De eerste zaterdag waarop we weer gedurende het weekend van het gunsttarief van de NMBS ( voor +65- sers) kunnen genieten, trekken we voor onze 89ste wandeling naar de menhirs en dolmens van het kleine Ardeense dorpje Wéris. De voorbije maanden ( van half mei tot half september ) hebben we de provincie Oost-Vlaanderen weten te ontdekken ( wandelingen 82 tot 88 ).
Precies om 08.45 uur draaien we het station van Barvaux de rug toe en krijgen al dadelijk een flinke klim onder de voeten.Maar onze inspanning wordt beloond. We komen bij een groepje enorme eiken met in hun schaduw de Dolmen van Wéris. Verticale draagsteunen met daarop een indrukwekkende deksteen. We trekken onder een stralende zon verder, door de open velden, langs akkers en weiden. Links bemerken we de Danthine-menhir en iets verder, een 100-tal meter van de weg afgelegen,een mooi plekje, omzoomd door vier monumentale eiken. Hier treffen we de Dolmen van Oppagne aan. In een put, een ganggraf en erachter vier opstaande en één liggende menhir. Langs een, met stenen bezaaid pad, belanden we in de dorpskern van Wéris. Men is er druk doende met de voorbereidingen voor een heus dorpsfeest, maar wij, wij nemen resoluut de rue du Mont Stijgen dus, maar ook genieten van een prachtig zonovergoten panorama. Tot we rechts ( volgens de GR-aanduidingen ) een grindweg op moeten dat zeer steil tegen tegen de heuvelrand opklimt. Blazen én zweten is de boodschap. Maar boven komen we uit bij de Pierre Haina. Straks ( op 21 september) wordt hij weer wit gekalkt om hem te zuiveren en te verhinderen dat boze geesten hem kunnen aanraken en daardoor onze wereld kunnen betreden! We worden er tevens op een schitterend uitzicht getrakteerd. ( foto ).De afdaling brengt ons bij het ' Lit du Diable ', een bijzonder stenen graf. Steeds met de GR-tekens als aanduidingen lopen we recht op een bos af, maar het snel dalend, hobbelige, rotsachtige, kortom ambetante pad eist alle aandacht op. Eindelijk krijgen we asfalst onder de schoenen en komen weldra bij het station van Barvaux waar we, in de deugddoende schaduw van de bomen, op de trein wachten.