Op weg naar Omadhoo
island hadden we al kunnen proeven van een wilde zee. Terwijl de locals een
dutje deden om niet zeeziek te worden en een Italiaans gezin met kinderen zo
mottig als een krab heel de tijd boven een plastiek zakje hing, genoten onze
kinderen van de woelige zee die de ferry hevig deed schudden, kraken en piepen.
Mateo en Julie hingen heel de tijd met hun hoofd uit het raam. Niet omdat ze
moesten overgeven, maar omdat ze vliegende vissen en dolfijntjes wilden tellen.
En het waren er wreed veel! Deze 5 uur durende boottocht was echter slechts een
voorsmaakje van wat ons een paar dagen later te wachten zou staan op de
terugweg van onze jacht op walvishaaien!
We dobberen rond op een
-alweer- woelige zee. De zon schijnt, maar rond ons dreigen pikzwarte wolken.
In de verte zien we een regenfront naderen. We kunnen best niet te lang meer
wachten. Het ziet er dus naar uit dat we van een kale reis zullen terugkeren.
We kunnen gelukkig wél zeggen dat we van op de boot het silhouet van een wale
shark' hebben gezien, maar tegen dat we doorhadden dat er een was en
uiteindelijk in het water lagen, was het dier al verdwenen. Jammer, maar
helaas
We willen net ons
snorkelgerief uitschieten, wanneer onze kapitein er toch nog één spot vlak
naast onze boot! We smijten onze kinderen in het water (echt letterlijk) en
duiken er achteraan. En het is wauw! We drijven met ons vier vlak boven een
gust van een walvishaai van zeker 5 meter. Julie past zo in de opengesperde
muil. Gelukkig eet een walvishaai enkel plankton. We kunnen de vis gewoon aaien,
zo dichtbij zijn we. Ik ben gewoon te dicht om het dier helemaal in beeld te
krijgen! Het zonlicht weerkaatst op de rug en doet de typische witte vlekken
oplichten zoals sterren aan de hemel. Het is een magisch moment. Barbara en
Julie moeten de walvishaai na een tijdje lossen, omdat Julie als enige geen
vinnen heeft en door Barbara wordt voortgetrokken. En Serge kan net voldoende
volgen om te zien hoe Mateo (lang leve de crawl zwemlessen) er zeker 10 minuten
pal boven blijft hangen tot de vis dieper water opzoekt en uit het zicht
verdwijnt.
Wanneer we terug
richting boot snorkelen zijn we euforisch over wat we hebben meegemaakt. We
voelen koude tintelingen op onze rug terwijl we met onze buik in het warme
water liggen. Het is beginnen regenen! De regendruppels prikken zoals naalden
in onze rug. De lucht is helemaal grijs. We hijsen ons snel aan boord, drogen
Mateo en Julie af, trekken een regenjas aan en vertellen honderduit over wat we
hebben gezien.
De kapitein sjeezt er
vandoor. De boot slaat knalhard tegen de golven. Er is geen kans meer om nog
over onze close encounter' met de walvishaai na te kaarten. We gaan nu met een
kleine speedboot de confrontatie aan met een op hol geslagen zee. De golven
lijken de boot bij momenten te zullen opslokken. De regen valt met bakken uit
de hemel. Ik houd het zeil vast dat de gutsende regen en het opspattende
regenwater moet tegenhouden. Het ene moment voel ik het warme zeewater, het volgende
moment de koude regen. Mateo en Julie weten dat ze naar de horizon moeten
kijken om niet zeeziek te worden, maar we zien geen hand voor ogen. De kapitein
stuurt met zijn iPhone als GPS in de hand. Zijn bootsman plakt met zijn neus
tegen de voorruit om extra richtlijnen te geven. Julie en Mateo vinden het
allemaal lekker spannend, maar Barbara en ik wisselen een veelbetekende blik
uit: dit is net iets té spannend! Terwijl Barbara zich vooral zorgen maakt over
wat we moeten doen indien we in het water terecht zouden komen, denkt Serge
vooral aan zieke kindjes. Barbara tovert dus de zwemvesten tevoorschijn (beter
laat dan nooit) en Serge begint weer een verhaal te vertellen (deze keer niet
over de drie biggetjes).
Een serieus lang
uitgesponnen verhaal later klaart het wat op en zien we plots land. Het blijkt
zelfs ons eiland te zijn! Hoe de kapitein het heeft gefixt, weten we niet, maar
we zijn content wanneer we terug voet aan wal zetten. Mateo en Julie hebben er
eigenlijk niets van gemerkt. Ze zitten nog helemaal in de sfeer van het verhaal
over een reuzenhaai! En ze kunnen het zich prefect visualiseren met het beeld
van de walvishaai die ze hebben gezien voor ogen. En ja! Het was écht
spectaculair!
|