13.01.2007 Wandeling 96: SART BERNARD- GOYET 11,5 km 3.30 uur
We hebben ons lesje van de vorige keer goed geleerd en trekken resoluut de goede richting op. Al dadelijk moeten we een ommetje maken om aan de overzijde van de druk bereden N4 ( Namen-Bastogne) te komen en amper 300 meter verder duiken we onder de A4 door. De goedlopende asfaltweg draait, bij een enorme populier, weg in de dreef die naar het kasteel van Arville loopt en wij moeten het stellen met een, met gras begroeide, erg modderige landweg. We passeren enkele bosjes en komen na een paar haakse bochten bij de Mont Sainte-Marie.(foto) Deze voormalige parochie, reeds vermeld in 953, werd in 1808 opgeheven. De kapel hoort vandaag toe aan de familie de Liedekerke, die ook eigenaar is van het hogergenoemde kasteel. De oude romaanse toren domineert dit doodstille, piepkleine gehucht.De torenspits werd in 1876 tijdens een zware storm afgerukt maar de nu gerestaureerde torenromp heeft wel nog acht mooie boogvensters bewaard. De toren en kapel samen met twee oude hoeven vormen een mooi geheel. We dalen naar de ruisseau du Trongwoy en genieten intussen van de vergezichten over het typisch, immense agrarische Condroz landschap. Van ver trekken de witte gebouwen van de Ferme de Basseille de aandacht. Opgetrokken in kalksteen uit de 18de, 19de eeuw vormen ze een mooi plaatje tegen de achtergrond. We bevinden ons in een open wijdse vlakte en door het ontbreken van enige boom, struik of paal, krijgen we het moeilijk daar elke GR-aanduiding ontbreekt. Gelukkig vormen twee verder gelegen bosjes ons richtpunt en weldra zien we het spitse kerktorentje van het charmante Mozet opduiken. Het is met zijn grote huizen uit prachtige, blauwe steen en zwarte leiendaken het prototype van een Condroz dorp. We maken een ommetje langs enkele oude steengroeven en ontwaren van ver het kasteel van Goyet, waarin nu de Foyer Saint-Antoine, een bejaardentehuis is ondergebracht. We dalen af naar dit, aan de schilderachtige Samson rivier gelegen dorpje, dat met zijn klimmersschool vooral bij de rotsklimmers bekend is. Iets buiten het centrum liggen de vermaarde grotten, maar wij blijven in het centrum en wachten er op de bus die ons, door dit land van boeren en herenboeren, naar Namen zal brengen.
Geen probleem, vanaf het perron zien we reeds duidelijk de GR-tekens. Pas na 300 m stellen we vast dat we de verkeerde richting uitgaan. Terugkeren dus en de andere kant op. Amper 1 km verder zijn we het juiste spoor kwijt en zoeken tevergeefs naar de wit-rood aanduidingen. Op ons stappen terug. Dankzij grondig speurwerk en raadpleging van de wandelkaart vinden we tussen twee hagen een klein weggetje. De GR-wegmarkeerder zou wel eens met zijn verfborstels langs mogen komen. Bij het kerkhof van Sart-Bernard slaan we resoluut de weg links, pal zuidwaarts in. Die brengt ons in het bois d'Arche en de Séche Fosse. We trekken door een eikenbos met ver uit elkaar staande bomen wat een weelderige ondergroei toelaat. Eens de ruisseau de Tailfer gedwarst krijgen we nu een overwegend beukenbos met dezelfde ondergroei. Immer zuidwaarts en zo passeren we de gerestaureerde romaanse Chapelle Saint-Donat met kerkhof en oude pastorij. Het lijkt wel of de tijd hier blijft stil te staan. Maar wij, wij moeten verder langs een smalle geasfalteerde veldweg. Tot driemaal toe moeten we uitwijken voor een mastodonte vrachtwagen.Wat hebben die hier in 's hemelsnaam verloren ? Het antwoord krijgen we een goede kilometer verder: suikerbieten ophalen. We bevinden ons op één van de typische golfplaatstructuren van de Naamse Condroz, wat een enorm zicht op de omgeving biedt. Bij de Ferme de Coux is het even opletten geblazen. De wegbeschrijving klopt niet met de wegmarkering. We volgen deze laatste en belanden zo in het adelijke Condrozdorp Crupet ( van 14/12 tot 18/01 bij WandelenArco de wandeling in de kijker ). We dwarsen de schilderachtige Crupet en trekken het dorpje binnen. Beneden ons de omwalde donjon Carondelet ( foto ) . We nemen rechts de rue de Dessus en lopen zo langs enkele, typische, sober gerestaureerde woonhuizen uit de 18de eeuw ( loont de moeite ). Even buiten het dorpje moeten we onze regenjas aantrekken en onze schreden richten naar de watertoren van Durnal.
Het café de Pahauts vlak bij de bushalte biedt ons de gelegenheid om het halfuurtje wachttijd " droog " door te brengen. We blijven de ganse busreis de enigen op de bus die ons naar het station van Ciney brengt.
25.11.06: Wandeling 94 : MELREUX-MARCHE-EN-FAMENNE 14 km. 3.30uur
De regendruppels bij het verlaten van de trein doen ons het ergste vrezen. Krijgen we nu reeds de aangekondigde regenvlagen en moeten we hetzelfde scenario verwachten als veertien dagen terug ? Maar we hebben het geluk aan onze zijde. Het blijkt loos alarm en we blijven de ganse tocht van regen gespaard, maar water vinden we in overvloed op de modderige wegen. Met 14° C krijgen we bovendien een ideale wandeltemperatuur. We gaan even buiten de dorpskom van Melreux op zoek naar de wit-rode GR-577-tekens en belanden aldus langs en over de Ourthe te Hotton. We volgen het valleitje van de bijna uitgedroogde Ruisseau d'Agauche en komen in een bos dat we flink klimmend proberen uit te komen. De vele bladeren van eik, beuk en hazelaar bedekken erg gladde keien en rolstenen zodat oppassen geblazen is. Bij een arduinen kruis ( niet op de stafkaart vermeld ) rusten we even uit om dan door enkele sparrenbossen, verder te stijgen naar het mooie dorpje Menil-Favay. Langs verlaten paden passeren we enkele kruisbeelden en belanden in het dorpje Marenne. Een steile helling van steengruis laat vermoeden dat hier eerder een steengroeve werd uitgebaat. De open kerkdeur lokt ons naar binnen maar verder dan het portaal wagen we ons niet ( met onze modderschoenen op de pas gepoetste vloer !). Het dorp is slechts een voorschoot groot en in geen tijd lopen we langs het even kleine dorpje Verdenne, dat wel een kasteel rijk is.Merkwaardig dat we hier in die afgelegen dorpjes enkele Nederlandstalige families ontmoeten. We blijven nu geruime tijd evenwijdig lopen met de baan Verdenne-Marche-en-Famenne maar langs een modderige onverharde weg. Een groepje " groene vrijwilligers " beplanten de opgeruimde helling met jonge boompjes. Er is,zo te zien, nog veel werk, maar het loont de moeite. Doe zo voort ! We voelen ons wat onwennig wanneer we op de harde asfalt van de straten van Marche-en-Famenne naar het station stappen.
11.11.2006 Wandeling 93: FORRIÃRES-HAN sur LESSE 13 km 3 uur
Na een droeve morgen komt een blije namiddag volgens de Nederlander. Met die wijsheid in het hoofd trekken we in Forrières , bij de start van onze tocht, onze regenkledij aan. Sinds ons vertrek uit Kortrijk heeft het onophoudend geregend en beterschap is voor het ogenblik niet waar te nemen. In geen tijd zijn we het dorpje uit en beginnen we aan een serieuze klim. Enkele natte koeien en paarden langs weerszijden van de weg kijken stomverbaasd naar die twee klimmende regenjassen. De schrik slaat ons om het hart wanneer we na een bocht, iets verder langs de weg een wegversperring zien met het ons bekende plaatje van een jachtaanduiding. Gelukkig is het pas morgen dat het verbod ingaat. In het dorpje Wavreille maken enkele vaderlandslievende mensen aanstalten om de driekleur uit het raam te hangen. Eentje heeft er zelfs de vlag op zijn dak gespannen. De straat die we richting bos inslaan heet wel " Rue des Chalets " maar we passeren er hooguit drie. Met een rood-wit, over de straat gespannen lint, en drie aanplakbrieven wijzen ze er ons nogmaals op dat er op "DIMANCHE " geen doorkomen aan is. We trekken het Banalbois ( met vooral eiken en beuken ) in en wagen ons bij een linkse afslag naar de diepte en het water toe. De verwachte modderweg valt mee en zo bereiken we proper de Gouffre de Belvaux. Hier even de stafkaart raadplegen en meteen merken dat de Lesse een goede honderd meter verder onder de kalkheuvel de Boine verdwijnt om er na een ernorm labyrint , in het inwendige van de heuvel, 1100 m verder weer te voorschijn te komen. Maar wij trekken de andere kant op en volgen de Lesse ( eerst diep beneden en later vlak naast ons ) om ze te dwarsen bij de brug van Belvaux. ( foto ). Van hier tot Han sur Lesse volgen we de grote baan. Waarschijnlijk liggen onder ons enkele van de wondermooie zalen in de grotten van Han. Het is intussen gestopt met regenen en warempel, wanneer we in Han op de bus wachten breekt de zon door. Het wordt inderdaad nog een blije namiddag.
28.10.2006 Wandeling 92: PEPINSTER-TÃRON (GR573) 13,5 km 3.30 uur
De kaartjesknipper is heel verwonderd op dit vroege uur (8.30 uur) even voor Pepinster, reeds twee mensen uit Kortrijk te ontmoeten. We blijven het principe huldigen " De morgenstond heeft goud in de mond." Alhoewel ! Het wordt vandaag hoogstwaarschijnlijk geen goud maar water.En inderdaad amper een half uurtje later moeten we reeds onze regenjassen opdiepen. Geruime tijd lopen we op de valleiflank ( van de Hoegne ) doorheen een laag bos. Gevallen bladeren bemoeilijken het vinden van het pad zodat we plots door de Hoegne onze weg versperd zien. Even op onze stappen terugkeren en de wit-rode GR-tekens opzoeken. Even toch verwarring wanneer blijkt dat de Nederlandstalige GR-gids een andere wegbeschrijving aangeeft dan de Frantalige, maar weer laten we ons leiden door de GR-aanduidingen. Intussen ligt het bos achter ons en heeft het opgehouden met regenen. De zon probeert zelfs door de wolken te priemen maar slaagt er niet in. We stijgen en dalen, stijgen en dalen en maken hierbij een bijna volkomen lus om dan ter hoogte van Theux resoluut richting zuiden te kiezen. Een steile, lastige klim, tussen weiden ( netjes afgeboord met kortgeschoren meidoornhagen ) brengt ons van Hodbomont tot dicht bij de kern van Jevoumont, twee dorpjes waar we voor het eerst van horen. De resterende 2 km gaat in dalende lijn, over ruisseau de Targnon en voert ons zo tot bij de bushalte op het gehucht Tûron dicht bij het kasteel van Franchimont
Sinds geruime tijd hadden we onze zinnen gezet op een tochtje langs het riviertje Trô Maret. Minder gunstige Tec-busverbindingen weerhielden ons. Toch hebben we, mits enige aanpassingen aan onze wandelsnelheid en aan het parcours, het erop gewaagd, en met succes! Geen tijd verliezen dus en in Malmedy onmiddellijk de Route d' Eupen opzoeken. We lopen een 3 tal km langs de licht stijgende grote baan. Zo passeren we de gebouwen van de Papeteries Steinbach ( vroeger vooral bekend voor zijn speciaal tekenpapier, fotopapier en papier voor speelkaarten ). Wanneer we de richting Ferme Libert inslaan wacht ons een nijdige klim die ons direct op temperatuur brengt. Zo bereiken we het dalend GR-pad dat ons op adem laat komen en naar het bos leidt. Een stalen kabeltje helpt ons een minder makkelijke passage voorbij te komen en eindelijk belanden we bij de Trô Maret die we langs een fotogeniek bruggetje dwarsen. En nu weer geleidelijk stijgen langs een prachtig pad dat trouw de loop van het riviertje volgt, maar boomwortels eisen onze volledige aandacht op. Om tijd te winnen slaan we, wanneer het pad reeds geruime tijd het water verlaten heeft linksaf en gaan het riviertje terug opzoeken. We dwarsen het langs een bruggetje en komen na enig klimwerk op een brede bosweg. We dalen nu matig af tussen sparren maar de Trô Maret ligt nu op een 100 tal meter links van ons verwijderd. Bij een merkwaardig kruis ( het Géronkruis dat de oude grens tussen België en Duitsland aangeeft ) slaan we links af. Aan weerszijden van de weg bemerken we edelherten en damherten ( in het wildpark van Ferme Libert ). Op een bank dicht bij de Ferme spreken we onze picknick aan. Naar de taal van de spelende kinderen op het speelplein te horen voelen we ons in Vlaanderen. In de zon , op een terrasje bij de Rlace Albert 1 ( dat we al eerder bezochten 22.04.06 ) wachten we op de bus die ons na deze prachtige wandeling, naar Verviers zal brengen
30.09.2006:wandeling 90: POIX ST-HUBERT : 9,5 km 2,15 uur
Vandaag trekken we naar het bosrijke jachtgebied van St.-Hubert De trein zet ons af in het station van St.-Hubert ( dat gelegen is in het gehucht Poix op 6 km van het stadscentrum ) We volgen direct de loop ven de Lhomme die hier nog een pril en woelig riviertje is. Na een kilometer slaan we links het bos in en volgen de licht stijgende bedding van de vroegere tramlijn Poix-Libin. Tussen de bomen ( die geregeld een blaadje lossen ) zien we iets dieper de Ruisseau du Pont Loze stromen. We blijven het water over een viertal km volgen. Ondertussen worden we langs aanplakbrieven er attent op gemaakt dat we ons hier in een jachtgebied bevinden. Gelukkig wordt pas vanaf mogen ( 1 oktober ) de toegang verboden. Wanneer we een scherpe bocht naar links nemen bemerken we tussen de bomen enkele verwaarloosde, vervallen gebouwen. Blijkt dat het een oude industriële site betreft waar men vroeger kaolien of porseleinaarde boven haalde. En inderdaad, de grote vijver ernaast en deze die we reeds passeerden, kunnen wijzen op een vroegere kaoliëngroeve. Heel dicht bij de baan naar Libin slaan we links af, met het bos aan de ene zijde en een prachtige, enorm grote weide aan de andere zijde. Onze weg daalt lichtjes en de begroeiing wijst erop dat hier weinig wandelaars voorbij komen. Wanneer we een riviertje dwarsen proberen we de voeten droog te houden en even later wacht ons een klimpartijtje omdat een stapel afgezaagde bomen de weg versperren. In de zachte bosgrond wijzen sporen van wild dat de jagers morgen meer dan waarschijnlijk succes zullen kennen. Een vriendelijke kelner laat ons toe te picknicken op het zonovergoten terras van het hotel-restaurant Val de Poix. We belonen hem ( en onszelf ) met een dubbele bestelling. We drinken op het welslagen van onze 90ste wandeling.
De eerste zaterdag waarop we weer gedurende het weekend van het gunsttarief van de NMBS ( voor +65- sers) kunnen genieten, trekken we voor onze 89ste wandeling naar de menhirs en dolmens van het kleine Ardeense dorpje Wéris. De voorbije maanden ( van half mei tot half september ) hebben we de provincie Oost-Vlaanderen weten te ontdekken ( wandelingen 82 tot 88 ).
Precies om 08.45 uur draaien we het station van Barvaux de rug toe en krijgen al dadelijk een flinke klim onder de voeten.Maar onze inspanning wordt beloond. We komen bij een groepje enorme eiken met in hun schaduw de Dolmen van Wéris. Verticale draagsteunen met daarop een indrukwekkende deksteen. We trekken onder een stralende zon verder, door de open velden, langs akkers en weiden. Links bemerken we de Danthine-menhir en iets verder, een 100-tal meter van de weg afgelegen,een mooi plekje, omzoomd door vier monumentale eiken. Hier treffen we de Dolmen van Oppagne aan. In een put, een ganggraf en erachter vier opstaande en één liggende menhir. Langs een, met stenen bezaaid pad, belanden we in de dorpskern van Wéris. Men is er druk doende met de voorbereidingen voor een heus dorpsfeest, maar wij, wij nemen resoluut de rue du Mont Stijgen dus, maar ook genieten van een prachtig zonovergoten panorama. Tot we rechts ( volgens de GR-aanduidingen ) een grindweg op moeten dat zeer steil tegen tegen de heuvelrand opklimt. Blazen én zweten is de boodschap. Maar boven komen we uit bij de Pierre Haina. Straks ( op 21 september) wordt hij weer wit gekalkt om hem te zuiveren en te verhinderen dat boze geesten hem kunnen aanraken en daardoor onze wereld kunnen betreden! We worden er tevens op een schitterend uitzicht getrakteerd. ( foto ).De afdaling brengt ons bij het ' Lit du Diable ', een bijzonder stenen graf. Steeds met de GR-tekens als aanduidingen lopen we recht op een bos af, maar het snel dalend, hobbelige, rotsachtige, kortom ambetante pad eist alle aandacht op. Eindelijk krijgen we asfalst onder de schoenen en komen weldra bij het station van Barvaux waar we, in de deugddoende schaduw van de bomen, op de trein wachten.
Vandaag minder geluk dan de vorige keer. We missen in TROIS-PONTS ( wegens vertraging van de trein uit Luik ) op enkele minuten na de bus naar STAVELOT. Dus maar een uur wachten op de volgende en het parcours tegen een hogere snelheid afleggen. De instructies van de buschauffeur brengen ons probleemloos bij de abdij St.-Remacle en op de oever van een kanaaltje dat uitmondt in de Amblève. We blijven geruime tijd langs deze rivier en wanneer we de Eau Rouge dwarsen komen we in een bosgebied. Een boerderijtje, deels in vakwerkbouw, trekt onze aandacht. Het bosweggetje ligt er bijwijlen erg modderig bij en het voert ons af en toe heel dicht bij de Amblève. Dan weer lopen we wat hoger op de flank van de vallei en zien ze in de diepte, rechts van ons, stromen. Aan de overzijde zacht glooiende weilanden. Na wat stevig klimwerk belanden we bij een open plek die ons met een bord uitnodigt naar de " Rocher de Warche " boven op de Warcherots, maar geen tijd voor een bezoekje, we moeten ons ' verloren uur ' goed maken. Even later davert het verkeer hoog boven ons op het beton van de E42/A27 voorbij. We lopen een tijdje tussen de autosnelweg en een weide om bij het eerstvolgende bruggetje de Warche over te steken en de autoweg resoluut de rug toe te keren. Langs de rand van een bos winnen we langzaam aan hoogte maar steeds is de Warche niet veraf. Wanneer we bij een asfaltweg ( Route de Falise ) komen zien we in de diepte het eindpunt van onze tocht liggen. Maar de Route de Falise schijnt eindeloos. Tot slot brengt het GR-pad ons toch nog even bij de Warche en leidt ons over de oude Warchebrug ( foto ) naar het centrum van MALMEDY, waar we ruim de tijd krijgen om op de bus te wachten die ons naar Verviers zal brengen.
22.04.06:Wandeling 80: SOURBRODT-MALMEDY (GR-56) 14 km 4.15 uur
De moed zakt ons in de "wandel"schoenen wanneer we in het station Verviers-Centraal de trein moeten verlaten (wegens werken) en overstappen op een L-treintje dat ons naar Eupen zal brengen. Pech ! De bus van 9.05 uur halen we niet meer. Maar boemeltreintjes kunnen nog uitzonderlijk veel gas geven en mede dankzij een spurtje? van onzentwege redden we nog onze wandeldag. Gelukkig hebben we niet voor een tocht door de Venen gekozen want broedende vogels hebben de rode vlag laten hijsen. We verlaten de bus in Sourbrodt, laten het kerkje van Ovifat links liggen en richten onze schreden naar de hoogst gelegen burcht van België (500 m). Even ervoor krijgen we, bij een kapel, de mogelijkheid een kaars te branden (om het geluk dat we vandaag reeds mochten meemaken en andere intenties). In ruil voor een gelijkaardige wederdienst wil een Duits paar wel een foto nemen met het kasteel van Reinhardstein op de achtergrond. Wunderbar! We draaien rond het kasteel langs een kapvlakte en krijgen ook nu een fraai beeld van de achterzijde van het imposante gebouw. De tocht gaat door weelderige naaldbossen, over enkele forse rotsformaties die uitzicht bieden over het dicht beboste dal en geregeld krijgen we ook doorkijkjes op de Warche diep beneden ons. Soms moeten we flink stijgen om dan weer steil te dalen (kenmerk van een GR-pad). Op het middaguur heeft men een rustbank, met uitzicht op de omgeving, voor ons neergezet. Ideale plaats om de boterhammetjes boven te halen. Omgehakte sparren doen ons even het GR-pad verliezen en vormen zowat een kwartier lang voor een ware hindernistocht.En alsof onze knieën nog niet genoeg "gepijnigd" werden moeten we in het zicht van Malmedy nog de steile kruisweg afdalen. We wachten op de bus op een drukbezet, zonovergoten caféterrasje op de Place Albert I in Malmedy en genieten er van een biertje en van deze heerlijke tocht.
Het regent zachtjes wanneer de buschauffeur ons aan de Chapelle van Moresnet afzet. Dus dan maar de regenjas uit de rugzak bovenhalen en aantrekken. De rode brievenbus waarlangs de tocht moet aanvangen is gauw gevonden en we zijn gestart. We slingeren ons door het Preuss-woud tot op 338 meter hoogte en bevinden ons nu in een gebied dat vóór 1919 nog het zelfstandig staatje Moresnet was en daarna bij België werd ingelijfd. We lopen zelfs geruime tijd op de vroegere grenslijn ( afgebakend met heel wat arduinen grensstenen ) tot we bij de drie grensstenen ( Nederland - België - Duitsland ) of het Drielandenpunt belanden, dat met zijn 322,5 m het hoogste punt van Nederland is. Tijd om voor de tweede maal de regenjas uit te trekken en een foto te schieten. Vanop de hoge " Boudewijn-uitzichttoren " heeft men een prachtig uitzicht op de omgeving , maar wij trekken over Nederlandse boswegen verder. Holset-Vijlen ligt te schitteren in een lentezon en een tiental windkrachtmolens wenken ons van uit de verte. Op het middaguur ( het slaat precies twaalf uur op de toren van de Gemmenich-kerk ) slaan we een praatje met het thuisfront. Wanneer we de spoorlijn Tongeren-Aken dwarsen davert een zwaar geladen goederentrein , getrokken door twee diesellocomotieven , onder ons door. Wat zou die uit Duitsland aanvoeren? Intussen hebben we voor de derde maal onze regenkledij bovengehaald, maar wanneer we een half uurtje later in de verte de bus zien naderen schijnt alweer de zon. Waarlijk een tocht vol afwisseling.
Van bij de start worden we verwend. Keuze uit twee GR-routes : de 572 ( Salm ) en de 571 ( Ambleve ). Oplossing : starten met de eerste en eindigen met de tweede. We belanden onmiddellijk in het bos en bij de Salm. Het smalle voetpad is papperig en glibberig door smeltende sneeuw en het water van de Salm kolkt en bruist dat het een plezier is. Minder plezierig wordt het wanneer, na een half uur, hagel en later sneeuw, ons verplichten onze regenjas boven te halen. Door de hoge waterstand van de Salm wordt het pad hier en daar overspoeld en moeten we naar hoger uitwijken willen we onze voeten droog houden. Wanneer we het water willen verlaten laat de GR-aanduiding het afweten ( misschien waren de wegmarkeerders danig onder de indruk van de schoonheid van de Salm dat ze het gewoon vergaten ?) Even verder vinden we de aanduidingen gelukkig weer terug. Bij het verlaten van het bos op het grondgebied van Aisomont zwiept de sneeuw ons in het gezicht ( foto ). Een laag van een goede 10 cm belet dat we naar behoren vooruit komen. De Tour Leroux ( waarnaar de tocht genoemd wordt ) op 400 meter hoogte is misschien wel ideaal gelegen maar biedt, nu toch , wegens de laaghangende mist, niet het minste uitzicht op de omgeving. Jammer, dus trekken we verder en dalen af naar de startplaats van zowat drie uur geleden. Gelukkig is de wachtzaal van het station Trois-Ponts open èn verwarmd zodat we droog en warm op de trein kunnen wachten.
11.02.06 Wandeling 75 : CHENEE-TROOZ GR-route, 14 km 4.30 u.
De aangekondigde werken op de lijn Brussel-Namen, met de daarbijhorende treinvertragingen duwen ons de kant Luik op. De spreuk " de morgenstond heeft goud in de mond " indachtig trekken we kordaat om 8.20 uur vanuit het station van Chenée de stijgende weg op. De rood-witte merktekens van het GR-pad zullen onze wegwijzers zijn. Niettegenstaande de speciale tip in het wandelboekje lopen we eerste paadje links voorbij. Gevolg een 300-tal meter op onze stappen terugkeren. We krijgen het traditionele GR-menu voorgeschoteld, t.t.z. steeds maar stijgen en dalen.Zo komen we behoorlijk klimmend ( langs een kruisweg, zijn naam waardig) boven op de heuvel bij de imposante basiliek van Chrèvremont ( foto ). De deur staat gelukkig op een kier wat ons toelaat een kaarsje te branden. En dan maar afdalen naar Chaudfontaine. Geen interesse voor het Casino of een glaasje heerlijk bronwater want we moeten ons 110 m hoger zwoegen.Tussen de kale boomkruinen door bemerken we reeds ons einddoel : Trooz. Dus dalen, maar ter hoogte van de spoorweg krijgen we nog een onverwachte klim onder de voeten geschoven om een kilometer verder terug bij de spoorweg te belanden, maar nu bij het station van TROOZ. Mooie maar lastige tocht.
28.01.06 wandeling 74 NAHTSIEF (Eupen) 10 km 2.30 uur
Bij het station van Kortrijk wijst de thermometer -6°C aan. Bij het verlaten van de bus bij de laatste halte voor de Duitse grens meten we nog steeds dezelfde temperatuur maar hebben we er een laag sneeuw van ongeveer 8 cm bij en een heldere zonneschijn. Hier hebben we de keuze uit een 4 tal wandelingen. We opteren voor een tocht van 10 km rond het Allgemeines Venn. Langs een brede weg trekken we door het unieke Brackvenn. De sneeuw is er platgereden door de 4x4-wagen van de boswachters. Links van ons een D-zone ( alle toegang verboden )en verder rechts de dichtgevroren Eendenpoel. We passeren twee kruisen (Bilfinger- en Arnoldskruis ) en moeten iets verderop bij een kruispunt van wegen links af. Nu geen 4x4-sporen meer, wel voetafdrukken van vroege(re) wandelaars en veel sporen van wild. De sneeuw ligt hier dikker en belemmert het stappen. De weg versmalt en gaat ten slotte over in een paar lange plankenweggetjes. We dwarsen de Getzbach over een houten bruggetje (mooi plekje - zie foto ) en volgen dan weer een bredere weg. De laatste kilometer leidt ons langs plankenweggetjes doorheen het mooie besneeuwde Brackvenn. Prachtige wandeling. We zijn de enigen op de bus die ons naar het station van Eupen brengt.
14.01.06 wandeling 73 PLATEAU de HERVE 14 km 4 uur
We beginnen onze tocht reeds om 8.30 uur aan het station van Nessonvaux. Het belooft een mooie dag te worden, een weinig vorst (houdt de grond hard) en een stralende zon.
In de omgeving moet er ergens een wandeltocht gepland zijn want we ontmoeten vrij veel (afzonderlijke) wandelaars. Voor 4/5 deel bestaat ons parcours uit een GR-route, wat inhoudt dat we zowat 3 maal een sterke klim en evenveel steile afdalingen te verwerken krijgen. Halverwege lopen we langs een schaduwrijke holle weg door een flinke laag sneeuw. Wanneer we bij het prachtige kerkje van St.-Hadelin met een interieur van 1676 komen blijkt dit jammerlijk genoeg gesloten te zijn. De slotafdaling naar Nessonvaux is een ware kuitenbijter met zowat een 100 tal trapjes op ongelijke afstand en verschillende hoogte. Gelukkig vinden we in de omgeving van het station een café om op adem te komen en ons wat op te frissen. Tegen 16.15 uur staan we terug in het station van Kortrijk na een wandeling die zeker de moeite loonde.
Sinds een drietal jaar trekken we met twee 70-plussers om de veertien dagen , de zaterdag, vanuit Kortrijk naar de Ardennen. De bedoeling is er een dagwandeling van 10 tot 15 km te maken. Dat houdt ons fit. We maken gebruik van trein ( 4 heen en terug) en het Waalse busvervoer Tec (gratis). ( de aangegeven prijzen gelden alleen voor 65+ sers.) De tochten halen we uit: GR-wandelboeken, wandelgidsen en op internet. De bedoeling is vanaf 2006 van iedere tocht een kort verslag te brengen.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
25.02.06 Wandeling 76 ROCHEFORT-CHEVETOGNE 13 km 3 uur
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.