Mocht ik een lijst kunnen maken van voorwerpen die ik heb uitgeleend, het werd een boek van jewelste. En somde ik op wat ik "nooit" meer terugzag, dan was die lijst al even lang. Je hebt van die mensen. Ze komen bij jou over de vloer, snuffelen rond en complimenteren je met dat fantastische boek of die prachtige stofzuiger. Net omdat jij precies die dingen in huis hebt, moet je wel een fantastisch iemand zijn. Vaak is het een bruggetje naar de volgende vraag: "zou ik het even kunnen lenen?", "je krijgt het zeker terug".
En dan volgt de vraag: doe ik het of doe ik het niet?
In het verleden heb ik vaak toegegeven. Telkens met de plechtige belofte van: "binnen de week krijg je het terug". Maar één week wordt twee weken en je komt tot de conclusie dat je niets meer van die mensen hoort. Wanneer je dan zelf contact opneemt, voelen ze zich op hun tenen getrapt. Die durft nogal: zijn eigen gerief opeisen. Of: ze herinneren zich er niets meer van. Het contact verwatert en de vervoerskosten om het bij die persoon op te halen, liggen hoger dan het voorwerp op zich. Dan moet je dingen afwegen.
Hetgeen ik me afvraag, is: doet een leenknecht dit met voorbedachten rade? Weet hij op voorhand dat de eigenaar in feite geen poot heeft om op te staan wanneer hij zijn goederen terug opeist? De psychologie achter het lenen, het blijft mij een raadsel.
Zelf ben ik opgevoed met de beleefdheid om zo'n dingen niet te vragen. Je kan niet alles hebben en soms is het beter om heel erg lang te sparen voor maar 1 cd, dvd of wat dan ook.