Vanuit Dalat wil ik verder naar Ninh Binh.
Daarvoor rij ik eerst terug naar Nha Trang en neem daar s'avonds de trein .
Afstand zo'n 1000 km en 24 uur op de trein.
Van mijn vorige treinrit heb ik geleerd dat wagon nummer 1 de eerste is als de trein van Hanoi naar Ho Chi Minh rijdt, andersom is het de laatste wagon.
Bovendien staan in een wagon de helft van de stoelen in 1 richting , de andere in de andere richting.
Ik kies dus een plekje uit aan het raam langs de kant van de zee en vooruit rijdend.
Ik heb terug gekozen voor derde klas, een soft-seat.
Liever dat dan 24 uur opgesloten in een coupe voor 6 of 4.
Net zoals de vorige rit zijn we het station nog niet uit of er wordt al rondgereden met eten, een kwartiertje later met drinken , enzovoort.
Er is ook warm water voorzien voor wie zelf noedels wil klaarmaken.
Er zijn 2 TV's ,1 voor in iedere richting, maar het geluid staat stil.
Er zijn heel wat kinderen aan boord en die spelen zoals overal ter wereld op hun tablet.
Het is dus een levendige boel .
Tot er zo rond 9 uur voor iedereen een dekentje wordt gebracht.
Opeens wordt het muisstil en maakt iedereen zich op voor de nacht.
Iedereen zoekt een comfortabel plekje, de meeste , ook ik ,hebben 2 zetels .
Om 3 uur s'nachts stoppen we in Danang .
Geen wereldnieuws, maar vanaf hier is wagon nummer 1 opeens weer de eerste wagon, ik rij dus weer achteruit.
De rest van de rit verloopt zeer rustig, de karretjes met eten en drinken rijden weer ,maar er gaan meer mensen van de trein dan dat erbij komen en ik geniet dus van Vietnam dat aan mijn raam voorbij komt.
Toeristen komen naar Ninh Binh voor de natuur.
Er zijn hier in de verder platte omgeving mooie rivieren en rijstvelden waarin grillig gevormde en begroeide kalkrotsen staan.
Samen met de hitte die hier constant heerst heb je er het gevoel alsof je in zo'n oude chinese tekening rondwandelt.
De streek was al vaak decor voor filmopnames en het landschap is nu ook erkend als Unesco erfgoed.
Je kan hier dus met een bootje gaan varen en heel wat grotten gaan bekijken in die kalkrotsen.
Maar toch zijn hier geen Chinese toerbussen te zien , geen Russen.
De enige toeristen zijn hier westerlingen zoals ik.
Waarschijnlijk is het nu off-season, want echt te heet.
Mijn camera vasthouden gaat met moeite en soms komt de hitte zelfs door de zolen van mijn sandalen.
Ik las dus uit pure noodzaak iedere middag een siesta in.
Toch maak ik grote wandelingen en zie mooie dingen.
De natuur natuurlijk, maar ook mooie pagoda's en katholieke kerken.
De stalletjes langs de weg met de lokale specialiteit.
Geit klaargemaakt in zijn geheel, bewaard bij een minimumtemperatuur van zo'n 40 graden.
Ik bezoek de lokale markt waar de kippen , eenden, padden, vissen op een manier aan hun eind komen waar Gaia niet blij mee zou zijn.
In deze streek zou je ook hond kunnen eten,niet gezien..
Maar na een bezoek aan deze markt gaat iedereen toch voor een vegetarisch menu..
|