Op deze blog vind je
1.) het dagboek van onze reis in Colombia, Guatemala, Costa Rica de Malediven, Sri Lanka, Maleisië, Zuid-Afrika en Namibië (zie rechts: Inhoud blog & Archief per jaar);
2.) het (oude) dagboek van ons jaar werken en reizen in Senegal in 2006 -2007 (zie rechts: Archief per maand);
3.) een link naar een (primitieve) website met de reisverslagen van onze vroegere reizen 1999-2000 en 2001-2002 (zie rechtsonder: oude reisverslagen Barbara & Serge);
4.) een link naar ons fotoalbum van Zuid-Afrika, Namibië, Maleisië, Sri Lanka, de Malediven, Costa Rica, Guatemala en Colombia (zie rechtsonder).
15-07-2016
QUETZAL
Een bezoek aan de krokodillen in de zoo van
Antwerpen is elke keer weer een leuke ervaring. Het geluid van een onweer en de
geënsceneerde regenbui roepen namelijk telkens herinneringen op aan een tropische
bui op reis. Ook de serre in Plankendael weten we altijd te smaken,
omdat de zwoele warmte ons terug katapulteert naar een tropisch regenwoud in een
exotisch land.
Het verschil met een bezoek aan een echt natural
park is natuurlijk dat je niet op een kwartiertje tijd weer buiten staat. Een
ander verschil is dat je geluk moet hebben dat je efffectief dieren te zien
krijgt. De natuur is namelijk adembenemend mooi, maar het is ook een ideale
schuilplek voor dieren. Om die reden doen we voor ons eerste bezoek aan een
natuurpark beroep op een natuurgids. Manolo is de gastheer van onze airbnb. Hij
is een erg gerespecteerd man in zijn dorp en ook als guide geniet hij veel
aanzien bij de andere gidsen van het Monteverde Natural Park. Hij weet
effectief veel te vertellen, maar het spotten van dieren lukt niet zo goed
ook al sleurt hij een kanjer van een telescoop mee. Wij wisselen halverwege ons
bezoek dan ook een veelbetekenende blik uit: zonder gids is het toch veel
fijner. Het kan zijn dat je dan (nog) minder ziet, maar je kan je eigen tempo
bepalen. Op het einde van de uitstap wordt ons geduld echter beloond: we kunnen
van vlakbij een quetzal bewonderen, een erg kleurrijke vogel met een prachtige
lange staart. We voelen ons even echt in een dierentuin, want het dier blijft
geduldig poseren tot we er een goede foto van hebben kunnen nemen.
De uitstap in het Monteverde natural park was zo
leuk, dat we beslissen de dag erna opnieuw een natuurreservaat te bezoeken,
maar deze keer wel op eigen houtje. Het weer past perfect bij een nevelwoud:
het miezert heel de tijd. Veel dieren hebben we dus niet gezien geen om
eerlijk te zijn. We hebben er echter daarom niet minder van genoten.
Ter
compensatie zien we de volgende dag vanuitons bed een quetzal zitten, vlak voor onze neus! Straf! De dag ervoor
hebben we een hele dag lopen zoeken en nu zien we er een terwijl we zelfs nog
niet goed wakker zijn! Al een chance dat Barbara een vroege vogel is! Mateo en
Julie krijgen de prachtige vogel niet nog eens te zien, want die liggen nog
vrolijk te ronken. Wij bewonderen de kleurenpracht daarom extra en bewaren de
ervaring voor een verhaal later aan de ontbijttafel.
Na een
lange en vermoeiende, maar wel super mooie wandeling aan de voet van Vulcán Arenal,
laten we onze voeten weken in zalig warm water van een rivier bij een
warmwaterbron. Je kan dit doen in super chique spa's waar je veel geld betaalt
of je kan gezellig bij de locals (de Ticos) gaan zitten in een riviertje langs
de kant van de weg. Wij vinden het laatste veel toffer.
Mateo
maakt dus even later indruk op een paar mannen die vruchteloos visjes proberen
te vangen: hij vangt er binnen de kortste keren een paar met de blote hand. En
Julie nestelt zich gezellig in de buurt van een leeftijdsgenootje. De taalbarrière
maakt dat ze niet met elkaar kunnen communiceren, maar ze amuseren zich eerst
met elkaar stiekem vanuit een ooghoek te bestuderen en gaan daarna verder met
een spel zonder woorden.
Vooraleer
ook wij het zweet van de wandeling kunnen afspoelen, begint het echter te
regenen. Tegen dat iedereen afgedroogd is en weer schoenen aan heeft, zijn we
nat van de regen die ondertussen bij bakken uit de hemel valt. We proberen ons toch
nog wat droog te houden met een paraplu en ploeteren door het zandweggetje dat
nu een rivier van modder is naar de weg om een schuilplaats te zoeken.
Wanneer
we even later schuilen onder een afdakje, stroomt het water als een kolkende
rivier voor onze voeten voorbij. Het gerammel van de regen op het dak van onze
schuilplek maakt zo mogelijk nog meer lawaai dan de donderslagen die volgen op
de felle bliksemschichten van de onweersbui die voorbij raast. Een mens wordt
er stil van. We zien geen hand voor ogen. De regen vormt een gordijn dat het
zicht op de overkant van de weg blokkeert. Maar plots zien we door het
regengordijn het silhouet van Vulcán Arenal verschijnen. Zo duidelijk hebben we
de vulkaan op twee dagen nog niet gezien! Bizar. Sinds ons verblijf in Costa Rica
is dit al een tweede magische moment. Mateo en Julie kijken er wel even naar
wanneer we er iets over zeggen, maar zijn meer gefascineerd door de kracht van
het water dat voorbij stroomt. We moeten hen tegenhouden, want liefst van al
zouden ze er in de plensbui midden in willen gaan staan. Het water is toch
niet koud, mama!? Het is zalig warm! Tja... wat moet je daar op antwoorden?
Het is altijd wat 'risky' om in het
regenseizoen een vulkaan te beklimmen. Je weet namelijk nooit zeker of je wel
iets zal kunnen zien. Bij Volcán Poás hadden we wreed veel chance. We waren net
op tijd op de top om de vulkaan te bewonderen. We zagen als in een soort van
time laps de wolken de vulkaan verslinden. De rook van de vulkaan mengde zich
langaam met de wolkenslierten. Mensen die even na ons de top bereikten, keerden
na een poging om iets te zien onverichterzake terug naar beneden. Er viel niets
meer te zien door een muur van wolken. Wij genoten echter nog na van de nevel
die ook ons langzaam opslokte. Na een tijdje voelden we ons wat ijl in het
hoofd: de rook van de vulkaan was ons naar het hoofd gestegen. Dat is dus
waarom ze aanraden niet langer dan een kwartier op de top te blijven staan!
Een paar dagen later was het
echter aan ons om vruchteloos een glimp van Volcán Irazú te proberen opvangen.
Hoe langer we wachtten, hoe hopelozer het werd. De wolken hingen als een dikke
erwtensoep boven de krater van de vulkaan. Net op het moment dat we halverwege
de wandeling rond de krater waren, begon het ook nog te regenen. Een ijskoude
wind maakte ons vulkaan avontuur helemaal af. In het begin konden we het nog
een beetje verkopen als een speciale ervaring Zo in de striemende regen op de
rand van een vulkaan lopen: dat moet je toch eens meegemaakt hebben!, maar na
een kwartier was de fun er toch wel af. Mateo en Julie waren helemaal verkleumd
tegen dat we terug bij de auto van Marcel stonden. De vriendelijke Costaricaan
stond zelf te klappertanden van de kou. Hij was hier al een aantal keren
geweest tijdens een uitstap met zijn familie, maar dit had hij nog nooit
meegemaakt.
Op de terugweg draaide de verwarming gelukkig op volle kracht,
waardoor we het snel weer warm hadden. En na een half uurtje afdalen was het
weer tijd om de airco op te zetten, want de temperatuur was weer gestegen tot
boven de 30 graden. Toen we uiteindelijk stopten voor een bezoek aan de kerk
waar de man elke zondag met zijn gezin naartoe gaat, konden we ons niet meer
voorstellen dat we het koud hadden gehad! En toen we weer bij de man thuis waren, kregen we een frisse 'batida' of 'cafe frio' aangeboden om het zweet weg te spoelen!
We zijn nog
geen dag in Costa Rica en Julie is er letterlijk ondersteboven van! Na een
lange reis van op de kop 24 uur, worden we eindelijk na een laatste rit met een
taxi gedropt in een donker hol - we kunnen het niet beter omschrijven. Terwijl we in het licht van de
koplampen naar geld zoeken om te betalen (wat nooit simpel is met een munteenheid
die nieuw is), horen we plots zeggen 'Its this way! Phil, onze airbnb host, gaat ons voor naar onze slaapplek.
We stappen in de richting van het silhouet van een circustent die zweeft in de
lucht. De lampen die binnen branden doen het geel-wit tentzeil gloeien in de
nacht.
Het is een
magisch moment. We klimmen via een ladder naar boven in een soort luchtballon
en staan plots in een super gezellig huisje! Mateo en Julie zijn echter te moe
om van het speciale moment te kunnen genieten. Terwijl wij nieuwsgierig de tent
verkennen, kruipen zij nog hoger naar de tweede verdieping en vallen als een
blok in hun bed in slaap. Even later liggen we zelf ook in ons bed te genieten
van het getsjirp van krekels terwijl de wind de tent over en weer doet wiegen
en de bliksem van een ver onweer de tent nu een dan even overbelicht.
En een
5-tal uren later zijn onze kids wakker. De biologische klok zegt dat het hoog
tijd is om op te staan. En blijkbaar hebben ze -ondanks de vermoeidheid- toch
onthouden dat Phil s morgensvroeg de geiten zou
komen melken! In haar enthousiasme om op tijd beneden te staan, mist Julie een
trede van de trap en tuimelt naar beneden. We zien haar tot onze grote schrik
door het gat verdwijnen. Gelukkig blijft haar voet steken tussen het luik dat
achter haar is dichtgevallen. Julie bengelt ondersteboven een 3-tal meter boven
de grond. Ze brult de geiten wakker terwijl we haar aan een voet uit het gat
vissen, maar het is gelukkig niet erg. Oef! Ze zal nog een paar dagen wat
rondhuppelen met een mankepootje, maar het had veel erger kunnen zijn!
Op weg naar Omadhoo
island hadden we al kunnen proeven van een wilde zee. Terwijl de locals een
dutje deden om niet zeeziek te worden en een Italiaans gezin met kinderen zo
mottig als een krab heel de tijd boven een plastiek zakje hing, genoten onze
kinderen van de woelige zee die de ferry hevig deed schudden, kraken en piepen.
Mateo en Julie hingen heel de tijd met hun hoofd uit het raam. Niet omdat ze
moesten overgeven, maar omdat ze vliegende vissen en dolfijntjes wilden tellen.
En het waren er wreed veel! Deze 5 uur durende boottocht was echter slechts een
voorsmaakje van wat ons een paar dagen later te wachten zou staan op de
terugweg van onze jacht op walvishaaien!
We dobberen rond op een
-alweer- woelige zee. De zon schijnt, maar rond ons dreigen pikzwarte wolken.
In de verte zien we een regenfront naderen. We kunnen best niet te lang meer
wachten. Het ziet er dus naar uit dat we van een kale reis zullen terugkeren.
We kunnen gelukkig wél zeggen dat we van op de boot het silhouet van een wale
shark' hebben gezien, maar tegen dat we doorhadden dat er een was en
uiteindelijk in het water lagen, was het dier al verdwenen. Jammer, maar
helaas
We willen net ons
snorkelgerief uitschieten, wanneer onze kapitein er toch nog één spot vlak
naast onze boot! We smijten onze kinderen in het water (echt letterlijk) en
duiken er achteraan. En het is wauw! We drijven met ons vier vlak boven een
gust van een walvishaai van zeker 5 meter. Julie past zo in de opengesperde
muil. Gelukkig eet een walvishaai enkel plankton. We kunnen de vis gewoon aaien,
zo dichtbij zijn we. Ik ben gewoon te dicht om het dier helemaal in beeld te
krijgen! Het zonlicht weerkaatst op de rug en doet de typische witte vlekken
oplichten zoals sterren aan de hemel. Het is een magisch moment. Barbara en
Julie moeten de walvishaai na een tijdje lossen, omdat Julie als enige geen
vinnen heeft en door Barbara wordt voortgetrokken. En Serge kan net voldoende
volgen om te zien hoe Mateo (lang leve de crawl zwemlessen) er zeker 10 minuten
pal boven blijft hangen tot de vis dieper water opzoekt en uit het zicht
verdwijnt.
Wanneer we terug
richting boot snorkelen zijn we euforisch over wat we hebben meegemaakt. We
voelen koude tintelingen op onze rug terwijl we met onze buik in het warme
water liggen. Het is beginnen regenen! De regendruppels prikken zoals naalden
in onze rug. De lucht is helemaal grijs. We hijsen ons snel aan boord, drogen
Mateo en Julie af, trekken een regenjas aan en vertellen honderduit over wat we
hebben gezien.
De kapitein sjeezt er
vandoor. De boot slaat knalhard tegen de golven. Er is geen kans meer om nog
over onze close encounter' met de walvishaai na te kaarten. We gaan nu met een
kleine speedboot de confrontatie aan met een op hol geslagen zee. De golven
lijken de boot bij momenten te zullen opslokken. De regen valt met bakken uit
de hemel. Ik houd het zeil vast dat de gutsende regen en het opspattende
regenwater moet tegenhouden. Het ene moment voel ik het warme zeewater, het volgende
moment de koude regen. Mateo en Julie weten dat ze naar de horizon moeten
kijken om niet zeeziek te worden, maar we zien geen hand voor ogen. De kapitein
stuurt met zijn iPhone als GPS in de hand. Zijn bootsman plakt met zijn neus
tegen de voorruit om extra richtlijnen te geven. Julie en Mateo vinden het
allemaal lekker spannend, maar Barbara en ik wisselen een veelbetekende blik
uit: dit is net iets té spannend! Terwijl Barbara zich vooral zorgen maakt over
wat we moeten doen indien we in het water terecht zouden komen, denkt Serge
vooral aan zieke kindjes. Barbara tovert dus de zwemvesten tevoorschijn (beter
laat dan nooit) en Serge begint weer een verhaal te vertellen (deze keer niet
over de drie biggetjes).
Een serieus lang
uitgesponnen verhaal later klaart het wat op en zien we plots land. Het blijkt
zelfs ons eiland te zijn! Hoe de kapitein het heeft gefixt, weten we niet, maar
we zijn content wanneer we terug voet aan wal zetten. Mateo en Julie hebben er
eigenlijk niets van gemerkt. Ze zitten nog helemaal in de sfeer van het verhaal
over een reuzenhaai! En ze kunnen het zich prefect visualiseren met het beeld
van de walvishaai die ze hebben gezien voor ogen. En ja! Het was écht
spectaculair!
Ik sta aan te schuiven
aan de kassa van een supermarkt in Male. Het moet vlug gaan, want buiten wacht
een taxi en elke minuut kost geld. En geld is hier voor ons wat meer waard dan
ergens anders. Het heeft namelijk veel moeite gekost om aan geld te geraken! We
zijn zo gewoon dat we eender waar in de wereld geld kunnen pinnen, dat we er
vanuit gingen dat dit in Male, de hoofdstad van de Malediven, ook zou lukken.
Neen, dus.
Het is een beetje een
bizarre situatie. De plaatselijke munteenheid -de rufiyaa'- wordt eigenlijk
niet echt gebruikt voor toeristen. Die mogen met cash USD betalen. En die dollars
breng je best mee van thuis, want je kan hier geen geld afhalen met bancontact noch VISA of MasterCard. Op
aanraden van iemand van onze airbnb waren we naar de enige ATM gegaan waar je
USD kan krijgen. Na een tocht met een bus (20 minuten wachten, 10 minuten rijden),
een ferry (15 minuten wachten, 20 minuten varen) en een kwartier stappen, mochten
we 20 minuten aanschuiven bij een ellenlange rij. De mannen voor ons bleven
maar geld uit de automaat halen! Straks zijn er geen dollars meer en dan
hebben we een probleem! Toen het dan eindelijk aan ons was, bleek de automaat
niet te werken met buitenlandse kaarten! We waren dus anderhalf uur onderweg
geweest voor niks! Gelukkig konden we wel rufiyaa afhalen, maar die moesten we
wel nog via onze airbnb op de zwarte markt proberen te wisselen in dollars.
Ik wil
dus naar huis om het geld nog te kunnen wisselen, maar sta dus aan te
schuiven aan de kassa van een supermarkt. De kassierster neemt voor alles haar
tijd. Er wordt eerst nog een klant tussendoor geholpen, die blijkbaar niet
voldoende geld bij zich had. Daarna wordt het rolletje van de kassa vervangen.
Vervolgens moet ze assistentie vragen, want de prijs van een artikel klopt
niet. Tussendoor is er nog tijd voor een telefoongesprek. Eindelijk is het aan
de Chinese klant voor me. Nu kan het snel gaan, want hij heeft enkel een
tiental bundels chopsticks gekocht. Maar neen blijkbaar moet elk paar stokjes
apart worden geteld! Nog een vraag van een collega tussendoor. En lap! Ze moet
opnieuw beginnen tellen! Ik sta letterlijk te daveren op mijn benen van
ongeduld! Buiten wacht Barbara in de taxi samen met Julie en Mateo die een uur
geleden al honger hadden en wreed druk aan het doen waren. Ik ging even snel
brood kopen, meer niet. Maar ik heb het gevoel dat ik al uren weg ben.
Eindelijk! De chopsticks zijn geteld. Het is bijna aan mij. De Chinees vindt de
chopsticks blijkbaar te duur en gebaart dat hij ze niet moet hebben. De
kassierster begrijpt het niet. Er ontstaat een discussie Ik laat het ondertussen
over me heengaan. Het komt wel goed. En ja even later stap ik in de taxi. En?
Heb je ook water gekocht? vraagt Barbara. Goh. Neen. Daar heb ik niet aan
gedacht! Laat ons gewoon doorrijden, onze kinderen eten geven en proberen geld
te wisselen. Het duurt nog wel even voor we terug thuis zijn
In Ella stonden er een
paar fikse wandelingen op het programma. We waren er helemaal klaar voor. Eindelijk
nog eens een fysieke inspanning na 4 weken luieren op één of ander strand,
rondslenteren in één of andere tempel, zitten op één of andere trein of bus en
buikje rond eten met één of andere lekkere maaltijd. De stapschoenen werden
onderaan uit de rugzak gevist en we vertrokken onmiddellijk op pad.
We hebben het achteraf
geweten. Niet o.w.v. stijve spieren, maar wel omdat de zool van Barbara haar schoenen
volledig los hing. En erger, omdat onze kinderen blaren hadden. Die arme
voetjes waren niet meer gewoon om schoenen te dragen na een maand sandalen,
teenslippers of blote voeten. Vervelend! Want het was enkel een wandeling ter opwarming.
Het écht klimwerk moest nog komen met Ellas Rock en Little Adams Peak!
Het risico op gezeur
was exponentieel gestegen door de pijntjes. Daarom werd een oeroude truc van
stal gehaald: verhalen vertellen tijdens het wandelen. Er zijn er tientallen de
revue gepasseerd en het heeft enorm geholpen, want er werd geen seconde geklaagd.
En blijkbaar wisten de verhalen ook andere Nederlandstalige klimmers te
inspireren, want toen we eenmaal op de top stonden, zei iemand plots Jullie
papa kan goed verhalen vertellen, hoor! Het verhaal van de drie biggetjes heeft
me ook goed geholpen om boven te geraken!
Onze twee kindjes
hebben uiteindelijk heel flink gestapt. De blaren waren er echter niet kleiner
op geworden. Achteraf gezien hadden we hier ook beter een afleidingsmanoeuvre
gebruikt, want onze twee lieverdjes protesteerden als twee varkentjes die (onverdoofd)
werden geslacht toen we met een naald afkwamen om de bladeren te doorprikken om
het vocht er te laten uitlopen.
Het stinkt hier! zegt Julie terwijl ze haar neusje optrekt zoals alleen Julie dat kan. Ik wil reageren met Stop met zeuren en geniet van wat je allemaal ziet! maar ik kan haar niet echt ongelijk geven. We drijven mee op de stroom van mensen die massaal (écht niet te doen zoveel volk!) naar aanleiding van de volle maan komen bidden in de tempel van Okanda bij Arugam Bay. Overal brandt er wierook en op verschillende plaatsen branden vuurtjes waar de pelgrims van alles en nog wat in smijten als offergave. Er hangt inderdaad een vreemde geur! Het stinkt eigenlijk gewoon een beetje veel. Maar de beelden zijn te mooi om ons te laten afleiden door vreemde geurtjes. We weten gewoon niet waar eerst kijken. Overal rondom ons gebeurt wel iets speciaals: een vrouw draagt een schaal met brandende bladeren op haar hoofd, ouders zetten een tikka op het voorhoofd bij hun kinderen, kleurrijk geklede vrouwen en in het wit geklede mannen vouwen de handen samen voor het gezicht om een beeld van de olifantengod Ganesh te groeten, flikkerlichtjes flankeren kitcherige posters van de god Vishnu,
En toch ruikt het raar. Het is geen wierook. Het is niet de geur van olielampjes. Het ruikt naar uitlaatgassen Als we weer buiten staan in het gekrioel van mensen en tuk tuks tussen de kleurrijke winkeltjes valt op hoe penetrant de geur wel niet is. Een tuk tuk kan stinken, maar het is niet de stank van de three wheelers'. Het is nog iets anders! Plots zien we een man verschijnen in een zwart pak met een gasmasker. Tja, die zal geen last hebben van de stank! zeggen we tegen elkaar. Maar voor we het weten blaast hij een grote witte wolk in onze richting. We duiken snel weg achter een vrachtwagen met het opschrift malaria pest program' en beseffen dat we vakkundig worden uitgerookt samen met duizenden muggen en honderden hindoes. Het zorgt voor een speciaal effect in het licht van de ondergaande zon. Maar zonder het extra neveleffect waren we ook wel content geweest! De beelden van in en rond de tempel staan s avonds nog op ons netvlies gebrand. Net zoals de geur die in onze neus is blijven hangen
Onze kinderen zijn ideale ijsbrekers. Het contact met de mensen in Sri Lanka is sowieso al heel sympathiek, maar Mateo en Julie maken het nog leuker. Onderweg in de trein naar Batticaloa wilde Julie echter niet socializen'. Er was een mama met twee meisjes van haar leeftijd opgestapt, maar Julie keurde hen geen blik waardig. Of net wel! Na een tijdje hadden we door wat er mis was! Ze was stikjaloers op de meisjes, omdat ze een mooi kleedje aanhadden! Julie was daarom ostentatief loombandjes aan het maken zo van Dit hebben jullie toch lekker niet en ik wél!. Toen we voorstelden er eentje voor de meisjes te maken weigerde ze dit te doen. Gelukkig is er dan Mateo die er met plezier wél eentje maakt. Julie was dan ook heel verrast toen het meisje dat van Mateo een bandje had gekregen spontaan de glinsterende armband die ze aanhad aan Julie gaf.
En toen waren we vertrokken: binnen de kortste keren droeg iedereen in ons compartiment een loombandje -inclusief de papa's- en werden er lekkere hapjes uitgewisseld, allerlei nieuwsgierige vragen gesteld (er is altijd wel iemand die Engels spreekt) en à volonté fotos gemaakt (Mateo en Julie zijn hier precies twee BV's)! Het werd echter pas écht gezellig toen iemand een trommeltje tevoorschijn toverde en men vlak naast ons muziek begon te maken! Schitterend! Dikke ambiance! Julie werd door één van de vrouwen op de schoot genomen, maar zocht na een tijdje de veilige armen van mama op, omdat ze het geknijp in haar wangen (dat doen ze hier echt allemaal) beu was. Mateo zat boven op de leuning met grote ogen te kijken. We hoorden hem luidop denken Ik wil ook zon trommeltje! en om eerlijk te zijn: wij dachten exact hetzelfde!
Een treinrit hier in Sri Lanka duurt gemiddeld wel wat langer dan bij ons, omdat er bij elk klein stationnetje wordt gestopt. Maar op deze manier vliegt de tijd voorbij en ben je voor je het weet op je bestemming. Je zou bijna wensen dat het allemaal wat langer duurt! Het is een geweldige manier van reizen!
In Sri Lanka smijten ze bij wijze van spreken met olifanten naar je kop. Je ziet ze te pas en te onpas. Tot hiertoe is het dan ook het enige land waar wij zijn geweest waar ze ook treinbestuurders met verkeersborden waarschuwen voor overstekende olifanten. We hebben er dus echt wel al zalig veel gezien o.a. vanuit de trein. Toen we in Habarana waren zagen we ze ook rondsleuren met een nest toeristen op hun rug. En hoe graag Julie en Mateo ook wel eens op de rug van een olifant wilden zitten, ze vonden dit toch wel te zielig!
Wanneer je wat inventief bent, kan je echter iets veel leuker doen zoals een mahout helpen met het wassen van zijn olifant. Het is een stevige schrobbeurt geworden: met de pel van een kokosnoot alle vuiligheid eraf schuren. Een peeling is er niks tegen! Maar t was ook wel wat spannend. Je staat namelijk echt wel vlak naast een gust van een beest dat op zijn zij ligt en met één zwaai van zijn slurf een volledig rugbyteam omver kegelt. Spannender wordt het wanneer het beest rechtkruipt terwijl je er bovenop zit zonder iets om je aan vast te houden. Gelukkig zat de mahout achter onze kindjes anders waten ze in het water getotterd. Te spannend wordt het wanneer het beest plots het equivalent van een paar emmers water over je heen sproeit. Mateo zag er de leut nog van in, maar Julie kon er even niet om lachen! Gelukkig was de boze bui snel over wanneer de buurvrouw olifant, die ook op haar zij lag voor een schoonheidsbehandeling door haar mahout, doodleuk drollen in het water lanceerde ze dreven vlak voor de neus van papa voorbij die probeerde zonder nat te worden fotos te nemen. Zo met je voeten in de olifantenshit staan is zo eens iets anders. Mateo en Julie vonden het hilarisch!
Wanneer we s avonds gezellig aan het nakletsen zijn zien we onze mahout passeren op de rug van zijn olifant. Blijkbaar is hij onze buurman en komt hij zijn olifant in de tuin parkeren. Het eerste wat onze kinderen de dag erna gaan doen is dan ook een blik werpen op hun olifant. Gezellig: een olifant als buurvrouw!
We zijn op jacht naar
dolfijntjes langs de kust van Trincomale. We hebben er nog geen enkel gezien,
maar de dag kan sowieso niet meer stuk! Mateo zit samen met Stan en Julie
vooraan in de boot die wild op en neer gaat op de golven. Het is zijn
verjaardag. En we hadden al weken op voorhand beloofd dat we zouden gaan varen
op zoek naar dolfijnen en walvissen. Het feit dat de speelkameraden die we
eerder onderweg in Eluwankulama hadden leren kennen er bij zijn, maakt het
dubbel zo fijn!
Er is veel wind en we weten
uit ervaring dat dolfijnen niet van wind houden. Dus we verschieten niet
wanneer we er na een uur nog altijd geen hebben gezien. Plots roept onze
kapitein echter enthousiast Dolphins! Two hundred! En ja eindelijk zijn ze
er! En vlak naast onze boot! Het zijn er wel geen tweehonderd, misschien eerder
dertig. Maar de kinderen tellen er ook honderden, zelfs duizenden: tien
honderd duizend!. Onze kapitein had beloofd dat we honderden dolfijnen zouden
zien. Voila! Hij heeft zijn belofte waargemaakt!
De walvissen zijn
nergens te bespeuren, maar dat bederft de feestvreugde niet. De kinderen joelen
van enthousiasme. En Mateo straalt van geluk! Hij vindt het duidelijk een fijne
verjaardag!
Jullie zijn écht wel stoer! zegt Nynke, een Nederlandse die stage heeft gelopen in een centrum voor gehandicapten in Colombo, tegen onze kinderen, wanneer ze hoort dat we helemaal naar het noorden van Sri Lanka gaan. Ze zegt dat ze niemand is tegengekomen die dit al heeft gedaan. Blijkbaar schrikt het oorlogsverleden van het land reizigers toch nog af om richting Jaffna te gaan.
Wij trekken uiteindelijk nóg verder, naar het meest noordelijke punt: Point Pedro in een recent verleden dé smokkelroute voor wapenhandelaars. Misschien lopen er nog wat Tamil Tijgers rond? Volgens de reisgids moet je er toch nog wel wat voorzichtig zijn, o.a. omdat er nog landmijnen kunnen liggen Och ja we hebben al eerder meegemaakt dat wat wordt gezegd niet strookt met de werkelijkheid. Wat uiteraard niet wil zeggen dat we het advies i.v.m. de mijnen niet au serieux hebben genomen!
Point Pedro blijkt echter een super gezellige plek! Zo gezellig dat we zelfs niet in Jaffna zijn geraakt. Het dorpscentrum situeert zich rond een authentieke markt waar de koeien en geiten het fruit van de kraampjes komen pikken. Toen we er nieuwsgierig rondliepen en genoten van de prachtige beelden, o.a. kleurrijke vrouwen die hun waren aanprijzen, hoorden we Julie plots lichtjes in paniek Mama, papa help! roepen. Onze dochter had weer prijs! Één van de kleurrijke dames had Julie op haar schoot gepakt en was haar vrolijk in de wangen aan het knijpen! We hebben haar uiteraard zo snel mogelijk bevrijd, maar pas nadat we van het tafereel een foto hadden genomen.
Die sympathieke aandacht is heel de tijd in Point Pedro zo gebleven. Het is écht een uithoek, dus áls er eens westerlingen rondlopen genieten ze veel oprechte aandacht. En omdat we er vrij lang zijn gebleven, herkenden we vaak mensen en werden we vooral veel herkend!
Onze laatste dag wilden we uiteraard nog eens genieten van het strand. Locals hadden ons al gewaarschuwd voor de grote golven en ook Barbara was er tegen, maar uiteraard wilde Serge toch eens met Mateo en Julie de wilde zee trotseren! Het ging allemaal goed: Barbara, je moet onze kinderen niet bang maken! tot net die ene laatste golf Mateo wilde op zijn eentje meedrijven op een golf richting strand, toen bleek dat die toch wel wat groter was dan verwacht. Hij werd ondersteboven richting Barbara gekatapulteerd, die eerst machteloos toekeek en daarna Serge naar het diepste van de zee verwenste! Sorry! Even fout ingeschat Het was uiteraard allemaal niet zo erg -gewoon serieus verschoten- maar het geeft wel een idee hoe tijdens de tsunami van 2004 de dorpen volledig werden weggeveegd door de kracht van een reuzegrote golf!
Even later was Mateo alles gelukkig snel weer vergeten bij het zicht van een super grote haai die door vier mannen met veel moeite aan land werd gedragen en in een vrachtwagen werd gepropt. Het beest paste er gewoon niet helemaal in, zo groot was de vis. We hadden beter neen gezegd toen de mannen gebaarden dat we mochten meerijden, want achteraf stonken we uren in de wind! Maar uiteraard was het een geweldige rit zo vlak naast een kanjer van een haai, dus die visgeur namen we er graag bij. We werden gedropt bij de vismarkt waar we al vaker waren gepasseerd. Één van de vissers met wie we al eerder een babbeltje hadden gedaan, sprak over mee gaan vissen s nachts. Heel sympathiek, maar heel de nacht ronddobberen op een piepklein bootje met 2 kinderen is net iets te avontuurlijk we hadden onze portie avontuur al gehad. Het zal voor een volgende keer zijn
De man van onze airbnb toert met ons rond in zijn stad Anarudhapura. Hij sleurt ons mee van tempel naar tempel en omzeilt de controleposten op een slinkse manier, waardoor we wel alles zien, maar niet hoeven te betalen voor het dure toegangsticket. Omdat we compleet oververhit zijn, neemt hij ons uiteindelijk mee naar één van de grote meren om samen met zijn twee zoontjes een verfrissende duik te nemen. Barbara blijft wijselijk uit het water wanneer ze ziet dat Jan en alleman zich er komt wassen, maar Julie en Mateo zijn dolenthousiast en sleuren papa mee het water in. Even later verkopen ze veel show voor de twee jongens van onze homestay. En het moet gezegd: het doet deugd om de hitte weg te spoelen!
Nog geen uur later lopen we alweer te zweten. De zon schijnt haar laatste stralen, maar de stenen van de tempel zinderen nog na van de warmte. De tempel is prachtig verlicht en in combinatie met het gezang van monniken zorgt dit voor een magische sfeer. We zijn er stil van geworden. Normaal gezien beginnen Mateo en Julie na een tijdje zotte kuren te verkopen, waardoor wij hen regelmatig streng moeten vragen rustig te zijn, maar deze keer geven ze geen kik. Ze zijn duidelijk ook bevangen door de betoverende atmosfeer! In het halfduister manoeuvreren we ons tussen de gelovigen die op de grond zitten en met gevouwen handen voor het aangezicht zacht voor en achteruit wiegen. Een klein meisje kijkt stiekem op wanneer we passeren en een oude man knikt goedkeurend zijn hoofd links en rechts bij wijze van begroeting. Een vrouw streelt met de palm van haar hand Julie over haar wang en Mateo krijgt een schouderklopje. Het krioelt van de mensen, maar we vallen op als enige westerlingen. Gelukkig is er het zoontje van onze gastheer die ons rustig maar zelfzeker de weg toont. We zien mensen lotusbloemen offeren voor een boeddhabeeld. Honderden olielampjes en tientallen bundels wierookstokjes kruiden de lucht. Wanneer we de tempel verlaten achtervolgt het gezang van de monniken ons tot in de tuk tuk. Het is pas wanneer we met sputterende motor en in een blauwe wolk van uitlaatgassen vertrekken, dat we ontwaken uit de roes en spontaan in koor zeggen: Dat was écht wel mooi, hé kindjes? Julie en Mateo knikken zachtjes ja.
Onze overnachtingsplek in Eluwankulama op een boogscheut van het Wilpattu National Park is fantastisch! We hebben ons plekje in een godverlaten gat helemaal voor ons alleen. Soreno, de man des huizes, heeft een zee van tijd en neemt ons gezellig mee op trot. En als we hongerig thuis komen kookt zijn vrouwtje Kurami de heerlijkste maaltijden. Onze kinderen kunnen gezellig plonzen in een rivier. Ze mogen (onder deskundige begeleiding van Soreno en aangemoedigd door Kurami Eat baba, eat!) met de handen eten. Ze klimmen in bomen. Ze ravotten met de huisdieren. En wij genieten van geanimeerde gesprekken tot laat in de nacht. Het is een zalig begin van onze reis, omdat we van Soreno nu al leren wat je voor je vertrek in een reisgids leest of al doende onderweg ontdekt.
Omdat we zo genieten van de exclusieve aandacht, zijn we teleurgesteld wanneer er voor onze laatste nacht nog bezoekers worden verwacht. Wanneer Soreno de man aan de lijn heeft, zegt hij plots I will pass you on to Serge! Het blijkt een sympathiek koppel Belgen te zijn met kinderen van dezelfde leeftijd als Julie en Mateo! Onze kindjes tellen dan ook af tot het moment dat ze er zijn! Mateo gaat hen zelfs alleen (d.w.z. samen met Kurami) tegemoet -een half uur rijden- naar het dorpje en entertaint de hele familie op de terugweg met een mix van waar gebeurde en verzonnen gebeurtenissen van wat we tot hiertoe hebben gedaan! Het klikt m.a.w. vanaf de eerste seconde.
De vraag is alleen: waar gaat iedereen slapen? No worries! I will put up a tent! En inderdaad: wanneer de grote mensen s avonds onder een sterrenhemel gezellig verhalen uitwisselen, liggen 5 kleine kinderen kris kras door elkaar in een tent te slapen! We hadden veel op voorhand gepland om te doen, maar kamperen in Sri Lanka daar hadden we in de verste verte nog niet aan gedacht.
Het afscheid de volgende dag is hartelijk, maar ook moeilijk. We zullen Soreno en Kurami missen! Gelukkig zullen we onze Belgen nog een aantal keren tegenkomen!
We zijn er: Sri Lanka! Het wachten op de bagage is er net te veel aan. Het is ongeveer 5 uur s morgens plaatselijke tijd. Rond 5 uur s morgens Belgische tijd -een volledige dag geleden- zijn we vertrokken: eerst met de taxi' (merci, papie!) naar Brussel, dan met de trein naar Frankfurt en dan met het vliegtuig naar Colombo. Ons ritme is wat in de war! Op het moment dat je thuis al lang zou slapen, nog uitgebreid dineren is écht geen goed plan. En dan na een 6-tal uur al wakker gemaakt worden voor een ontbijt: dat trekt op niks. Maar ja het hoort erbij! Onze kinderen zijn het al een beetje gewoon van de vorige reizen en geven geen kik. Maar toch als je dan als bijna laatste nog altijd staat te wachten op de bagage, dan werkt dat toch wel een beetje op een mens zijn systeem! We zijn dus moe, maar vooral heel blij wanneer we onze rugzak op onze rug kunnen zwieren!
Op het moment dat we de luchthaven buiten stappen zitten we in een andere wereld. Super! Dit is waar we naar uit hebben gekeken! De hitte kleeft onmiddellijk als een nat deken aan ons lichaam. Door het open raam van de minibus die ons naar ons huisje brengt waait warme lucht die Julie doet denken aan de haardrogers van het zwembad. Mateo kijkt gefascineerd toe hoe onze chauffeur door het drukke verkeer manoeuvreert en imiteert de stuurbewegingen. Het gaat er wild aan toe!
Onze airbnb in Ngombo is gelukkig een oase van rust. Ideaal om te bekomen. Maar wat doe je best om een jetlag te vermijden? Het ritme van het land oppikken door de plaatselijke tijd te volgen. En dat wil zeggen: ontbijten! Dat doen was dus niet. Maar we vertrekken wel onmiddellijk op pad om eten te zoeken voor later. En daarna gaan we naar het meer dat op wandelafstand ligt. En daarna gaan we met een tuk tuk naar het strand. En we gaan kijken naar de vismarkt. En we wandelen tot bij de vissers die de vangst binnenhalen. En
Julie crasht. Ze kan niet meer stappen. Ze wil niet meer verder. Ze wil zelfs niet gedragen worden. Ze wil naar huis. De vermoeidheid loopt er langs boven en onder uit letterlijk. Ocharme! Dit was niet de bedoeling! We moeten luisteren naar de signalen van ons lichaam en vooral naar die van onze kindjes!
We crossen naar huis met een tuk tuk en zorgen voor rust. Alles is snel weer ok, zeker wanneer we na een goede pauze in ons huisje verder afkoelen bij een zwembad van een hotel vlak bij de zee. En wanneer we s avonds onder ons muskietennet kruipen, duurt het écht niet lang voor we als één blok in slaap vallen. Het was voor ons alle vier wel wat (te) veel!
Ruim voor ons vertrek op reis heeft Julie wat zwemlessen (het is bij watergewenning gebleven) gehad van Liesbeth. De idee was dat ze met wat geluk zou kunnen zwemmen op vakantie, zeker met het oog op het snorkelen tussen de visjes en zeeschildpadden op het einde van onze reis op de Perhentian Islands! Een groot succes was het niet: ze wilde kort voor ons vertrek enkel nog maar aan het handje in het water springen en ging met veel moeite even kopje onder. Liesbeth had nochtans haar best gedaan, maar Julie was er blijkbaar nog niet klaar voor...
Julie slaagt er echter uiteindelijk toch weer in op haar eigenzinnige manier haar zin te krijgen. ze maakt ons duidelijk dat we niet moeten proberen om het haar aan te leren, maar kort daarna merken we dat ze Mateo stilletjes observeert en wanneer ze denkt dat niemand kijkt, zie je haar stiekem oefenen."Waarom kijken jullie naar mij? Ik doe toch niets?". "Doe je eigen dingetje met je eigen willetje...!" van kapitein Winokio is haar lijflied!
En ja! De dag dat we de snorkels bovenhalen, is het zover: zonder veel woorden steekt Julie plots haar koppeke onder water en ze zwemt, met haar poep in de lucht! Geniaal! De lessen van Liesbeth hadden toch het verhoopte resultaat: Julie moet nog 5 worden en ze zwemt - net zoals Mateo in Namibië! Zonder snorkel gaat nog wat moeizaam, maar mét snorkel zwemt ze met mooie schoolslag naar alle hoeken van het zwembad en is ze er met geen stokken meer uit te krijgen! Julie heeft het snorkelen op de valreep onder de knie!
Een dikke week later dobberen we dus met ons viertjes vrolijk rond in het water en kijken we met grote ogen naar honderden kleurrijke visjes en tientallen zeeschilpadden. Mateo en Julie zijn het na een dik uur wel beu en willen dan liever een zandkasteel bouwen, maar de mama en de papa krijgen er geen genoeg van. Wij blijven genieten - net zoals Julie: met onze poep omhoog. En we hebben het achteraf geweten: wanneer we 's avonds het zout van ons lichaam spoelen, zien we dat onze billen langs achter knalrood verbrand zijn van de zon! Al een chance dat de kids op tijd hebben afgehaakt...
Maleisië is redelijk toeristisch, ook al valt dit niet altijd meteen op, omdat enerzijds de Maleisiërs (waaronder veel Chinezen) zelf veel rondreizen in eigen land en anderzijds een groot percentage van de bezoekers uit andere Aziatische landen komt. Bovendien zien de inwoners van Maleisië er ook heel modern uit, wat het verschil met (rijke) toeristen nog kleiner maakt. In Kota Bharu is het merendeel echter traditioneel 'Malay' en moslim, waardoor je het gevoel krijgt dat je eindelijk het échte Maleisië te zien krijgt.
We hadden hier eerst al in het stadje zelf van kunnen proeven tijdens een bezoek aan de 'night market'. Plots was er zo goed als niemand meer die Engels sprak. Ineens waren wij de vreemde eend in de bijt en moesten we veel nieuwsgierige blikken trotseren. Het was daarom niet minder leuk, het was eindelijk weer even een beetje avontuurlijk: geanimeerde gesprekken met veel gebarentaal om tientallen vragen te beantwoorden, om de weg te vinden en om eten te bestellen.
Het avontuurgehalte nam de dagen erna alleen maar toe, toen we bij mensen sliepen in een klein dorpje tussen de velden en de palmbomen. Tijdens uitstapjes beantwoordden we consequent het "Hello! How are you?" met de Maleisische versie die we 's morgens tijdens het ontbijt hadden ingeoefend. De reacties waren unaniem enthousiast. Slechts één keer werd er niet positief gereageerd op onze begroeting, maar dat lag eerder aan de halfnaakte vrouw (in een dorp met strikte moslims, notabene) die ons plots achtervolgde: de mannen die we passeerden, maanden ons in het Maleisisch aan snel verder te gaan - ze wilden ons waarschijnlijk het zicht op de blote poep van de vrouw besparen! Andere beelden waren leuker: een man op de moto met een makaak-aapje op de schoot (onderweg om ergens kokosnoten te gaan plukken?), kinderen met supergrote, kleurrijke vliegers, mama's en papa's met 2 of 3 kinderen samen op 1 moto, ... En ook de andere ontmoetingen waren leuker: een "schaduwpoppen"-maker die met onze kindjes een korte performance hield, vrouwen op de brommer die stopten om een foto van Mateo en Julie te maken, meisjes die stiekem in Julie haar wangen kwamen knijpen, marktkramers die ons à volonté fruit lieten proeven, ...
We smolten bij momenten weg van de warmte en verbrandden onze poep aan het hete zadel tijdens een fietstocht, maar genoten van een fris briesje op het moment dat we in de schaduw van de palmbomen fietsten of met een bootje de rivier overstaken. En toen we terug 'thuis' kwamen bij ons gastgezin, wachtten hun 2 tienerdochters op onze kids om mee te spelen, zodat wij even een dutje konden doen. Zalig!
Tegen de verwachtingen in zitten we heel comfortabel in onze "Proton" - een koekendoos op wielen van Maleisische makelij. Serge plakt niet met zijn hoofd tegen het dak, Barbara heeft nog voldoende ruimte om de kaart open te plooien om de weg te lezen en onze kindjes kunnen zowaar nog wat ravotten op de achterbank! Airco is er niet en de ramen dampen volledig aan wanneer het te fel regent, maar wij voelen ons in onze nopjes en crossen vrolijk rond op Langkawi eiland met de ramen open en de haren in de haardroger-warme wind!
Mateo en Julie genieten er zo mogelijk nog meer van dan wij: met de auto profiteren we van de vrijheid om te gaan en te staan waar we willen. Tot hiertoe waren we afhankelijk van het openbaar vervoer en dat betekende vaak veel stappen en lang wachten. Maar nu stoppen we eerst voor een verfrissende duik in een waterval, zoeken we na een half uurtje rijden schelpjes op een strand, schuiven we tegen de middag wanneer de zon te fel brandt onze benen onder tafel in een eetstalletje langs de kant van de weg, parkeren we tien kilometer verder in een haventje voor een boottocht door de mangrove, kopen we bananen bij een fruitkraam op de terugweg en eindigen we de dag op de "night market" waar we ons buikje rond eten met allerlei lekkers waarvan we niet altijd (willen) weten wat het juist is. Zalig!
Felle bliksemschichten en oorverdovende donderslagen begeleiden ons op de terugweg naar ons huisje. Tegen dat onze kindertjes goed en wel in bed liggen raast er een gigantische tropische regenbui voorbij. We zijn 's morgens vertrokken met regen en eindigen de dag op dezelfde manier, maar heel de dag door konden we genieten van het zonnetje! Daar tekenen we voor! Morgen gaan we weer op pad met de auto!
Het zijn vermoeiende dagen geweest voor onze kindjes. We zaten in Sarawak -als je alles optelt- toch wel een dikke week in de jungle. En dat betekende vroeg opstaan en lang opblijven om te stappen, wandelen, marcheren, klauteren en lopen, o.a. in Gunung Mulu NP, een paradijs met avontuurlijke grotten vol vleermuizen, een wonderlijke insectenwereld, wankele hangbruggen, verfrissende watervallen, spectaculaire boottochtjes en mysterieuze geluiden.
Onze kids beleefden dit elk op hun eigen manier. Mateo liep steeds vooraan op zoek naar slangen, spinnen, kevers, schorpioenen en wandelende takken. Julie imiteerde de geluiden of zong haar eigen lied - nu en dan prins(es)heerlijk gedragen door papa wanneer het allemaal even te veel werd. Voor Mateo was het dus geen punt om stil te zijn (meer nog: hij was boos als zijn zus te luid was), Julie had het er wat moeilijker mee. Tijdens de allerlaatste wandeling was ze dan ook heel duidelijk: "Ik vind het niet leuk dat ik altijd stil moet zijn! In de grot moet ik zwijgen. Tijdens een nachtwandeling mag ik niets zeggen. En nu zegt Mateo weer dat ik stil moet zijn!"
Je zou dus verwachten dat ze een gat in de lucht sprong toen we op het vliegtuig stapten richting appartement met zwembad in Kota Kinabalu. Maar niets was minder waar! Ze was doodongelukkig. En ook Mateo was verdrietig! Het had alles te maken met Rickson, een superlieve jongen van in het dorp vlakbij het nationaal park, die het hart van onze 2 mannekes veroverd had. Op het moment dat we in de plaatselijke taxi stapten om naar de luchthaven te rijden, stond hij er plots met zijn brommerke om hen achterop weg te brengen. Julie en Mateo straalden van 'contentement' toen hij er met hen vandoor reed en ons toch wel met een klein hartje achterliet: "Make sure they won't fall off! Goed vasthouden, hé mannen!" Maar voor we het wisten zagen we hen er vandoor sjezen met een moto - zonder helm of iets en met korte mouwen en broekspijpen! Goed bezig, Barbara en Serge! Onze ouders moesten het zien! In de jungle hebben we ons geen seconde ongerust gemaakt, ondanks giftige slangen en spinnen, glibberige paden in pikdonkere grotten, kolkende rivieren, ... maar nu hielden we ons hart toch vast!
We zitten op 't moment dus in een prachtig Airbnb appartement in Kota Kinabalu. Onze 2 lieverdjes zaten bij aankomst hartverscheurend te snotteren aan tafel: "Ik mis Rickson!" En we kregen hen pas stil toen we hen samen in 1 bed hadden gelegd. Ze zijn in elkaars armen in slaap gevallen...
De vermoeidheid eist zijn tol! Morgen mogen ze zalig een dagje plonsen in het zwembad! Wij zullen er ook van genieten, maar we kijken nu al uit naar het stuk jungle in Sabah waar we in totaal weer een week zullen verblijven. Wij moeten dus nog geen afscheid nemen van Borneo. There is more to come!
"Ik zeg altijd baviaan!" giechelt Julie, "maar dat kan niet... die zijn hier niet, dat was in Zuid-Afrika!" Ze heeft duidelijk geen schrik overgehouden aan haar close encounter met een makaak.
Deze aapjes moet je wreed goed in het oog houden, want voor je het weet zijn ze er met je eten vandoor! Op nog geen week tijd hebben we ze al een 10-tal keer zien weglopen met het eten van één of andere onoplettende toerist. En ook ons hadden ze één keer bijna te grazen. Op zich is dat niet zo erg: je bent je lekkere hapje kwijt en je komt er met de schrik vanaf.
Julie had echter geen eten vast. Zo dom zijn we niet dat we onze kids de zak met eten (lekkere bananen, njam!) laten dragen! We passeerden gewoon een groepje makaken dat eten zat te zoeken. Julie vond het fascinerend en bleef -zoals ze wel eens meer doet- een beetje lanterfanten: "Goed volgen, Julie, kom, loop gewoon door!" En ineens begon één van de makaken te "grollen" en liet hij zijn tanden zien. Nog geen seconde later zat Julie al veilig hoog en droog in de armen van de papa, maar toch bleef de makaak blazen en deed hij zelfs aanstalten om te krabben en te bijten! Bizar. Er was geen enkele aanleiding toe. Julie was niet per ongeluk op een staart gaan staan, of zo... Ons meisje maakte er gelukkig niet veel van, ze had blijkbaar niet echt door wat er was gebeurd. Bij ons pompte de adrenaline toch wel even hevig door ons bloed!
Achteraf viel onze euro: als je dieren in de ogen kijkt, beschouwen ze dit als een vorm van agressie en voelen ze zich bedreigd. En aanval is de beste verdediging! Julie weet nu heel goed dat ze de lieve makaken best niet meer diep in de ogen kijkt met die mooie blauwe ogen van haar! Ze kan er namelijk heel lief mee kijken, maar als ze wil kan ze er ook iemand mee neerbliksemen en dat signaal geef je dus best niet aan een makaak!