Zoals jullie onderhand weten vertoon ik regelmatig "grensoverschrijdend gedrag".
Niet zoals dat tegenwoordig in de media komt, maar gewoon de drang om te gaan kijken hoe het er aan de andere kant van de grens uitziet.
En dan liefst nog een 'avontuurlijke' grens.
De grens hier tussen Kirgistan en Uzbekistan voldoet aan de voorwaarden.
Kirgistan en Uzbekistan , en bij uitbreiding de andere landen in de omgeving, zijn niet echt de beste vrienden.
De grenzen gaan hier dus op onvoorziene momenten dicht , of de douane kan 'een moeilijke dag hebben', lees, het kan lang duren.
Ik dus vroeg op en met een minibusje naar de grens.
Ik wissel 1000 Kirgizische Som en krijg daarvoor 125000 Uzbeekse Sum.
Toen ik hier twee dagen geleden eens kwam kijken was het een zeer lange rij, maar nu wandel ik direct het kantoortje binnen.
Vijf minuten later wandel ik naar de Uzbeekse douane.
Ook daar maar een paar mensen voor mij, maar toch moet ik eerst door de paspoortcontrole.
Daarna de douane.
Mijn rugzakje door de scanner, geen gepiep, geen alarm, maar toch moet ik opzij.
De douanier neemt mijn paspoort en begint vragen te stellen.
Eerste vraag ,toerist?, dan,eerste keer in Uzbekistan? wat is je beroep?
Douane?
Daarna wordt iedereen van de staff ingelicht dat ik een collega ben..
Hij vraagt welke graad ik heb-- de laagste--die die het werk doet.
Hij vraagt wat ik van hun onderkomen vind--ik zeg diplomatisch dat we overal onze problemen hebben..
Ik vraag om een foto,en nog eens, maar dat kan niet..jammer
Buiten staat er 1 persoon met een bordje iemand op te wachten.
Ben ik het?
Nee, maar waar is het busje naar Andjon?
Het koppel achter mij moet er ook naartoe.
Ze nemen mij mee naar de bus en ik heb nog maar eens een lang gesprek over Kirgistan, Uzbekistan .
Mijn gesprekspartner vandaag heeft nog dienst gedaan in Frankfurt aan de Oder toen de Berlijnse muur viel.
In Andjon brengen ze me nog naar het busje naar Fergana.
In Fergana sta ik wat verloren te kijken op de grote bazar.
Maar een lieve Uzbeek brengt mij naar de Tsum, een herkenningspunt op mijn summier plan.
Ik ga eerst naar de nationale bank en wissel 200 US$.
Daarvoor krijg ik 1.870.000 sum, als je je graag eens miljionair voelt.
Ik heb geluk, het zijn nu briefjes van 5000 sum , een paar jaar geleden was de stapel 5 keer hoger.
Fergana is een zeer jonge stad , dus niets historische gebouwen.
Maar er wordt hier wel volop nieuw gebouwd, zoals overal in Uzbekistan.
De overheid heeft hier , net als in Tashkent last van grootheidswaanzin, je moet het gezien hebben.
Fergana is ook de meest russisch gebleven stad in de Fergana vallei.
Dat vertaalt zich in weinig hoofddoeken, alkoholshops, terrasjes waar je een pint kan drinken, geen moskee in heel de stad, of ik heb ze toch nog niet gevonden of gehoord.
Dat vertaalt zich ook in mijn 'echt russisch' onderkomen, in een sovjietblok op een derde verdiep.
Wel mooi gerenoveerd, maar raak niets aan, met een deurslot dat ik liever niet zou dichtdoen , en natuurlijk kan een goede loodgieter hier ook veel geld verdienen.
In het volle busje ben ik de enige buitenlander en ik heb een lang gesprek over Kirgistan, Uzbekistan , Tadzjikistan en natuurlijk moet ik ook vertellen over Belgie.
Na een uurtje worden we afgezet aan de bazaar.
Ik vind de minaret en wandel daarna wat door het stadje.
Ik zie een groep vrouwen staan en ga eens kijken.
Zij hebben mij ook gezien en ze komen vragen of ik samen met hun op de foto wil.
Iedereen heeft een i-phone, dus het duurt heel wat foto's voor ik kan vragen wat er eigenlijk gebeurt.
Het is de dag van de vrouw en de minister --een vrouw-- komt op bezoek.
Daarom staan ze in klederdracht te wachten.
Even later is de minister er en ik blijf nog even kijken naar de zang en dans.
Volgende dag naar Nookat.
Staat niet in mijn boek , maar ligt op 18oo meter hoogte, dus misschien ietsje frisser?
In het drukke stadje is weinig te zien , maar de rit erheen loopt langs prachtig gekleurde bergen.
Vandaag naar Aravan.
Daar zouden volgens een website hierogliefen te zien zijn.
Het enige wat ik gevonden heb zijn de sporen van een kip die door verse beton gelopen is.
Maar dit kleine stadje had wel een nieuwe medressa en een paar moskeeen.
Zoals overal hier wordt er niet opgeroepen voor het gebed.
Ik heb trouwens nog nergens mensen naar de moskee zien gaan, laat staan er gaan bidden.
In de chaikanas ,aan de shashlikstalletjes en aan het ijsjeskraam daarentegen is het zeer druk.
Het Rila klooster , ook genaamd het klooster met de zebrahuid, het Jeruzalem van Bulgarije, en Unesco erfgoed sedert 1983.
Gelegen op 1100 meter hoogte en volgens alle commentaren , een must-see.
Dus mijn laatste dag hier neem ik tram 11 naar een "busstation", het woord dekt niet de lading...
Daar vertekt dus 1 bus per dag naar deze niet-te-missen-bezienswaardigheid in Bulgarije.
De chauffeur spreekt geen russisch en geen engels en ik kan alleen een ticket heen kopen...
Dat begint al goed, er is straks natuurlijk ook maar 1 bus terug.
Na 3 uur rijden zijn we er en het is inderdaad waauw!!
Het lijkt of ik uitgestapt ben--of binnengestapt ben-- in een postkaart.
Het klooster is mooi gelegen in de bergen, maar het is de afwerking die het verschil maakt.
De monniken hebben hier tijdens de koude wintermaanden en de warme zomermaanden hun klooster zo mooi gemaakt dat het inderdaad een plekje verdient in de lange lijst van Unesco.
Om 15u30 is de bus terug naar Sofia er.
Er wordt gedrumd en geduwd, maar er is plaats voor iedereen.
Een half uurtje later moeten we overstappen naar een ander , kleiner busje.
Het busje zit nu vol, maar we krijgen muziek op de bus en zijn een stuk sneller terug in Sofia.
Ik heb dus nog tijd over om naar de grootste shoppingmall van Sofia te gaan.
Op zoek naar een nieuwe jeans...
Helaas, als ik de broeken zie die hier verkocht worden ,kan ik niet anders denken dan dat er zelfs in Bangladesh, Pakistan,Cambodia,Turkije en Marroco blijkbaar ook nog moeilijk mensen te vinden zijn die iets kunnen..
Sofia bij dag, Sofia bij nacht, Sofia te voet, Sofia met metro, bus, tram en trolleybus, het bevalt me wel!
Geen files, geen drukte op de tram of de metro.
Natuurlijk heeft ook hier iedereen een i-pad, i-phone en oortjes..en is daarmee bezig..
Maar het is overal rustig en stil, en men staat nog recht voor een oudere.
Aan iedere bushalte staat een dynamisch bord zoals dat in den Belgiek noemt, waar de doorkomst van de tram-bus in real-time aangegeven wordt, bovendien praat de paal ook bulgaars en engels!
Zoals gezegd een vriendelijke bevolking die mijn vragen beantwoordt in engels en duits.
Ik zie er trouwens blijkbaar nogal lokaal uit, want ook ik krijg veel vragen in het Bulgaars..
Nog een klein detail..
Er zijn hier veel hondenweiden, met work-out-toestellen voor de honden..
Ik neem de metro en de bus naar Vitosha en Boyana Church, op de lijst van Unesco.
Een klein kerkje mooi gelegen.
Vandaag een uitstap gemaakt naar Bankya, een dorpje bekend voor zijn helende warmwaterbronnen.
Morgen mijn laatste dag in Bulgarije.
Misschien nog een Unesco-plekje bekijken--er rijdt maar 1 bus per dag en vol is vol..
Het alternatief is gaan shoppen.
Bulgarije is immers heel wat goedkoper dan Belgie, en thuis heb ik nog minder tijd...
Rest mij nog een weekendje Hanoi om deze reis af te sluiten.
Ik ga nog eens naar het mausoleum van Oompje Ho, en er tegenstelling tot 8 jaar geleden staat er geen eindeloze rij aan te schuiven.
Ik denk Yes!!!, na Vadertje Lenin en Grote Leider Mao kan ik nu naar Oompje Ho.
Helaas, Oompje Ho is voor twee maand op verlof naar Rusland.
Voor wat je een botox-kuur zou kunnen noemen.
In de straten rond het mausoleum staan veel officiele gebouwen , de meeste verboden te fotograferen, en ook veel mooie grote huizen,
waarschijnlijk van leden van de Partij?
"All animals are equal bus some animals are more equal than others...." stond het zo niet in Animal Farm?
Vietnam is officieel nog communistisch, er is maar 1 partij, maar in de praktijk is het toch wel anders.
Kapitalisme en ondernemen wordt ook gestimuleerd.
En de Vietnamees doet mee.
Ik ga nog wat tempels , pagoda's en musea bezoeken en s'avonds, als de straten rond het Hoan Kiem meer verkeersvrij zijn geniet ik van de lichtjes van de stad.
Cat Ba is het grootste eiland van een archipel van 366 eilanden .
Het ligt op een uurtje varen van de wereldberoemde baai van Ha Long en dus ziet het landschap er hier vergelijkbaar uit.
Vroeger woonden hier alleen wat Chinese vissers en om het toerisme wat te promoten werd een deel van het eiland en de eilandjes er omheen een nationaal park.
Volgens mijn reisboek is het rustiger dan de baai van Ha Long en even mooi.
Ik boek een bus-ferry-bus .
Na 3 uur en in de gietende regen komen we aan in de haven.
Er staat een paar kilometer file voor de overtocht.
Daarvoor rij ik eerst terug naar Nha Trang en neem daar s'avonds de trein .
Afstand zo'n 1000 km en 24 uur op de trein.
Van mijn vorige treinrit heb ik geleerd dat wagon nummer 1 de eerste is als de trein van Hanoi naar Ho Chi Minh rijdt, andersom is het de laatste wagon.
Bovendien staan in een wagon de helft van de stoelen in 1 richting , de andere in de andere richting.
Ik kies dus een plekje uit aan het raam langs de kant van de zee en vooruit rijdend.
Ik heb terug gekozen voor derde klas, een soft-seat.
Liever dat dan 24 uur opgesloten in een coupe voor 6 of 4.
Net zoals de vorige rit zijn we het station nog niet uit of er wordt al rondgereden met eten, een kwartiertje later met drinken , enzovoort.
Er is ook warm water voorzien voor wie zelf noedels wil klaarmaken.
Er zijn 2 TV's ,1 voor in iedere richting, maar het geluid staat stil.
Er zijn heel wat kinderen aan boord en die spelen zoals overal ter wereld op hun tablet.
Het is dus een levendige boel .
Tot er zo rond 9 uur voor iedereen een dekentje wordt gebracht.
Opeens wordt het muisstil en maakt iedereen zich op voor de nacht.
Iedereen zoekt een comfortabel plekje, de meeste , ook ik ,hebben 2 zetels .
Om 3 uur s'nachts stoppen we in Danang .
Geen wereldnieuws, maar vanaf hier is wagon nummer 1 opeens weer de eerste wagon, ik rij dus weer achteruit.
De rest van de rit verloopt zeer rustig, de karretjes met eten en drinken rijden weer ,maar er gaan meer mensen van de trein dan dat erbij komen en ik geniet dus van Vietnam dat aan mijn raam voorbij komt.
Toeristen komen naar Ninh Binh voor de natuur.
Er zijn hier in de verder platte omgeving mooie rivieren en rijstvelden waarin grillig gevormde en begroeide kalkrotsen staan.
Samen met de hitte die hier constant heerst heb je er het gevoel alsof je in zo'n oude chinese tekening rondwandelt.
De streek was al vaak decor voor filmopnames en het landschap is nu ook erkend als Unesco erfgoed.
Je kan hier dus met een bootje gaan varen en heel wat grotten gaan bekijken in die kalkrotsen.
Maar toch zijn hier geen Chinese toerbussen te zien , geen Russen.
De enige toeristen zijn hier westerlingen zoals ik.
Waarschijnlijk is het nu off-season, want echt te heet.
Mijn camera vasthouden gaat met moeite en soms komt de hitte zelfs door de zolen van mijn sandalen.
Ik las dus uit pure noodzaak iedere middag een siesta in.
Toch maak ik grote wandelingen en zie mooie dingen.
De natuur natuurlijk, maar ook mooie pagoda's en katholieke kerken.
De stalletjes langs de weg met de lokale specialiteit.
Geit klaargemaakt in zijn geheel, bewaard bij een minimumtemperatuur van zo'n 40 graden.
Ik bezoek de lokale markt waar de kippen , eenden, padden, vissen op een manier aan hun eind komen waar Gaia niet blij mee zou zijn.
In deze streek zou je ook hond kunnen eten,niet gezien..
Maar na een bezoek aan deze markt gaat iedereen toch voor een vegetarisch menu..
Dalat ligt op 1500 meter hoogte en heeft daardoor een zeer aangenaam klimaat.
En dus werd dit ,voor de -rijke- fransen in Vietnam, een plekje om bij te komen van de hitte en vochtigheid , net als Nuwaraeliya in Sri Lanka dat voor de engelsen was.
Er werden kunstmatige meren aangelegd, kerken en luxueuse villa's en kastelen gebouwd.
Ook hier dus sparrenbossen en groenten en fruit als kolen , prei , aardbeien, appels .
Men produceert hier zelfs een eigen wijn.
Het is hier nog steeds het populairste kuuroord van Vietnam.
Je kan hier met een bootje varen op het meer, je laten rondrijden in een koets, en is een kabelbaan waarmee je naar een tempel kan , je kan een ritje met een toeristentreintje maken, er is een golfclub, er is een bloementuin.
Er zijn talloze pagoda's, een klooster, een kathedraal, en natuurlijk verschillende paleizen die je allemaal , mits betaling, kan bezoeken.
Het grootste paleis, en zeker dat met het mooiste uitzicht ,is nu een 5 sterren hotel.
En omdat het een echt klasse-hotel is, mag je er gewoon in rondkijken.
Een beetje boven mijn budget, maar als jullie nu eens allemaal wat geld sturen??
Behalve een heerlijk klimaat, overdag 35 gr , s' nachts 28 gr , en dus iedere dag beach- en terrasjesweer heeft Nha Trang ook nog wat te zien en te doen.
Voor de kust liggen eilandjes waar je met een tour naartoe kan.
Op het grootste eiland is er een reusachtig resort-pretpark gebouwd.
Je kan er naartoe met de langste kabelbaan over zee.
Er is nog een oude Cham tempel.
Er is de mooie Long Son pagoda.
Je hebt de Chong Rock, waar je met wat verbeelding zowel een man als een vrouw in kan zien, maar die vooral mooi gelegen is.
Er is een oceanografisch museum en een Cham museum.
Er zijn modderbaden ,zwembaden,massagesalons, shoppingcentra, markten ...
Vele jaren was Nha Trang vooral populair bij de russen .
Warm weer, een zee om in te zwemmen, lekker eten ,geen visum nodig voor 14 dagen, meer moet een rus niet hebben.
Veel opschriften zijn dus in het russisch, bij de bakker, bij de apotheek, in sommige restaurants kan je zelfs een russisch menu krijgen, pelmeni, borsj , soljanka ,enz.
Als men mij iets wil verkopen word ik hier regelmatig in het russisch aangesproken.
Dat omdat ik er toch nog meer russisch dan chinees uitzie.
Want nu wordt Nha Trang overspoeld door de chinezen!
Honderden bussen..
En overal waar je komt...chinezen, chinezen...
Veel lawaai en ongelooflijk gedrum dus bij alle bezienswaardigheden..
Aan de kabelbaan stond een rij aan te schuiven...
Aan de boten , aan de Cham tempel, aan de Chong Rock....chinezen!!
Ze zijn overal , behalve in de restaurants en op het strand.
Russen zie je veel minder.
Ze hebben een paar jaar geleden een serieuze waardevermindering gekregen van hun munt.
Je ziet ze in de supermarkten , in de restaurants en op de lokale bussen.
Volgens de brochure van de toeristische dienst verblijven ze liefst in de speciaal voor hun gebouwde all-in resorts.
En dus is het strand voor de andere toeristen en vooral voor de vietnamezen.
Als het wat minder warm wordt komen ze met hun familie massaal naar het strand.
Er is geen groene vlag, geen rode vlag, de vietnamees die niet kan zwemmen heeft een reddingsvest aan--ja, eentje zoals je op een boot krijgt.
Er wordt niet geroepen , er wordt geen luide muziek gespeeld.
Er zijn geen speedboten , bananenboten of waterscooters.
Er wordt weinig of niets verkocht, iedereen heeft zijn eten bij.
De vietnamees brengt ook geen handdoek mee.
Na de zwembeurt terug de t-shirt aan en de brommer op , met reddingsvest...handig in het donker..
Ik heb hier lekker vietnamees , koreaans en thais gegeten en genoten op een bankje aan zee met s'avonds de mooi verlichte gebouwen en een aangenaam muziekje.
Nha trang, er zijn slechtere plekjes om aan te spoelen!!
Mijn laatste dag in Ho Chi Minh bezoek ik het mooie postgebouw, de boekenstraat, een moskee, een hindoe-tempel , de zoo, wat musea en kom uiteindelijk aan de Notre Dame- kathedraal van Ho Chi Minh.
Ik hoor muziek binnen , dus even gaan kijken..
Helaas, in tegenstelling van de grote kathedraal in Buenos Aires waar je zelfs tijdens de paasmis nog binnen en buiten mag lopen, mag ik hier wel binnen, maar niet meer buiten voor de dienst voorbij is.
Ik kan nu dus uit eerste hand getuigen dat de Goede God geen airco voorzien heeft in de kerk, maar wel grote TV-schermen.
De kerkdienst lijkt wel een karaoke-oefening, er wordt veel gezongen , en de tekst kan je dus meevolgen op de grote schermen.
De enige woorden die ik begreep waren "alleluja" en "amen".
De volgende dag neem ik de trein naar Nha Trang.
De trein vertrekt stipt op tijd .
Ik heb gekozen voor een soft-seat wagon met airco.
Het is een comfortabele rit.
Zowat om het half uur komt men met een drankkarretje rond, twee keer met vers warm eten en er wordt drie keer gedweild.
Acht uur en zo'n 400 km later komen we op de minuut stipt in Nha Trang aan.
Nha Trang ligt aan zee en is de populairste badplaats van Vietnam.
Het is hier heel het jaar goed weer , zo'n 35 gr.
Er is hier zelfs een toeristbureau en het stadsplannetje is in Vietnamees, Engels, Russisch, Chinees en Koreaans.
Vandaag ben ik al eens gaan wandelen en heb genoten van de zee.
Lekker gegeten ook , zelfs al heb je hier na een bezoek aan de markt een ander idee van "vers van de markt"!!
Het is hier heerlijk , dus blijf ik nog een paar dagen.
Ik was hier al eens in 2011, maar er blijft nog veel te zien.
Dus met het huis van vertrouwen Aeroflot naar Moskou.
Op de aansluitende vlucht nog een uurtje e-learning russisch-spaans, twee films , diner en ontbijt en we zijn in Hanoi.
Naboi Internationaal Airport heeft ondertussen een tweede terminal, deze Aziatische tijger heeft niet stilgezeten.
Veel nieuwbouw en heel wat meer dure auto's..
Stadsbus 17 rijdt gelukkig nog, dus op een uurtje ben ik in de stad.
Ik logeer in de oude binnenstad, wandel nog eens rond het Hoa Kiem meer en neem de volgende dag een binnenlandse vlucht naar Ho Chi Minh.
Ho Chi Minh , het vroegere Saigon , is de grootste , en de rijkste stad van Vietnam.
Zo'n 7 miljoen inwoners, waarvan er zo'n 5 miljoen met een brommer rijden en de rest dus ook al met een dikke auto.
Het is hier minstens even druk en heet als in Hanoi.
De straat oversteken kan , bij gebrek aan verkeerslichten ,maar op 1 manier.
Gewoon verstand op nul , niet kijken naar rechts , niet kijken naar links, niet twijfelen, vooral geen rekening houden met de anderen...
Gewoon oversteken...
Dan rijdt iedereen gewoon langs en rond je..
Eigenlijk een heel simpel systeem.
Je moet nooit wachten tot het groen wordt, gewoon wandelen aan een rustig tempo en doen of het normaal is...
Het systeem werkt....
Het werkt niet als je begint te twijfelen ....als je staat te wachten tot er iemand voor je stopt...als je wacht tot er geen auto's-brommers meer aankomen...als je denkt aan wat je moeder hiervan zou vinden..of als je vreest dat je karma deze dag niet goed is..
Ho Chi Minh heeft nog wat mooie gebouwen uit de Franse koloniale tijd, natuurlijk ook wat musea over de oorlog tegen de USA, wat musea en standbeelden van Oompje Ho , de Grote Leider van Vietnam..
Verder veel shoppingcentra, een levendige uitgangsbuurt met oa een Walking Street, waar drank, eten en grote TV schermen met sport en ander vermaak in overvloed zijn... waar vriendelijke bediening is EN de US dollars vlot naar de andere kant van de toonbank gaan!
Uber bestaat hier niet, als alternatief kan je je achter op een brommer door de chaos laten vervoeren.
Deze dienst heet hier Grab...
Ik kies toch maar voor de benenwagen, zweet natuurlijk wel wat af..
Ik maak ook nog een "cruise" op de Saigon rivier.
Dit is eigenlijk een waterbus, gewoon openbaar vervoer.
Een uurtje heen, een uurtje terug, met mooi zicht op de sky-line van Ho Chi Minh.
Terug in Buenos Aires zoek ik een mooi kamertje in het centrum en al dicht bij de bushalte waar ik binnen een paar dagen de bus naar de luchthaven moet nemen.
Op de Avenida van de 25 ste Maya vind ik een mooi , betaalbaar kamertje met een zéér knappe, vriendelijke Argentijn aan de receptie...
We hebben een goede babbel over Belgie -Tomorrowland, daar wil hij wel eens naartoe,maar het is wel zeer duur.. , en over Argentinie, over hoe mooi zijn land is , en de mooie mannen en het lekkere eten, maar de rijstijl van de Argentijn....We begrijpen elkaar..:):):).
Op Paaszondag ben ik in de kathedraal van Buenos Aires voor de mis van 10 uur.
Dit is de kathedraal waar onze paus Franciscus nog bisschop geweest is.
Binnen in de kathedraal is ook het mausoleum van Generaal San Martin, compleet met wachters.
En het volgende kan dan alleen in Argentinie.
Terwijl je in sommige landen geen foto's mag nemen in een kerk, en in de meeste andere landen geen foto's mag nemen tijdens een kerkdienst.
Mag het in Argentinie wél!
Ik sta te kijken hoe de priester ,samen met een kerk vol gelovigen , zeer stoicijns doorgaat met zijn Paasmis.
Terwijl er ondertussen toeristen binnen en buiten lopen , filmen , fotograferen, selfies nemen..
Ik ga nog eens naar La Recoleta, naar de markt van San Thelmo, naar de tango en de kleurtjes van La Boca , en natuurlijk naar mijn favoriet plaatsje Puerto Maduro, het jachthaventje in het centrum.
Buenos Aires, een mooie stad , maar je moet er onderhand toch beginnen opletten.
Voor de tweede keer gooit iemand een stinkende vloeistof over mij.
Het is een bekende truuk , waarbij er dan onmiddellijk iemand anders je komt helpen om je van de smurrie , maar vooral om je van je geld te verlossen.
De truuk werkt natuurlijk niet als je alert bent en direct een café binnengaat om de smurrie weg te nemen.
Tweede voorval--als ik in een winkeltje een fles water ga kopen blijk ik een vals biljet van 100 pesos te hebben.
Niet onmogelijk.
Er zijn in Argentinie van ieder briefje zo'n 5 , nog geldige versies in omloop , en natuurlijk oude , nieuwe,verfrommelde...het moest er eens van komen.
Enfin , dat probleem heb ik opgelost door voor 1 keer een Big Mac menu te gaan eten op een druk uur..
Maar voor zij die denken dat ik nu nooit meer terug ga naar Argentinie..
Er staat nog geld op mijn subte kaart, ik heb nog pesos over...
Na een paar dagen genieten is het tijd om terug naar Argentinie te gaan.
Op woensdag rijdt er een bus de Pasa de Jama over naar Salta.
Net als vorig jaar is er eerst een bus naar Calama, waar we een uur in de kou van een woestijnnacht voor een gesloten bureau van Andesmar staan te wachten op de bus naar Argentinie .
Twee uur later zijn we in San Pedro de Atacama.
Er stappen zo'n 40 toeristen op de bus, duidelijk geen begeleide groep maar allemaal individuele reizigers.
Als we verder rijden moet ik even slikken.
Niemand schijnt aandacht te hebben voor het landschap.
Ik zie mensen ooglapjes voordoen,slapen, hun mail lezen, filmpjes kijken..
De Andes rij je niet zomaar over, dat is een hele onderneming.
Maar de hele 10 uur dat we erover doen ,kijkt geen mens uit het raam of neemt een foto.
Blijkbaar staat het niet in hun reisboek dat ze hier uit het raam moeten kijken ??
Ik zit aan de linkerkant en als we Purmamarca naderen, aan de rechterkant, vraag ik vriendelijk of men het gordijntje wil openen.
Ik wil mijn foto.
Wij plannen morgen hier naartoe te gaan , zegt mijn medereiziger..
Ik zeg..misschien regent het morgen..
Pardon?
In de bergen kan je binnen het uur ander weer hebben..
Verwondering alom, maar blijkbaar gaat er toch ergens een lampje branden, want de laatste kilometers worden er toch nog foto's genomen.
Als we in Salta aankomen is het donker maar dit is Argentinie en dus is het nog zeer druk .
Honderden stalletjes met eten en winkels nog open voor de paasinkopen.
Ik vind onderdak en ga nog eens naar Salta by Night.
De volgende ochtend naar het busstation.
Alle bussen naar Buenos Aires zijn uitverkocht voor zaterdag, zondag en maandag, alleen vandaag is er nog 1 plaatsje.
Ik heb dus nog even om Salta , La Linda,te bezoeken.
Het is goed terug te zijn in Argentinie,
Iedereen goedgezind, ontspannen , rustig..
Alles kan , alles mag...
Waar ter wereld heb je het gezelschap van een straathond en heb je dan ook nog een local die het normaal vindt om daar dan ook nog een foto van te nemen?
Nog 1 foto extra van Salta park...14 jaar later..en dan op naar Buenos Aires!