Nergens voel je de verzuring van de maatschappij zo hard als in het verkeer. Ik was achttien toen ik leerde rijden, bijna negentien toen ik mijn rijbewijs behaalde en mijn eerste indrukken waren: wow.
Je bevindt je als het ware op oorlogsgebied. Velen willen zo snel mogelijk op hun bestemming raken zonder rekening te houden met andermans gevoelens. Ik spreek bewust over "gevoelens" want wanneer op bruuske wijze word ingehaald, iemand door het rood zie "vliegen", denk ik: zijn die vijf seconden echt zoveel waard? Wanneer ik rijd, denk ik soms: één centimeter te veel naar links en ik zat er tegen of: dit zijn veel teveel prikkels om te bevatten. Ik leerde autorijden met versnellingen, maar word er zenuwachtig van. Nadien rijden met een automatische wagen, dat was thuiskomen. Of toch wel een beetje. Het zorgt er alleszins voor dat me beter kan concentreren op de weg. Nu heb ik nog nooit een eigen wagen gehad. Er komt veel bij kijken en is financieel een grote hap uit je budget.
Koning auto is voor mij op vele vlakken een teer punt.
Met pijn in het hart lees ik de berichtgeving rond verkeersslachtoffers. Ik voel me dan zo machteloos en denk: wat had men kunnen doen om dit te voorkomen? Waarom halen wagens een snelheid van 240 km als er nergens meer dan 120 is toegestaan? Een manier om de staatskas te spijzen?
Maar wanneer ik in de stad ga wonen, zal ik het gemis aan een wagen minder aanvoelen. Je hebt sowieso alles dichter bij huis en realiseert je dat een auto in de stad enkel stress met zich meebrengt. Pas op: ik ken mensen die steeds weer uren naar parkeerplaats zoeken ( en vaak niet vinden) omdat ze perse de wagen willen gebruiken in de stad. Tja, daar is het gebruik van je lieveling toch echt wel een last.
Toch kijk ik uit naar de nieuwste ontwikkelingen op technologisch gebied. Een "slimme" zelfrijdende auto bijvoorbeeld die zo is ingesteld dat hij niet kan botsen en elke vorm van gevaar ontloopt. Ik kijk er al naar uit.
Had jij ooit het gevoel dat je leven tot in de puntjes was gepland? Je zou afstuderen, naar het buitenland trekken, drie keer per week opdienen in een restaurant,....
En plots gebeurt het: hij of zij staat voor je neus. De liefde waar je altijd van had gedroomd. Iemand die je doet beseffen dat liefde bestaat en dingen zijn voorbestemd. Iemand voor wie je alle plannen zou laten varen of op zijn minst als minder essentieel aanschouwt. Je beseft dat je je leven met hem of haar wil delen, een gezinnetje stichten. Alles loopt op wolkjes, wieltjes,....weet ik veel.
Kortom: je bent verliefd. En dat is een zalig gevoel want je bent ervan overtuigd dat die prins(es) met jou de eeuwigheid overstijgt. Alsof jullie onfeilbaar zijn. Alles is tegen deze liefde bestand.
En om deze blog zonder negatieve bijklank te beëindigen.
Heel af en toe zie ik oudere koppels die al 60 jaar zijn getrouwd waarvan ik denk: wow, ze hebben dat initieel gevoel kunnen bewaren. Alles is mee geëvolueerd, maar in essentie voelen zij nog steeds de kriebels van die allereerste keer.
Neen, deze blog is niet autobiografisch, maar als ik één goede raad mag meegeven: blijf erin geloven. Ga je niet binden aan iemand omdat je een bepaalde leeftijd hebt bereikt of je omgeving druk oplegt. Open je ogen, je hart, je ziel,...en je zult zien: ware liefde wil en zal je vroeg of laat omarmen. Wees jezelf.
Nu wil ik in de toekomst mijn best doen om positieve onderwerpen te benaderen.
Toch zal een welbepaalde zin me steeds bijblijven. Mensen hebben geen begrip. Ik zou deze woorden voor eeuwig moeten vasthouden. In elke situatie, bij elke ontmoeting moest ik mezelf realiseren dat niemand ooit begrip zou tonen. En eigenlijk had die vrouw gelijk. Wat kan het iemand schelen dat je je job verliest? In het beste geval krijg je een cliché over je heen. Iets in de trend van: je vindt wel iets. Duidt dit op begrip? Niet echt, maar het houdt de conversatie staande.
Wat kan het anderen schelen dat iemand dakloos wordt? Er zijn organisaties die deze problematiek uit de wereld moeten helpen. Toch is er een toenemend aantal daklozen. Maar zeg nu zelf: als je morgen op straat belandt, denk je dat iemand de deur zal openen en zeggen: kom binnen, ik geef je een kans. Nogmaals het bewijs: mensen hebben geen begrip. Ze vinden het hooguit "erg" of verzinnen tal van redenen om je met de vinger te wijzen. Maar begrip? No way.
En wat met verdriet? Ooit dacht ik: wanneer iemand in mijn omgeving sterft, zal ik overladen worden met begrip. Zal iedereen keihard met me meevoelen en steunen. Tot het me overkwam. Ik kreeg niet meer dan enkele elementaire bewoordingen over me heen. Innige deelneming. En dat was het dan. Niet meer of niet minder. Het overkomt ons allen, maar dat maakt de pijn er niet "minder" om.
En heel af en toe bestaat het toch. Wat zeg ik? Je moet er blijven in geloven. Vertrouwen dat je ooit iemand vindt op wie je kan rekenen. Misschien heb je hem of haar al ontmoet. Koester die persoon want het is er één uit de duizend. Want wat is het moeilijk om iemand te vertrouwen. Mijn hart zegt: stel je open voor iedereen, mijn mensenkennis: "bijna" iedereen is niet te vertrouwen.