tokkelen en met een zucht liet weten dat 'haar buikje grote honger had', zijn we maar op pad gegaan.
De beelden onderweg waren indrukwekkend. We reden eerst precies door een dikke mist. Toen de zon er meer doorkwam zagen we het zand van de duinen stuiven en grillige tekeningen maken op de weg. De palmboompjes langs de weg werden bijna horizontaal geduwd door de wind. We reden tegen een slakkentempo om vooral niet van de weg te sukkelen en ook om de windstoten te kunnen opvangen. En plots was het gedaan... Van het ene moment op het andere reden we weer onder een blauwe hemel, precies of er niets aan de hand was.
De wind zou ons wel blijven achtervolgen. Een hele week lang, eender waar we onze tent opzetten, was het een hele nacht lang schudden en daveren. En onze kinderen? Die sliepen overal door, precies of er niets aan de hand was.
|