13.01.2007 Wandeling 96: SART BERNARD- GOYET 11,5 km 3.30 uur
We hebben ons lesje van de vorige keer goed geleerd en trekken resoluut de goede richting op. Al dadelijk moeten we een ommetje maken om aan de overzijde van de druk bereden N4 ( Namen-Bastogne) te komen en amper 300 meter verder duiken we onder de A4 door. De goedlopende asfaltweg draait, bij een enorme populier, weg in de dreef die naar het kasteel van Arville loopt en wij moeten het stellen met een, met gras begroeide, erg modderige landweg. We passeren enkele bosjes en komen na een paar haakse bochten bij de Mont Sainte-Marie.(foto) Deze voormalige parochie, reeds vermeld in 953, werd in 1808 opgeheven. De kapel hoort vandaag toe aan de familie de Liedekerke, die ook eigenaar is van het hogergenoemde kasteel. De oude romaanse toren domineert dit doodstille, piepkleine gehucht.De torenspits werd in 1876 tijdens een zware storm afgerukt maar de nu gerestaureerde torenromp heeft wel nog acht mooie boogvensters bewaard. De toren en kapel samen met twee oude hoeven vormen een mooi geheel. We dalen naar de ruisseau du Trongwoy en genieten intussen van de vergezichten over het typisch, immense agrarische Condroz landschap. Van ver trekken de witte gebouwen van de Ferme de Basseille de aandacht. Opgetrokken in kalksteen uit de 18de, 19de eeuw vormen ze een mooi plaatje tegen de achtergrond. We bevinden ons in een open wijdse vlakte en door het ontbreken van enige boom, struik of paal, krijgen we het moeilijk daar elke GR-aanduiding ontbreekt. Gelukkig vormen twee verder gelegen bosjes ons richtpunt en weldra zien we het spitse kerktorentje van het charmante Mozet opduiken. Het is met zijn grote huizen uit prachtige, blauwe steen en zwarte leiendaken het prototype van een Condroz dorp. We maken een ommetje langs enkele oude steengroeven en ontwaren van ver het kasteel van Goyet, waarin nu de Foyer Saint-Antoine, een bejaardentehuis is ondergebracht. We dalen af naar dit, aan de schilderachtige Samson rivier gelegen dorpje, dat met zijn klimmersschool vooral bij de rotsklimmers bekend is. Iets buiten het centrum liggen de vermaarde grotten, maar wij blijven in het centrum en wachten er op de bus die ons, door dit land van boeren en herenboeren, naar Namen zal brengen.