Half vier in de morgen, ik schrik wakker door een vreemd geluid.
Lilou kijkt me aan, geïrriteerd omdat ik haar heb gewekt met mijn bruuske bewegingen.
Ik staar in de kamer rond. De plek naast me is leeg.
Een gemis, een leegte een soort triestheid overmant me. Ik ga terug liggen, zie het licht van de vuurtoren door het raam, 3 keer over land.
Ik sluit mijn ogen. Mijn lichaam waakt. Ik voel een lichte warmte over me heen buigen. Eenzelfde warmte toen de plek naast me gevuld was met humor, liefde en geluk.
Ik voel hoe Lilou naar omhoog sluipt, zoals toen je naast me lag en ze met haar hoofdje kwam voelen of we haar niet waren vergeten.
Ze ligt te ronken, vreedzaam en gelukkig. Ze voelt diezelfde warmte.
We vallen allebei in een rustige diepe slaap, gelukkig en tevreden, alsof de tijd nooit is voorbijgegaan. Alsof de werkelijkheid nooit is gekomen.
Bon, vrijdag de dertiende, daar geloof je toch niet in zeker. Nee hoor, … . Het is wel de dag dat ik een keelontsteking oploop - 5 dagen voor mijn vertrek naar het mooie Mexico. Het is de dag waarop mijn computer het begeeft - toch voor even.
Het is ook de dag waarop we te horen krijgen dat mijn paard eigenlijk een paar nieuwe voorbenen moet hebben want aan beide benen zit een los stukje bot. De dierenarts overlegt nu met zijn dierenartsen collegae om onze opties te bespreken.
Het is eveneens het moment waarop mijn vriend’s implantaten lastig beginnen te doen en pijn veroorzaken in zijn tandvlees.
In de tijd van de Romeinen was vrijdag de dag waarop ze doodvonnissen ten uitvoer legden. Het is de dag waarop Jezus gekruisigd werd. Op vrijdag de dertiende - in de 14 de eeuw - werd de jacht op de tempeliers bevolen en zo kwam een einde aan de Orde van de Arme Ridders van Christus en de Tempel van Salomo.
Wat een geluk dat ik me niet begeef in de tijd van de Romeinen, Jezus Christus of in de 14 de eeuw of niet? Dan had ik geen computer issues gehad, en nog geen röntgenfoto's gezien van mijn paard. En had mijn vriend nu helemaal geen tanden gehad… . Kwestie van mijn kop in het zand te steken.
Ondertussen is vrijdag de dertiende overgewaaid en word ik behandeld voor mijn ontstoken keel en sinussen - lang leve dokters. Mijn computer werkt terug en is het pijnlijke implantaat er voorlopig terug uitgehaald. Met in het vooruitzicht een zalige reis naar Mexico.
Misschien is mijn kat - die ondertussen op bezoek is bij de mama - gestorven van schrik. Zijn de honden los gebroken - mijn papa komt house- en dogsitten. Misschien worden we wel ontvoerd in Mexico City (niet dat we daar naartoe gaan hoor) of belanden we in het ziekenhuis vanwege de uitgehaalde implantaat?
Ik zal niet te veel nadenken - daar worden mijn sinussen alleszins niet beter van… . Ik weet gewoon dat Lilou de tijd van haar leven zal hebben. Ze zal rot verwend worden. Mijn honden hebben het beste gezelschap - snurksmurf - van de wereld. En wat betreft de reis - dat wordt een voltreffer - ze zullen ons daar niet meer kwijt willen! Vrijdag de deritende you ain’t seen nothing yet!
Kennen jullie het nog? Ovide en zijn vriendjes? Een knotsgekke kinderanimatieserie uit de jaren 80? Sommigen onder jullie zullen het zeker nog wel herinneren.
Ovide woont met zijn vrienden op een tropisch eiland. Als ik het me nog goed herinner heeft Ovide volgende vrienden: Polo de straatveger, Peli de winkelier, Dikbuik de kok, Luiaard, en de koala-drieling Ko, A en La. Dan had je nog de slechterik, de slang Pie en zijn hulpje Zozo met 2 verschillende gekleurde voeten, blauw en rood.
Hetgeen wat ik altijd super plezant vond, was dat er op de meest onverwachte momenten, plotseling uit het niets een televisie - geen smart tv maar een gewone oude televisie - uit de lucht viel. Echt waar, de knappe vrouwtjes eend presenteerde dan het nieuws of de laatste nieuwsberichten. Ik was echt fan van de serie.
Toen deze morgen twee kinderen tegen elkaar aan het praten waren, kon ik niet anders dan aan het eiland van Ovide denken . Van waar komt de melk? las het meisje met de blonde staart en de heldere blauwe ogen luidop voor. Waarop haar vriendinnetje met haar super leuke eenhoorn rugzak - ik dacht hem eventjes af te snoepen - Van de supermarkt, mijn mama brengt elke week melk mee van de supermarkt.
Ik wist niet wat ik hoorde, ik keek haar met magische onwerkelijke grote ogen aan en hoopte zo hard dat een smart televisie of tablet uit de lucht zou vallen om haar te informeren dat melk van koeien komt en niet van de supermarkt .
Ik vermoed dat Pie de slang en Zozo haar zo op het verkeerde been willen brengen. Ik wist niet wat ik hoorde. Uiteraard is haar antwoord niet zo verkeerd. Voor diegenen die melkproducten consumeren, kopen we inderdaad melk in de supermarkt of bij de lokale handelaar.
Haar vriendin begon keihard te lachen, en antwoordde melk komt van dieren, schapen, koeien of geiten. Mijn papa is boer en melkt ze allemaal. Waarop het andere meisje antwoordde:Brengt uw papa dan de dieren naar de supermarkt? Opnieuw zon moment dat er een televisie naar beneden zou moeten komen.
Ik heb geen idee welke animatiereeks zij bekijken, ik dacht dat Dora toch wel de bedoeling had om kinderen dingen uit te leggen of misschien moeten de supermarkten of de lokale handelaars hierover een tutorial maken?
Met het geduld van Ovide, legde haar vriendin geduldig uitlegde hoe het allemaal in zn werk ging.
Hoi! Leuk dat je mijn blog leest. Het is geen gewone blog vandaag. Ik wil jullie meevoeren met mijn stukje proza.
Ik dacht de eerste zondag in de maand dat de herfst wordt geboren, vond ik het ideale moment om dit met jullie te delen.
Het is een tekst dat ik schreef op het meest beangstigende moment uit mijn leven. Mijn vriend werd uit coma gehaald. De neuroloog was duidelijk ' ik weet niet hoe hij er zal uitkomen.' 'Wat hij wel of niet zal kunnen.' 'Weet dat hij nooit meer de oude zal zijn.'
Ik kon alleen maar denken: liefde overwint alles. De oude is een tijdloze herinnering, blij dat ik je heb leren kennen, de nieuwe is nog te ontdekken, ik ben blij dat we terug kennis maken. We halen er gewoon alles uit. Aleph!
Hier gaan we dan:
Het is een zonnige morgen. Een zachte Zeebries streelt mijn melkwitte huid. Ik hoor een stem in het zacht geritsel van het opwaaiende zand.
Ik kijk naar de zee, het geluid van de golven brengen me terug naar die herinnering. Jouw zachte armen om me heen, geruststellend, liefdevol en speels net als de wind.
Je lacht naar me, genoeg om m'n huid aangenaam kippenvel te bezorgen. Je ogen stralen, ze zijn zo blauw als de zee en al even ondoorgrondelijk. je blik, die duizend geheimen bewaard, mysterieus als het zachte zand die ze bewaart.
Ik voel hoe je hand over mijn gezicht strijkt net als het zoute water, klaar om me mee te voeren naar ongekende gebieden. Je kust me zachtjes, liefdevol, ingetoomd. Ik open mijn ogen, vol blijdschap vol verwachting wetend dat je me lief hebt.
De wind is verdwenen, de herinnering wordt vager, het water is koud en het zand bewaart de geheimen, mijn herinnering.
Ik hoor het vaak - in de meest positieve vorm klinkt het zo - ‘ Je bent een extravert persoon ‘ of je hebt een extraverte persoonlijkheid’ of ‘ Je ben wel een sociale meid’. In de meer negatieve vormen klinkt het als ‘ je bent te druk’ of ‘ Zo vermoeiend.
De extraverte - introverte persoonlijkheiddiscussie wordt niet alleen gevoerd op het niveau van mensen. Dieren worden het etiket ook opgeplakt. In de paardenpsychologie wordt gesproken over ‘Horsenalities’.
Zo is Lilou - the killer cat - graag onder volk. Je komt bij ons thuis en ze staat onmiddellijk bij je om als eerste gestreeld te worden. Doe je het niet, krijg je een hele scheldtirade in het kats. Ze jaagt op alles wat rondvliegt en dissecteert ze schamteloos. Even goed ligt ze graag van achter te zonnen of te slapen in stilte. Onze Manchester-terrier jachthond wordt liever gerust gelaten. Hij toont zijn emoties enkel aan de mensen die hij het beste kent of wanneer hij Lilou ziet, komt plots het jachtinstinct boven. Ik zie hem dan letterlijk denken: ‘hapje’ ‘Whiskas’. De stratier, dat is een geval apart, ik denk dat hij high sensitive is. Het minste energie - geluidje of iets anders - reageert hij op. Grollen van geluk en zoentjes geven is zijn motto. Toch ligt hij ook graag te smoezen in zijn bench wanneer er geen energie is. Dan is er nog onze merrie… . Zij is graag onzichtbaar, lief, kalm en rustig - low energy. Wanneer ze het krijgt, dan krijgt ze het en wordt ze explosief. Die explosies gebeuren zelden, ze zijn wel memorabel te noemen - op zijn minst.
Wat betreft de Leeuw in ons huis: De naam De Leeuw verwijst naar een sterk jagend dier die alle macht in de jungle heeft - niet echt introvert dus. Bedankt hoor, daddy! Deze gedachte terzijde. Introvert en extravert gaat niet over wie is de meest sociale in de groep of de meest stille. Ik vond het niet zo tof hoor, tijdens verschillende opleidingen om er telkens uitgepikt te worden om vooraan te komen staan en een oefening te doen of om een vraagstuk op te lossen. Zelfs wanneer ik me achteraan wegsteek of mij strategisch op een plaats zet dat lijkt op een verdoken hoekje. Dat helpt dus helemaal niet. Misschien dat ik daarom ook jaren aan stuk het middelpunt van spot was? Zie je het wel dat het niet aan mijn gewicht lag, het lag aan mijn extraversie - ik wist het!
Ja hoor, in de groep wordt vaak van mij verwacht dat ik ambiance en sfeer breng, net omdat ik toch zo sociaal ben. Wanneer ik dat niet doe - omdat ik daar geen zin in heb of mij helemaal niet aangesproken voel - dan vraagt iedereen me of ik me wel goed voel? - Go figure.
Net zoals mijn huisdieren, ben ik ook graag alleen, hou ik van rust en wil ik niet altijd degene zijn die het gesprek start of gaande houdt. Ik wil niet altijd de clown van de groep zijn. Toch lijkt dat wel de verwachting te zijn van mijn persoonlijkheid. Zo lijkt het erop dat veel mensen denken dat ik een bommetje ben. Dat ik ontplof als ik boos wordt, wat helemaal niet het geval is en ik ben zelden boos hoor. Ik hou mij aan het principe van relativisme en de Bassie quote: Wat er ook gebeurt altijd blijven lachen.
Het zijn ook mijn dieren die me geholpen hebben om mijn energiepeil dat ik afgeef aan te passen. Te veel energie kan zorgen bij een dier voor angst. Angst wekt adrenaline op en uit zich in verschillende reacties - fligt, fight - flee. Ik wil niet gebeten worden door mijn hond of gekrabd worden door Lilou’s klauwen of gestampt worden door 500 kg wegende knol hoor! Nee, ik wil dat mijn dieren zich goed voel bij mij. Net zoals ik wil dat mensen zich ook goed voelen. Zo ben ik ooit van bureau verhuist omdat de mensen in mijn bureau niet goed overweg konden met mijn extraversie. Ja - ik had kunnen blijven zitten en gooien met de zin ‘ je moet me maar nemen zoals ik ben’ of ‘ik blijf trouw aan mezelf.’ Alleen dat zou niemand gelukkig hebben gemaakt. Ik zou waarschijnlijk veranderd zijn in een boosaardige extraverte demon die op oorlogspad is. Zo’n persoon wil ik niet worden. Daar is het leven veel te mooi voor. Trouwens, door dat te doen heb ik een veel betere en toffere relatie met mijn collega’s. Ying en Yang in evenwicht dus. Ik merk ook dat ik door mijn energie aan te passen, mijn huisdieren en mensen ook hun energie aanpassen. Op kamp bijvoorbeeld - in Noorwegen - één van de tofste kampen uit mijn jeugd - was er een stille jongen. Om één of andere reden was ik geïntrigeerd door zijn stilte. Ik ging me altijd bij hem zetten. In het begin stelde ik hem 100 vragen, hij gaf altijd interessante antwoorden. Uiteindelijk werd hij naarmate extraverter en bracht hij mij rust tijdens het kamp. Nu begrijp ik het verhaal over energie.
Mensen vergissen zich vaak. Ik zie er zelfverzekerd uit en ja ik straal dat uit omdat ik uitga dat ik eigenlijk niks te bewijzen heb en de dingen gewoon graag doe. Vergis je niet, wanneer ik een presentatie moet geven, stress ik me kapot. Er loopt altijd wel iets mis. De beamer werkt niet, de zaal is nog bezet of ik struikel over iets. Dan denk ik aan Bassie, en gooi er een grapje uit. Waarschijnlijk komt het grapje zo zelfzeker over dat iedereen begint te lachen en ik bij mezelf denk ‘oef!’
Carl Jung, zwitserse psychiater stelde dat een zuiver extravert of zuiver introvert type niet bestaat: ‘ Zo’n mens zou in een gekkenhuis thuishoren. ‘ Ik ken er nog hoor die in een gekkenhuis horen, los van introvert of extravert…. .
Het dominante kantje - ja ik heb wel zo’n klein kantje aan mij (kleintje maar) - is misschien bij mij extrovert - ik zie mezelf eerder als een ambivert. Zeg ik met heel veel zelfvertrouwen die eerder past bij een extrovert…. .
Het was weer zover gisteren, een Zali-momentje . Je kent het wel, zon moment waar je ofwel niks zegt en braaf lacht of je giechelt als een klein meisje - maar het helemaal niet doet. Je doet net het compleet tegenovergestelde. Zo verging het mij dus ook.
Ik heb nog nooit echt goed kunnen omgaan met complimenten, simpelweg omdat ik er niet veel kreeg en al zeker niet van het andere geslacht. Het wordt nog erger als mensen complimenten geven aan anderen - die eigenlijk helemaal geen complimenten zijn in mijn hoofd - en waarbij de anderen zich dan gedragen als hierboven beschreven - zoals een giechelend kind!
Eerst was het voorval op de trouw van een vriend. Een knappe jonge man - die niet mijn partner was - kwam goedendag zeggen en zei: Je bent de knapste dame hier deze avond. Dat is toch een super compliment. Veel dames zouden blozen en het aannemen of giechelen of gewoonweg dank u wel zeggen. Niet Zali hoor, neen zei niet. Ik keek hem nog al raar aan - gefronste wenkbrauw - keek dan de zaal rond en antwoordde: Dan heb je nog niet goed rond gekeken deze avond. Ik weet het ik hoor je denken: Maar Zali toch! Toch vond ik zijn compliment niet terecht en misschien was ik wel de eerste die hij zag of zegt hij dat tegen elke dame die hij ziet. Enfin, het punt was dat hij zo overdonderd was dat hij me de rest van de avond genegeerd heeft.
Een ander voorval dateert van december. We waren naar een pretpark geweest, het was de periode rond sinterklaas. Tijdens ons bezoek aan het pretpark kregen we een geschenkje voor sinterklaas. Degene die het uitdeelde leek helemaal niet op sinterklaas. Nee, ze leek op een topmodel die weggelopen was van één of andere fotoshoot die ze snel en perfect had gedaan. Ik zag haar zo van de rode loper wandelen met de fotografen in haar kielzog, die alles zouden doen om een glimp van haar schoonheid op te vangen. Ik stond dus met open mond naar de jonge dame te gapen, terwijl ik die gedachten in mijn hoofd aan het afspelen was. De jongeman voor mij begon natuurlijk te flirten: Ah, een geschenkje? Aan wat hebben wij dat te danken? waarop zij beleefd antwoordde: U krijgt dit n.a.v. sinterklaas. Hij ging verder: Zo tof, maar zeg, jij ziet er wel leuker uit dan sinterklaas. zij bloosde en glimlachte.
Oh my god, meen je dit nu, dacht ik? Het leek erop dat mijn mond sneller bewoog dan ik wilde want ik floepte eruit: Zeg, iedereen ziet er toch beter uit dan sinterklaas! Het is een man van minstens 400 jaar oud met een witte baard. Yes, I know. Laat het me uitleggen. De jonge dame verdiende een veel beter compliment dan wat hij haar gaf. Dit was echt onder haar schoonheidsniveau! Alleen leken geen van beide dit zo te begrijpen. Ik kreeg alleen maar boze blikken. Ik nam dus in stilte mijn geschenkje aan en vertrok stilletjes.
Toen die keer dat we aan het praten waren en een vriendin van mij een zeer gesofisticeerde uitleg gaf en waarop een andere vriend zei Wauw, bedankt voor de uitleg. Je bent precies het orakel van Delphi. Bon, ongeacht dat hij het misschien goed bedoelde - daar ga ik van uit - vond ik die vergelijking helemaal niet opgaan. Wie de geschiedenis kent, weet dat het orakel van Delphi geleid werd door een hoge priesteres Phytia genaamd, die onverstaanbare klanken mompelde onder invloed van hallucinogeen - met andere woorden - gedrogeerd dus. Zij antwoordde alleen maar: Bedankt voor het compliment. Ik gaf hem de volle lading door te antwoorden wat ik net neerschreef. Mijn vriendin was helemaal niet gedrogeerd en zong geen onverstaanbare klanken. Haar uitleg was klaarduidelijk. Toch bekeken ze me nogal beteuterd aan. Ik maakte dat ik snel uit de voeten was.
Gisteren zei mijn eigen partner: Ah hier is ze dan, mijn Spaanse schoonheid. Ik bekeek hem heel bizar aan - niet begrijpend - deze keer met twee gefronste wenkbrauwen. Ik heb een witte huid en zuiver blauwe ogen . Ik antwoordde: Ik ben helemaal niet Spaans. Gelukkig snapt hij wel mijn rationele geest en antwoordde: Je bent wel een schoonheid. Ik kon niet anders doen dan giechelen als een klein meisje.
Hoe omgaan met complimentjes staat op mijn lijstje als ik op vakantie ga naar Griekenland en het orakel bezoek!
Vandaag is het de eerste schooldag. Ik denk terug aan het geluid van de schoolbel. Nu is dit nostalgie, vroeger was het eerder het irritant geluid van het einde van de speeltijd.
Ik wil niet melig doen - misschien toch een beetje - als ik de meeste kinderen/jong volwassenen bezig hoor over school, zien ze dit als een hel. Uitspraken als ‘Wat doe ik daar eigenlijk?’ ‘ Ik leer daar niks’. ‘Mijn vrienden zitten niet meer bij mij.’ Daar gaat mijn haar van rechtstaan.
Het onderwijs bij ons is verankerd in de Belgische grondwet, een recht, een plicht. De toegang tot het onderwijs is gratis tot het einde van de leerplicht! Ooit waren we hier trots op, pioneers. We zitten zelf zo ver dat we op maat van de leerling - met vallen en opstaan - bijna onderwijs kunnen organiseren. Wij zijn de gelukkigen van deze wereld. Jongens en meisjes - zonder onderscheid in kleur of religie - kunnen naar school, krijgen het privilege om naar school te gaan. Misschien moeten de leerkrachten op de eerste schooldag daar iets rond organiseren. Hoewel kinderen en jong volwassenen hier niet bij stilstaan zouden er heel wat andere jongeren in hun plaats willen zijn. Tot zo ver mijn pleidooi.
Ik ging graag naar school. Hoewel het lager onderwijs een echte hel was voor mij - ik werd gepest. Dat is een verhaal voor een andere keer. Op een koude winteravond, wanneer iedereen bijna depressief is, en met een lekkere pot warme chocolademelk (zelfgemaakt) zal ik dat verhaal wel eens vertellen. Ongeacht de akelige periode, leerde ik super graag bij. Ik was geen superleerling hoor. Mijn punten zijn altijd middelmatig geweest - tegenover het klasgemiddelde. Toch zeggen punten helemaal niks. Ik ben het levende bewijs. Volg even mee.
Ik kwam uit het lager onderwijs - met een gebroken hart, een gebroken ziel en met middelmatige punten. Ik stapte in het middelbaar onderwijs, of beter ik maakte een diepe duik en hoopte dat ik zou worden opgevangen want anders was het een ware clash geweest.
Gelukkig werd het de beste tijd. Ik volgde Technisch Onderwijs. Ik studeerde af met middelmatige punten - dus niks nieuws onder de zon. Het bewees dat ik stabiel was in mijn punten. In het 5de middelbaar begon er iets te veranderen in mij. Ik wist dat ik beter kon - zonder willen te beweren dat een technische richting te min is, helemaal niet. Want tot voor het 5de middelbaar zag ik mezelf zelfstandig worden - net als mijn mama - en een reisbureau openen (ik studeerde af in de afdeling Toerisme).
Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de criminal mind van de mens en ook waarom een mens ophoudt met criminele feiten te plegen. Na een lang onderzoek en analyse, wist ik wat ik wilde worden! Hip hip hoera!!!!
Ik wilde criminologe worden (en dat ben ik ook). Alleen waar ik me niet tegen gewapend had was de weerstand die ik zou krijgen, zowel op school als thuis. Mijn ouders waren relatief snel overtuigd - ahja - ik kan nu eenmaal goed overtuigen - geloof me maar of vraag het aan mijn partner!!!
Enfin, ik vertelde het aan mijn klastitularis, de leerkracht aardrijkskunde toen. Ik herinner mij zijn gefronste wenkbrauwen en zijn lach. ‘Chari, meen jij dat?’ ‘Wil jij criminologie studeren?’ ‘Dat zal toch nooit lukken?’.
Mijn haar kwam recht, mijn hart begon te bonzen en ik balde mijn vuisten in mijn zakken. Ik keek hem recht aan en zei: ‘Ja ik meen dat.’ ‘Ik wil criminologe worden’ ‘Dat zal mij wel lukken’. ‘ Weet je waarom?’ ‘Wanneer een kind van 6 tot haar 12 jaar pestgedrag ondergaat, er niet onderdoor gaat en haar punten altijd middelmatig zijn, nooit extreme hoogtes en nooit extreme laagtes, dan bewijst dat dat ze zich staande houdt.’ ‘Ik had toen niemand die in mij geloofde, erger nog, ik betekende niks.’ ‘ Dat is niet erg, want ik geloof in mijzelf en uiteindelijk ben ik degene die het moet doen en niemand anders.’ Ik verliet zijn lokaal met opgeheven hoofd en rechte schouders - en een veel dikkere boezem dan nu.’
Uiteindelijk werd ik ook nog bij mevrouw de directeur geroepen en onderging ik een test van het CLB om te zien of ik een universitaire studie aankon. Die test was middelmatig. Kun je dat geloven? Ik had slecht verwacht. Ik bleef volharden in mijn middelmatigheid.
Ik waagde het, ik sprong nog dieper dan toen in het middelbaar, alleen ik was voorbereid. Ik, die uit de technische richting zou het diploma ‘Master in de criminologische wetenschappen’ halen. Niet via de hogeschool en dan naar de unief. Nee, nee zoveel geduld had ik niet. Direct naar de universiteit. Punt uit. En ja hoor, 5 jaar later, stond ik aan de schoolpoort van mijn school waar ik middelbaar onderwijs volgde met een fantastische grijns op mijn smikkel en mijn diploma op zak.
Vaak vragen mensen mij, hoe heb je het gedaan? Hard gewerkt, hard gestudeerd, veel discipline aan de dag gelegd en de eerste 3 maanden een aantal cursussen geblokt uit de humane wetenschappen uit de 3de graad van het middelbaar. Ik ben enorm trots op deze prestatie.
Een kleine anekdote: Ik ging niet zoveel uit, dat interesseerde mij niet zo. Ik kreeg ooit de kritiek dat ik door me op te sluiten geen vrienden zou maken. Waarop ik antwoordde: ‘Ik ben hier niet om vrienden te maken, maar om een diploma te halen.’
Laten we concluderen dat ik toch niet zo middelmatig ben als mijn punten doen uitschijnen!