Wel, wel, wel! Gister maakte Yahoo bekend dat er vermoedelijk een "little something" tussen Katie Holmes en Jamie Foxx gaande is. Het nieuws op zich is misschien niet eens zo nieuwswaardig. In showbizz probeert iedereen elkaar wel eens uit, dacht ik zo. Maar wat wel degelijk de moeite waard was te lezen, waren de commentaren op betreffend nieuws. Aj boi, de rapen waren gaar!!!! Wat er allemaal niet werd gepost, naar wat de inhoud doet vermoeden, door kleurgenoten van Katie!
Die arme meid was niet jarig! Men twijfelde aan haar inschattingsvermogen, beschuldigde haar van onnozelheid en debiel gedrag en men vroeg zich veelal af of ze wel goed bij haar hoofd was. De meneer in dit verhaal waar velen van ons wel een beschuitje mee zouden willen eten, werd ervan beschuldigd een racist te zijn dus dat hij hypocriet is om nu met een blanke vrouw een relatie aan te gaan. Relatie vind ik persoonlijk een groot woord hoor, maar goed de experts weten het misschien beter.
Nu heb ik dit nooit eerder gehoord, Jamie Foxx als racist, dat is me niet bekend. Maar wat hij wel of niet is, doet er niet toe. Er schuilt in ons allen een kleine racist die al dan niet, vroeg of laat zijn tanden laat zien. Dus dat is het punt niet. Wat mij overstag deed gaan is de hysterische reactie van mensen die zich in het dagelijks leven misschien geheel anders opstellen tegenover hun medemens met een kleurtje. Want anoniem vanachter een pc tekeer gaan doet menige lafaard dagelijks. Het internet is vooral een wapen voor fletse pc gangsters die dan wel hun ware aard durven tonen.
Katie Holmes, en ik herhaal: als dit akkefietje waar is, weet waarom ze zich heeft laten bekoren door de charmes van deze zwarte man. Jamie Foxx weet waarom hij zijn charmes ten dienste zet van deze dame. Persoonlijk kreeg ik bij Katie Holmes altijd al het gevoel dat ze een beetje vaag uit haar mooie oogjes keek. Dat ze nooit door had dat ze voor Tom Cruise enkel en alleen een bevestiging was van zijn "Kijk ik ben hetero" -syndroom, is mij nog steeds een raadsel. Maar goed, een beetje zwak van zin kan maken dat je als vrouw bezwijkt voor een geflipte man die al springend op de sofa bij Oprah, zijn liefde voor jou aan de wereld kenbaar maakt. Wie herinnert zich die legendarische aflevering van Oprah niet toen mister Cruise himself als een gek tekeer ging en zich onsterfelijk belachelijk maakte op de sofa bij Oprah. Het publiek ging echter uit hun dak. Oprah lachte een beetje onthutst mee met het uitbundig gejoel en op z'n zachts gezegd, "vreemd" gedrag van mister Mission Impossible. En Katie zelf? Zij wachtte bedeesd achter de schermen totdat ze ook mee mocht gaan doen aan de poppenkast op het podium.
En een droomkoppel was een feit. Oprah gaf haar zegen, dus de wereld mocht het weten.
In de vijf jaar die volgden mochten we meekijken hoe het liefdesverhaal zich ontvouwde. Huisje, boompje, beestje, kindje. Lees: Villa, landgoed, paarden en poppetje. Een lieflijk kind werd geboren uit deze lovestory, alleen duurde het niet langer dan een lustrum. Katie werd bang van de hysterie van haar Scientology echtgenoot en gaf er de brui aan. Zo verliefd als ze waren, zo kil werd de afhandeling van alle praktische dingen achteraf. Van liefde was er geen sprake meer en Cruise was uitgesprongen of had geen sofa meer om op te springen. Een beetje teleurstellend eigenlijk, zo hoog als ie sprong bij Oprah zo laag was hij nu gevallen.
En Katie? Die bleef haar zachtzinnige zelf maar liet zich niet kisten en speelde het klaar zonder al te veel kleerscheuren deze zaak af te handelen.
En nu heeft Katie dus misschien de goed gevormde bronzen schouders van Jamie om haar klein hoofdje op te vleien. Lekker op de bank naar televisie kijken, terwijl hij haar met prachtige love songs in slaap zingt. Want dat kan hij! Love songs. . . . . . . . Hij kan nog veel meer vermoed ik, maar over zijn privé weten wij niet zoveel. Dit is de man die naar de Oscars ging met zijn dochter van twaalf. Hoe lief en teder.
Als die werkelijk een beetje zit te smoezen met Katie weten we vooralsnog niet en zo belangrijk is het ook niet. Hij mag doen wat ie wil. Alleen vraag ik me af, indien waar, wat bezielt onze Jamie? Van Katie weten we waar het haar om gaat. Of is het slechts een vermoeden van onze kant en hebben wij het aan het verkeerde eind? Misschien dat Jamie ons dat eens komt uitleggen. In kleuren en geuren graag!
Schrijven is een hobby. Ik schrijf eigenlijk al jaren in mijn brein. Fictie, realiteit, of gewoon nonsens. Het kon allemaal want niemand die mijn hersenspinsels las. Publicatie vond tot nu toe alleen plaats in mijn hoofd.
Nu ik eindelijk mijn "literaire eitjes" op jullie loslaat, blijkt het opeens niet meer zo gemakkelijk om regelmatig iets op papier te krijgen. Woorden ja, zinnen ook, maar krijg dat nu maar netjes op papier. En als dat dan toch lukt is het nog te bezien of je één of meerdere zielen kan boeien. Maar wat dan wel weer goed doet is dat er wordt gevraagd: hé je hebt een paar dagen niets op jouw blog gezet, wat gebeurt er? En dat geeft de burger moed, dat geeft voldoening en dat geeft waan! Joepi ik wordt gelezen. Daarom heb ik enorm veel bewondering voor de gezegenden onder ons, diegenen die het lukt om te boeien, ontroeren, mee te voeren met hun werk. Boek, film of muziek. Makers van al dat moois hebben een gave die de meesten onder ons ontberen. Daarom ben ik van mening dat kritiek mag, maar niet altijd moet.
Het was duur die suiker,
hoe duur, daar heb ik nog geen antwoord op. Niet na het lezen van het boek twintig jaar geleden en nu niet na het zien van de film. Maar dat het duur was daar bestaat geen twijfel over. Om dat te weten hebben we de heerlijke roman van de schrijfster en de evenzo heerlijke film van de regisseur niet nodig. Zowel boek als film zijn prachtige oeuvres.
Sinds de vertoning van de film als opening nog wel van het Nederlands filmfestival, heb ik verscheidene recensies gelezen. En er is naast lovende kritiek ook wel wat negatief gezeik geweest. Gezeik ja, want de kritiek was vooral zinloos. Ik wilde echter zelf de film zien om te kunnen oordelen en om te weten te komen of de kritiek wel gegrond was. En ik vind van niet!
"Hoe duur was de suiker" is een romantisch verhaal dat zich afspeelt tijdens de slavernij. De slavernij heeft als achtergrond van deze roman gediend. Meesterlijk geschreven en de lezer meeslepend in een verhaal dat ondanks de gruwel van die tijd, laat zien dat liefde bindt. En dat jaloezie, hoogmoedswaanzin en al die kolder alleen maar verderf zaait.
De film laat ons dat zien en op een andere manier beleven dan het boek. Een boek en een film zijn heel verschillend in die zin dat iedere lezer zijn eigen beeld vormt. Hij hoort, ziet, ruikt en voelt het verhaal op zijn eigen manier. De film daarentegen doet dat voor jou en voert je op een heel andere wijze mee. In dit geval slaagden zowel boek als film erin mij te boeien van begin tot eind.
Ik heb geen boek gelezen of film gezien die handelt over de slavernij, ik heb genoten van een prachtig verhaal. En als slavenmeesters niet zijn neergezet als de bittere koeken die ze waren, dan doet dat niets af aan de gekte van de hoofdfiguur in de film. Haar hoogmoedswaanzin, haar berekenende en vernietigende persoonlijkheid. Dat niet alle blanken in de film als barbaren zijn neergezet en dat sommigen ook mens bleken te zijn is logisch. Goede en slechte mensen zijn van alle tijden en vind je in alle windstreken. Niet alle vrijheidsstrijders in de film waren enkel op bevrijding uit. In werkelijkheid ook niet. En de redi musu's hadden ook hun twijfelachtig aandeel in het geheel. Verraders heb je ook nu nog! Maar dat alles was maar bijzaak. Hoofdzaak is dat de regisseur in navolging van de schrijfster het publiek een parel heeft geschonken.
Ik heb ervan genoten en met mij velen denk ik. Een Surinaamse roman verfilmd! Het resultaat mag er zijn. Mag ik een beetje trots zijn? Jawel!
Achteraf kostte de suiker 58 euro. Dat gaf de parkeerbon aan die we na de voorstelling op de voorruit van de auto aantroffen. Wist ik veel dat je in Nederland ook na zessen (buiten het centrum) betaald moet parkeren! Mijn vriendin die er woont wist het ook niet! Ajbaja alles heeft zijn prijs.
We kennen allemaal dat gevoel van vlinders in de buik, dat onbestemde vrolijke gevoel alsof de wereld er opeens helemaal anders uitziet en wij alles en iedereen aankunnen. Verliefdheid kan een oorzaak zijn maar ook het scoren van een baan, een onverwachte meevaller of gewoon een mooie dag.
Ongeveer mensenleven geleden waren de vlindertjes die ik voelde wel degelijk het rechtstreekse gevolg van een verliefdheid. Dat is wat ik er toentertijd van maakte. Enfin, het was in het jaar dat ik in de derde mulo zat. Derde Mulo, B richting. Dat betekent zoveel als de richting waarin de exacte vakken, de hoofdvakken waren. Dus wiskunde, natuurkunde en biologie waren de vakken waar je goed in moest zijn voor die B richting. Nu ga ik niet beweren dat ik een knobbel was in die vakken hoor, talen en relaxte vakken waren meer mijn ding, want ook voor rekenen, boekhouden en die zooi had ik een panische angst. Ik zweefde dus tussen de beide richtingen, maar had bij de overgang van tweede naar derde Mulo een voldoend gemiddelde om naar de B richting te gaan. En ik denk dat ik eerder reeds had duidelijk gemaakt dat mijn keus altijd die van mijn vader was. Bij ons thuis heerste er geen democratie, volledige dictatuur. Jij gaat naar de B richting.
Zo meteen wordt wel duidelijk waarom deze inleiding.
Ik zat dus in de derde mulo, met weinig tot geen interesse voor de exacte vakken die zo belangrijk waren voor deze specifieke geweldige richting. Dit is trouwens de richting die basis is voor een toekomstige doktersopleiding, biologie studie of wie weet wetenschapper. Uitblinken in talen en andere vakken die maar bijzaak waren hielpen niet meer. Goede cijfers moest je halen voor de hoofdvakken.
Aangezien ik niet de enige in de klas was die ergens tussen A en B richting zweefde, was er speciaal voor de niet wiskunde knobbels onder ons een bijles in wiskunde georganiseerd. Wij moesten elke maandagmiddag naar school voor twee uurtjes bijles. Kwestie van de hersenen net zo lang pijnigen totdat ze automatisch wiskunde formules zouden beginnen te kraken. Niet zo een slecht idee bleek, want bij de eerstvolgende repetitie na ongeveer een maand bijles, scoorde ik een heuse zes voor dat vak.
Mijn vreugde kende geen grenzen, zou het toch nog mogelijk zijn? Dat ik opeens wetenschap zou kunnen toepassen?
Blij gestemd ging ik naar de wiskunde les, trouwens weer een naschoolse activiteit die ik alleen maar kon toejuichen. ' S middags naar school, voordat de les begon een beetje staan kletsen voor de school, een kwartiertje pauze waarin we warme teloh gingen halen bij maè aan de Rust en Vredestraat.
Terug naar de les. Ik lette op, want die zes had me echt spirit gegeven. En het ging goed totdat het meisje dat naast me zat, me erop attendeerde dat een jongen uit de klas steeds naar me zat te gluren. Lydia had al een vriendje dus zij wist wanneer een jongen gluurde. Twijfel was niet mogelijk, Jerry gluurde. Nu was Jerry niet een jongen die me eerder was opgevallen en als dat al zo was, dan was het om het feit dat ik vond dat zijn haargroei te ver naar achter begon. Hij had volgens mij dus een voorhoofd dat een tikkeltje te groot was. Maar ja in biologie was ik niet zo goed, dus misschien zag ik het verkeerd. Nu hij echter interesse toonde in mijn persoontje was zijn haarlijn precies waar het moest zijn. Geen groot voorhoofd dus.
De belangstelling werd wederzijds en voortaan volgde ik de les nog maar met een half oog en oor. De andere helft van die zintuigen waren geheel en al gericht op de capriolen van Jerry.
De jongens zaten allemaal achterin de klas en de meisjes voorin. Daardoor moest ik, wilde ik Jerry in het vizier houden, steeds achterom kijken. Niet gemakkelijk dus besloot ik voortaan half gekeerd in mijn bank de les te volgen. Zolang de juf er niets van zei ging ik ongestoord mijn gang. Hij gluurde, ik gluurde maar verder gebeurde er niets. In die tijd durfde je nog niet zoveel. Ik werd door de meisjes die inmiddels op de hoogte waren van de wederzijdse belangstelling, opgehitst om de eerste stap te zetten. Daar was ik echter niet flink genoeg voor, dus bleef het bij kijken en giechelen. Totdat ik met een geniaal plan kwam. Ik zou mijn charmes in het offensief gooien. Dan zou die jongen toch echt wel de stap wagen? Want zo vlotte het natuurlijk niet.
In die tijd waren wat nu halter tops heten, erg in de mode. Zo een bloesje met een open rug. De "opo baka". Daar had ik een paar van, maar die mocht ik natuurlijk niet naar school aandoen. Mijn plan was om mijn "opo baka" aan te doen bij de eerstvolgende les. Probleem was, hoe ga je met dat ding van huis! Ik lichtte Lydia dus in van mijn voornemen en zij opperde het bloesje gewoon in mijn tas mee te nemen naar school, voordat de les begon me even in het toilet om te kleden en na de les hetzelfde te doen. Leek mij een fantastisch idee. Het hele weekend op van de zenuwen, de maandag kon voor mij niet snel genoeg gaan, want 's middags was het les!
Ik werd zoals gewoonlijk door mijn moeder op school afgezet die middag. Ik vloog naar het toilet, kleedde mij om en ging gloeiend van trots naar de klas! Ik ging naar mijn plaats en vandaag zou ik normaal in de bank zitten. Zo kon die jongen tenminste mijn blote rug bewonderen. Charme offensief op hoog niveau. Zijn vrienden waren er al, maar van Jerry geen spoor. De les begon. Na een kwartier was het wel duidelijk, hij zou niet komen. De pauze kon me gestolen worden, teloh was niet lekker en ik was niet te genieten. Niet in het minst om het geplaag van mijn vriendinnen over het feit dat alle moeite voor niets was geweest. Volgende keer beter.
Nou ja het einde van de wereld was het niet. Inderdaad ik kon het een volgende keer weer proberen. Alleen zou er geen volgende keer zijn, want door alle teleurstelling en spanning van de middag vergat ik mij om te kleden! Daar stond ik mijn moeder op te wachten in mijn haltertje! Ik werd mij pijnlijk bewust van die blote rug toen ik haar blik zag! Die vrouw kreeg bijna een beroerte. En ik? Ik kreeg geen beroerte, maar een pijnlijke rug hield ik wel over aan dat avontuur. Die vlinders in mijn buik stierven een gewisse dood en de volgende dag op school zag ik duidelijk dat ik gelijk had. Jerry zijn haarlijn begon inderdaad veel te ver.
In het kader van uniforme wetten en regels die de Europese Unie van haar lidstaten eist, geeft België nu ook rijbewijzen uit in bankpasjesformaat. Tot voor kort werd ik daar warm noch koud van. Het oud afzichtelijk maxi model dat eerder aan een handharmonica doet denken, was voor mij even goed. Daar kwam laatst wel verandering in. En wel toen mijn jongste zijn rijbewijs haalde en gelijk naar de Commune, de Gemeente dus, wilde om zijn pasje op te halen. Wachten tot morgen kon natuurlijk niet. Nee, nu meteen het bewijs van zijn vrijheid ophalen. Dat wilde hij. En dat deed hij. Zo trots als een dronken pauw kwam hij even later thuis om zijn brevet van rijden te tonen.
En toen, pats boem wilde ik het oude maxi exemplaar van mij niet meer. Nee ik zou en moest zo een trendy, flashy creditkaart geval in mijn bezit. De oude had ik al 17 jaar want het was voor onbepaalde tijd uitgegeven. Ik kon het houden tot mijn laatste dag. Maar men màg wel een nieuwe aanvragen. En dan krijg je dat kleine exemplaar, handig voor in de portefeuille en gewoon leuk om te hebben. Tenminste volgens mijn simpel brein hoor. Dus het hebzucht duiveltje nam me helemaal in zijn (haar) bezit. Ik denk dat duiveltjes vrouwelijk zijn, maar ik kan me natuurlijk vergissen.
Goed. De volgende dag ging ik zo vroeg mogelijk naar de Commune om mijn oud rijbewijs in te wisselen voor een nieuw exemplaar. De mevrouw bij wie ik mijn aanvraag deed, vroeg naar mijn identiteitskaart, want rijbewijs en identiteitskaart worden identiek beslagen. Ik keek haar aan want ik vertsta voor alsnog geen Chinees. Toen ze doorhad dat ik haar niet begreep legde ze in gewone mensentaal uit dat de indentiteitskaart wordt gebruikt om het nieuwe rijbewijs te maken. Men gebruikte daarbij dezelfde foto. En nu komt het! Aangezien mijn identiteitskaart binnenkort vernieuwd moest worden, was het beter te wachten en zodoende kon ik dan beide documenten tegelijkertijd vernieuwen. De foto op mijn identiteitskaart was trouwens vijf jaar oud en dan zou op mijn rijbewijs een oude foto komen te staan. Want ik ben nu vijf jaar ouder. Geen nood, ik zei dus over twee maanden terug te zullen komen.
In de auto dacht ik, nou niet alleen geen trendy rijbewijs, maar ook nog gewoon sterk verouderd. Nu zou ik als ik de betreffende dame willekeurig ergens was tegengekomen niet denken dat ze nog aan het beroepsgebeuren meedeed. Eerder ver de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd, maar goed die mevrouw doet ook maar haar werk. Maar toch, het rijbewijs dat ik op dat moment had, kreeg ik ook zeventien jaar geleden en daar prijkt ook een antieke foto op. Ik herken mezelf niet eens op dat exemplaar. Dus hoezo foto van vijf jaar terug is verouderd? Begrijpe wie begrijpen kan.
Vorige week, twee maanden later, kreeg ik in de brievenbus de verlossende brief! Ik mocht langs gaan om mijn identiteitskaart te vervangen. Met medeneming van een recente pasfoto die voldoet aan de Europese maatstaven . . . blablabla. Dat was allemaal niet belangrijk. Ik zou dus eindelijk mijn mini rijbewijs kunnen aanvragen. Ik stap goed gehumeurd het kantoor binnen. Mevrouw "u bent vijf jaar ouder", zat achter haar bureau en ik werd aangesproken door een collega die de laatste keer dat ik daar was niet aanwezig was. Deze mevrouw gaat over identiteitskaarten en de anderen madame over de rijbewijzen. Ik gaf mijn oproep brief, een recente foto zoals gevraagd en ik vroeg als ik ook meteen een aanvraag kon doen voor een nieuw rijbewijs. Mevrouw "rijbewijs" stond kordaat op en liep naar de balie. "Hebt u een recente pasfoto bij" vroeg ze heel hautain. "Oh ja", zegt haar collega. "Die heb ik hier", en ze liep naar haar bureau. Zij riep mijn dossier in het systeem op en begon te doen wat nodig is om een aanvraag voor een nieuwe identiteitskaart in te voeren. Na even bezig te zijn geweest gaf ze aan dat alles geregeld was en dat ik over een weekje mijn nieuwe identiteitskaart en rijbewijs mocht ophalen. "Hoezo?" vraagt mevrouw "Rijbewijs" . Je moet die recente foto scannen, want die andere is verouderd! Ze gilde nog net niet.
Nee hoor antwoordt haar collega, kijk maar. En ze keert het scherm van haar pc resoluut zodat zowel haar collega als ik konden zien hoe ik er vijf jaar geleden uitzag. Die mevrouw is totaal niet veranderd. Ik gebruik dezelfde foto. Ook een mannelijke collega die zich tot dan nergens mee had bemoeid, keek mee en gromde: "Nee die mevrouw is niet veranderd. Waarom een nieuwe foto? Moeilijk doen om niets". En hij ging door met zijn werk.
Irritatie bij mevrouw "Rijbewijs". Maar ze slikte haar ongenoegen en werkte verwoed verder. Hahahaha, ik kan jullie zeggen ik voelde me groeien daar bij de balie. er kwam zeker 5 centimeter bij. Niet alleen omdat ik mijn nieuw rijbewijs eindelijk zou krijgen , maar meer nog omdat ik niet was verouderd!
Ik zal natuurlijk nooit weten of die mevrouw gewoon geen zin had om de recente foto te scannen, maar dat is niet belangrijk!
Ik was volgens haar niet verouderd! Basta! De spiegel vertelt natuurlijk een ander verhaal en spiegels liegen nooit. Maar een beetje egotrippen mag wel. En een kleine overwinning mag ook. Ik verliet het kantoor bijna fluitend!
Ik ben sinds vanmorgen de trotse bezitter van een nagelnieuw, trendy mini rijbewijs en voor de komende tien jaar ben ik vijf jaar jonger daarop. Rijbewijzen geven ze niet meer voor onbepaalde tijd in België, dus over tien jaar mag ik gaan vernieuwen, maar dan is die draak allang met pensioen . . . . . of toch niet? Misschien is ze wel vijf jaar jonger als ik! Zal ik tegen die tijd dezelfde foto proberen? Overdrijven is ook een kunst.
Ik kan niet wachten tot de eerstvolgende politiecontrole, kan ik trots mijn rijpasje laten zien. Och arme, waar een kind al niet blij van kan worden!
Aan de Zwartenhovenbrugstraat dichtbij de kruising met de Keizerstraat stond zo een veertig jaar geleden de Nola Hatterman school. Voorloper van wat nu het Nola Hatterman Instituut of kunstacademie is. Nola Hatterman. Velen die in de jaren 60/70 zijn opgegroeid in Suriname kennen deze kunstenares die met een hart voor kunst en Suriname heel veel talent, ontluikend of bestaand heeft gestimuleerd om kunst te beleven, scheppen en uit te dragen.
Ik heb Nola niet alleen gekend als die mevrouw die altijd met haar flaphoed heel statig door de straten van Paramaribo struinde of soms ook op de fiets door de stad reed. Ik ben één van haar leerlingen geweest op de tekenschool daar aan de Zwartenhovenbrugstraat. De school was ondergebracht op de bovenverdieping van een gebouw naast Familystore en aan de overkant van Apotheek Ligeon. Naast apotheek Ligeon was er een restaurant waar er heerlijk Javaans eten te krijgen was. Daar kom ik later op terug!
Nu bezocht ik de tekenschool niet omdat er bij mij enig tekentalent aan het ontluiken was, verre van. Mijn tekenkunsten kwamen niet verder dan de vaardigheid om met weinig fantasie een paar lijnen op papier te zetten. Lood en papier zouden nooit mijn vrienden worden, maar de tekenles op school was de les waarbij je het minst hoefde op te letten en tenminste een zes was zo verdiend.
Anders was dat als je de tekenschool van Nola Hatterman bezocht, daar moest je wel van enig tekentalent getuigen. Nu heb ik al gezegd dat ik geen talent, aanleg of zelfs interesse had voor tekenen, maar als je thuis het enige kind bent, dan is alle aandacht op jou gericht. Dat en het feit dat mijn vader bepaalde ideeën had over wat er allemaal hoorde bij een gedegen opvoeding en vorming. Niets mis mee, ik ben die man nog steeds dankbaar voor alles dat ik als kind mocht meemaken en doen. Maar vaak had je geen inspraak. Correctie: je had nooit inspraak. Dus: " Vanaf volgende week ga je naar tekenles", duldde geen tegenspraak. In ieder geval betekende elke activiteit na school, contact met leeftijdgenoten en daar ging het er bij mij om, want een huis met één kind is leeg.
Ik kwam dus terecht tussen 12 en 13-jarigen die konden tekenen. Oh jéééé, daar zat ik nu elke dinsdag- en donderdagmiddag braaf de stillevens die ons werden voorgezet na te tekenen, maar echt het leek nergens op en het zou nooit iets worden. Maar ik zou mezelf niet zijn als ik al niet gauw in de groep een paar "lotgenoten", lees anderen die ook niet konden tekenen, ontdekte. We vormden al gauw een groepje van 8 die het heel goed met elkaar konden vinden. Trouwens wat wij op onze tekenvellen neerzetten was al voldoende stof tot hilariteit.
De pauzes waren pas gezellig, daar keken we naar uit want als je al niet geweldig tekende zou je tijdens de les de andere ontluikende kunstenaars toch niet zitten storen, zoveel beschaving en begrip konden we wel opbrengen. Maar dan kom je in de pauze natuurlijk helemaal los. Eerst stonden wij tijdens de pauze op het balkon, wat zicht gaf op het voorbij rijdende verkeer. Suriname kende toen nog geen druk verkeer, een file was onbestaande dus drie auto's en twee bromfietsers die bij het stoplicht voorgesorteerd stonden telkens het verkeerslicht op rood stond, was ook niet bepaald spannend. Het restaurant aan de overkant lonkte. Ik wierp me op als durfal en vroeg aan de tekenleraar of wij tijdens de pauze niet naar de overkant mochten. Het mocht als we voorzichtig de weg overstaken en op tijd terug zouden zijn.
In de pauze gingen wij voortaan dus naar het restaurant aan de overkant. Eerst ongewild de geur van Criolin opsnuiven, want dat werd bij de apotheek gebruikt om de boel ontsmet en kraaknet te houden, maar bij het binnenstappen van het restaurant vergat je die indringende geur van even daarvoor, meteen. Het rook er niet alleen heerlijk, ook het eten was switi.
Twee keer per week kregen deze mensen dus een groepje giechelende in hun ogen vervelende pubers over de vloer. Maar wij waren heuse klanten want wij gaven echt wel wat zakgeld uit daar. Dat maakte echter niet zoveel uit blijkens de steeds zuurdere gezichten waarmee we werden ontvangen op onze wekelijkse bezoekjes. Daar stoorden wij ons niet aan, integendeel. Wij waren belangrijk genoeg om de chagrijn van die mensen uit te lokken en dat gaf een onbestemd gevoel van macht. Als je twaalf bent denk je de wijsheid in pacht te hebben. Ik vooral, met mijn in elkaar geknutselde filosofiên meende alles heel goed te kunnen uitleggen. Dus als groep voelden we ons sterk genoeg om die norse mensen te trotseren.
Dat ging weken door en op gegeven moment was de spanning echt te snijden, tastbaar was bijna die vijandigheid waarmee we werden weggekeken. Terwijl we niets anders deden dan zorgeloos puber zijn! En het is niet alsof we andere klanten stoorden of verdreven want zoveel volk kwam er echt niet over de vloer. Maar de bekende druppel zat er onmiskenbaar aan te komen.
Donderdagmiddag. Tekenles. Pauze. Naar de overkant. Twee van ons gaan bestellen. Bij de bestelling gaat er iets fout want als we worden bediend blijkt één van de drie saotos geen ei te hebben. Dat was wel besteld. Enfin we zullen die mensen niet nog meer irriteren dus besluit ik mijn ei te delen met diegene zonder ei. We zien er ook vanaf naar een mes te vragen, want we zouden waarschijnlijk een steekverwonding oplopen als we dat durfden vragen. Dus wat te doen. Iemand opperde om het ei gewoon met een lepel te delen. Geen slecht idee en zeker niet moeilijk toch? Ik zet het ei op een schotel doe een poging te snijden met een lepel, maar het ei dacht er anders over en vloog met een rotvaart van de tafel over de vloer en bleef als een tol ronddraaien. De hilariteit dat dat bij ons teweegbracht! We waren niet te stuiten. Als je het leest is het niet eens zo grappig maar maak dat mee als je wereld nog niet heel erg groot is en je van zorgen helemaal geen weet hebt. Dan kan een vliegend ei onweerstaanbaar op jouw lachspieren werken ja.
We waren zo opgegaan in het vliegende ei, dat geen van ons had gemerkt dat iemand van het restaurant naar onze tafel was gelopen. Toen we dat merkten, werd het ijzig stil. Die man stond echt op barsten. Gaan jullie weg, jullie hoeven niet meer hier te komen. Un gwe, altijd bari lafu, bari lafu. No kon moro! Ik dacht deze man is knetter, we hebben net 40 gulden aan zuur bijelkaar gespaarde zakcenten uitgegeven en we moeten weg? Nee, nee ik voelde me wel geïntimideerd door zijn persoontje, maar liet dat niet merken. Ik maakte hem dus duidelijk dat we eerst zouden eten en dan pas weggingen, want we hadden betaald en het was ons eten. Hij keek me aan, ik keek terug, die jeugdpuistjes op mijn neus jeukten baldadig. Van de spanning denk ik, maar ik gaf niet toe. Geen vin verroerend bleef ik hem aankijken en uiteindelijk zei hij: laatste keer. Dan un no kon moro.
Wij hebben nog voor een laatste keer genoten van dat lekkere eten weliswaar in mineurstemming want weggejaagd worden overkomt je niet elke dag en zeker niet om zoiets onschuldigs als vrolijkheid. Bij het naar buiten gaan zagen we dat ei verpletterd op de vloer. Brullend van het lachen strompelden we de zaak uit. Un no go nooit moro!
Die zuurpruimen moeten het naderhand wel erg hebben gevonden dat wij niet meer over de vloer kwamen, want ondanks ons "irritant" gedrag verdienden ze toch wel een paar vrolijke centjes aan ons. En wij? Twee weken duurde onze weemoed, want net om de hoek van de Zwartenhovenbrugstraat en Keizerstraat, was er een groezelig Chinees restaurant! Hahahaha, Omu bleek toleranter. . . . . we waren welkom!
Gisteravond waande ik me een echte schrijfster, had volgens mij inspiratie en besloot dat op papier te zetten. Mijn verhaal was af, de oorspronkelijke titel was De galerij. Nog even nalezen, zoals het een echte schrijfster betaamt en dan op de blog plaatsen. Ik drukte op de desbetreffende knop. . . . . . . wit scherm. . . . . wit scherm en toen niets meer! Ik dacht dit kan niet, ik zal mijn pennenvrucht wel terug vinden, maar oh ijdele hoop. Niets dan maar ook niets vond ik terug. Enkele tellen later kwam ik erachter dat Wifi het even had laten afweten mijn verhaal doolt nu dus ergens in cyberspace. Geen nood ik probeer het nu weer.
De Galerij dus. Als kind bracht ik de vakanties vaak door bij mijn grootmoeder. Een schat van een vrouw, maar dat zijn de meeste oma's, alleen was deze een echte schat. Zachtmoedig, heeft haar stem in de 35 jaar dat ik haar heb gekend precies 2 keer tegen mij verheven. En ik verdiende dat wel vaker, maar oma schoot niet makkelijk uit haar slof.
Ook niet tijdens de vakanties wanneer ze haar 18 kleinkinderen te logeren had. Ja die logeerpartijen waren een feest. Voor ons de nichtjes en neefjes zeker. Ik weet niet of oma er ook zo over dacht. Aan ruimte geen gebrek, dat was er genoeg, want oma woonde in een groot houten huis op lage stenen steunen (stonfutus), zoals je er in het Suriname van toen veel had. Heel groot erf met veel vruchtbomen, spelen kon je daar naar hartelust.
Was het overdag al leuk, 's avonds begon de pret pas. Bij oma thuis was er toen we klein waren nog geen televisie. En we waren natuurlijk ook niet vanaf het begin met achttien. De groep groeide wel gestaag, maar in het begin toen ik een jaar of 8 was, moesten we met zn tienen zijn denk ik.
Op de galerij, die over de hele breedte van het huis liep stond er een houten bank of canapé. Galerij, canapé, voorzaal, kokekraam, botterali, allemaal typisch Surinaamse woorden die het hebben verloren van de vernieuwing waar het taalgebruik iedere dag aan onderhevig is. De galerij heet nu veranda of balkon. De voorzaal heeft stand gehouden want ook nu nog is de voorkamer onbestaande in het Surinaams Nederlands. Moderne huizen worden niet meer voorzien van een kokekraam en ik weet niet zo goed meer wàt de botterali nu precies was.
Goed, zo gauw wij waren gebaad en hadden gegeten begon de race naar de galerij want iedereen wilde op de canapé. Natuurlijk kon niet iedereen een plaatsje bemachtigen, dus de rest moest maar genoegen nemen met de vloer. Hoe of zo'n avond ook begon, het eindigde steevast met één of ander spookverhaal of in ieder geval een verhaal waardoor jouw haren overeind gingen staan. Bang hoefden we niet te zijn, want we waren met genoeg, maar bang waren we toch. Ik in ieder geval, alleen ging ik nog liever dood dan dat toegeven.
Het was op één zo een avond dat een buur-jongen en -meisje, broer en zus, besloten ons de daver op het lijf te jagen. We waren weer bezig met ons vast ritueel van verhalen die over alles en niets gingen. Maar het huiver gehalte was zoals altijd onmiskenbaar aanwezig. Ik weet met de beste wil nu niet meer waar het allemaal over ging die bewuste avond, maar één van de onderwerpen was wel meneer Wim die achterop woonde, op het erf dat grensde aan dat van oma. Meneer Wim was een eenzaat, een goede ziel waar verder niemand last van had. Hij kwam soms een praatje maken met oma of bij de buren, en ging dan terug naar zijn huis dat trouwens overwoekerd werd door onkruid. Zijn erf was onbegaanbaar en hoe hij daar in dat huis overleefde was voor een ieder een raadsel. Voor ons kinderen niet alleen een raadsel maar ook een bron van fantasie. Die arme man was in ons brein iets of iemand waar we bang van moesten zijn en geloof me dat was ook echt het geval. Zeker omdat we hem wel vaker in onderbroek zagen dolen in zijn privé jungle. En natuurlijk vonden we of zagen dat die man zijn ogen bloeddoorlopen waren!
De huiver zat er dus al zo' n beetje in, toen een paar van ons die op de vloer zaten opeens opsprongen! Ik zat ook op de vloer en ik kan je zeggen als je opeens iets in je zitvlak voelt prikken terwijl je naar één of ander spookverhaal luistert, dan slaat de paniek wel toe. We stoven uit mekaar en renden gillend de voorzaal in. Wie niet op de vloer zat wilde het niet geloven, de "vloerzitters"stelden zich aan. Totdat we naast het huis een gegiechel hoorden. Die twee van naast waren onder de galerij gekropen en hadden met printa's (dunne stokjes) door de vloernaden in ons achterwerk geprikt. Het is maar dat ze hun lachen niet konden inhouden, waardoor wij erachter kwamen. Want voor mij stond vast dat het een of ander spook was, of die asema waar we het vaak genoeg ook over hadden of meneer Wim natuurlijk, van wie we overtuigd waren dat hij meer spook dan mens was. Want bloeddoorlopen ogen, die hebben normale mensen niet.
Ik nam me plechtig voor mijn plas maar tot de volgende ochtend op te houden, want in mijn eentje op de nachtemmer een plasje gaan doen zat er niet in, No way! Practical joke of niet, ik nam het zekere voor het onzekere.
Om de zoveel tijd krijg ik een soort van winti om als een wervelwind, een draaiende winti dus, door het huis te gaan en alles dat ik op zijn minst 6 maanden niet onder ogen heb gehad, richting vuilnisbak te pleuren. Dit tot groot protest van mijn huisgenoten die doodsbang zijn van deze vlagen. Zij weten uit ervaring dat ze er bekaaid van af kunnen komen als ik de klus in mijn eentje klaar.
Mij werd dus spontaan helpende handen aangeboden, ook al gebeurde dit niet van harte. Een zonnige zaterdag met een geflipte moeder op zolder. Je hebt als twintiger wel wat beters te doen. Maar zij dachten zeker, liever erbij zijn dan later met lede ogen de schade te moeten opmaken.
Nou moet ik zeggen dat vroeger toen mijn kerels nog ukkies waren, zij helemaal geen inbreng hadden in wat weg kon en wat niet. Ik kan me wel de mistroostige gezichten herinneren wanneer ik heel voldaan een volgeladen doos bij het schroot zette. Vroeger kwam mijn "opruimbakru" veel vaker dan nu op bezoek. Ik denk dat ie nu samen met mij aan t verouderen is, dus hij doet t ook rustig aan.
Enfin wij dus met zijn drieën op die hete zolder aan het sorteren, discussiëren, en kibbelen want volgens mij mocht 90 procent van de verzamelde rommel weg, maar néééééé die kabel waarvan de eigenaar zelf niet weet waarvoor t te gebruiken is, mag, kàn niet weg. En al die playstation spelletjes die de laatste drie jaren geen console meer hebben gezien mogen niet weg, een zak met knikkers die 14 jaar geleden op het schoolerf was buitgemaakt kon absoluut niet weg. Fa dan? Na die buit was mijn jongste de held van die bewuste schoolpauze. Dat is in zijn geheugen gegrifd en daar herinnert, deze mij nietszeggende bokaal knikkers hem aan.
Alle protesten ten spijt, ga ik onverdroten verder. Een enkel prulletje ontsnapt aan mijn op dreef geraakte drang tot weggooien. Na een dikke twee uur, keek ik tevreden rond en zei dat t wel genoeg was zo. Tenminste voor toen. Ze mochten dus hetgeen we samen verzameld hadden definitief wegdoen. Ik bleef nog even boven om alles netjes af te werken. Opeens hoorde ik geproest en gestommel op de trap, gierend kwamen die twee loka's weer naar boven met de laatste doos. Helemaal boven, uit het oog springend lag daar een krokodil die volgens pa absoluut niet weggegooid mocht worden. Op mijn vraag waarom niet, kreeg ik als antwoord dat papa zei meneer krokodil ooit eens met Kerst onder de boom te hebben gezet voor één van de twee. Geen van beiden konden het zich herinneren, ik ook niet. Maar goed als pa het zich herinnert dan heb ik mij daar maar bij neer te leggen. Want zulke details herinnert hij zich niet vaak. Hier werd dus historie geschreven!
Dus meneer krokodil bleef op zolder, voor nu, want wie wil nou de krokodillentranen van pa zien.
Bij de volgende opruim woede gaat ie helemaal onderin de doos.
De mooie recentelijk gerenoveerde bakkerij van Fernandes aan de Kernkampweg is een trekpleister. Mij trekt het in ieder geval wel. Een trip naar de Kernkampweg brengt altijd heel wat nostalgie teweeg. Vroeger was de bakkerij een Sodafoutain en heette volgens mij Country Sodafountain of zo iets. Ze hadden er van die draaikrukken en het interieur was echt sixties stijl, trouwens ik hèb het over de jaren zestig of misschien nog heel even in zeventig. Heerlijke Ice-cream soda kon je er krijgen. Nog niet in een plastic beker, nee mang in van die heuse stevige "hofglazen". Rode soft met vanille ijs. Tenminste zo maak ik het nu als ik in Su ben. Weet echt niet of dat ook de samenstelling was die je bij Country Sodafountain kreeg maar even lekker is mijn versie toch wel. Ik denk dat zij cola stroop, sodawater en vanille ijs gebruikten. Enfin switie was het in ieder geval wel.
Maar nu is het dus Fernandes bakkerij. En ik ging er laatst niet voor ice-cream soda. Ik had trek in vleesbroodjes die weten ze ook te maken daar bij Fernandes, dus ik ernaar toe. Moeilijk parkeerplek vinden hoor want tegen 17.00 uur halen de meeste mensen hun brood en gebak. Enfin om de bocht vond ik nog een plekje op het trottoir, ja wat wil je parkeerplaats no deh dus tegen beter weten in ook maar inschuiven.
Ik trek een nummertje 43. De teller hoog, goed zichtbaar aan de muur geeft aan 39. Ik kijk rond, geniet van de sfeer: geur van warm brood, die heerlijke krentenbollen op de plank die naar me lonken en gewoon de gezellige drukte die er heerst. Waar ik na de vakantie naartoe terug ga is het niet zo gezellig bij de bakker. Lekker brood of niet. Maar djaso a san gezellig echt.
De teller geeft aan 43. Oh dat ben ik. Tussen wijs en middenvinger houd ik mijn nummertje. Ja het is werkelijk aan mij. Maar dat is buiten de waard gerekend van die meneer die zowaar buiten adem staat te wapperen met nummer 41. "Ik had niet opgelet", kreunt meneer 41 bijna. Ik volg die tori op de voet, want ik ben aan de beurt. Wat echter in mijn nadeel speelt is dat nummer 41 en de winkeljuffrouw op elkaar lijken. En ik lijk niet op hen. Dat kan in Sranan van levensbelang zijn, maar nee nu gaat t gewoon over wie aan de beurt is om brood te halen. Winkeljuffrouw kijkt me aan en de twijfel bij haar is groot. Wat zal ze doen.
Kostbare seconden gaan voorbij terwijl de teller voort tikt en haar collega's steeds meer vleesbroodjes aan andere klanten verkopen. Ik wordt zenuwachtig dus zet mijn beste "en nu moet 't gedaan zijn" gezicht op. Winkeljuf kiest het zekere voor 't onzekere en zegt aan meneer 41, ik ga eerst deze dame helpen en dan bent u aan de beurt. 41 keek verongelijkt, maar berustte zich in zijn lot. Eindelijk! Vier vleesbroodjes alstublieft? Oh. . . . geen vleesbroodjes meer. Als ik die kloot voor had laten gaan dan kon ik nu schrijven hoe ik van die vleesbroodjes heb gesmuld. Maar het had die bewuste dag niet mogen zijn. Orde en regelmaat is maar al te vaak een euvel in Sranan.
Maar 't komt goed. Een hoog aan de muur geplaatste teller, het personeel dat daarbij uit volle borst laat horen wat de teller aangeeft. . . . . nu nog de klanten die bij de les moeten blijven!
De volgende dag waren die vleesbroodjes wel lekker hoor! Ik was nummer 2. Mi no tek kans tog!
Hoi toekomstige bloggers kom op lees niet alleen mee, maar reageer, geef de link door aan anderen waarvan je denkt dat ze wel mee zouden willen doen en laten we er samen een leuke boel van maken. Schroom niet jouw stem te laten horen of jouw mening te geven over een artikeltje. Niet alleen mijn gastenboek maar ook het forum staat tot ieders beschikking. Un no frede jere!
Bij mijn laatste bezoek aan Suriname, ons geliefd Su overkwam mij bij vertrek op Zanderij iets grappigs. Op het moment zelf kon ik er in eerste instantie niet om lachen en dreigde mijn reeds aangebrande stemming te verzuren, maar enkele tellen later en nu, kan ik er wel om lachen.
Ik was dus reeds door de hele mangel van inchecken heen, stond geduldig in de rij die ons leidt naar de bagage controle compleet met "echomachine", zo noem ik dat apparaat. De "echocontrole" was welgeteld met één meneer bemand, die zijn werk ook heel serieus en secuur deed. Gevolg een langzaam zich voort slepende rij van mensen die toch al balen dat ze terug moesten na een fantastische Carifesta vakantie. Onderweg naar de echo toch nog een stop. Na bij de incheckbalie reeds te zijn gecontroleerd op het niet hebben van meer dan 12 kilo handbagage, worden wij wederom onderworpen aan een bagagecheck. Tussen incheckbalie en vertrekhal zou je nog even snel een bos groene bananen kunnen wegstoppen in jouw trolley toch?
Toen ik aan de beurt was keek de meneer belast met deze taak me heel vrolijk aan en vroeg of ik op weg was naar huis? Ja antwoordde ik waarheidsgetrouw. Maar voegde eraan toe, ik ben op weg naar huis maar hier is thuis. Oh nee nee blafte die heer me nog net niet af, zwaaiend met mijn paspoort duidde hij aan op de eerste pagina. " U hebt de Nederlandse nationaliteit, dus u bent geen Surinaamse meer". En dat had ie niet moeten zeggen, want alle Surinaamse bakru's , jorka's en leba's zo die mogen bestaan klommen vanuit mijn ondrofutu en vonden hun weg naar mijn hersenpan, rechterhelft wel te verstaan.
Ik vroeg aan dat heerschap wie er nou voor mij bepaalt wat of wie ik ben. Of hij sowieso bevoegd is me mijn geboorterecht af te nemen. Ja op pagina 1 van dat boekje staat inderdaad aangegeven: Nationaliteit Nederlandse. Maar belangrijker dan dat staat ook aangegeven: Geboorteplaats: Paramaribo Suriname. En dat lieve mensen is wat ik koester, waar of ik me ook bevind. Geboorteplaats: Switie Sranan. Komt nog bij kijken dat ik nooit in Nederland heb gewoond!
Wij van voor 1975, waren met zn allen Nederlandse staatsburgers. Daar waren bepaalde "privileges" aan verbonden. Zoals de mogelijkheid om de Nederlandse nationaliteit te behouden of indien je op 25 november 1975 automatisch Surinamer werd, altijd de mogelijkheid bestond om na een x aantal jaren op Nederlands grondgebied te hebben gewoond wederom te opteren voor de Nederlandse nationaliteit. Het laatste is waarvoor ik koos, waardoor ik nu een bij de hand heerschap voor me kreeg die met mijn paspoort stond te wapperen om me te vertellen dat ik geen Surinamer ben.
Ik zag de pretlichtjes in zijn ogen nog net op tijd. Dus ik sommeerde die bakru's leba's en jorka's terug naar mijn hielen en herinnerde hem vriendelijk eraan dat hij dankzij ons, de niet Surinamers wel te verstaan, daar stond om ons op over kilootjes te betrappen. Hij kon er wel om lachen. Want dat kunnen mijn landgenoten heel goed, lachen. Niet om hun eigen stommiteiten dat niet, liever om dat van anderen. En ja in mijn beleving blijven het mijn landgenoten. Ik voel met geen ander volk ter wereld die verbondenheid die ik voel met de mensen uit het land waar ik geboren ben. Oh mi Gado maar wat kunnen ze vervelend zijn die kondremans. En veel genegenheid kunnen ze ook al niet opbrengen voor ons die niet op Surinaamse bodem Surinamer zijn.
Dat drukt mijn pret niet! Ik ga wanneer ik wil, ik ben Surinaamse en niemand bepaalt anders; Kon law!
En by the way: deze "scherpe" actie van die meneer was eigenlijk een zijspoor, hij zou toch wel graag een wijntje met me willen drinken volgende keer als ik in mijn geboorteland ben. Toch wel origineel niet? Zeker als je bedenkt dat ik zijn mamma kon zijn. Met gemak. . . . .
De meesten onder ons zeggen of denken er veel te hebben, velen hebben op zn minst een paar en weer enkelen hebben weinig of geen.
Ik heb het over hetgeen men in onder andere de psychologie zéér belangrijk vindt. Het hebben van vrienden. Een ieder van ons zal al gauw toegeven dat vriendschap heel belangrijk is in een mensenleven. Al vanaf kleins is het hebben van vriendjes op school een must. Pubertijd, adolescentie, onze eerste stappen in de grote boze wereld, allemaal fasen in ons leven waarbij het hebben van vrienden essentieel is.
Maar wat is vriendschap eigenlijk. Voor een ieder anders definieerbaar? Of bestaat er een universele definitie voor vriendschap?
In Suriname zegt men "langa libi langa sji sani", hetgeen zoveel betekent als: "hoe ouder je wordt hoe meer je van het leven ziet". Niets is minder waar. Ik vertaal het eerder als "door schade en schande wordt men wijs". Ik ben nu langer dan een halve eeuw op deze heerlijke aardbol, dus heb reeds het een en ander meegemaakt. Zeker voor wat betreft vrienden. Nu moet ik voorop stellen dat dit geen huili huili verhaal wordt van "ooooooh wat ben ik ontgoocheld ". Het tegendeel is waar. Ontgoocheling, woede, wrevel, teleurstelling en al die knagende gevoelens die verraad des vrienden met zich mee kan brengen, heb ik reeds lang achter me gelaten. Ik heb mij een denkbeeldige afstandsbediening aangeschaft en daarmee heb ik een ieder, maar dan ook een ieder die geen positieve bijdrage levert of kan leveren aan mijn kostbare leventje, weg gezapt! Jawel en geloof me zo een opruiming brengt een heuse wedergeboorte teweeg.
Ongelooflijk het "ik heb mijn huis net gedweild en dat voelt lekker aan"gevoel dat ik kreeg toen ik besloot gewoon te zappen. Weg onvriendelijke, minder aangename en soms down right gemene mensen uit mijn leven. Mi Gadoooooo wat een lekker gevoel. Nou moet ik toegeven dat de groep al niet groot was voor mijn zap avontuur, dus veel bleef er niet over. Maar diegenen die de zaptest hebben doorstaan die zijn de echte, de ware en de gekoesterden. Dat zijn de echte stankos. Teh na dede! en ook daarna. . . . . .
Nu heb ik van huis uit geleerd dat ondanks hooghartigheid nergens toe dient, het soms wel een noodzakelijk kwaad is. Hiermee wil ik zeggen dat we niet moeten gaan zappen uit domme hooghartigheid. Alvorens om welke reden dan ook iemand te willen zappen, moeten we zeker eerst bij onszelf te rade gaan en enkele eerlijke vragen stellen. Ben IK een goede vriend? Doe IK niet aan achterklap, ben IK niet doelbewust gemeen tegen iemand die mij vertrouwt. Doe IK ten alle tijde mijn best een waardige vriend te zijn? Een die er is in goede en in slechte tijden? Een die jaloezie geen drijfveer laat zijn in haar leven?
En pas als we op de meeste of het liefst allemaal van deze vragen positief hebben kunnen antwoorden, mogen we die afstandsbediening voor de geest halen en ZAPPEN maar.
Mensen vooral de meissies onder ons, laten we lief zijn voor elkaar, dat geeft niet alleen een goed gevoel maar het is ook veel makkelijker in de omgang en voegt toe aan de waarde van je libi.
Beste blogmaatjes vandaag donderdag 12 september was het meest uit het oog springend nieuws voor mij, het feit dat Madonna, ons aller Madonna is verloofd. Op zich niet schokkend hoor, dit nieuws. Van Madonna hebben we wel vaker berichtjes in de liefdessfeer ontvangen. Madonna schokt al drie decennia lang. Het zij met kleding, met haar videoclips of zoals nu met pikante liefdesnieuwtjes.
Madonna is of wordt binnenkort 55. Ver boven de middelbare leeftijd dus, maar dat heeft haar nooit ervan weerhouden om ons te tonen dat oud worden ook leuk en vooral leuk kan zijn. Dat zij daarvoor wel vaker een handje wordt geholpen door het chirurgisch mes nemen we maar voor lief. Dat mag zij, ter meer daar zij er zelf voor betaalt! We mogen zeker niet jaloers zijn op het feit dat zij kan wat wij niet kunnen.
En nu naar het nieuws. Haar verloving! Madonna heeft zich volgens verscheidene showbizz sites, verloofd met haar toy boy van 25! Whaw 30 jaar verschil! Over een generation gap gesproken. Madonna doet 't weer. Zoals altijd dapper en gewoon haar zin doen. Chapeau!
Maar wij zijn geen celebrity, we zijn geen Madonna. Een vrouw van 55 , die besluit om wat voor reden dan ook met een 30 jaar jongere kerel aan te pappen wordt door menig moraalridder met de nek aangekeken. Waarom is dat eigenlijk? Een ieder heeft toch het recht te zoeken naar, te vinden en te kiezen voor de persoon die haar behaagt? Wat is er daar nou fout aan? Sinds mensenheugenis kiezen oude mannetjes die er half niet zo appetijtelijk als Madonna uit zien, voor jong vlees. Heel jong vlees zelfs. Niemand die daar graten in ziet. Oude bokjes mogen naar hartelust aan groene blaadjes sabbelen. Waarom zouden de rijpe dames onder ons dat ook niet mogen? Ik zou zeggen dames doe wat jouw hart jou zegt en mocht je struikelen dan val je op jouw eigen gezicht en niet op dat van een ander. Groene blaadjes willen maar al te graag geplukt worden, en daar zit zeker een prijskaartje aan. Want dat oude mannetjes diep in hun zak moeten tasten om hun groene blaadjes fris en fruitig te houden is een feit. Madonna haar speeltje zal haar ook wel een flinke duit kosten. Maar dat maakt voor haar niets uit, ze heeft trouwens genoeg duiten.
En daar wringt de schoen dames, een jonge vent kost geld, veel geld. Die jonge liefde zal je veel , heel veel kosten, maar ja voor wat hoort wat hè?
Dus dames de gewone stervelingen onder ons kunnen Madonna niet evenaren in niets dat ze doet, en zeker niet in de liefde. Of toch wel?
Welkom aan alle mooie mensen. Zoals de ondertitel van deze blog reeds weergeeft, is elk van ons "mooi" omdat elk van ons "is". Laat ons dan niet in de eerste plaats denken aan de buitenkant. Want de buitenkant is uiteindelijk minder belangrijk als er aan de binnenkant van alles en nog wat schort.
Ook in het dagelijks leven kunnen we van alles en nog wat mooi vinden of juist niet! It all lies in the eyes of the beholder. Mijn besluit om dit blog te beginnen is zeker niet om jullie te boeien, maar wel om van alles en nog wat van me af te schrijven.
Verwacht geen schoonheidstips of tips hoe je dunner kan lijken in een zwarte spijkerbroek want deng advies dat mi no abi. Ik weet wel dat mooi zijn een state of mind is en één van de minst belangrijke dingen in het leven. Jaja ik hoor jullie al brommen: ma 't oog wil ook wat! Geloof me als puntje bij paaltje komt vindt 't oog andere dingen in het leven belangrijker hoor dan wie mooi, mooier of 't mooist is.
Ik zal proberen regelmatig iets toe te voegen aan mijn blog. Ik hoop dat jullie regelmatig komen piepen of dat ook daadwerkelijk gebeurt, en voel je vooral vrij om te reageren en er op die manier een leuke boel van te maken.