Zondag 3 april 2022. Waasmunster en Donkmeer. Vrieskou en lichtjes kouwe noordwesterwind, maar al veel warmer als gisteren. Mooi weer voor de Ronde van Vlaanderen. Staan paraat: Kenneth, Koen, Jeffrey, Ivan, Rudy DC, Mario, Johan VH, Axel, Pat. We gaan ons wat amuseren in de bossen van Waasmunster om dan tegen 11 uur aan het Donkmeer te staan om de renners van de Ronde te zien passeren.
Het eerste uur heb ik weer eens last van slapende armen en nu ook nog van slappe benen. Niets van macht. Het gaat echt voor geen meter. En ik vraag me af: Wat doe ik hier!? Wat vond ik hier vroeger zo plezant aan? Wat is de zin van mijn bestaan? Ik ben hier niet graag! Maar dan kom ik er meer en meer door en eer we in Waasmunster zijn ben ik weer in form: ze moeten tenminste niet wachten op mij.
Waar ik ook weer veel last van heb, is van ‘pesten op de hobby’. Het komt door Jeffrey. Dan eens aan mijn zadel gaan hangen zodat ik nóg trager vooruitga. Dan weer in de weg rijden. Of een paar keer tegen mijn achterwiel rijden. Gewoon: geen ouwe mensen met rust kunnen laten, dat is het. Ik moet zeggen, ik heb dat soms ook een beetje. Sorry, Ivan en Danny. Op school moest Jeffrey mij ook altijd pesten. Ik zei dat dan soms tegen de meester: ‘Meester, meester, Jeffrey, die pest mij altij-ijd’. Maar dat was niet veel avans, want Jeffrey was het lievelingskindje van de meester. Dat was ook niet moeilijk. Elke keer het er op leek dat de meester ging vergeten huiswerk te geven, was het Jeffrey die zijn wijsvingertje in de lucht stak en dan knippen met zijn middenvingertje tegen zijn duim, om de aandacht te trekken: ‘Meester, meester, wij hebben nog geen huiswerk gekre-egen vandaa-aag!’. A zo één is dat. Een echte gatlekker!
Jeffrey heeft ook allerlei snufjes aan zijn velo. Zo bijvoorbeeld heeft hij een zadel dat verstelbaar is van hoogte. Hoe, zult ge zeggen, ik heb dat toch ook, zo een zadel. Ja, maar bij hem: binst dat hij rijdt, hé! Op de laagste stand is het alsof Jeffrey een gast is van 2 meter die op een kinderfietske rondrijdt. Maar waarvoor dient die laagste stand dan, Jeffrey? zo vragen wij. Ha, dat is voor als ik met Axel wil babbelen, antwoordt onze snotneus.
Rudy Klerk neemt de leiding naar en in de Waasmunsterse bossen. Meestal gaat dat goed, maar een paar keer doen we dezelfde wegel. Dat is allemaal zo erg niet, hé, uiteindelijk komen we toch altijd in de Beize uit, dus wat doet het ertoe. Alhoewel, Rudy, zo 7 keer dezelfde wegel op 1 rit, dat is er toch wat over, man. De meer noordelijke bossen liggen de Rudy beter qua parkoerskennis.
Op weg naar het Donkmeer, ter hoogte van Heikant, pakt Kenneth nog eens over, maar het is eerder een demarrage, aan de snelheid waarmee. Er valt subiet een gat van 10 meter dat we dan mogen proberen dicht rijden. In plaats van uit de wind gezet te worden, moeten we de ziel uit ons lijf rijden, ook nadat het gat is dichtgereden. Als ge met uw macht geen blijf weet, hé.
Jeffrey probeert er de moed in te houden. Als we aan ‘t Amerikaantje in Zele passeren, begint hij van ‘Tam, tam, tam, tamteramtetam, tamerikaantje, tamerikaantje’. Euh, was dat een poging tot zingen?
Van Zele naar het Donkmeer rijdt ons bendeke ongeregeld tussen de rijen supporters die al klaar staan voor de echte koereurs. Een aparte ervaring. Ge rijdt subiet 5 ter uur rapper. We posteren ons aan het Donkmeer. Nancy, Annemie en Jo zijn daar ook. En kijk, wie passeert er ook nog, voor de renners uit in een VIP-buske? Jawel, onze wegkapitein zit aan het stuur! Rudy Rogiers rijdt rond met andere VIPs. Zo rap eens zwaaien kan er nog net van af, ja, maar eens efkes stoppen om deftig goeiendag te zeggen, ho nee, zunne, dat is teveel gevraagd. Allemaal dezelfde, eens ze onder elkaar zijn, die Very Impotent People. En? Zag ik daar niet het orloosjke van Bartje Versluys blinken aan Rudy zijn pols?
Ik moet zeggen, dat is wel rap gepasseerd, zo een peloton aan 45 per uur. De enige die ik meende herkend te hebben was Museeuw, in zijn Mapei-truitje. Maar volgens Kenneth doet die al 20 jaar niet meer mee. Allez, hoe kan dat dan?
Ik vertrek vroeger richting beizewaarts, maar wordt in de Boombosstraat nog voorbij gezoefd door Jeffrey, met Kenneth in het wiel. In de Beize zijn reeds aanwezig: Rudy V., Guy, Johan P., Els en Sabine. En later spotten wij ook nog Danny en Luc, die apart binnenkomen, zodat rond 12 uur de Beize vol zit met (19, als ik goed geteld heb) Modderfokkers. Mario
Zondag 27 maart 2022. De toertocht van de Unkerzakbikers.
Vandaag spreken we af aan de Schorpioen voor de ‘OIGO’ wegrit van de Unkerzakbikers, een jaarlijkse mooie traditie. Mooi parkoers, heuvelachtig, 75 km, goed uitgepijld en met een uitstekende bevoorrading boven aan de Balein in St. Lievens Houtem. Het gaat over Uitbergen, Wichelen, Wanzele, Impe, Vlekkem, Bambrugge, Aaigem, Woubrechtegem, St. Antelinks, Steenhuize-Wijnhuize, rond St. Lievens-Esse, en zo over Herzele, Ressegem, Borsbeke, de Balein, Letterhoutem, Bavegem, Oosterzele, Gijzenzele, Gontrode, Melle, Laarne, terug naar de eindbestemming: de Schorpioen. Het betreft 400 hoogtemeters in totaal.
Stefan, die al meer dan eens Im – zijn eigen voet – schoot, had het gewatsapt*: zaterdag en zondag is het weer de jaarlijkse rit van de Unkerzakbikers. Wie er niet staat echter is Stefan. De jongen heeft griep. Dat manneke heeft toch dikwijls pech, hé. Ook kapitein Rudy is er de komende weken niet bij, want hij voert VIPs (Very Impotent People) rond tijdens de weken van de Belgische voorjaarsklassiekers.
Het is nog geen Pasen, maar ziedaar, de wonderbaarlijke wederopstanding van het jaar: Jo Roels in eigen persoon. De hele rit uitrijden zit er nog niet in, maar hij start toch al dapper mee. En onze nieuwe tenue zit hem goed. Boeverke had ook al beloofd van weder op te staan, maar die wacht voorzeker tot het echt Pasen is.
We proberen een groepsfoto te maken, maar telkens we in positie staan, komt er nog juist één meer toe op den hof van de Woesten. Guy Roels en Patje Roels zijn helemaal te laat, maar de volgende modderfokkers en moddermiekes staan er uiteindelijk wel op, van links naar rechts: Nadine, Jeffrey, Annemie, Rudy DC, Sabine, Ivan, Thomas, Johan VH, Mario, Pieter, Axel, Jo, Danny, Johan P, Luc, Jan, Els, en Rudy V. En ja, van Els moest ik vanachter staan, omdat ik mijn ouwe koersbroek aan had. Snif!
Een tip voor Johan, onze fototrekker: kunt ge eens foto’s trekken met wat meer pixels op? Als ik zo bijvoorbeeld inzoem op Ivan zijn wezen, dan trekt dat smikkel gewoon op niks. Dat ligt volgens mij aan de lage kwaliteit van de foto’s: te weinig pixels per éénheid van oppervlakte. Ik moet er nu wel bij zeggen: Het eigenaardige is dat ik dat zo veel minder voorheb als ik op iemand anders zijn wezen inzoem. Heeft dat dan toch niets met de pixel-kwaliteit te maken, misschiens? Maar met wat dan wel??
Luc en Jeffrey staan er met hun koersfiets, die hebben het zich gemakkelijk gemaakt. Luc had het parkoers gisteren al eens gedaan, kwestie van twee keer te sponsoren. U moet weten: een mountainbike geeft een derde meer weerstand dan een koersfiets. Ik was dus ook beter met mijn koersvelo gekomen, maar nee hé, nog altijd niet willen onderdoen voor de rest, en dan heel de bende ophouden. De koersfietsers doen wel efkes kop, maar dan nog krijgt Jeffrey gene warm en hij trekt er alleen van door. Als het wat heuvelachtiger wordt, is het afzien voor Axel en mij, en zijn we heel dikwijls op achtervolgen aangewezen als de klim voorbij is. Gelukkig kunnen we dan ons gewicht in de schaal werpen tijdens de afdaling. Danny laat zich soms wat uitzakken, waarvoor dank. Hier en daar een duwke van Pat, Rudy of Johan tijdens de klimmekes is ook altijd welkom. Met excuses als er nog mensen zijn die mij een duwke gegeven hebben, maar ik heb ook geen ogen op mijn gat, hé, gasten. Gelukkig maar. Ik zou dan wel beter zien – naar achteren toe, maar het zou toch geen zicht zijn. En, om effect te hebben, zou ik ook nog zonder koersbroek moeten rondrijden – waardoor het heeltegans geen zicht zou zijn. En daarbij, mijn achterwerk-ogen zouden ondertussen, na al die jaren, toch al lang uitgeduwd zijn.
Aan de goedgetrainde getalenteerde jongskes: als je dan boven bent, zou het veel gevraagd zijn om bijvoorbeeld eens 20 seconden ietske te temporiseren? Zou dat misschien kunnen? Meer vragen wij niet. Nu mogen we iedere keer de ziel uit ons lijf terten om enkele kilometers verder weer te kunnen aansluiten... waarna we er weer meteen afliggen op de volgende klim die onmiddellijk volgt. Gelukkig is er ook nog eens een piesstop, zodat wij die net komen aansluiten – en sterker zijn qua prostaat, wat voorsprong kunnen pakken. De goeie kunnen dan een achtervolgingske rijden en zich eens laten gaan. Maar dat was blijkbaar bij één iemand in het verkeerde keelgat geschoten. Dat kan gebeuren.
Ik dus weer afgezien gelijk de beesten, maar dan denk ik: niet plooien, jongen, Opgeven Is Geen Optie, het is voor het goeie doel. Gelijk hoe, mannekes in de fleur van jullie leven: Denk ook eens – heel efkes maar – aan de minderbedeelden die nog naar omhoog aan het kruipen zijn, als jullie zelf zo vlotjes naar omhoog gereden zijn. Het is bijkans Pasen voor iedereen, toch!
We nemen de hele tijd een stuk of 8 ‘Vrienden van den Oudenbos’ op hun koersvelo’s op sleeptouw en op het eind krijgen we ook nog een delegatie van de Unkerbakzikers zelve te stekken, zodat er een bende van een tiental modderfokkers met in het wiel een 15-tal wielerterroristen rondrijdt. Het ging dus goed vooruit: we reden we de 75 km aan ... 28.5 per uur, op van die dikke banden, hé (behalve Luc en Jeffrey, hé!). En het had gerust aan 30 per uur gekund, had het aan sommigen gelegen.
Mario
*Het werkwoord watsappen is zwak en wordt als volgt vervoegd: ik watsap, ik watsapte, ik heb gewatsapt, ik zou wat minder moeten watsappen, maar ik watsap zo graag. Watsap je het me dan eens?
Vanwaar komt de wind?, vraagt kapitein Rudy. Axel is er als de kippen bij om naar het Oosten te wijzen. Daar is het wat platter dan in het Zuiden en dat ligt hem ietske beter. Het gaat dus richting Waasmunster en Hamme. Stefan staat ook klaar om er een lap op geven nu hij terug is van Lapland. Vier keer het Noorderlicht gezien, zeg. Op den duur moet dat toch ook tegensteken, hé.
Johan staat scherp, klaar voor de Strade Bianchi volgende zondag. Hij staat er volgens de testen beter voor dan verleden jaar deze tijd en weegt 3 kilo minder. Dus Johan, nog een paar jaar zo progressie maken en op je 70° ben je op je best, jongen! En dan voorspelt Johan nog vol overtuiging en helemaal boenk er op dat Fabio Jacobsen gaat winnen in Kuurne-Brussel-Kuurne.
Danny is sinds zijn pensioen maar stillekes aan het rijden. Er waren zelfs geen fratsen bij deze keer. Hij gaat zich toch dringend eens moeten herpakken, hé. Willen we daar samen werk van maken, Danny? Wij gepensioneerden onder elkaar?
Kenneth rijdt nu met een BH, maar vreest niet, hij is niet in transitie. Het is gewoon het merk van zijn nieuwe mountainbike waarmee hij voor de eerste keer mee meerijdt. Hebt een beetje kompassie met mij hé mannen, vraagt Kenneth. Waarna hij de hele rit met groot overschot rondrijdt, al is het volgens zijn eigen zeggen lang geleden dat hij nog zo dikwijls in het rood is moeten gaan. En hij is nochtans wat gewend van bij de mannen van het Tonneke van Wetteren. We gaan er het onze van geloven.
Dirk ziet wat bleekskes. Nog van het verschieten van de storm die het dak van zijn tuinhuis heeft meegepakt. Maar wat rijden betreft, ziet hij nooit bleekskes.
Jeffrey zit in Spanje wat bij te trainen. Ja, de ene moet er al wat meer voor doen dan de andere hé, om de zondag mee te kunnen.
Rudy De Clerck rijdt zijn derailleur paraplu. Net het omgekeerde als bij hem thuis, waar Marie-Jeanne haar paraplu derailleur staat. Luc had nog gezegd dat Rudy best terugreed, want dat er malheuren gingen van komen, maar neen, Rudy blijft gewoon meerijden en doet nog een groot deel kop ook. Allemaal dikkoppen gelijk daar in het Hussevelde. O ja, dat doet er me op denken: Ivan reed ook mee, het was nog niet erg genoeg. En als we in Waasmunster aan het doeninkske van de Declerqskes passeren, moet ge niet peinzen dat Rudy ons al één keer heeft binnengevraagd, hé.
We moeten drie keer afstappen voor omgewaaide kanjers van bomen. Zo straffe stormkes als de voorbije dagen hebben we nog niet dikwijls meegemaakt. Maar vandaag zijn er onvoorstelbaar veel wandelaars en fietsers op pad die profiteren van het eerste mooie weer sinds lang. Het is ook omdat er een toertocht is die we de hele tijd in tegenrichting rijden. Axel roept zekers 100 keer: ‘Tegenliggers!’.
Kapitein Rudy weet weer met zijn macht geen blijf, dus het wordt puffen, al vind ik op weg terug naar huis plots mijn vijfde adem en neem ik een groot deel van het kopwerk voor mijn rekening, van voorbij Zele, hé. Het is vooral kwestie van een beetje op tijd terug te zijn in de Beize, zodat we nog op het gemak een pintje te kunnen drinken. Voordat de Russen hier staan. En ook omdat kapitein Rudy trakteert voor zijn 61 jaren in dit leven.
Bijna terug thuis steken er daar een paar roekeloos de baan over op weg naar de laatste rechte lijn en de sprint, totaal onverantwoord. Ik ga geen namen noemen. Jullie brengen julliezelf, de automobilisten, én de wereldvrede in gevaar, berispt Stefan de stoute jongens. Ja, dat was ietske dat effekes bij Stefan Im - het verkeerde keelgat - schoot. Kenneth moet van ver komen, een enorm gat dichten, maar wint dan nog de sprint ook. Hebt een beetje kompassie met mij, hé, jongens.
Na 71 km aan 24.5 per uur komen we aan en halen opgelucht adem, want er gingen geruchten de ronde dat de Beize zou gesloten zijn omdat Koen Corona zou hebben. Voor de zevende keer al. Na Lapland, ligt hij volgens Luc nu in de lappenmand. Maar gelukkig is er niets van waar en is het vollenbak.
Mario
En kijk, om af te ronden, nog een mooi foto van onszelf deze morgen en een nog mooiere van enkele van de 9 uur-rijders en rijdsters (van 2 weken geleden).
Zondag 30 januari 2022. Zwijnaarde, Gavere. Reden mee (sommigsten al meer dan anderen), niet in alfabetische volgorde: Axel, Ivan, Jan, Jeffrey, Johan, Koen, Luc, Mario, Pieter, Rudy DC, Rudy R en Stefan. Maar allez zeg, dat was nu toch wél in alfabetische volgorde, zeker! Was ik me daar toch weer serieus mis.
Axel staat hier mét korte broek en Luc zónder koersbotten. Allez, nog een geluk dat het niet omgekeerd was, Luc met koersbotten en Axel zonder ... Maar die denken dat de lente al in het land is, zeker? Maar neen hoor: Koud, koud, koud. Maar het wordt tegen halftien eindelijk wat warmer en zelfs zonnig. Al bij al hebben we deze keer sjans, want morgen stormt het. Dat weet ik omdat het vandaag ondertussen al morgen is als ik dit schrijf. Zodat het morgen eigenlijk al overmorgen is voor mij. Raar, hé, soms.
We zijn nog niet aan de Berlinde kapel of er komen twee mountainbikers in nieuwe Modderfokker tenue uit tegenovergestelde richting. Wat is me dat nu? Vanwaar komen die zo vroeg op de morgen? Het is een koppel dan nog. Maar wie zijn dat? Ha, het zijn Rudy & Nadine die vanaf hun nieuwe woning naar het kerkplein rijden om om 9 uur te vertrekken. Was ik daareven daar even van in de war, zeg! Raar, hé, soms.
Deze week spotte Stefan een onbewaakte Olympia fiets in het dorp. Jeffrey wist dat die van Koen was. Straf, zunne, want ik zou in geen 1000 jaar geen enkele van onze fietsen herkennen. De spoorloze eigenaar, Koen, daagde ondertussen op (Foto). Koen staat hier wel, als enige, met zijn oud truike. Hij wou zijn nieuw nog niet vuil maken.
Stefan is apetrots met zijn nieuwe banden met bleke zijkanten. Jeanettebanden!, roept Jan. Maar Jan toch! Zoiets zeg je toch niet meer in deze tijd van ‘wokes’ en politiek correct denken! De politiek correcte uitdrukking, om niemand te discrimineren!, is: LBGTQIA+ banden. Wat erg toch voor Stefan. Die jongen is ook altijd de pineut. Is ie eens blij met zijn nieuwe banden en beginnen ze meteen met hem te lachen. Maar ze passen wel perfect bij Stefan, die jeanettebanden. En kijk, vanaf nu kan ik één fiets wel altijd herkennen, zie.
Een speciale tocht, westwaarts, naar Gent op. Van in Melle kun je tot in Gent (tegen UZ bijna) rijden op de schuine helling van de dieper gelegen Schelde en Ringvaart. Het is bijna een Ardennenachtig parkoers. Tof, tof, tof. Moeten we zeker nog veel doen.
Axel moet net even voet aan de grond zetten op het ogenblik dat Stefan denkt van hem te passeren. Daardoor was het dat Stefan - de kant en het riet - Imschoot*. Hij was wijselijk achter de verslaggever gebleven, maar hield er geen rekening mee dat foto-reporter Johan nog achterkwam. Haha, dubbel gejost. Nu komt Stefan met foto en al in het verslag. Ziet hem daar liggen met zijn velo met bleke bandranden. En kijk, toevallig is het ook vogeltelweekend. Volgens Ivan is er vandaag, naast de rietzanger en de rietgors, een nieuwe soort genoteerd voor België: de rietduiker. Meer specifiek, de rietduiker met bleke flanken, volgens Jan.
Ik ben van plan me een verende voorvork aan te schaffen, op voorschrift van de dokter, want mijn oud lijf kan niet zo goed meer tegen de schokken. Volgens Jan is dat een vorkende voorvéring.
Van Zwijnaarde, langs de Schelde, via Schelderode en Melsen tot in Gavere, eerst veel vlotrijdende gravel en dan nog een moeras dat de wegel heeft overgenomen over een lengte van 50 meter. Sakkeren en sakkeren. Zo naar Dikkelvenne, Baaigem, Munte, Bottelare, Lemberge, Kwatrecht. Entre Maldroit et Wettra, le péloton casse en pieces: Tussen Kwaat-recht en Wetteren breekt het peloton in stukskes**, onder het geweld van Rudy R. Ook Jan doet zijn duik, euh zijn duit, in het zakje, wat koptrekken betreft, zodat Jeffrey, zonder 1 meter kop te doen, met gemak de sprint wint. Vraagt zijn mama: En, Jeffreytje, mijn liefste jongen, hoe was het vandaag met de Modderfokkers?Goed hoor, mammie, antwoordt Jeffrey dan: Ik ben weeral gewonnen vandaag! En geeneen keer mijn tutter kwijt gespeeld, ook niet.
Eventjes is er paniek in de Beize. Maar waar is Ivan? Ik zie hem niet, zegt Axel. Ja, nu je het zegt, Axel, je hebt gelijk: Ik ruik hem ook niet. Ha, dat komt omdat Ivan zich een paar stoelen verder gezet heeft. Toch tof van Ivan dat hij soms ook eens rekening houdt met de andere mensen.
Stefan, voor jou best een Duvelglas in plaats van een pintglas zeker?, zo vragen wij. Ja zeker, zegt Stefan, daar kan ik meer in komen.
En wat smaakt de pastinaaksoep met knalselder van Koen toch weer heerlijk. Naar het schijnt.
De 9-uur-rijders komen pas om kwart na 12 toe, en Annemie is al helemaal proper gekleed! Er is minder goed nieuws voor Els, die we veel sterkte toewensen. Mario
*Met dank aan Johan voor de insteek. Woordspelingen op ‘Imschoot’ zijn trouwens steeds welkom, hoe mottiger, hoe liever natuurlijk. En er is een bonus: Indien ze gepubliceerd worden, levert dat één kom pastinaaksoep met knalselder op, te bekomen bij Stefan, de enige echte Imschoot.
**Met dank aan Ivan, voor dit zoveelste staaltje van bekakt Frans.
Rudy R is 2 minuten over tijd zodat hij dus eigenlijk 9 minuten over tijd is. Danny is dan ondertussen nog zijn auto gaan verzetten thuis, zodat we nog eens naar hem op zoek mogen ook. Nog maar op de brug in Uitbergen denkt Danny dat hij plat gereden is, maar het is vals plat.
Maar wat gaat dat hier allemaal zijn vandaag!? Of gelijk de Fransen zeggen: Mais qu’est-ce que ça va être ici tout le monde aujourdhui!?
Er liggen er heel wat in de lappenmand. Senna heeft het te pakken. Dirkske is al een paar weken niet goed. Jo Roels wensen we snel beterschap*. En dat ge rap nog eens meerijdt, hé Jo, waar is anders uw nieuw truike voor! Dat van mij is al geschonden: een steek in mijn mouw. Van een braam zeker? Maar ja, als ze daar niet tegen kunnen, gaan ze niet lang meegaan. Ook Axel is voor de tweede week op rij niet in form, volgens hem sinds hij bloed gegeven heeft. In Woubrechtegem keert hij dan ook – alleen, snif – Beize-waarts. Rudy Clerck is ook niet in form en hij klapt al rond 10 uur dat we voor zijn part naar de Beize mogen rijden. Maar die ouwe rakker komt er dan toch nog helemaal door, natuurlijk. Wie helemaal uit zijn doen is, is Danny. Want hij moet nu werken sinds hij in pensioen is.
Wat in de zomer al de zwaarste rit is, doen we nu nog eens in de ploetermodder. En voor de zoveelste week op rij: in grijs troosteloos weer. Gelukkig blijft het droog vandaag. Wat ijsregen had er gerust nog bijgemogen, zo efkes het laatste uur. Het kan niet zwaar en vuil genoeg zijn, zeg ik altijd. Het ligt wel veel smeriger dan ik had gedacht. Op een bepaald moment moeten we zelfs rechtsomkeer maken omdat er geen doorkomen aan is. En de wegel die we dan doen, is op twee plaatsen een halve meter diep weggespoeld. Heerooiese toestanden. Echt een topritje. Niet te verwarren met hoe mensen met een kleine oprit hun oprit soms noemen: ‘t opritje.
Wat er meer en meer begint tegen steken, is het rijden met die bejaarden, die 60-plussers, die opa’s en die gepensioneerden. En pas op: het zijn dan nog dikwijls dezelfde die het allemaal terzelfdertijd zijn, hé! Dat we vijf, zes keer op een rit moeten stoppen. Dan weer moet er één piesen, dan moet Johan zijn incontinentiepamper ververst worden, dan moet Patje Roels weer zijn heupen WD40-en, of dan is er weer één gewoon vergeten hoe hij moet terten. En die piesstops, dat hangt er dan ook nog van af van wie. Bij Rudy, de grote roerhanger**, duurt dat niet te lang, dat valt nog mee. Maar bij Danny is het altijd eeuwig wachten. Ja, gasten, zegt Danny dan, ik kan er ook niet aan doen dat ik er zo lang naar moet zoeken, hé. En zeker met dat koud weer. En die nieuwe lange broeken spannen ook veel meer. Eer ge hem dan over het randje krijgt. En dan moet ge nog oppassen dat ge niet recht in uw eig... Maar goed, het lijkt ons verstandig om Danny hier te onderbreken. Het is trouwens altijd verstandig om Danny te onderbreken, anders blijft die tetteren, Stefan zegt het ook. En veel slimmer wordt een mens er toch niet van.
Met Jeffrey – de kleine van – Debrouwer zit ge dan met een ander probleem als dat van de bejaarden. De keren dat we al moeten stoppen zijn omdat die weer eens zijn tutter kwijt was, mannekes toch.
Eén van de vele klimmetjes van de dag ligt supersmerig. Niet te doen. Er zijn er een stuk of drie die toch fietsend boven raken. Ja, je hebt altijd wel van die streverkes, hé. De rest sukkelt te voet naar omhoog. Alleen Ivan besluit om het zwemmend te proberen. Bergop, en in de modder, niet makkelijk. Ja, beste mensen, hoe dikwijls heb ik het al niet gezegd: als je van plan bent te vallen, of zelfs als je dat niet van plan bent: altijd achter de verslagggever blijven. Wat soms moeilijk is natuurlijk. Het is er anders om vragen, hé, dat ge (als enige) belachelijk gemaakt wordt in het verslagske. Ivan wou net als zijn broer twee weken geleden zijn nieuw truike dopen. Je ziet dat wel dikwijls: ze zien iets van hun grote broer en moeten het dan persee achter doen. Is er nog iemand die dit leuk vindt? vraag Ivan. Ja, Ivan, vanaf nu vinden wij de rit juist dubbel zo leuk! Om jou zo languit in de more te zien kletsen, wil ik elke zondag gerust nog een uur vroeger op staan. ‘t Is kwestie dat elk van ons en zeker Stefan Im – de lach – schoot. (Oef, die hebben we ook weeral gehad).
Als kapitien Rudy beslist dat we ‘recht’ naar de Beize rijden, is het al kwart voor 11. Het eerste wat we doen is de richtingwijzers ‘Aspelare’ en ‘Ninove’ volgen. Moet er nog zand zijn!? Dan zakt de moed wel in een mens zijn schoenen. Mon courage se trouve dans mes souliers, zeggen de Fransen.
Dan zijn er nog gelijk Pieter die op elke klim gezwind naar boven schieten en ons voorbij zoeven. Ge moet u niet inhouden, hé, Pieter. Doet maar, jongen. En van de mentale impact dat dat heeft op mensen zoals ik, Axel, Johan en Danny, die naar boven aan het kruipen zijn, daar moet ge u zeker niets van aantrekken, zulle jongen. Als ge uzelf maar kunt uitleven, hé.
Op een bepaald moment heeft Danny het zo lastig dat hij bijna omvalt: Ik sta stelle. Het zijn mijn bellen die niet mee wellen. (In het Wetters wordt de ‘i’ immers door een ‘e’ vervangen).
Ook de 9-uur-rijders en -rijdsters zijn weer talrijk: Els, Sabine, Nadine, Rudy, Johan en Matthias. Mathias is kraanman. Elke dag 40 meter hoog. Hij heeft het een beetje hoog in zijn bol, soms. In het begin waren er twijfels of hij wel geschikt was voor de job. Meneer Pieters, ziet ge dan niet dat ge der weeral 5 meter neffens zit?, roept de werfleider van beneden door zijn walkie-talkie. Waarop Mathias verontwaardigd terug riep: Vanzeneigens dat ik dat niet zie, gast! Peinst ge dat ik naar beneden durf kijken, misschien?
In de Beize heeft Luc veel beziens bij de vrouwen. Anders ook hoor, maar nu nog meer met zijn koersbotten. Ik moet er ook zo hebben! Mario
*Euh, Dirkske en Senna wensen we ook snelle beterschap natuurlijk.
**Beste mensen, zoek hier niet teveel achter. Ik schrijf het gewoon gelijk Koen van de Beize ‘roerganger’ uitspreekt.
Verleden week met 17. Nu maar met 8. Axel, Rudy, Ivan, Pieter, Stefan, Luc (met koersbotten tegen de kou en de natte), Johan, en ik. Pieter was verleden week juist te laat. Spijtig, anders waren we met 18 geweest. Jeffrey – van – Debrouwer is er weer eens niet. En Jeffrey – van – De Melkboer ook niet. Maar van dat laatste verschieten we niet echt, want die rijdt anders ook niet mee.
We rijden weer langs het kerkhof van Melle. Daar waar die met zijn zwart windstopperke verleden week op zijn bakkes ging en zijn spiksplintrnieuw truike al meteen in de more doopte. Nu ja, dat past wel goed bij de Modderfokkers, hé. Geen valpartijen deze keer. Kwestie van het lot te durven tarten door meteen weer voorbij dezelfde plaats te terten. Het lot terten, heet dat.
Johan doet me daar toch weer een manoeuver, seg. Hij steekt me voorbij (ik zeg er meteen bij dat dat eerder uitzonderlijk is, natuurlijk!) en wijkt dan uit naar de kant, zonder er rekening mee te houden dat ik aan het terug inhalen ben. Zo snijdt hij me de pas af. Nog een geluk dat ik technisch zo goed onderlegd ben of ik lag in de beek. Johan doet dat ongewild, dat wel, maar potverdorie nog eens aan toe zeg. Het is niet erg hoor, Johan. Maar nog één keer en ge gaat wat meemaken, makker. Zo komt ook Stefan in de problemen. Die jongen is ook altijd de pineut, hé. Zodanig dat Stefan, of wat ervan Overschoot, - er bijna zijn hachje bij - Imschoot. En ja, die laatste heeft Stefan zelf uitgevonden, het is ver gekomen. Dan is hij zeker dat het niet te affrontelijk is wat ik schrijf.
Axel is gelijk niet in form. Ik heb het direct in het snotje. Het is ook zijn windrichting niet. Axel heeft het liefst noordenwind. Dan vertrekken we noordwaarts en daar is het iets vlakker, wat hem beter ligt dan het geaccidenteerd parkoers dat we in het Zuiden meestal doen.
In Moortsele hebben ze een wegel afgezet voor de velo’s door paaltjes van een kleine halve meter hoog te plaatsen en horizonale balkjes ertussen, zodat je niet kunt doorrijden, alleen doorstappen. Ach. Waarom zou je daar nu niet met een velo door mogen? Zeker niet als het al al die jaren wel gemogen heeft. Het zijn wij die die wegels opengehouden hebben, verdorie! Hou daar toch eens mee op, verzuurde mensen. Wij gaan ons dat toch niet aantrekken zunne. Wij sukkelen dus even om er voorbij te raken en pakken dan een smerig afdalingske: VOLLEDIG KAPOT GETRAPPELD, nonde! Dat ze eens beginnen met overal de wandelaars weg te houden, voilà. Allez, wij hebben dat dan maar weer wat schoon effen gereden. Beneden is het gelijk lang wachten op Axel. Rudy denkt dat Axel niet tussen de paaltjes geraakt is, want te smal. En dat hij daarna geprobeerd heeft erover te kruipen, maar dat dat te hoog was. Volgens Ivan heeft Axel daarna dan geprobeerd om er onder te kruipen en is hij vastgeraakt. Gelukkig komt Axel er dan toch nog aan. Dat was allemaal geen waar, hoor, wat die Rogiersen uit hun duim zogen.
Om kwart voor 10 denk ik nog: Slechts 2 graden en toch heb ik lekker warm op mijn fietske. Een kwartier later begint het lichtjes te ijsregenen. Even later, tussen Baaigem en Dikkelvenne ijsregent het al iets minder lichtjes en het gaat niet meer ophouden. In Dikkelvenne wordt er stoppen geblazen, om de windstopperkes aan te doen. Rudy heeft een mooi zwart. Het wordt één van de vuilste en koudste ritten. Dees was er wat over, zelfs voor Axel, en die kan tegen een stootje.
Vanaf nu proberen we het verslagje ook wat opvoedkundig te maken. Wat zeg ik? Nog opvoedkundiger dan het al is, natuurlijk. We leren de lezer vanaf nu elke week ook wat Frans bij. Zo zeg ik op een bepaald moment tegen Rudy: Je donne tout que j’ai. Question de ne pas laisser tomber un trou. (Ik geef al wat ik heb. Kwestie van geen gat te laten vallen). Antwoordt Rudy: Aussi question de ne pas tomber sur ton trou. (Ook kwestie van niet op uw gat te vallen).
Van Meilegem over Beerlegem weer richting Beize. In Beerlegem nog een heerlijk wegelke: de Boekhoutewegel. Door de modder en de bochten naar beneden glijden en rechtblijven.
In Wetteren, bijna thuis, is het eindelijk een beetje over. Het is over, doen we nog een lusje bij, vraagt Rudy? Hoeveel lusjes zijn er soms losjes bij jou, Rudy? vraag ik terug. Man toch, zo rap als mogelijk achter een warme stoof, geen minuut langer meer in dit hondenweer. Doorweekt en half vervroren. Niemand kloeg van de kou tijdens de rit, dus ik ook maar niet dan, maar als we in de Beize aankomen, blijkt dat er bij iedereen wel wat uitsteeksels half vervroren zijn. Witte Kriek had zodanig koud dat hij zelfs niet meer meegekomen is. Zo juist op het laatste sneuvelen, dat is het ergste dat er is. Een kwartier en een Duvel later is het ergste leed alweer geleden en vinden we onszelf – in plaats van oerstom om met zo een weer te gaan rijden – hele pieten, dat we dat weer maar eens overleefd hebben. In totaal 65 km aan 24 per uur en 300 hoogtemeterkes. Gelukkig dat we niet te rap reden, dus.
In de Beize denk ik even dat ze meedoen aan ‘The Masked Singer’, maar het is Nadine met haar mondmasker. Johan, Nancy, Annemie, Els, Sabine en Rudy V, CEO-op-rust van RV keukens, komen ook toe als ik alweer vertrek, maar zij hebben gelijk zo geen slecht weer gehad. Mario
Ik vernam in de fietsgangen dat Kenneth ook weer gaat meerijden. Evenwel niet op een mountainbike, maar op een BH, jandorie! Tenminste, als ik het goed verstaan heb. Typisch Kenneth, zou Danny zeggen.
En wat is er dan nog van Karel geworden verleden week, zo vragen sommigen zich al de hele week af. De meeste anderen vragen zich dan weer af waarom sommigen zich dat afvragen. Awel, Nele is haar Karel gaan ophalen in de kliniek in Zottegem en is er dan rechtstreeks mee naar het containerpark gereden om te kijken of er nog iets van te recycleren viel. Maar na een snelle blik werd algauw duidelijk dat het de container Grof Huisvuil ging worden. Nele heeft hem dan maar weer mee naar huis moeten pakken, anders ging ze nog 5 euro mogen opleggen hebben om weer te mogen buiten rijden. Zegt die gast van het containerpark nog, om Nele wat op te beuren: Ik weet niet of het een troost kan zijn, madammeke, maar lumbago of gene lumbago, veel te recycleren was daar toch niet aan geweest. En, op tweedehands.be moet ze hem ook al niet zetten, want dat staat daar al vol met Verhoevens.
En wat is er van Axel geworden? Is die dan nog boven water gekomen? Jawel, hoor. Allez, toch drie keer. En in de Beize zelfs nog boven zijn theewater ook.
Zondag 10 januari 2022. Een duistere, tegen het vriespunt aan, natte januari-morgen. Dat vuil weer houdt maar niet op. Ikke geen beteke goesting. Maar omdat het de eerste rit in de nieuwe truikes zal zijn, ga ik toch maar eens mijn kop, en mijn nieuw truike, gaan tonen, zekers? Daar gaat toch bijna niemand zijn met zo een weer. En dan rij ik subiet weer naar huis, zunne.
Maar wat blijkt, we zijn met 17 man! In jaren niet geweten dat we met zoveel waren. Ja, dan kan ik niet anders dan toch maar meerijden, hé. Het eerste uur is het afzien van de drets, de spets, de koude wind en de nattigheid uit de lucht. Niet voor watjes deze hobby.
Watjes van dienst: Rudy, Rudy, Ivan, Johan, Axel, Luc, Gert Verhoeven sinds lange tijd, en ook Karel Verhoeven sinds lange tijd en die brengt nog twee gastrijders op gravelfiets mee: Dirk en Peter. Zijn daar ook nog: Jeffrey – die even goed kon drinken maar ietske minder goed brouwen als zijn broerke Bob - Debrouwer, Danny, Ratje Poels, Stefan – die er onlangs weer wat pluimen bij - Imschoot, Dirk, Jan en den dezen. En we zijn weg voor een bewogen tocht van 77 km aan 26 per uur met 470 hoogtemeters.
Het ligt overal zo nat en smerig dat we op de weg blijven. En dan is het nog soms door meterslange plassen rijden. Ivan mocht bijkans niet meedoen omdat hij zijn nieuw truike te vuil ging maken met dit weer. In Melle gaan we toch eens van de weg af, langs het kerkhof, zo naar de zijkant van de dijk aan de Schelde. Oeioei, een valpartij op de glibberige zijkant van de dijk. Het is er ene met een zwart windstopperke die er ligt, maar ik kon gelijk niet goed zien wie. Was dat nu Ivan zijn broer of niet? Dat is nu toch ook spijtig, hé, dat ik het niet goed kon zien. Teveel str... euh more in mijn ogen. Anders had ik het zeker in het verslagske gezet. Zoals Johan het stelt: de eerste die al meteen zijn nieuw truike vuilmaakt!
De zon komt er toch nog door en de grote broer van Ivan schotelt ons schitterende landschappen voor aan de kanten van Roborst en Rozebeke. Na de zoveelste klim ligt de groep helemaal uiteen en we zijn 4 man kwijt. Karel en zijn twee companen, en Axel. Ze zouden rechtsomkeert gemaakt hebben. Karel omwille van rugpijn. Achteraf blijkt dat Karel is moeten afgevoerd worden met de ambulance naar de kliniek in Zottegem met acute lumbago en vreselijke pijnen. Sterkte, Karel. Wat er met Axel is gebeurd, weet ik tot op de dag van vandaag nog niet. Allez, goed, het is ook nog maar één dag na de feiten, dus die komt nog wel ... boven water.
Op de klim van de Hostellerie trek ik eens goed door. Bijna op de top kijk ik eens onder mijn oksel achter me, in de wijdse diepte: niemand meer te zien! Wat ben ik weer goed bezig vandaag! denk ik dan. Ha, wacht, het is eigenlijk omdat er eigenlijk gewoon niemand meer achter is, eigenlijk. Gelijk hoe, het visueel effect blijft hetzelfde.
Als ik eindelijk op de top toekom, wordt er hard gelachen onder de wachtenden. Ha, heeft er iemand een mop verteld misschien, vraag ik? Ja, zegt Patje, tien minuten geleden al. Awel, die gasten lachen wel lang met een mop zunne. Het moet een hele goeie geweest zijn.
Zeg Patje, terwijl ik er op peins: pakt volgende keer wat WD40 mee, hé, jong. Van dat gepiep van uw nief heupen krijg ik het soms toch serieus zelf op míjn heupen.
Overlaatst kon ik (weeral eens) niet slapen en kwam ik tot de vaststelling dat ik met de modderfokkers al minstens één keer rond de wereld ben gereden: 20 jaar, aan pakweg 40 ritten per jaar, aan minstens 50 km per rit = 800 x 50 = 8000 x 5 = 40 000 km = de omtrek van de Aarde, ter hoogte van de Equator, of van de Evenaar, zoals ze daar zeggen. Ja, als ge een beetje van een wiskundeknobbel hebt, hé.
Johan stuurde nog een foto door van Danny na de rit in de Beize. Daarop is er bij Danny duidelijk een andere knobbel te zien. Hopelijk voor Danny is dat géén wiskundeknobbel. En ja hoor, het was weer van dat: Danny had weeral eens een leeg flesken Export van voor in zijn (nieuwe!) koersbroek gestoken. Betrapt! Waarom toch, Danny!? Zoveel brengt dat leeggoed niet op, zunne.
Over de Beize kan ik dus niet veel zeggen, want ik moest rap thuis zijn. De meesten gaan sporten om daarna pinten – of nog erger – Duvels te kunnen drinken, maar ik hou het toch liefst gezond. Ik miste daardoor wel dat Jan trakteerde voor zijn verjaardag. Veel gebeurt dat niet dat Jan trakteert voor zijn verjaardag. Het was wééral een jaar geleden. Maar elke keer dat Jan trakteert, is er gelijk wel veel volk. Mario
Post Scriptum 1. Moeten er nog watjes zijn? Ook Johan Poelman, Mathias Pieters , Nancy Van Waes, Els Cattoir, Sabine De Neve en Annemie Van de Voorde doopten onze nieuwe uitrusting op kletsnatte wegen. In totaal reden we dus met 21 modderfokkers. Een goeie start voor ’22.
Post Scriptum 2. Dan trakteert Gert ook nog wel zekers! Voor een keer dat ik niet mee ga naar de Beize, is het weer dubbel prijs. Proficiat met Arthur, Gert. Hoe meer Verhoevens, hoe meer leute.
Zondag 19 december 2022. Kloosterbossen, Wachtebeke. Met 9 aan de kerk, ondanks het miezerige, troosteloze, vuile weer. Maar we hebben al drie weken niet kunnen rijden, wegens nog vuiler weer en het kan niet meer zijn: We moeten eens buiten. We moeten eens rijden met ons vriendjes altegaar. De drang is onweerstaanbaar. Staan paraat: Dirk, Axel, Stefan – wiens moeder het zich nog elke dag beklaagt dat diens vader er zoveel jaar geleden Stefan – Imschoot, Johan, ondergemodderde, Ivan, Luc – de witte kriek gelijk ze zeggen, en Ratje Poels – die sinds zijn transitie door het leven gaat als Patje Roels. Vooraleer er ‘pijnlijke’ misverstanden ontstaan, het gaat hier niet over een transitie die ‘gepaard’ gaat met omwisseling van geslachtsdelen, maar het gaat over een overgang van het ene paar heupen naar een nieuw paar. Ook Rudy Clerck staat er, met een camera op zijn helm. Ha nee, bij nader toezien is het een straffe lamp. Die gaat nog van pas komen.
Het is tamelijk donker en tamelijk windstil. En toch steekt er om stipt 8:37 plots een plaatselijk stormpje op. Het is eigenlijk de grote roerganger die zijn intrede maakt. De grote roerganger staat weeral wat dempig. Hij heeft gisteren wild gegeten, maar dan wel op het gemakske. Slechts drie volle porties binnengespeeld. En dan nog 4 toetjes toe.
En zo zijn we met tien kleine negertjes. Negertjes zijn we nu nog niet, maar wel als we over een paar uur hier 100 meter verder toekomen, zoudt ge ons moeten zien. Wat wel moeilijk wordt, want het klaart van de ganse dag niet op en wij zien zwart. Aangezien er toch sprake is van een licht noordenwindje gaat het nog eens richting Kloosterbossen, Wachtebeke. We zijn nog maar aan het voetbalplein of we nemen er de heuveltjes mee. Nog nooit meegemaakt dat we zoveel hoogtemeters hadden de eerste 500 meter, maar het zal er ongeveer bij blijven, want verder een vlotte, vlakke rit.
Ergens in Desteldonk, besluit Ivan een hoek af te steken door een brug eerder het water over te rijden. Een serieuze hoek afgestoken, want de rest rijdt nog een kilometer rond naar de volgende oversteek. Ge zult zeggen, is Ivan dan niet de slimste, want waarom zover rondrijden als je het korter kunt doen? Ten eerste, vragen of Ivan de slimste is, dat is nu echt van het domste dat ik al gehoord heb. Dus daarop is het antwoord simpelweg: Nee, Ivan kan nooit de slimste zijn. Nu Danny er niet bij is, zou ik zelfs durven suggereren ..., maar OK, er zijn nog veel andere kandidaten voor die trofee. Inderdaad, qua IQ scoren we over het algemeen niet erg hoog bij de Modderfokkers, één of twee uitzonderingen daargelaten. Ik zou zeggen, zo belangrijk is dat niet, zolang het maar aangename, grappige mensen zijn, maar ook daar is helaas weinig soelaas te vinden. Ten tweede, wat is het concept van eens te gaan fietsen? De idee is dat je na een grote tocht wel ongeveer op dezelfde plaats terug uitkomt, of even verder in ons geval: wij vertrekken de zondagmorgen op het kerkplein en na een tocht van 60, 70, of zelfs 80 km komen we enkele uren later, vuil en moe maar voldaan, aan in de Beize. Ivan, ge kunt dan even goed van het kerkplein naar de Beize rijden zonder al die omwegen hé. Wie is er dan de slimste? Simpele, ja!
Na een lange mooie aanloop, komen we aan bij de vuile, vieze, miezerige, mistige, modderige, slijkerige, donkere, troosteloze Kloosterbossen. Het weer is echt om depri van te worden, en dan nog eens een donker bos induiken. Maar als we op ons velooke door al die vuiligheid en donkerte en mistigheid rijden: Wat is dat toch telkens weer fantastisch! Kapitein Rudy roept: waar is diene mijnwerker? Rudy Clerck, met de mijnwerkerslamp, wordt naar voren geroepen door roerganger Rudy. Rudy met de klein wielekes neemt over, want die kent daar zijn weg gelijk of hij daar al zijn hele leven woont, en met zijn koplamp ziet hij ook beter waar hij rijdt, alhoewel hij toch nog eens misrijdt en we zo een extra rondje in de bossen doen. ‘Hoeveel keer moeten we dat hier zo nog doen, Rudy?’ zo vragen wij, om hem een beetje te jennen, want zo zijn wij wel. ‘Nog 2 keer’, antwoordt hij. Maar dat was maar om te lachen, hoor. Hahaha.
Witte Kriek is de man van de dag. Hij raakt niet meer op zijn grootste versnelling en moet dus de hele tijd gelijk een nieuwelinkske meetrappen gelijk zot. Zelfs als ze vooraan doortrekken tot boven de 35, geeft hij geen kik en lost niet. Straf, straf, straf. Goed voor zijne fysiek, en die was al zo goed.
In de Beize: Zit (in de verleden tijd van zit) aan de toog: Jo Roels. Komt proper toe: Danny Fack. En ook iemand die wel gereden heeft, komt nog toe: Annemie. Pakt daar eens een voorbeeld aan, hé, gastjes. En waar zat Jeffrey – zoontje van de melkboer of van de facteur of van – Debrouwer, alweer?
Een kleine 66 km aan bijna 26 ter uur door de more, zowel in het veld als op de asfalt en het beton, want het lag overal even smerig. Wat deed dat toch weer deugd aan ons klein hartje!
Mario
Mario was vroeg naar huis en zag niet dat Rudy, Nadine, Els en Sabine nog toekwamen in de Beize...
Ik kom op het kerkplein. Nog niemand. Ik zie wel dat burgemeester Andy afrasteringen heeft geplaatst om de anderhalvemeter regel te respecteren. Heel attent, maar anderszijds vind ik het er wat over, moet ik zeggen. En een beetje ongemakkelijk. Ze hadden toch tenminste een poortje kunnen voorzien. Dat geklauter over dat hek met mijn velo is niet meer voor mensen van mijn leeftijd. Maar wie ben ik om tegen te werken als het voor eenieders gezondheid is (Foto).
Ivan is er niet wegens omstandigheden. Eerst was hij wat in paniek, want zijn net uitgevonden sneltest werkte niet meer, zo dacht hij eerst. Maar wat bleek? Zijn sneltest werkte juist eel goe. Dat hij in de testruimte (het kleinste kamertje) niets meer rook, werd bevestigd door een positieve commerciële sneltest. Ivan is daar nu zo van in de wolken, dat hij een familietest op de markt gaat brengen, maar daarover volgende keer meer. Ik vind het concept zo inspirerend, dat ik er een shitcom van ga maken.
We zijn slechts met 4: ook nog Johan, Axel en Karel. De buienradar had nochtans maar het eerste uur wat regen voorspeld, dus daar kunt ge toch niet voor thuis blijven? Is het de jeugd (modderfokkers jonger dan 60) van tegenwoordig die niet meer deugt tegenwoordig? Ik zou dat niet willen beweren. Het heeft eerder met motivatie te maken, denk ik. Karel bvb. moet elke dag minstens 100 km gefiets in de benen hebben of hij loopt de muren op. Ook een lastige sport, maar nadeel is dat ge ieder jaar uw living moogt herbehangen. Bij Johan en ik gaat het dan eerder om laatste kansen. Het is niet dat we van plan zijn om morgen ons hoepels te keren, maar statistisch gezien is ons het minst lange leven nog beschoren en mogen we dus geen enkele kans meer missen om nog eens buiten te komen. Bij Axel is er meer sprake van externe motivatie. Zegt zijn vrouwke: Ik zit er al 6 en een halve dag mee, en dat iedere week. Kunnen jullie jullie inbeelden wat dat is? Die ene halve dag móet hij buiten. Dat de modderfokkers ook eens een beetje hun verantwoordelijkheid opnemen, hé. De Modderfokkers, het sociale vangnet van uw gemeente. Ja, beste mensen, Rudy, Danny en ik hebben hier al wat zien passeren, hoor. En Rudy en ik hebben er dan nog eens Danny bovenop.
Axel neemt de leiding. Tot overmaat van ramp, voegen ze daar dan gewoonlijk aan toe. Aan de Roerdompbrug komen er wandelaars van links en zes mountainbikers van rechts. Het is zondagmorgen vroeg met zo triestig weer en toch zo druk dat daar weeral is. Ik heb het al verschillende mensen horen zeggen: Wanneer gaan ze daar nu eindelijk eens rode lichten zetten!? Of moeten er eerst weer malheuren gebeuren misschien!? Gelijk altijd.
De Blauwe Steen gaat te vettig liggen zeker?, zegt Axel. Ik denk het ook, zeg ik. Dus juist, Axel kennende, slaat hij de wegel van de Blauwe Steen in. Axel en ik rijden Karel en Johan los en alles gaat goed tot op 50 meter van het einde, als ik achter mij een grote vloek en subiet daarop een nog grotere plets hoor. En subiet daarop nóg een grotere vloek. Axel zijn ene kant zit heelteganst onder de more. En stínken! Nog meer dan anders. Dus ge moet niet vragen hoe erg het was. Wij daarom eerst terug naar Axel zijn doeninkske om verse kleren. Alleen voor Axel, hé.
En kijk, dat is nu bijna elke zondag dat we het volgende voor hebben en ik kan me daar dul over maken, hé. Zijt ge in een single track aan het rijden en daar komen er weer eens van de andere kant ingereden of aangewandeld. Zien die dan niet dat het een single track is, misschien? Weten die dan niet dat ge daar Per Definitie maar met 1 mens tegelijk door kunt? Zijn die zo dom of is het gewoon van ik-trek-het-mij-toch-niet-aan, de andere gaan wel plaats maken? Kijk, het egoïsme van sommige mensen, hé, dat grenst echt aan het ongelooflijke. Hé, beste, roep ik dan (en ik peins Hé, stukse dikke egoïst):Ziet ge dan niet dat dat hier een single track is, soms? En als ge dan op zo een delicaat moment nog wat steun kreeg van uw maten, maar nee. Rustig, rustig, Mario, roepen die dan. Als ge nu iets wil doen om mij helemaal dul te krijgen, dan is het juist dát. Ik BEN rustig! Ik maak me alleen maar effekes kwaad, gewoon uit principe. Ik kan nu eenmaal niet tegen onrechtvaardigheid. Waar gaat de wereld naartoe als ge u al niet meer druk moogt maken over onrecht en egoïsme!?
Johan is zijn vertrouwen in de buienradar kwijt, want het is toch de hele morgen nogal nat, niet zoals voorspeld. Ik weet allang dat de buienradar even slecht te betrouwen is als Frank, dienen nieuwen, en Sabine. En overlaatst stond ze dan weer nog eens met haar balkon voor de Balkan. Wist ik weeral niet welk weer het was in Sarajevo.
Niet veel volk op pad, door het vuile weer, maar in de Schooierswegel, niet ver van Bottelare, kruisen we onverwachts zes dappere mountainbaaiksters. In een single track dan nog, ik kom het nog juist te vertellen! Maar goed, hier gelden natuurlijk verzachtende omstandigheden – figuurlijk, hé. Sjapoo, dames! Amai, dat is nogal eens wat anders dan de dames van onze beekes die met Rudy V. gaan fitnessen zijn omdat het een beetje nat weer was.*
En tenslotte: goed nieuws. Les nouveaux giléekes Modderfokkers sont presque arrivées! Met dank aan onze sponsors: Rudy & Nadine Vergeylen-Fack Keukens, Els Hoogewijs Thuisverpleging, Niels Troch Dakwerken, Buysse Snacks, Koen & Nadine van de Beize, Olivier Vandevijver Tuinmachines, en Hans Schellaert accountant. En speesjaal mersie aan Koen en Nadine dat we in de Beize de kledij mochten passen, ondanks alle corona-problemen. Mario
* De eerlijkheid gebiedt ons te vermelden dat, normaal gezien, de laatsten die plooien voor slecht weer de dames van onze beekes zijn!
Zondag 14 november 2021. Stekense en Moerbeekse bossen.
Rudy Rogiers, zoals steeds stipt op tijd om 8:37, staat wat dempig. Dat komt door de vele lekkere pizza op de viering van 60 jaar Guy Roels, gisteravond. Toch zot wat mensen allemaal vieren, hé. Dat was daar wel nogal teen en tander, moet ik zeggen. De vice-rector van de UGent was er, enkele ingenieurs van de UGent (o.a. Guy zijn eigen Jana en Sam dan nog), er waren een emeritus en een professor van de UGent, een ex-profwielrenner was er, en diens broer (de uitvinder van een nieuwe Corona-sneltest, zie verder), de human resources manager van de Volvo, de CEO-op-rust van Keukens Vergeylen. Zelfs Jo Roels was er, een verre kozijn van Guy. Met de nadruk op ‘verre’, zegt Guy er rap bij. En zelfs onze burgervader, die normaal alleen voor 100-jarigen buiten komt. Waarom hij dan ook voor Guy buiten komt, laat ik aan jullie verbeelding over.
Gelukkig komt de wind uit het Noorden en dan is het aan die andere Rudy, klerkske-met-de-klein-wielekes, om de rit naar het Noorden te leiden. Nu meer de kanten van Stekene en Moerbeke. Machtige boswegels, zonder einde. Genieten de ganse tijd, mocht het niet zo rap gaan, maar er is geeneen van de 11 modderfokkers die een krimp geeft. Rudy rijdt nagenoeg de hele rit op kop, niet te doen. We hadden de Modderfokkers ook de Rudybikers kunnen noemen, want bij de beekes is het onze derde Rudy die de leiding neemt (ook de vrijdagavond en bij het spinnen). Maar de Rudybikers bestaan al (https://rudyco.be/RDC/NL/club/).
Danny is afwezig, want hij moest in quarantaine na een verdacht kontakt. Dat is bij hem niet moeilijk, want al zijn kontakten zijn verdacht. Ja, inderdaad, wetenschappers hebben het nu bevestigd: corona kan ook overslaan op de mensaap. Dat natuurlijk geheel terzijde en natuurlijk ook zonder enig verband met de eerste zin van deze paragraaf.
Ook Stefan - die niet alleen mountainbaaikt (soms eens toch), maar ook volleybalt, omdat hij er hem in het voetbal toch meer neffens dan - Imschoot, is er niet. Maar ik moest mijn running gag kwijt, en wegblijven gaat je niet helpen, Stefan! Er is geen ontsnappen aan.
Jeffrey - het jongere broertje van Bob - Debrouwer heeft tijdens de rit zo af en toe een piepstemmetje. Ik word toch danig ongerust. Jeffrey, ben je soms in transitie, jongen?, vraag ik bezorgd, want een mens mag van niets meer verschieten dezer dagen. Neen hoor, antwoordt Jeffrey, het is mijn koersbroek die een beteke spant. Mijn mama heeft hem ietske te warm gewassen, denk ik. Wat een geruststelling toch. Waarna Jeffrey vervolgt: Door de Corona is mijn eerste transitie-operatie pas volgende maand gepland.
Axel rijdt voor de zoveelst week op rij met de besten mee. Ik had hem dat niet mogen vertellen, hé, van dat broekvet.
Ik ben net aan het uitrekenen hoeveel km we de laatste 3 weken al gedaan hebben zonder platte banden en zonder valpartijen. Drie ritten met telkens 11 man aan een gemiddelde afstand van 75 km. Reken maar uit. Maar dan beslist Koen om daar een stokske voor te steken en gaat onderuit. Waar was dat, vraag ik als we in de Beize napraten. In die slag met die boom, antwoordt Johan. Ha ja, daar dus. Als ge juist 50 km door niks anders dan slagen met niks anders dan bomen gereden hebt, weet ge meteen waar het juist was. Danke, Johan.
Ondanks zijn lichte dementie, die niet eens opvalt binnen onze groep, en ondanks zijn snel toenemende incontinentie, blijft Johan maar meegaan hé. Op zijn gezegende leeftijd nog elke zondag meerijden met die bende zotten, er gaan er het hem niet veel nadoen. Voor mij is hij toch de strafste van allemaal. In de Beize kan hij het weer niet laten om een selfie te pakken, dit keer van zijn en onze beslijkte voeten (Foto). Pertank, zijn wezen zou er goed bij gepast hebben.
Kletter de kletter. Daar gaat er nog een tegen de grond. Wie is er gevallen?, vraag ik?, want het gebeurde achter mij en eer we vooraan tot stilstand komen, zijn we al 100 meter voorbij de plaats van het accident, een glad bruggetje in Puyenbroeck. Het isMartine, hoor ik. Maar ik denk bij mezelf: Martine? Martine? Er rijdt hier toch geen Martine mee met ons? Maar dan hoor ik het goed: het is niet Martine, maar Maarten met de dikke tjoepen. We hebben het dan over zijn bandenkeuze, natuurlijk. Dikke tjoepen op uw banden zijn goed voor in het veld, maar op een glad oppervlak geven ze niet veel grip. Maarten kan het goed uitleggen, terwijl het bij veel van ons is van: zwijgen en terten. Hij zou het misschien beter wat minder uitleggen en wat meer op de baan letten want hij gaat nog een tweede keer onderuit, op de kasseien bij het opdraaien van het Mariannestraatje. Ja, tot twee keer toe op hun bakkes gaan. Wat sommigste mensen allemaal niet doen om in het verslagje te komen.
Luc rijdt weer in het zwart en deze keer met een zwarte pinguinhelm. Je vangt veel wind, maar de sneeuw blijft wel uit je ogen. Handig voor als het sneeuwt, dus. Op het einde raakt hij nogal hitsig en fietst de hele meute aan flarden als hij een paar keer de kop pakt. Maar dan neemt Jeffrey nog eens over aan 38 per uur, en is het alle hens aan dek op ons dikke banden met tjoepen, of met andere woorden: alle tenen worden nog eens uitgekuist.
Ikzelf pak ook weer goed uit vandaag, mag ik wel zeggen. Op een lange zandstrook blijf ik maar op kop rijden. Wat ben ik toch goed bezig, denk ik, en zowaar, mijn nek begint al te zwellen. Tot er plots een windhoos me voorbij vlamt. Het is Rudy R, die wat voorsprong nam wegens een kleine doch dringende behoefte. Gelukkig dat ik al een snotvalling had. En mijn nekprobleem is meteen opgelost.
Ivan heeft thuis zelf een corona-sneltest ontwikkeld (patent - en nog wat anders - pending): Hij gaat elke morgen naar het gróót WC. En als het onwelriekt, is het teken dat hij geen corona heeft. Ivan liet me ook weten dat hij nog een confirmatietest aan het ontwikkelen is, gebaseerd op het testen van de smaak, maar dat ga ik hier niet uit de doeken doen, het is juist etenstijd.
Tenslotte vermelden wij ook Dirk. De meesten kennen hem als Dirk Deboever, maar ik noem hem Dirk De Zoever. In de Drabstraat, nog slechts op 500 meter van de Beize, zoeft hij daar nog Johan voorbij en duwt die jongen bijkanst in de decor. Ja, want Dirk moest nog gaan koken, hij was wat gepresseerd.
Na 75 km aan 24,1 per uur op een modderig en dikwijls kronkelig maar bereidbaar parkoers, waarvan de helft in de noord-waaslandse bossen, zijn wij weeral lichtjes flagada. De baas van de Beize ook, maar bij hem is dat elk uur van elke dag. Mario
Zondag 7 november 2021. St. Lievens Esse, Herzele en daaromtrent.
De meeste blaadjes zijn al van de bomen gevallen en de meeste wielertoeristen zijn al van de baan. Ja, de herfst heeft zo zijn charmes. Modderfokkers, dat gespuis, rijdt echter zomer en winter.
We staan met 10 aan de kerk tot aan 8 uur 37. Dan komt de elfde toe. Ik moet niet vertellen wie, en we zijn subiet weg, kwestie van zeker geen tijd te verliezen. Wij alweer afgekoeld, en Rudy is lekker opgewarmd. We worden koud gepakt. We gaan eens zorgen dat jullie tenen proper zijn als jullie thuiskomen, zegt Rudy. Dat wil zeggen dat we weer ons tenen gaan mogen uitkuisen. Ik ken geen dwazer uitdrukking, maar het is wat het is. Weeral en weerom zorgt Rudy voor een zeer gevarieerd parkoers met heel veel nieuws. En de hele tijd prettig vettig (1), maar daar heeft de regen van de voorbije weken voor gezorgd. Helemaal mijn ding!
Sinds lang rijdt nog eens mee: Jesper Maartens, euh Jasper Mertens, euh Maarten Jespers. Zo een naam waar ge alle kanten mee uitkunt, doet me denken aan de burgemeester van Knokke die deze morgen in het nieuws was: Piet De Grote. Maar de burgemeester heeft liever dat ze eerst zijn achternaam zeggen. Maarten rijdt met de besten mee, maar is nog niet tevreden over zijn conditie en gaat deze week nog wat bijtrainen, het uitsloverke. Hopelijk wordt hij niet zo maniakaal als Karel. Vroeg Nele onlangs: Karel, waarom rij jij zo weinig met Mario de laatste tijd? Antwoordt Karel: Zou jij willen meerijden met een maniak die niet anders doet dan trainen, ik weet niet hoe hard rijdt en bijkans geen bier meer drinkt?Neen, zegt Nele, dat zou ik niet willen. Awel, antwoordt Karel, Mario ook niet.
Stefan is ook over zijn dipje van de voorbije weken heen en rijdt ook alweer bij de besten. Nog niet zo maddy als vroeger, maar dat is al meer dan zot genoeg. Maddy zelf zei het mij onlangs ook: Stefan is bijna weer op nievoo, maar het zal wel nooit meer worden gelijk hij er hem vroeger ..., maar alla, laat ons bij het verslag blijven, zoals steeds.
Ivan zegt: de eerste helft ging het voor mij 2 à 3 km te rap. De tweede helft 4 à 5. Als het inderdaad weer eens te rap gaat, roep ik: Een beetje kalm hé, jongens. Deze mens hier is al in zijn penopauze. Waarop Ivan terugroept: Veel pauze en weinig peno. Dat kan goed zijn, maar binnenkort heb ik mijn eigen grote laadpaal en dan gaat ge er niet meer mee lachen, als ik er jullie met mijn e-mtbike allemaal afrij.
Ook Johan heeft zijn dagje niet. Misschien verleden week hem wat overdaan? Op zaterdag 100 km modderploeteren in Maasmechelen en de zondag nog eens een zware modderfokkerrit (zie foto van verleden week aan de start). En te weten dat Johan al 3 weken langer in penopauze is dan ikzelf.
Ik zag er deze morgen wreed tegen op om weer zo af te zien, maar na een moeilijke start, verbeteren mijn beentjes en foel ik ze niet meer. Zou dat nu door die nieuwe broekzalf zijn? Op het potje staat er: Broekvet nieuwe formule: extra aangerijkt met vitaminen. Ha wacht, nog eens goed gelezen met mijn goeie bril op en het kan toch niet aan het nieuw broekvet liggen, want er zitten toch geen extra vitaminen in. Op het potje staat er: Broekvet nieuwe formule: extra aangerijkt met amfetaminen.
Tegen de lage vroege ochtendzon in hou ik mijn hand horizontaal boven mijn ogen om beter te kunnen zien, want ik rijd zonder zonnebril. Dat deden de Indianen indertijd ook, zegt Jeffrey, kwestie dat die snotneus een beetje wil lachen met een mens die geen zonnebril heeft. En weet je ook waarom ze hun hand zo hielden?, vraag ik. Ha ja, zegt Jeffrey, en hij houdt zijn hand voor zijn ogen. Mochten ze hun hand zo gehouden hebben, dan konden ze niets meer zien. Zo jong nog, en dat kent al moppen zo oud als de straat. Maar nee hoor, Jeffrey, volgens mij hielden de Indianen hun hand zo horizontaal boven hun ogen, omdat ze geen zonnebril hadden.
Rudy DC, beter gekend als Klerkske-met-de-klein-wielekes, houdt zich kalm vandaag. Als het naar het noorden op is, is hij niet te houden. Een mens is al blij als het eens rustig blijft met die gast. Als we op de langen end terug naar huis nog een wit ponypaardje opschrikken, heeft hij toch nog volgende uitdrukking in huis: Twee dingen waar ge nooit te lang moogt naar kijken: ‘t achterste van een paard en het voorste van een ..., maar alla, we gaan ons focuseren op het verslag, zoals steeds.
Dirk rijdt zoals steeds met de vingers in de neus. Dirk, een goeie tip: er bestaan ook zakdoeken!
Op één van Rudy zijn experimentele wegeltjes, nou ja, wegeltjes, moeten we over twee brugjes. Axel rijdt voor mij een brugje, nou ja, brugje, over en ik zie het gevaarlijk doorzakken. Best even wachten dus maar. Want samen leggen Axel en ik toch wel heel wat gewicht in de schaal binnen onze groep, vooral Axel dan. Hij blijft goed gazze geven de laatste weken. Zou die dezelfde broekzalf als mij gebruiken, misschien?
In Oordegem aan mijn lievelingsafdaling met kasseien, rijdt Jeffrey plots rechts het kleine plein voor de kerk op. Is die jongen nog niet te communie geweest deze week misschien? Jawel hoor, zijt gerust, maar hij wil nog eens de trappekes voor de kerk afrijden. Kwestie van al eens te oefenen voor als er meiskes in de buurt zijn.
We zouden kunnen zeggen dat Danny een onopvallende rit reed. Danny komt immers aan de start in een camouflage-vest, van de para’s (Foto). Ook mannen zonder schrik, gelijk Danny. Alhoewel, op het vettige parkoers rijdt den Danny toch heel erg voorzichtig. Ja, ik rij toch liefst altijd met een klein beetje verstand, zegt Danny. Maar hoe zouden wij daar iets kunnen op tegen hebben, Danny, dat jij altijd met ál je verstand rijdt!? Bij Rita hangt er een affiche van een langgeleden kermis te Kalken aan de muur, die vertelt wat Danny indertijd zou gedaan hebben als er nog geen mountainbaaiken bestond: Ringsteken voor paarden en muilezels. Daarom vraag ik aan Danny: Mag ik muilezel zeggen tegen een politie-agent op rust?Natuurlijk niet, zegt Danny. Maar mag ik agent zeggen tegen een muilezel?, vraag ik. Dat kan niemand u verbieden, zegt Danny. Ik: Ha, dat is goed om weten, agent(2).
In totaal 72 km aan een behoorlijke 25.2 per uur, zeker als ge weet hoe traag het soms ging in van die vettige morewegels. Op mijn nief gps-ke zie ik: 370 meter geklommen en 382 meter gedaald. Als je weet dat Kalken kerk 5 meter boven zeespiegel staat, dan zit je bij Rita D’Hondt potdorie 7 meter onder zee-nivo (3)! Ofwel heb ik een gps-ke dat de nabije toekomst kan voorspellen.
Luc, vaste waarde, reed met de beekes, Rudy V en vrouwke Nadine, maar verder zag ik gelijk niet veel beekes bij Rita. Ja, de Beize was toe, want Koen en Nadine waren naar Echternach. Kwestie van wat rekening te houden met Koen: dat het niet te rap vooruit ging.
Dat stonk daar nogal bij Rita, zeg, amai nog nie! Ik moet er wel bij zeggen, nog niet toen wij binnenkwamen. En ons tenen waren pertank uitgekuist.
Mario
1.Voor alle duidelijkheid: De ondergrond, niet Rudy. Ik wil niet nog meer problemen, hé.
2.De mensen vragen mij dikwijls:Kun je er ook soms eens een flauwe mop tussensteken?Bij deze.
3. Stefan zou schrijven:zee-niveau. Schoolmeesters, hé.
Zondag 17 oktober 2021. Molenberg, St. Denijs-Boekel. In niet alfabetische volgorde: Axel, Dirk, Danny, Jeffrey, Johan, Luc, Patje, Rudy, Ivan, Mario.
Rudy Rogiers komt aan om 8 uur 37 minuten en 15 seconden. Bijna juist op tijd! Rudy Clerck is er niet, een vroegtijdig maar te voorspellen slachtoffer van de Fortunefeesten. Ook Koen en Stefan – die er verleden week bijna zijn leven bij – Imschoot ontbreken. Nochtans had Stefan gezegd dat hij deze week weerwraak ging pakken voor het debacle van verleden week. We passeren na 100 meter aan zijn deur, luid toeterend en bellend, maar nee, geen beweging. Stefan is weerwraak aan het nemen op zijn matras, denk ik.
Als ik vraag aan Jeffrey waar hij de voorbije weken zat, murmelt hij iets van beteke ziekskes geweest. Het was gewoon wat niegoesnitis, zegt hij. Blijkbaar is dat een nieuwe virale infectie, die vooral de Kalkense jeugd treft.
Het begint al goed in Wetteren als Axel ons een mij nog ongekend singeltrakske langs de Schelde, richting Kwatrecht, doorstuurt. De Hammekensrede. Mooi! Mijn dag kan al niet meer stuk. Verder via Melle kerkhof en Lemberge.
In Moortsele, na een passage over weeral het kerkhof, zijn we Danny en Axel kwijt. Ik pak mijn gsm en bel naar Danny. Ik zie een D op mijn schermpje, bel, en vraag, nogal luidruchtig: Awel, Danny, waar zitte gijlie, denonde?’ Ik krijg als antwoord: U bent verbonden met het kabinet van Dr. Van Hoecke, excuseer? Oh, sorry, dokter, zeg ik, Ik had gewoon een acute aanval van niegoesnitis, het is alweer over. En het is eigenlijk Jeffrey zijn schuld. Verdorie, intvervolg toch 2 keer kijken vooraleer ik een nummer bel. Als een mens niet goed meer ziet, hé.
In Baaigem gaan we, in plaats van gelijk anders naar links, deze keer rechtdoor, ten opzichte van waar we komen. Maar vanwaar we komen kan ik hier eigenlijk niet goed uitleggen, zodat deze informatie geheel oninteressant en volledig overbodig is, waarvoor dan ook mijn excuses. In alle geval, weeral een schoon wegelke dat we nog nooit deden.
Ergens in Dikkelvenne vraagt Rudy: Molenberg of geen Molenberg?, waarop zijn broer Ivan, vol overmoed en zonder twijfelen antwoordt: Molenberg natuurlijk. Lap, vandeneerstenkeer 15 kilometer erbij en de Molenberg erbovenop natuurlijk. Wat zeggen wij dan allemaal? Dankewel, Ivan!Goed gedaan, jongen, met uw grote .... Via Meilegem en St. Denijs-Boekel dan maar naar de Molenberg. Ach, het is maar een bult vol vuile kasseien.
Na de Molenberg is het even wachten tot iedereen boven is en patat, daar vliegt er een patat bijkanst tegen mijn kop. Geeft er nog eens een patat op, Mario, roept Ivan. Dat doe ik dan ook. Bijna de hele dag rijden Rudy en Patje op kop, maar ik neem over van Patje, van wie ik het daar nu toch danig op mijn heupen krijg. Kijk, zegt Rudy, de ouwe vandagen op kop. Ja, de ouwen vandaag op kop, effekes toch.
Even verder stoppen we nog eens om te poseren voor één van de beroemde selfies van Johan, met de Vinkemolen (St. Blasius Boekel) op de achtergrond. Zie Foto’s. Het riekt daar niet zo fris, moet ik zeggen. Dat is dan eerder een smelfie dan een selfie, merkt Ivan op. En nog een geluk dat die foto’s niet meer ontwikkeld moeten worden, want met Danny er op zou dat onbegonnen werk zijn.
In Roborst stuiven we naar beneden over de kasseien van de bochtige weg rond de kerk. Ik 10 meter achter Rudy. Het scheelt echt niet veel of we vlammen boven op een auto die naar omhoog komt gereden. Weeraleens effekes éél veel sjans gehad, zunne, of er stond hier geen verslagje, wegens verslaggever in de lappenmand.
Rakelings langs Velzeke en langs Balegem-Zuid verder. Ook in St. Lievens Houtem heeft Rudy nog wat extra nieuwe pestwegeltjes in petto. In de Middeleeuwen waren pestwegeltjes wegeltjes om de pest te ontwijken, vandaag zijn ze gewoon wegeltjes om modderfokkers te pesten. Na Baaigem en Balegem eerder op de dag, passeren we ook nog eens door Bavegem. Kwestie van een mooi triootje tesaam te rijden.
Ons gemiddelde van maar 25.5, over 75 km met 452 hoogtemeters, steekt af tegen de snelheid van rond en boven de 30 waarmee we voortvlammen, maar dat komt doordat we af en toe eens moeten wachten op de een of ander. En dan te bedenken, zegt Johan, dat we dan nog goed kunnen doorrijden, nu Stefan niet meerijdt. Een mens verstaat er hem soms niet aan.
Ik ben voor de tweede week op rij in form. Kwestie van u goed te verzorgen gans uw leven, zeg ik altijd. Kijk maar naar Stefan, zó een talent, en hoe rap het ermee gedaan kan zijn, als ge, awel ja, als ge ... Ik moet er geen tekeninkske bij maken, hé.
Danny Fack heeft ons al veel doen lachen in ons leven, dankzij zijn fratsen, maar vandaag lig ik echt dubbel. Stel je voor: een rijkswachter op pensioen, één en al spier, stoer uitzicht à la Sergeant Garcia, weegt evenveel als zijn dochter en haar vriend tesaam, en dan: Danny doet zijn mond open en daar komt vandaag zo een piepstemmeke uit. Misschien een aanval van niegoesnitis? Ge kunt u gewoon niet houden van het lachen.*
Het zit al vol B-kes in de Beize als wij toekomen. Amai, die rijden nog rapper als wij, zeg: ze vertrekken 23 minuten later en ze zijn rapper terug dan wij. Straf! Ook Danny’s dochter Amber en haar vriend reden deze keer mee. En aangezien zowel Danny’s zus Nadine (ja, dat is hier een hele familiekwestie zeg) als haar echtgenoot Rudy verjaren (4 dagen verschil) krijgen we 2 traktaties, zodat ik mijn inleg terugneem. A ja, hé, toch! Hoe zout ge zelf zijn, als ge moet rondkomen met een klein pensioentje? Ge zijt westvlaming of niet, hé, zegt Jeffrey. En al die keren dat ik teveel ingelegd hebt, daar klappen ze dan niet van, hé. Wat is het toch moeilijk om als migrant geïntegreerd te raken in deze gemeenschap.
Waarna Axel vraagt aan Jeffrey: Zijn er bij jouw ballekes in de soep? Ook niet? Neen, zegt Jeffrey, bij mij ook geen ballekes. Ha ja, merk ik op, de cafébaas is Westvlaming of niet, hé. En dan nog van Menen, erger kunt ge het echt niet treffen. Maar dat meen ik niet, zunne. Mario
* Als je wil weten hoe Danny klonk, klik dan hier eens op: Gloria
Zondag 10 oktober 2021. Nederhasselt, St. Antelinks. Met 10 aan de kerk. Ivan, Rudy DC, Koen O, Stefan, den dezen, Johan, Luc, Pieter, Axel, and not least but certainly last, gelijk always, kapitein Rudy. Daar waar hij anders altijd stipt zeven minuten te laat om 8:37 verschijnt, wordt het nu 8:38. Een geluk dat we Axel nog een minuut extra konden tegenhouden. Een platte tube was de oorzaak van dit ongelukkige oponthoud. Een platte tube repareren kost Rudy maar 1 minuut blijkbaar. Maar het was weer het wachten waard, want Rudy heeft een mooie variant op de rit naar St. Antelinks in petto. Niet zo zwaar als anders, ietske korter, maar voor mij met weer tal van nieuwe superschoon singel-trakskes, zoals dat heet: wegelkes waar maar 1 mens of 1 fiets terzelfdertijd doorkan. Het is regelmatig opletten geblazen voor de diepe en grillige sporen, verborgen onder het gras, zeker aan de snelheid waarmee we erdoor vliegen, maar ik zie alleen Axel eens lichtjes slagzij maken, zonder erg. Een rit met toch 300 hoogtemeterkes en een aantal lange, lange, hele lange vals platten, waarvan sommige zó vals zijn dat men zelfs van een klim mag gewagen. Ik ben daarenboven eens in supervorm, een gevolg van de zware beproevingen in Mallorca, 2 weken geleden, samen met Johan, Luc, Danny en Rudy V. Afgezien gelijk de beesten heb ik daar, en ik ben toch al wat gewend na 22 jaar modderfokkers, zomer-winter. Ook Axel is in goeien doen, zodat de twee kneusjes van anders deze keer niet afsteken bij de rest.
Ter hoogte van ik weet niet waar, want het was mistig en ik had daar nog nooit gereden, loopt er een koe los op de weg. Axel, ikzelf en Koe, euh Koen, drie muttens gelijk, proberen de koen, euh koe, terug de wei op te krijgen, want zo een beest op de baan is gevaarlijk, zeker met zo mistig weer. De koe echter ziet mij komen en denkt: Oei, Ivan Rogiers komt eraan, het is al erg genoeg geweest voor vandaag, ikke ben hier rap weg. Nu zal de achteloze lezer opmerken: Amai, een koe die kan denken, wat een slimme koe is me dat, zeg. Maar als je nu leest dat ze het tronie van Ivan verwart met mijn inteliggent voorkomen, dan heb ik toch al veel snuggerder koeien gekend, zunne. Door dit runderlijk misverstand, mislukt onze poging om de koe terug in de wei te zetten. Nu maar hopen dat er geen malheuren gebeurd zijn en vooral ... dat Dirkske Deboever niet met zijn mootoo gepasseerd is. Waar zat die trouwens weeral!?
Er zijn er twee met een complete off day. Koen Oosterlinck, die normaal met zijn twee vingers in de neus meerijdt, is vandaag een beetje gelijk zijn initialen, KO. Deze keer gaat het bij Koen voor geen meter, zelfs met zijn twee handen aan het stuur. We spelen hem uiteindelijk kwijt op de terugweg tussen Oordegem en Wetteren. De grote afgang van de dag is echter die van Stefan – wiens vader er hem die ene keer spijtig genoeg wel – Imschoot.
Stefan, als het een troost mag zijn, jongen: zélfs ik heb zwakke momenten gekend toen ik nog zo jong was als jij. Dat moet zowat net na WereldOorlog II geweest zijn, als ik me goed herinner. Natuurlijk nooit zóó zwak als jij vandaag, we gaan nu ook weer niet overdrijven, hé. Haha. Hahaha*.
Het gaat zo slecht met Stefan dat we hem voor St. Lievens Houtem op de terugweg al kwijt zijn. Wij, het is te zeggen de Modderfokkers die wel op niveau rijden, stoppen boven op de Balein (dus ook letterlijk op hoog niveau) en bellen hem op. Ja, we stonden daar juist aan een telefoonkotje, dat moest nu ook lukken, zeg. Waar ben je, Stefan? zo vraagt Rudy. Ik weet het niet, jongens, snif, snif, snif snottert Stefan. Vraagt Rudy: Staat de zon links of rechts van U? Het is kwestie van te weten of Stefan met zijn kop tenminste in de goeie richting staat. Ja, het is ook het vermelden waard, maar de zon was nog maar net door de killige mist gebroken, even voor we Stefan kwijtspeelden. Hou de zon in uw gat, Stefan is het advies van Rudy. Op het eerste zicht is dit een hoogsteigenaardig en tamelijk onwelvoeglijk advies, maar wel een heel degelijk, dat mag gezegd. Immers, we bevinden ons op de Balein te St. Lievens Houtem. Dat wil dus zeggen: ten Zuiden van de Beize, en het loopt naar de late voornoen, dus de zon zit ook in het Zuiden. Als je de zon dan achter je houdt, rijd je naar het Noorden, dus naar de Beize. Slim toch van onze kapitein! We hebben Stefan echter pas in de Beize teruggezien, maar het reisadvies van Rudy heeft dan toch geholpen.
Maar zie, zeer eigenaardig, even nadat we Stefan gebeld hadden, is de zon weer verdwenen. Het is toch geen waar, hé!? Zeg dat het geen waar is, hé!! Dat Stefan het advies van Rudy over waar hij de zon moest houden, letterlijk genomen heeft!!?? In alle geval heeft Stefan de Beize pas bereikt een kwartier na ons, na een omweg via ... Zonnegem.
In de tent van de Beize worden we niet, zoals gewoonlijk, bediend door Nadine, maar wel door een nieuwke. ‘Kurt’ noemt diene gast en ik ken hem gelijk van ergens, maar dan van een ander café, meandert het me voor de geest. Echt vlot gaat het noteren van onze consommaties gelijk niet, maar ja, een mens moet wat geduld hebben met zo een beginnelinkske in de horeca, hé. Mario
* Woehahahahahahahahaha.
(Toegevoegd als voetnoot omdat anders het verslag te lang ging zijn, maar ook en vooral omdat het zo deugd doet van zo eens goed te kunnen lachen, zeker als het is met ...)
Zondag 16 mei 2021. Munte, Baaigem, Dikkelvenne, Meilegem.
Staan al aan de kerk: Ivan R, Rudy DC en Jeffrey DB. Goeie morgen, gentlemen, groet ik, vriendelijk als ik ben. En ook goeiemorgen, Ivan, voeg ik daar aan toe, correct als ik ben. Daarna komen nog toe, Stefan (die er hem ook graag wel eens, maar dan toch uiteindelijk veel te weinig) Imschoot, Axel T, Luc K en kapitein Rudy Rogiers.
Luc is 56-jarig vandaag. Hij ziet er nog steeds strak uit en is nog niets veranderd, bij toen hij ... 55 was. Maar toen was hij ook al niets veranderd bij toen hij ... 54, enzovoort. Bij sommigen werkt 20 jaar mountainbike blijkbaar dan dus toch goed. En zó blinken dat die zijn fiets doet, niet te doen. Rudy DC blijft als enige overgeblevene nog steeds met 26 inch wielekes rondrijden. Houden zo, want die rijdt al rap genoeg met zijn klein wielekes.
Gezien de Zuid-Oostenwind stelt de kapitein voor om naar het ZO te vertrekken, richting Melle. Wij stemmen in met de idee: een plaatstelijk ritje naar Melle zodat we op tijd terug zijn om na lange tijd nog eens lang en rustig van het terras van de Beize te genieten. Rudy zegt er niet bij dat de uiteindelijke bestemming ... Meilegem zal zijn, minstens drie keer zo ver als Melle, voor een tocht van ... jawel, 82 km aan ... jawel, 27.2 per uur, met 350 hoogtemeters.
In Laarne houdt Jeffrey al de achterkomers op in de smalle Kalverboswegel, waar hij vastraakt, het kalf ... zouden sommigen dan zeggen. Het is ook door zijn breed stuur. Ja, Jeffrey, ik snap wel dat dat stoer staat bij de meiskes, zo een breed stuur, maar leer misschien eerst eens met een gewoon stuur sturen als je meerijdt met de grote mensen. Een béétje techniek zou toch welkom zijn bij sommigen, denk ik dan. Neem een voorbeeld aan mij, Jeffrey. Ik heb nooit echt hard kunnen rijden, maar ik compenseer dat door mijn techniek.
In Lemberge is het even wachten op Axel die in de boskes is blijven hangen. Stefan maakt van de gelegenheid gebruik om van alles aan zijn velo vast te vijzen. Ja, ik heb hem gisteren nog eens helemaal op orde gezet, zegt Stefan. Op een gegeven moment heb ik sjans gehad, zegt Stefan, want er vloog plots een resoorke1 weg, zodat ik gans mijn stal, euh mijn garage, heb moeten opkuisen om het terug te vinden. Het vrouwke meteen ook content. Ondertussen heeft Axel besloten om het wat rustiger aan te doen en zetten we onze weg verder met zeven.
En dan komt een onverwacht hoogtepunt van de dag. Rudy neemt in Munte een wegelke waarvan ik al zeker een keer of 10 gepeinsd had, in het passeren: dat wegelke ken ik niet, dat moet ik eens proberen. Maar het was er nog nooit van gekomen. Het is de Rattepaswegel die halverwege verandert van naam in de Schietsewegel. Single track, afdalingske, klimmeke, boomwortels, bomen in de weg, beetje technisch, beetje modder, in een boske, en halverwege zelfs wat vriendelijke meiskes. Kortom: dit wegelke heeft het gewoon allemaal. Een verborgen pareltje dat – voor mij dan toch – te lang onononontdekt is gebleven. Míjn dag kan al niet meer stuk.
Maar dan moet Stefan afstappen. En zie, in plaats van zijn voet los te klikken, zoals normale mensen doen, klikt hij gans zijn manivel2 los. En Stefan krijgt zijn schoen niet losgewrikt uit die losse manivel. Jeffrey moet uitleggen hoe het moet. Dus ja, zo moeilijk kan het dan eigenlijk niet zijn, hé. Gelukkig is Rudy R mee die dat mankement weer kan oplappen, al blijft de manivel half los zitten.
Even verder neemt Stefan zijn drinkbus uit zijn drinkbushouder. Kijk, zegt Jeffrey, het enige dat goed vastzit aan Stefan zijn velo is zijn drinkbushouderke3. Dat manneke is toch ook niet op zijn mondje gevallen, hé. Mocht ik van Stefan zijn, ik zou dat toch zo niet laten passeren, zunne. Maar ik ben niet van Stefan. Meestal ben ik achter Stefan. Zelfs met maar een halve pedal, rijdt hij gezwind mee met Rudy R en Jeffrey, als die zich weer eens niet kunnen houden.
Als we bij het Geestesgoedbos passeren, vraagt Rudy mij om de naam van dit bos uit te spreken. Hahaha, een portie lachen met Westvlamingen, dat kan toch zo deugd doen, hé, mannekes. Ik doe er nog een schepje bovenop: het Geestesgoedbosgehucht.
Wie denkt dat de terugweg met windachter makkelijker zal zijn – stopt dat eigenlijk nog met waaien de laatste jaren??? – heeft het helemaal verkeerd voor. Het is vlammen, enkele kms zelfs aan 40 per uur. Want ik heb mij in Meilegem laten ontvallen dat er voor mij weer niet veel après meer zal bij zijn, want ik ben graag op tijd thuis de zondagnoen, en Rudy heeft beloofd dat we stipt om kwart na 11 toch in de Beize gaan staan.
En ja hoor, stipt om kwart voor 12, kom ik uitgeput aan aan de Beize. Nadine en Koen zijn weer blij, dat ze weer aan de slag kunnen, en vooral van mij na lange tijd nog eens te zien. Vooral Koen is blij dat hij weer de volle 30% kan werken. Nie getaukt, geen Duvel! Mario
Resoor:Een spiraalveertje.
Manivel:Ik moest hoehelenom het Nederlands te vinden: zwengel, hendel, kruk. Ook wel crank, al is dat eigenlijk Engels. Aldus zoekende kwam ik ook toevallig op: fietscafé de Manuvèl in Sint-Niklaas.
En nogeentip om mee af te sluiten: staat je fiets iets te vast, en wil je hem iets losser: Eén adres: Stefan (die er hem vast ook wel eens los) Imschoot. Zie Foto (zonder bril weliswaar).
Stefan staat al als enige aan de kerk als ik toekom. En om 2 na halfnegen staan we daar nog altijd als enigste. Wat gaat me dat hier zijn?Daar komt Danny, de helmboswuivende, aangereden in geel kanariepak + witte pots (een helm blijkbaar) + grijze haardos die overal uit de helm probeert te ontsnappen.Hoe komt het dat onze penningmeester, anders altijd fijn uitgedost en met tot in de puntjes verzorgde blinkende bike, er nu zo POTSierlijkuitziet? Zo vraagt de lezer zich af, maar Stefan en ik ook.
Awel, hij was verleden week met dochterlief gaan rijden. En op een domme wielertoerist gebotst, die zelf net op een andere domme wielertoeristgebotst was. Al Danny zijn Modderfokker fietskleren geschonden en zo moest hij vandaag het gele truitje van Rudy Vergeylen Badkamers en Keukens weer aantrekken waar we in den beginne mee rondreden, nog voor de Modderfokkers bestonden. Ja, Danny, ik zit met hetzelfde probleem. Ik rij bij,zeg maar,de rijkste club van Kalken en omstreken, ik betaal elk jaar 1000 euro lidgeld, maar ik wacht al 4 jaar op nieuwe uitrusting. Allemaal doordat de penningmeester van onze club er vierkant zijn voeten aan veegt, denonde. Euh, ah, oei. Juist, jij bent zelf de penningmeester. Doe er eens iets aan, Danny!
En Danny zijn helm gebroken ook nog, zodat hij Amber haar wit helmpje moest opzetten. Dat moet een serieuze val geweest zijn, denk je dan. Maar nee, dat was omdat hij voor vertrek achterwaarts met zijn auto over zijn helm was gereden. Een les voor iedereen: leg nooit je helm achter je auto! En als je dat dan toch niet laten kunt: rij dan tenminste niet achteruit! Danny zijn kop kan gelijk niet helemaal in het helmpje van Amber. Zo zie je maar: het is niet omdat iemand een groot hoofd heeft dat hij ook ... maar alla, we gaan het over de rit hebben. Als ook Luc, Rudy en Jeffrey er zijn, zijn we weg.
Stefan – die er hem meestal neffens, maar soms ook en dan geheel per toeval – Inschoot, is niet echt in vorm, zegt hij, en hij heeft er niet veel goesting in. Maar dan zet hij aan en rijdt de eerste 20 km op kop bal windop en ik moet geven al wat ik kan om in zijn wiel te blijven. Niet te doen. De wind is ook al niet te doen. Koude, felle, niet-aflatende noordenwind. Ik, als oudste, en zeker als wijststste, ben de enige met korte broek. Rudy kreeg er zelf koud van toen hij mij zag, zegt hij, het watje.
Wat is dat getik de hele tijd? Komtdat van mijn velo? “Dat is Mario zijn pacemaker die overslaat”, zegt Danny. “Maar neen, het is mijn incontinentiepamper die wat te strak zit.” antwoord ik, maar dan blijkt dat het mijn kilometertellerke is dat de hele tijd tegen mijn spaken tikt. Ik had beter gezwegen.
Het grote voordeel van Danny zijn uitrusting: Als hij weer eens verloren rijdt in een bos, dan gene schrik: we zien hem van op kilometers met zijn kanariepak en witte helm, zeker nu er nog niet teveel blad aan de bomen staat.
De rit gaat tot in Tielrode, domein Roomackers, met tiel van, euh, tal van nieuwe wegels. Dankewel, Stefan, man van de dag. Niet gelijk, Danny dus, dat is meestal de man van de dag voordien.
Jeffrey, een snotneus die rondrijdt met gasten die zijn grootvader zouden kunnen zijn,en die voortdurend vallen of moeten stoppen om te plassen of om hun pamper recht te trekken, toont af en toe zijn technische bagage en zijn truukskes, zoals op zijn velo wippen gelijk de cyclocrossers. Pas toch op, jongen! Eén keer misspringen en ... ik mag er niet aan denken. Een andere van zijn specialiteiten is om expres een halve seconde zogezegd te haperen aan een nauwe doorgang om degene achter hem te ambeteren. ‘Allez, gij Vervecken, verdorie!’ roept Luc dan.
Op de klimmetjes hebben Stefan, Rudy en Jeffrey nog serieus veel over, Luc volgt goed, en de twee bijna-gepensioneerden, Danny en ikzelf, volgen op afstand, maar raken nog steeds boven. Ja, op de cuesta’s van het Waasland tikken de hoogtemeterkes toch ook wel aan. In Waasmunster kruisen we een keer of drie een paar asociale modderfokkers, die ik maar niet bij naam ga noemen, want ik wil nu Ivan en Rudy DC niet affronteren ook niet.
Stefan doet drie knievallen, één keer dat ik het niet zie, één keer in het gras na het haperen met zijn pedaal aan een afgebroken betonpaaltje (echt gefaarlijk seg!), en één keer in de zandbak in Waasmunster (de Vaag, noemt dat daar).
Maar dan, op het asfalt van het Molsbroek, op terugweg naar huis, is het even wachten op Rudy – na zijn zoveelste pi(t)sstop. Luc kent daar ook wat van de laatste tijd. Die prostaten zijn ook niet meer je dat, hé. Stefan, ik en Jeffrey keuvelen gezellig wat aan 5 per uur. Stefan denkt dat hij aan die snelheid ook nog zijn drinkbus kan pakken en zijn stuur loslaten, maar zijn voorwiel slaat weg en Stefan slaat op zijn ... Hij slaat een beetje op zijn vanalles: knie, dij, elleboog, kneukels. Allemaal getaukt, en bebloed. Deugd doen is anders. En ook al een gescheurde broek. Nog een reden te meer voor nieuwe truikes en broeken, Danny! Maar na 5 minuten is Stefan het al weer vergeten en is het weer vlammen geblazen. Mijn pijp is, na 65 km geven al wat ik kan, zo goed als uit. Maar niet getreurd, nog slechts 13 km en we zijn er, en het is deels wind achter.
Na 78 km aan 24 induur, voor de helft in het veld en het bos, met draaien en keren en voortdurend weer optrekken, en wat nijdige hellingskes, is deze jongen weer flagada voor een paar dagen.
Maar, ... binnenkort is het terras van de Beize weer open: nie getaukt, geen Duvel! Mario
26 april 2021. Tielrode.
Stefan staat al als enige aan de kerk als ik toekom. En om 2 na halfnegen staan we daar nog altijd als enigste. Wat gaat me dat hier zijn?Daar komt Danny, de helmboswuivende, aangereden in geel kanariepak + witte pots (een helm blijkbaar) + grijze haardos die overal uit de helm probeert te ontsnappen.Hoe komt het dat onze penningmeester, anders altijd fijn uitgedost en met tot in de puntjes verzorgde blinkende bike, er nu zo POTSierlijkuitziet? Zo vraagt de lezer zich af, maar Stefan en ik ook.
Awel, hij was verleden week met dochterlief gaan rijden. En op een domme wielertoerist gebotst, die zelf net op een andere domme wielertoeristgebotst was. Al Danny zijn Modderfokker fietskleren geschonden en zo moest hij vandaag het gele truitje van Rudy Vergeylen Badkamers en Keukens weer aantrekken waar we in den beginne mee rondreden, nog voor de Modderfokkers bestonden. Ja, Danny, ik zit met hetzelfde probleem. Ik rij bij,zeg maar,de rijkste club van Kalken en omstreken, ik betaal elk jaar 1000 euro lidgeld, maar ik wacht al 4 jaar op nieuwe uitrusting. Allemaal doordat de penningmeester van onze club er vierkant zijn voeten aan veegt, denonde. Euh, ah, oei. Juist, jij bent zelf de penningmeester. Doe er eens iets aan, Danny!
En Danny zijn helm gebroken ook nog, zodat hij Amber haar wit helmpje moest opzetten. Dat moet een serieuze val geweest zijn, denk je dan. Maar nee, dat was omdat hij voor vertrek achterwaarts met zijn auto over zijn helm was gereden. Een les voor iedereen: leg nooit je helm achter je auto! En als je dat dan toch niet laten kunt: rij dan tenminste niet achteruit! Danny zijn kop kan gelijk niet helemaal in het helmpje van Amber. Zo zie je maar: het is niet omdat iemand een groot hoofd heeft dat hij ook ... maar alla, we gaan het over de rit hebben. Als ook Luc, Rudy en Jeffrey er zijn, zijn we weg.
Stefan – die er hem meestal neffens, maar soms ook en dan geheel per toeval – Inschoot, is niet echt in vorm, zegt hij, en hij heeft er niet veel goesting in. Maar dan zet hij aan en rijdt de eerste 20 km op kop bal windop en ik moet geven al wat ik kan om in zijn wiel te blijven. Niet te doen. De wind is ook al niet te doen. Koude, felle, niet-aflatende noordenwind. Ik, als oudste, en zeker als wijststste, ben de enige met korte broek. Rudy kreeg er zelf koud van toen hij mij zag, zegt hij, het watje.
Wat is dat getik de hele tijd? Komtdat van mijn velo? “Dat is Mario zijn pacemaker die overslaat”, zegt Danny. “Maar neen, het is mijn incontinentiepamper die wat te strak zit.” antwoord ik, maar dan blijkt dat het mijn kilometertellerke is dat de hele tijd tegen mijn spaken tikt. Ik had beter gezwegen.
Het grote voordeel van Danny zijn uitrusting: Als hij weer eens verloren rijdt in een bos, dan gene schrik: we zien hem van op kilometers met zijn kanariepak en witte helm, zeker nu er nog niet teveel blad aan de bomen staat.
De rit gaat tot in Tielrode, domein Roomackers, met tiel van, euh, tal van nieuwe wegels. Dankewel, Stefan, man van de dag. Niet gelijk, Danny dus, dat is meestal de man van de dag voordien.
Jeffrey, een snotneus die rondrijdt met gasten die zijn grootvader zouden kunnen zijn,en die voortdurend vallen of moeten stoppen om te plassen of om hun pamper recht te trekken, toont af en toe zijn technische bagage en zijn truukskes, zoals op zijn velo wippen gelijk de cyclocrossers. Pas toch op, jongen! Eén keer misspringen en ... ik mag er niet aan denken. Een andere van zijn specialiteiten is om expres een halve seconde zogezegd te haperen aan een nauwe doorgang om degene achter hem te ambeteren. ‘Allez, gij Vervecken, verdorie!’ roept Luc dan.
Op de klimmetjes hebben Stefan, Rudy en Jeffrey nog serieus veel over, Luc volgt goed, en de twee bijna-gepensioneerden, Danny en ikzelf, volgen op afstand, maar raken nog steeds boven. Ja, op de cuesta’s van het Waasland tikken de hoogtemeterkes toch ook wel aan. In Waasmunster kruisen we een keer of drie een paar asociale modderfokkers, die ik maar niet bij naam ga noemen, want ik wil nu Ivan en Rudy DC niet affronteren ook niet.
Stefan doet drie knievallen, één keer dat ik het niet zie, één keer in het gras na het haperen met zijn pedaal aan een afgebroken betonpaaltje (echt gefaarlijk seg!), en één keer in de zandbak in Waasmunster (de Vaag, noemt dat daar).
Maar dan, op het asfalt van het Molsbroek, op terugweg naar huis, is het even wachten op Rudy – na zijn zoveelste pi(t)sstop. Luc kent daar ook wat van de laatste tijd. Die prostaten zijn ook niet meer je dat, hé. Stefan, ik en Jeffrey keuvelen gezellig wat aan 5 per uur. Stefan denkt dat hij aan die snelheid ook nog zijn drinkbus kan pakken en zijn stuur loslaten, maar zijn voorwiel slaat weg en Stefan slaat op zijn ... Hij slaat een beetje op zijn vanalles: knie, dij, elleboog, kneukels. Allemaal getaukt, en bebloed. Deugd doen is anders. En ook al een gescheurde broek. Nog een reden te meer voor nieuwe truikes en broeken, Danny! Maar na 5 minuten is Stefan het al weer vergeten en is het weer vlammen geblazen. Mijn pijp is, na 65 km geven al wat ik kan, zo goed als uit. Maar niet getreurd, nog slechts 13 km en we zijn er, en het is deels wind achter.
Na 78 km aan 24 induur, voor de helft in het veld en het bos, met draaien en keren en voortdurend weer optrekken, en wat nijdige hellingskes, is deze jongen weer flagada voor een paar dagen.
Maar, ... binnenkort is het terras van de Beize weer open: nie getaukt, geen Duvel! Mario