Zondag 16 oktober. Dikkelvenne, Meilegem, Beerlegem, Dikkele. En ja, in Baaigem ook nog eens de Dikvijverwegel. Wat is me dat daar allemaal aan die kanten met die obesitas?
Ik sta er al, wanneer de pechvogel van de dag, Koen O., aankomt. Dat weten we dan nog niet natuurlijk, maar we lopen even vooruit in het verslag en de tijd.
Luc Krick is er niet, want gisteren is er hem een mossel misvallen op de mosselsouper. Welke mossel het juist was, kon nog niet worden uitgemaakt.
Deel 1 van het Hussevelde komt nu ook toe: Ivan en Rudy DC. Die laatste combineert actieve deelname aan de Fortune-feesten op zaterdag met mountainbiken op zondag. Er zullen het hem niet veel 80-plussers nadoen, dat ik het zeg. En ik kan Marie-Jeanne ook zeer goed verstaan als ze zegt: Als ge de zaterdagavond een stuk in uw k ...* kunt zuipen, kunt ge zien dat ge de zondag uit uw nest zijt en op uw velo kruipt. Voor die ene keer per week dat ik een halve dag op mijn gemak ben. Groot gelijk, Marie-Jeanne. Zitten wij er dan wel mee elke zondag natuurlijk.
Daar komt de jeugd aangestoven: Jeffrey en Gert. De laatste staat zodanig hevig dat de stoom uit zijn oren komt. De hele dag zal hij 20 meter voorop rijden, en dus ook een paar keer verkeerd. Jeffrey staat ook zodanig fel dat zijn achterwiel soms opwipt en uitslaat. Overschot hebben die gastjes. Wat is het toch leutig als ge jong zijt, mijmert Ivan. En dan nog talent er bovenop, denk ik bij mijzelf.
In Meilegem, na het klimmetje naar de kerk, is er een scheur in het peloton en Axel en Koen komen er gelijk niet door. Daar is Koen, niet alleen een scheur in het peloton, maar ook in zijn nieuwe lange broek en in zijn schoon nieuw truike. Gans kapot. Gevallen en met zijn k...** in de pinnekensdraad blijven hangen. En er zat nog snok op ook. Op de pinnekensdraad. Zo proberen de boeren de ezels uit hun weiden te houden, en ge ziet, het helpt.
Axel is echter nergens meer te bespeuren. En na 5 minuten wachten en nog eens gaan piepen, trekken we dan maar verder. Axel was achter geraakt op de klim en daarna verloren gereden. Die generische middelen zijn toch niet hetzelfde als het echte spul, hé, Axel. En de oriëntatieproblemen als neveneffect zijn ook niet van de soep. We zien hem pas terug aan de passerelle in Wetteren.
Danny had ondertussen al wat voorsprong gepakt. Een mijnheer laat ons weten dat onze maat al voorop rijdt. Maat, maat, zegt Jeffrey, we zullen wij zelf wel beslissen wie er onze maat is. Goed gezegd, Jeffrey maat.
Jeffrey is een hele week op hoogestage geweest met Meester Jan, maar dan nog moet hij aan mijn zadel hangen op het eerste klimmeke. In welk klimaat moeten die jongeren opgroeien zeg, met zo een mentaliteit. Allez, ik moet zeggen, dat was maar één keer. De andere keren zoeven hij, Gert en Rudy R omhoog, achtervolgd door Rudy DC, wijl de verstandigere mensen onder ons voorzichtig omhoog kruipen om geen lumbago op te doen en surtout omdat we niet rapper kunnen.
Rudy R slaat een ook voor hem nieuwe wegel in, vol eikelnootjes. Danny zit met een liedje in zijn hoofd dat hij de hele tijd ‘zingt’: Het is een nootgeval***. Maar niemand van ons kent het, wat toch bewijst dat het cultureel niveau van de rest van de Modderfokkers nog meevalt. Zo rijden we voor de eerste keer in ons leven door het Spiegeldriesbos, tussen Dikkele en Balegem. Daar zijn we Koen nogmaals kwijt. Na 5 minuten vergeefs wachten, rijden Rudy DC en Gert terug en nog 10 minuten later zijn ze er daar mee: fietsen lukt niet meer, want Koen is zijn derailleurwieleke kwijt (allez, Koen zijn fiets). Een gevolg van de eerdere valpartij? Een geluk dat we een superstielman mee hebben, maar het kost Rudy R toch meer dan een kwartier om het euvel met veel inventiviteit en vakmanschap op te lossen. Koen zit er mee in dat hij ons ambeteert door ons een half uur op te houden. Maar Koen, zeg ik, trek u dat niet aan.Iedereen raakt al eens een derailleurwieleke kwijt. En veel verschil gaat het niet maken, jongen, want wij vonden wij jou zo toch al een dikke ambetanterik. Nog niet zo erg als Stefan natuurlijk, bij wie dit zonet Im – het verkeerde keelgat – schoot.
Van in Wetteren tot in Kalken pak ik de kop (met wat steun van Ivan) aan 33 tot 35 induur, zodat we deze rit van 65 km aan 24,5 gemiddeld kunnen afronden, ondanks al het oponthoud. Het is kwestie dat ik mijn alcoholquotum van deze week nog niet bereikt heb en dat door de miserie met Axel en Koen er wat haast moet gemaakt worden willen we dat alsnog rechtzetten tegen de noen.
Bijna in Kalken, kruisen we een luid toeterende auto. Tot overmaat van ramp is het Stefan. Ook dat nog. Vandaag wordt ons echt niets gespaard. Van het verschieten van mij op kop te zien sleuren was het dat Stefan Im – de verkeerde vitesse – schoot.
Zondag 18 september 2022. Kalken kermisrit. Hyfte, Sidmarbossen.
Ik nog zitten zoeken naar mijn plastron, maar niet gevonden. Ja, want vroeger was de afspraak dat we op Kalken kermis rondreden met onze plastron. Slechts 5 man aan de start: naast mijzelve, ook nog de gebroeders Rogiers, Johan Vanhulle en Axel Troch. Een rit van 73 km aan 26 per uur, richting Hyfte en zo naar de bossen van Rudy DC. Ja, zo zonder krabbers - ik noem er nu maar een paar voor het vuistje: Jan, Rudy DC, Thomas, Stefan, Patje, Dirkske, of pakt nu Jeffrey - kunnen we er eens de pees opleggen natuurlijk. Laat je maar eens gaan, Rudy, zeggen we tegen Rudy. We zeggen dat tegen Rudy omdat het zot zou zijn om dat tegen bijvoorbeeld Johan of Ivan of Axel te zeggen. Dan zouden we zeggen: Laat je maar eens gaan, Ivan, mochten we dat bijvoorbeeld tegen Ivan willen zeggen. En dan zou het ook veel minder rap gaan vanzeneigens.
En dat moet ge maar één keer zeggen tegen Rudy. Ge moet dat zelfs nooit zeggen. Rudy rijdt de hele rit op kop en we vinden in de bossen van Zelzate toch nog wat nieuwe wegelkes, we moeten klauteren over omgevallen bomen (anders zou ons gemiddelde nog veel ...) en ontdekken ook dat de F4 fiets-autostrade ter hoogte van Oudenbos onder de spoorweg zal tunnelen. Straf.
Ik mag zeggen dat ik vandaag goed meekon, niet gelijk 2 weken geleden op de rit van de Chiro van Berlare. Na die rit dacht ik echt dat mijn tijd om te gaan gekomen was. Goed in form zijn en toch helemaal niet mee kunnen. Daar is een mens toch een hele week dépri van.
Alleen Axel moet een paar keer lossen en dat zijn we de laatste maanden niet meer van hem gewend. Zijn die pillekes dan toch uitgewerkt geraakt? Of gewoon op en niet meer te krijgen? Volgens Axel werken zijn pillekes nog goed, maar is het omdat hij tiembilding gehad heeft op het werk. En ja, dan moeten we er geen tekeninkske bij maken, hé: Beste werkgever, wilt gij dat uw tiem de volgende week de hele week geen klop waard is en er dus ook geen uitsteekt, organiseer dan vandaag nog een tiembilding.
Maar kijk, om op een eerdere paragraaf uit dit verslag terug te komen, het is lang geleden dat we het nog eens over Stefan Imschoot* gehad hebben, ook omdat er niet veel verslagskes waren en vooral omdat dat sujet niet veel meer rijdt. Keren we even terug op het mega-event van 13 augustus ten huize Stefan/Mady, ingericht om de onwaarschijnlijke prestatie van Mady te vieren: het 26 jaar uithouden met een tiest gelijk Stefan Imschoot. Wat een moeder allemaal niet doet voor haar kinderen, het grenst soms aan het ongelooflijke. Wat de laatste decennia betreft, was dit feest zonder enige twijfel de belangrijkste gebeurtenis in Kalken en omstreken, zélfs als we het Hussevelde mee rekenen. Mady en Stefan hebben nu de standaard gezet voor de talrijke modderfokkerfeestjes die er nog zitten aan te komen in de volgende jaren!, al is dit natuurlijk nooit meer te evenaren.
Maar waarom Stefan in zijn spietsj de Modderfokkers een mix tussen Okra en de G-spot noemde, ontsnapte me wel helemaal. Wij rijden wij toch niet rond in hele gesjes? En ook niet met een electro hulpmotortje? En we rijden ook nog ietske rapper, tenzij natuurlijk als Jeffrey kopt trekt. Maar wij zijn al blij dat er nog zo jonge gastjes met ons willen meerijden, dus we laten wij die jongen altijd efkes doen. En wat we met de G-spot te maken hebben, snap ik nog minder. Danny wist me verleden week nog te vertellen dat hij dacht van hem gevonden te hebben. Maar dat hij de maand daarvoor ook al gedacht. En de maand daarvoor ook al. Blijven zoeken, Danny, ver kan die niet zijn.
Nu blijkt dat ik het wat verkeerd had verstaan. Stefan vergeleek ons met een mengeling tussen Okra en G-spoRt (en dat staat dan voor gehandicaptensport). Het is geweten dat Stefan zijn artiekullaasie niet altijd zo goed is. Maar goed, dan verstaan we zijn uitspraak al ietske meer, want in zijn eigen spietsj mag hij het al wel eens over zichzelf hebben natuurlijk, we nemen wij dat die jongen niet eens kwalijk.
Ook bij de B-kes waren er maar twee vrouw (Els en Sabine) en één man (een mens uit Sleidinge begot. De modderfokkers zijn echt internationaal!). Els had vandaag al 88 km in de benen. Daar kunnen wij een puntje aan zuigen, maar vraag me niet hoe je dat dan precies moet doen. Wat een dwaze uitdrukking, zeg!
Deze keer was Sabine rechtgebleven, naar het schijnt. Niet gelijk twee weken geleden op de rit van de Scheve Villa. Net voor het enige klimmetje van de dag, GROOT oponthoud. Lag Sabine daar in het zand te spartelen. Zegt Johan: Maar Sabientje, schatteke, wat ligde gij hier te spartelen? Antwoordt Sabine: Ik lag te wachten om jou nog eens te zien, schattebol. Maar meiske toch, zo lief, dat had je echt niet moeten doen, Johan weer. Waarop Sabine: Ja, je weet toch hoe graag ik je zie, Johantje. En dat ging zo maar door. Ik heb niets tegen ontboezemingen, ook niet in het open veld, maar lig dan tenaastekeer niet in de weg van 30 man, net voor een klim, zodat iedereen voet aan de grond moet zetten, hé. Alstublieft, zeg!
In de tent buiten de Beize komt Koen opdienen in zijn nieuw T-shirt, met als opschrift: Nee, ik heb geen ochtendhumeur. Ik ben gewoon zo een zeikerd!
Mario
*Stefan Imschieten is een sterk werkwoord en wordt als volgt vervoegd: Stefan Imschiet, Stefan Imschoot, Stefan Imgeschoten. Het speciale aan dit werkwoord is dat het alleen in de verleden tijd enige betekenis heeft. En dan ook nog niet overdreven veel natuurlijk.
Zondag 29 mei 2022. Mendonk en de Rudy Declercq bossen.
Met 11 alweer: Luc, Jo, Rudy DC, Rudy R, ikke, Stefan, Thomas, Pieter, Johan, Axel, Davy. Ook de beekes waren weer zo goed als voltallig en zelfs Rudy V en eega waren al terug uit de Vooogeeeeezen.
Er is er maar ene die zijn nieuw truike niet aan heeft, en die verkiest te verschijnen in een truike met opschrift ‘BeMC’. Voor één keer zien we dat dan door de vingers, Thomas. Want ja, als je de Belgian Mountainbike Challenge van rond de 300 km en 8000 hoogtemeters in de bossen, op 4 dagen tijd, aankunt, dan moogt ge al eens stoefen met het truike dat je er aan overhield. Onder andere Jan Willems en Rudy Vergeylen deden het hem al voor.
Jo Roels is eindelijk klaar om weer met de aakes mee te koersen. Hij zit wel de hele rit serieus af te zien (en wat dan nog!? Ik ook toch, elke week) en op het eind is het helemaal op. Maar sjapoo, Jo, als je vergelijkt met waar ge enkele maanden geleden stond: volledig op nul. Terten en zwijgen, zeggen we dan, en het komt nog helemaal goe.
Stefan - wiens naam me eerst even niet te – Imschoot (1), rijdt met een windstopper, en trui met lange mouwen. Schrik van de kou en de regen deze morgen, maar het blijft bij twee vlaagjes: een klein vlaagje en een heel klein vlaagje.
Nog maar in de Drabstraat, en we moeten wat wachten, want Davy moet wisselen van fiets. Gelukkig is zijn woonst om de hoek en pakt hij rap één van zijn 7 andere fietsen. Axel rijdt ondertussen al verder, en het duurt tot in Desteldonk vooraleer we hem weer oppikken. Die moet rap gereden hebben, zeg!
Zelf rijdt de bende 75 km aan 26 per uur. Das rap, das eel rap, zeker gezien het vele oponthoud, vooral door Davy en door een hond (zie verder), en toch wat kronkelpassages door bossen. Vraag het maar aan mijn beentjes. Maar het was dan ook plat, met veel asfalt en veel gravel. Gravel: Dat wil zeggen dat ze veel van de schone boerenwegelkes verkl(2) hebben: effengetrokken en gebetonneerd of met grint overgoten. Kwestie dat sommigste middenstanders/aannemers ook een frank mogen verdienen. Eentonig, saai en steriel, maar wel veilig en proper, hoor!
Even verder moeten we stoppen, want Davy zijn banden staan te hard. Even wat lucht aflaten.
Ons gemiddelde van 26 is niet te onderschatten omdat we zoals gezegd toch ook een hele tijd rondkronkelen in de Rudy Declercq bossen maar dan wel volgens de inzichten van Rudy Rogiers die heel wat improviseert en wat nieuwe wegelkes detecteert, met zijn aangeboren GPS.
Ik vergat nog te vermelden dat we eerder in Destelbergen even hadden moeten halt houden. Want Davy zijn banden stonden te slap. Even wat lucht bijpompen.
Schoon bossen, alleen spijtig dat daar de hele tijd zo een geur hangt van (3)nt. Maar dat ligt niet aan het bos, maar komt door een voorval dat voorviel en dat in de 22 jaar dat ik door de bossen en velden rij nog niet was voorgevallen. Was me daar de grote roerhanger zelve, de genaamde RR, in een hondenst(4) gereden. Toch wel van het ambetantste dat ge kunt tegenkomen. Al die wandelaars met hun honden ook. Steeds meer. We stoppen midden in het bos, maar daar staat geen gras om het euvel te verwijderen, alleen br(5) en denneb(6). Of was dat nu toch nog iet anders dan (3)nt? Immers, bij navraag blijkt dat Johan zijn incontintentiepamper weer eens vergeten aandoen is!? Nee toch! In alle geval, mijn WC-papier dat ik al jaren bij me heb, komt eens goed van pas, al gat ik altijd een andere toepassing in gedachten gegat.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om een energie-reep te verorberen. Iemand goesting in een sok-klaa-koekske? zo vraag ik in mijn beste Kalkens. Maar kijk, ook raar, er zijn gelijk geen liefhebbers.
En ja, we gingen gelijk hoe moeten stoppen hebben, want Davy had een snottebel en moest zijn neus eens snuiten.
Elke keer als Thomas en Rudy R gas geven, moeten de meesten de rol lossen. Alleen Stefan en Pieter kunnen soms eens mee. Maar ja, gelijk hoe, dan moeten ze verder toch weer wachten op de rest van de meute, hé. En op Davy, want er zat een vlieg op zijn neus, en hij moest efkes stoppen om ze weg te jagen.
Luc Krick heeft gelijk veel praats vandaag. Vandaag is hij niet op zijn mondje gevallen. Ivan, die ons met zijn gekneusde ribben van 2 weken geleden opwacht in de Beize, wel: Zo te zien, zelfs een keer of 5 na mekaar, en dan nog efkes blijven doorbotsen. Ivan, zie mijn advies dat reeds van pas kwam toen Axel op zijn ribben viel, in een vorig verslag. Voor uw wezen kan ik geen raadgevingen verstrekken, want daar valt er verder weinig aan te doen, helaas.
Thomas wint de sprint (denk ik, want zelf was ik aan het uitbollen, om mijn ouwe moteur op ralenti te laten komen). Thomas wint, ondanks dat de sprint halverwege stilgelegd moest worden. Want Davy had wat last van krampjes.
Ivan en Rudy DC verjaren, en Rudy zit nu zelfs op Tram 6. De 60-plussers komen zo stillekesaan in de meerderheid. Dus trakteren beiden. En toch leg ik daar nog eens 5 euro in de pot bovenop! En gijle nu!?
Nog een raadgeving voor in de Beize: roep de cafébaas altijd met zijn voornaam (Koen), maar gebruik nooit ofte nimmer het verkleinwoord! In het Westvlaams betekent dat immers iets anders (7). Niet dat het veel verschil maakt wat je roept op de cafébaas, want het is (gelukkiglijk) toch Nadine die komt opnemen.
Mario
Ja, ik weet het, mijn woordspelingen op ‘Imsch(2)’ geraken op. Maar er sch(2) mij Immers niks anders te binnen.
Zondag 24 april 2022. Johan, Luc, Rudy DC, Axel en ikzelf.
Wat een verschil met verleden week toen we hier met 15 man stonden. Nu kunnen we eens een tandje bijsteken. Ik kan dat altijd trouwens.
Maar nee hoor. We maken er een rustig ritje van richting Dendermonde. Nadat we onder leiding van Axel de Meersen eerst kriskras in alle richtingen doorkruist hebben, gaat het uiteindelijk toch de goeie richting van Dendermonde uit. Op de dijk van de Costa Zela zet Rudy DC zijn cruise control aan: hij doet dat ritje elke dag, met zijn gewone velo. Nog een jaar of twee volhouden, Rudy! Rudy haalt een wielertoerist terug in die ons eerder aan 34 per uur was voorbijgestoken. Is dat even schrikken voor die mens. Zodanig schrikken dat hij plots onverwachts wil afslaan. Ik kan hem niet ontwijken en maak aan hoge snelheid fietscontact. Bijna deed ik een Lampie, maar ik kan nog juist het ergste vermijden. Dat komt natuurlijk door mijn, euh, grote technische bagage, maar vooral door eel veel sjans. Daar lag ik bijna weer voor een paar weken in de lappenmand, vol kasseibrand. Die wielerterroristen, hé.
We doen de klassieke Dendermonde toer, toch altijd leutig. Tot Axel beslist van een andere route te pakken, in plaats van via de Oudegem spoorwegbrug nabij het papierfabriek de Dender over te steken. Schoon wegelkes, en we komen op grondgebied Denderbelle. Ik begin dus te bellen, zodat ik bellend door Denderbelle kan denderen. Weet je eigenlijk nog waar we zijn? vraag ik Axel. Neen, zegt hij, maar straks komen we hier aan het water uit en dan wijst het zijn eigen wel uit. Niet dus. We staan daar ergens plompverloren aan de Dender en op het punt om rechtsomkeert te maken en toch maar Oudegem brug te zoeken. Ja, het is te lang geleden dat ik hier nog geweest ben, zegt Axel, het is met die Corona. Als je maar een steek-waarop hebt, hé.
Johan zat er wat te warmpjes in en maakt van de gelegenheid gebruik om zijn incontinentiepamper te verversen*. Alsdusdanig en aldusdoende ziet hij daar een wegeltje tussen de beginnende tingels liggen, dat de juiste richting uitgaat. Axel is al weg, wij gaan dan maar volgen zeker. Dat wegelke blijft maar duren, zeker een kilometer rechtdoor, langs de Dender, door de tingelen die ons regelmatig te pakken hebben aan onze enkels. En dat voor de eerste keer dat ik met korte broek rij vandejaar, foetert Rudy. We zien al Oudegem brug liggen. Tot we plots voor een sluis staan, afgesloten met metershoge draad. Hier komt de Beitebroekbeek uit in de Dender, voor wie het wil weten. Geen doorkomen aan. We horen daar wel de eerste koekoek van het jaar. Koekoek, koekoek, roept de koekoek: Keren jullie maar lekkertjes een kilometer door de tingelen terug, simpelaars. Veel beitebroek gewenst. Ondertussen komen die tingels al hoger natuurlijk, want ze zijn intussentijd alweer wat bijgegroeid! Wat ben ik blij dat ik die rit niet uitgestippeld heb en vooral dat Ivan er niet bij is! Ik ging het weer mogen horen hebben.
In Schoonaarde wordt het nog brikoleren want de wegel langs de Schelde naar de brug ligt ook helemaal opengebroken en we moeten naar beneden klauteren. Johan neemt er weer een selfie.
Gelukkiglijk was het heerlijk toeven** op het Beize terras in het zonneke, zeker als ook de beekes toekomen: Rudy en Nadine, Els, Sabine en Nancy. Nancy was zo pompaf dat we haar met stoel en al moesten oppakken om aan tafel te schuiven! Johan P. was gaan wandelen in zijn nieuw tenuke en zat er ook! En Jo stond er zonder tenuke. Zo kunnen wij het ook, zunne.
Nog meegeven: Er zijn nekwarmers besteld voor iedereen die lid is en regelmatig meerijdt. En ook voor alle leden die regelmatig eens meerijden. Want Danny verwacht blijkbaar een koude zomer. Voor Jeffrey hebben we maar meteen de grootste maat gepakt. Spijtig genoeg was er niet groter dan 6XL, dus Jeffrey, het gaat toch nog een beteke spannen rond uw nek, jongen. Tja, de ene mens heeft nu eenmaal een wat dikkere nek dan de andere, daar is niets aan te doen. Maar bij Jeffrey vraag je je toch telkens weer af hoe ze het gedaan gekregen hebben om zóveel pretentie samen te persen in één mens!?
Mario
* Of was dat nu gewoon een plasje?
** Toeven is een zwak werkwoord en wordt als volgt vervoegd: ik toef, ik toefde, ik heb getoefd. Pastmaarop of een toef op uw ...
En nog wat foto’s van deze week.
1.De jongskes waren in Dardennen. Jan Willems en Frank Van De Steen ook.
2.De ouwkes aan Schoonaarde brug. Let op de vele pixels van deze foto en hoeveel beter de deelnemers aan deze foto er uit zien dan de deelnemers aan de vorige foto.
3.Danny aan het genieten, toevend bij zijn lievelingswegelke te Lede
Zondag 17 april 2022. Paaaasen. Pedaaaank foor die bloe-oeme. Moerbeke en Sidmar bossen.
Schitterend Paasweer. En wijl we verzamelen op het kerkeplein geven de Paasklokken van jetje. Van de mooiste momenten in een mens zijn leven. Staan we daar nog eens met 15 man ook. Koen, Johan, Stefan, ikke, Davy, Rudy DC, Luc, Dirk, Thomas, Jeffrey, Axel, Ivan, Danny, Jan, en jawel hoor, Olivier Vandevijver, één van onze sponsors, van Vandevijver Tuinbouwmachines*. Rudy Rogiers is er voor de laatste keer niet bij en verkiest de kasseien van Roubaix.
Een paar paasopstandingen: Stefan, Davy en Dirk. Bij Dirk was het dak van zijn tuinhuis weggewaaid, zodat hij weer binnen moest slapen. Dat kon niet blijven duren, zodat hij dus eerst en vooral zijn tuinhuis weer in orde moest brengen, vooraleer hij met zijn vriendjes mocht gaan fietsen. Davy hadden we sinds nieuwjaar niet meer gezien en dat was er dus aan te zien. Op het einde was het vat af. Koen Oosterlinck staat er zwaar overkleed bij, met zijn pardessus en plastron. Op zijn paasbest.
Aangezien ik gisteren vernomen had van sponsor Olivier Vandevijver, Tuinbouwmachines*, dat hij eindelijk eens ging meerijden, had ik gevraagd dat Rudy Clerk-met-de-klein-wielekes de ritverantwoordelijke ging zijn, bij afwezigheid van Rudy Rogiers, en ook omdat we zo een brokkelrit gelijk verleden week nooit meer willen meemaken!
Wat was me dat zeg? verleden week. Minstens 80% offroad, veel nieuwe wegelkes, singel trakskes, bruggetjes, kleine landschapselementen, mooi fris weer, geen te strak tempo, kortom, alles er op en er aan, aan de kanten van Westrem, Bavegem en Gijzenzele. Ja, hier en daar was er een landbouwbedrijfsleider die nog niet goed weg kon met zijn nieuwe monstertracteur en de wegel had meegeploegd, en ja, het had nog eens geregend de week ervoor zodat het hier en daar eens wat drassig lag en ook de mollen hadden zich niet onbetuigd gelaten om hoogtemeters toe te voegen aan de wegels. Maar nee hoor, dat nooit meer! Dan kwam Axel nog ongelukkig ten val ook. Gekneusde ribben. Pas vandaag kon hij weer asemen en staat dus aan de start. Volgend advies, Axel, voor gekneusde ribben (van een ervaringsdeskundige): niet niezen, niet hoesten, niet lachen, niet hikken en best niet eten en niet drinken, zodat ge u niet kunt verslikken. En dan is er nog iets dat ge best niet doet, maar dat ga ik hier niet uitleggen. En ik ga er geen tekeninkske bij maken ook niet. En a ja, het is dan nog te hopen dat ge dan juist geen last hebt van obstipatie! Haha, dat wens je echt niemand toe. Het was dus een ritje dat aan de ribben was blijven plakken, bij de ene al wat meer dan bij de andere.
Clerkske liet weten dat hij nog in de Schorpioen zat, maar dat het in orde ging komen. Moet was ook blij. Maar wat moet Moet hier bij komen doen? zo vragen de mensen, die regelmatig eens de Schorpioen frequenteren, zich af. Awel, Moet was blij dat ze eens een uurtje vroeger in haar bedje bij de Woesten kon kruipen, aangezien Rudy nu op zaterdagnacht om 2 uur ipv om 3 uur huiswaarts keerde. Marie-Jeanne had nog wel efkes willen blijven, maar ja, de plicht roepte.
En dan zijn we weg, richting Moerbeke en Sidmarbossen (of Kloosterbos), beter gekend als de Rudy De Clercq bossen. Kom Axel, zo zeggen wij, we zijn Ribbe Debie.
Op Heiende brug gaat het gelijk voor geen meter. Maar het is toch geen waar, hé. Het is weer die dekselse Jeffrey – van wie het grootste deel van zijn familie vaste klant is bij – Debrouwer, die aan mijn zadel hangt. Maar dan laat hij los en geeft nog een klein duwke bij – ter compensatie van zijn kwaadaardigheid – en ik schiet vooruit. Boven op de brug kom ik als eerste toe. Het eerste wapenfeit van de dag is, euh, een wapenfeit.
Opa, zo vragen mijn kleinkinderen binnen luttele jaren, vertel nog eens van uw strafste prestatie in uw leven. Wel, kinnekes, vertel ik dan, ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Het was Pasen 2022. Ik was nog jong, pas 62. Het was schitterend weer en we waren met 15 man bezig aan de lange beklimming van Heiende brug. Maar het ging gelijk voor geen meter. Zweten, afzien. Tot ik ontdekte dat Jeffrey, jullie weten wel - die snoodaard waar ik al zoveel over verteld heb, weer eens van mij aan het profiteren was door aan mijn zadel te gaan hangen. Ik schoot daar in een westvlaamse koleire en ontwikkelde zóveel wattage dat Jeffrey niet anders kon dan lossen en pardoes terug viel naar de voet van de beklimming. Zelf schoot ik weg gelijk een raket, en niemand, maar dan ook niemand, zelfs Rudy Rogiers niet, en zelfs die zijn broer niet!, kon me nog inhalen. Het heeft zelfs in een verslag op het internet gestaan! Heb ik ze daar allemaal eens een poepje laten ruiken, zeg!**
Deze inspanning is er bij Koen al teveel aan, overkleed als hij is, en nog voor het Heiende ontploft hij van de hitte, en koersen we voort zonder hem. Die Oosterlingen de dag van vandaag, erg explosief.
Rudy leidt ons gezwind laverend door de bossen en de bomen. Toch een valpartij. (Wat is dan het verschil met verleden week!?) Het was weer eens Stefan, zoals steeds zijn geweldige zelf, die Im – den decor – Schoot.
Voor sponsor Olivier, die wedstrijden rijdt, is een ritje als dit klein bier, maar als het vertraagt om op de ene of de andere te wachten, roep ik dan altijd: ‘Wachten, mannen! Olivjee is weer niet mee!’ Hahaha. Wat ben ik soms toch grappig! Haha. En het rijmt nog schoon ook. Ja, de jongeren onder ons, Olivier, Jeffrey, Thomas, (Davy een beteke) leggen er soms eens de pees op. Ze halen natuurlijk nooit het niveau van bvb. Luc, Rudy DC, Ivan, Johan, Danny, en mezelf, of pakt nu Rudy Rogiers, toen we nog zo pril jong waren als zij, maar ach, ze doen zij hun best en meer kunnen wij niet vragen.
Na een vlotte vlakke rit van 70 km aan 24.8 induur over stoffige wegels, nog gewonnen door Luc, na een helse achtervolging, besluit ik, op het terras van de Beize, eens een dubbele inleg in de pot te leggen. Het is Pasen voor iedereen en het zonneke schijnt, er is mijn historische overwinning op Heiende brug, en na al die jaren voel ik me eindelijk een beetje geïntegreerd, wat niet makkelijk is geweest, als westvlaming in Kalken. Maar zie, Stefan is blijkbaar op Tram 5 gesprongen en trakteert. Proficiat, Stefan, al zijn het vooral uw pa en ma die daar verdienste aan hebben, zeker in uw geval. Wat die mensen allemaal niet hebben meegemaakt, zeg. Ook onze sponsor trakteert bovendien. Dat andere sponsors, vooral zij die het spul verkopen, dáár eens een voorbeeld aan nemen, zou ik zeggen. Dat moet daarom niet elke week zijn. Om de over andere week is ook al goed.
Dus ja, dan geeft het niet op dat die mensen trakteren als ik dubbel ingelegd heb, hé. Ik neem dus de helft van mijn inleg terug, uit principe. Dan heb ik nog altijd meer ingelegd dan dat ik zelf ga consumeren. Mannekes, mannekes! Dat had ik niet moeten doen. Dat had ge moeten horen. Als ge westvlaming zijt, is dat echt het laatste dat ge hier moet doen. Heb ik het daar mogen horen zeg, van gierige westvlaming hier en gierige westvlaming daar. En ik die zo-even nog dacht dat ik geïntegreerd was. Dat mag ik op mijn buik schrijven, waar er trouwens steeds meer en meer plaats is. Mijn reactie: Ik trakteer dan ook maar eens de hele meute. Zomaar. Zo deden wij dat vroeger in de Westvlaanders elke week. Ik vergeet dan nog de rest van mijn inleg terug te pakken zeker, als ik naar huis vertrek! Kalf dat ge zijt!, zou Lampie zeggen. Mag ik er nog even aan herinneren dat ik 12 jaar geleden de laatste was die groot feest gaf voor mijn 50°, met BBQ en drank gratis voor 60 man, met twee hoogstaande optredens, en dat alles in de plaatstelijke cultuurtempel, CC de Beize. Geen feesten meer gezien sindsdien, al zijn er heel wat die ook 50 geworden zijn in de tussentijd.*** De éérste die ik nu nog hoor over gierige westvlamingen, hé!, euh, awel ja, dat vind ik dan echt niet geestig hoor.
Gelukkig sluiten we de rit af met een massale groepsfoto, met twee sponsors in uitrusting erbovenop. Twee sponsors, inderdaad, want ook Rudy Vergeylen, van badkamers en keukens RV*, is erbij, naast sponsor Olivier Vandevijver, Tuinbouwmachines*.
Uw aller toegenegen verslaggever, Mario, met speciale dank aan sponsor Olivier Vandevijver, Tuinbouwmachines* (dat is dan vier keer, Olivjee, als ik goed kan tellen).
*Olivier, per vermelding in het verslag van een firma reken ik normaal 20 euro, maar voor een sponsor is het maar 19 euro. Niet nodig over te schrijven. Ik breng dat dan zelf wel in mindering bij mijn volgende onderhoud of herstelling. Graag gedaan!
Rudy, bij jou kan ik dat niet in mindering brengen, dus misschien dan toch ...?
**Heu, gasten, sorry, dat laatste was echt niet mijn bedoeling, maar op mijn leeftijd hebt ge dat niet altijd onder controle, zeker niet bij zo een inspanning. En trouwens, ik dacht toch dat Jeffrey direct achter mij reed, dus ja, dat was mooi meegenomen. Het is trouwens de belangrijkste reden waarom het aangeraden is om niet achter Danny te rijden. En zeker niet als hij bonen gegeten heeft.
*** Voor de eerlijkheid en volledigheid: Danke, Guy Roels en Annemie en Rudy V., voor jullie feestjes voor ulle 60°! Beste 50+ Modderfokkers: kansen te over dus om dat op jullie 60° alsnog recht te zetten. Haha, die hadden jullie niet zien aankomen, hé. Dat zal jullie leren van mij gierig te noemen. Da.
En, euh ja, wij vieren ook graag veertigers en zelfs dertigers. Het één sluit het ander niet uit, hé.
Hieronder de groepsfoto. Die met het nieuwe modderfokkertruitje juist voor Ivan, jaja, dat is Jan, die trouwens ook een feestje gaf, voor zijn 40°. Een trendsetter, zo mogen we hopen!
Zondag 3 april 2022. Waasmunster en Donkmeer. Vrieskou en lichtjes kouwe noordwesterwind, maar al veel warmer als gisteren. Mooi weer voor de Ronde van Vlaanderen. Staan paraat: Kenneth, Koen, Jeffrey, Ivan, Rudy DC, Mario, Johan VH, Axel, Pat. We gaan ons wat amuseren in de bossen van Waasmunster om dan tegen 11 uur aan het Donkmeer te staan om de renners van de Ronde te zien passeren.
Het eerste uur heb ik weer eens last van slapende armen en nu ook nog van slappe benen. Niets van macht. Het gaat echt voor geen meter. En ik vraag me af: Wat doe ik hier!? Wat vond ik hier vroeger zo plezant aan? Wat is de zin van mijn bestaan? Ik ben hier niet graag! Maar dan kom ik er meer en meer door en eer we in Waasmunster zijn ben ik weer in form: ze moeten tenminste niet wachten op mij.
Waar ik ook weer veel last van heb, is van ‘pesten op de hobby’. Het komt door Jeffrey. Dan eens aan mijn zadel gaan hangen zodat ik nóg trager vooruitga. Dan weer in de weg rijden. Of een paar keer tegen mijn achterwiel rijden. Gewoon: geen ouwe mensen met rust kunnen laten, dat is het. Ik moet zeggen, ik heb dat soms ook een beetje. Sorry, Ivan en Danny. Op school moest Jeffrey mij ook altijd pesten. Ik zei dat dan soms tegen de meester: ‘Meester, meester, Jeffrey, die pest mij altij-ijd’. Maar dat was niet veel avans, want Jeffrey was het lievelingskindje van de meester. Dat was ook niet moeilijk. Elke keer het er op leek dat de meester ging vergeten huiswerk te geven, was het Jeffrey die zijn wijsvingertje in de lucht stak en dan knippen met zijn middenvingertje tegen zijn duim, om de aandacht te trekken: ‘Meester, meester, wij hebben nog geen huiswerk gekre-egen vandaa-aag!’. A zo één is dat. Een echte gatlekker!
Jeffrey heeft ook allerlei snufjes aan zijn velo. Zo bijvoorbeeld heeft hij een zadel dat verstelbaar is van hoogte. Hoe, zult ge zeggen, ik heb dat toch ook, zo een zadel. Ja, maar bij hem: binst dat hij rijdt, hé! Op de laagste stand is het alsof Jeffrey een gast is van 2 meter die op een kinderfietske rondrijdt. Maar waarvoor dient die laagste stand dan, Jeffrey? zo vragen wij. Ha, dat is voor als ik met Axel wil babbelen, antwoordt onze snotneus.
Rudy Klerk neemt de leiding naar en in de Waasmunsterse bossen. Meestal gaat dat goed, maar een paar keer doen we dezelfde wegel. Dat is allemaal zo erg niet, hé, uiteindelijk komen we toch altijd in de Beize uit, dus wat doet het ertoe. Alhoewel, Rudy, zo 7 keer dezelfde wegel op 1 rit, dat is er toch wat over, man. De meer noordelijke bossen liggen de Rudy beter qua parkoerskennis.
Op weg naar het Donkmeer, ter hoogte van Heikant, pakt Kenneth nog eens over, maar het is eerder een demarrage, aan de snelheid waarmee. Er valt subiet een gat van 10 meter dat we dan mogen proberen dicht rijden. In plaats van uit de wind gezet te worden, moeten we de ziel uit ons lijf rijden, ook nadat het gat is dichtgereden. Als ge met uw macht geen blijf weet, hé.
Jeffrey probeert er de moed in te houden. Als we aan ‘t Amerikaantje in Zele passeren, begint hij van ‘Tam, tam, tam, tamteramtetam, tamerikaantje, tamerikaantje’. Euh, was dat een poging tot zingen?
Van Zele naar het Donkmeer rijdt ons bendeke ongeregeld tussen de rijen supporters die al klaar staan voor de echte koereurs. Een aparte ervaring. Ge rijdt subiet 5 ter uur rapper. We posteren ons aan het Donkmeer. Nancy, Annemie en Jo zijn daar ook. En kijk, wie passeert er ook nog, voor de renners uit in een VIP-buske? Jawel, onze wegkapitein zit aan het stuur! Rudy Rogiers rijdt rond met andere VIPs. Zo rap eens zwaaien kan er nog net van af, ja, maar eens efkes stoppen om deftig goeiendag te zeggen, ho nee, zunne, dat is teveel gevraagd. Allemaal dezelfde, eens ze onder elkaar zijn, die Very Impotent People. En? Zag ik daar niet het orloosjke van Bartje Versluys blinken aan Rudy zijn pols?
Ik moet zeggen, dat is wel rap gepasseerd, zo een peloton aan 45 per uur. De enige die ik meende herkend te hebben was Museeuw, in zijn Mapei-truitje. Maar volgens Kenneth doet die al 20 jaar niet meer mee. Allez, hoe kan dat dan?
Ik vertrek vroeger richting beizewaarts, maar wordt in de Boombosstraat nog voorbij gezoefd door Jeffrey, met Kenneth in het wiel. In de Beize zijn reeds aanwezig: Rudy V., Guy, Johan P., Els en Sabine. En later spotten wij ook nog Danny en Luc, die apart binnenkomen, zodat rond 12 uur de Beize vol zit met (19, als ik goed geteld heb) Modderfokkers. Mario
Zondag 27 maart 2022. De toertocht van de Unkerzakbikers.
Vandaag spreken we af aan de Schorpioen voor de ‘OIGO’ wegrit van de Unkerzakbikers, een jaarlijkse mooie traditie. Mooi parkoers, heuvelachtig, 75 km, goed uitgepijld en met een uitstekende bevoorrading boven aan de Balein in St. Lievens Houtem. Het gaat over Uitbergen, Wichelen, Wanzele, Impe, Vlekkem, Bambrugge, Aaigem, Woubrechtegem, St. Antelinks, Steenhuize-Wijnhuize, rond St. Lievens-Esse, en zo over Herzele, Ressegem, Borsbeke, de Balein, Letterhoutem, Bavegem, Oosterzele, Gijzenzele, Gontrode, Melle, Laarne, terug naar de eindbestemming: de Schorpioen. Het betreft 400 hoogtemeters in totaal.
Stefan, die al meer dan eens Im – zijn eigen voet – schoot, had het gewatsapt*: zaterdag en zondag is het weer de jaarlijkse rit van de Unkerzakbikers. Wie er niet staat echter is Stefan. De jongen heeft griep. Dat manneke heeft toch dikwijls pech, hé. Ook kapitein Rudy is er de komende weken niet bij, want hij voert VIPs (Very Impotent People) rond tijdens de weken van de Belgische voorjaarsklassiekers.
Het is nog geen Pasen, maar ziedaar, de wonderbaarlijke wederopstanding van het jaar: Jo Roels in eigen persoon. De hele rit uitrijden zit er nog niet in, maar hij start toch al dapper mee. En onze nieuwe tenue zit hem goed. Boeverke had ook al beloofd van weder op te staan, maar die wacht voorzeker tot het echt Pasen is.
We proberen een groepsfoto te maken, maar telkens we in positie staan, komt er nog juist één meer toe op den hof van de Woesten. Guy Roels en Patje Roels zijn helemaal te laat, maar de volgende modderfokkers en moddermiekes staan er uiteindelijk wel op, van links naar rechts: Nadine, Jeffrey, Annemie, Rudy DC, Sabine, Ivan, Thomas, Johan VH, Mario, Pieter, Axel, Jo, Danny, Johan P, Luc, Jan, Els, en Rudy V. En ja, van Els moest ik vanachter staan, omdat ik mijn ouwe koersbroek aan had. Snif!
Een tip voor Johan, onze fototrekker: kunt ge eens foto’s trekken met wat meer pixels op? Als ik zo bijvoorbeeld inzoem op Ivan zijn wezen, dan trekt dat smikkel gewoon op niks. Dat ligt volgens mij aan de lage kwaliteit van de foto’s: te weinig pixels per éénheid van oppervlakte. Ik moet er nu wel bij zeggen: Het eigenaardige is dat ik dat zo veel minder voorheb als ik op iemand anders zijn wezen inzoem. Heeft dat dan toch niets met de pixel-kwaliteit te maken, misschiens? Maar met wat dan wel??
Luc en Jeffrey staan er met hun koersfiets, die hebben het zich gemakkelijk gemaakt. Luc had het parkoers gisteren al eens gedaan, kwestie van twee keer te sponsoren. U moet weten: een mountainbike geeft een derde meer weerstand dan een koersfiets. Ik was dus ook beter met mijn koersvelo gekomen, maar nee hé, nog altijd niet willen onderdoen voor de rest, en dan heel de bende ophouden. De koersfietsers doen wel efkes kop, maar dan nog krijgt Jeffrey gene warm en hij trekt er alleen van door. Als het wat heuvelachtiger wordt, is het afzien voor Axel en mij, en zijn we heel dikwijls op achtervolgen aangewezen als de klim voorbij is. Gelukkig kunnen we dan ons gewicht in de schaal werpen tijdens de afdaling. Danny laat zich soms wat uitzakken, waarvoor dank. Hier en daar een duwke van Pat, Rudy of Johan tijdens de klimmekes is ook altijd welkom. Met excuses als er nog mensen zijn die mij een duwke gegeven hebben, maar ik heb ook geen ogen op mijn gat, hé, gasten. Gelukkig maar. Ik zou dan wel beter zien – naar achteren toe, maar het zou toch geen zicht zijn. En, om effect te hebben, zou ik ook nog zonder koersbroek moeten rondrijden – waardoor het heeltegans geen zicht zou zijn. En daarbij, mijn achterwerk-ogen zouden ondertussen, na al die jaren, toch al lang uitgeduwd zijn.
Aan de goedgetrainde getalenteerde jongskes: als je dan boven bent, zou het veel gevraagd zijn om bijvoorbeeld eens 20 seconden ietske te temporiseren? Zou dat misschien kunnen? Meer vragen wij niet. Nu mogen we iedere keer de ziel uit ons lijf terten om enkele kilometers verder weer te kunnen aansluiten... waarna we er weer meteen afliggen op de volgende klim die onmiddellijk volgt. Gelukkig is er ook nog eens een piesstop, zodat wij die net komen aansluiten – en sterker zijn qua prostaat, wat voorsprong kunnen pakken. De goeie kunnen dan een achtervolgingske rijden en zich eens laten gaan. Maar dat was blijkbaar bij één iemand in het verkeerde keelgat geschoten. Dat kan gebeuren.
Ik dus weer afgezien gelijk de beesten, maar dan denk ik: niet plooien, jongen, Opgeven Is Geen Optie, het is voor het goeie doel. Gelijk hoe, mannekes in de fleur van jullie leven: Denk ook eens – heel efkes maar – aan de minderbedeelden die nog naar omhoog aan het kruipen zijn, als jullie zelf zo vlotjes naar omhoog gereden zijn. Het is bijkans Pasen voor iedereen, toch!
We nemen de hele tijd een stuk of 8 ‘Vrienden van den Oudenbos’ op hun koersvelo’s op sleeptouw en op het eind krijgen we ook nog een delegatie van de Unkerbakzikers zelve te stekken, zodat er een bende van een tiental modderfokkers met in het wiel een 15-tal wielerterroristen rondrijdt. Het ging dus goed vooruit: we reden we de 75 km aan ... 28.5 per uur, op van die dikke banden, hé (behalve Luc en Jeffrey, hé!). En het had gerust aan 30 per uur gekund, had het aan sommigen gelegen.
Mario
*Het werkwoord watsappen is zwak en wordt als volgt vervoegd: ik watsap, ik watsapte, ik heb gewatsapt, ik zou wat minder moeten watsappen, maar ik watsap zo graag. Watsap je het me dan eens?
Vanwaar komt de wind?, vraagt kapitein Rudy. Axel is er als de kippen bij om naar het Oosten te wijzen. Daar is het wat platter dan in het Zuiden en dat ligt hem ietske beter. Het gaat dus richting Waasmunster en Hamme. Stefan staat ook klaar om er een lap op geven nu hij terug is van Lapland. Vier keer het Noorderlicht gezien, zeg. Op den duur moet dat toch ook tegensteken, hé.
Johan staat scherp, klaar voor de Strade Bianchi volgende zondag. Hij staat er volgens de testen beter voor dan verleden jaar deze tijd en weegt 3 kilo minder. Dus Johan, nog een paar jaar zo progressie maken en op je 70° ben je op je best, jongen! En dan voorspelt Johan nog vol overtuiging en helemaal boenk er op dat Fabio Jacobsen gaat winnen in Kuurne-Brussel-Kuurne.
Danny is sinds zijn pensioen maar stillekes aan het rijden. Er waren zelfs geen fratsen bij deze keer. Hij gaat zich toch dringend eens moeten herpakken, hé. Willen we daar samen werk van maken, Danny? Wij gepensioneerden onder elkaar?
Kenneth rijdt nu met een BH, maar vreest niet, hij is niet in transitie. Het is gewoon het merk van zijn nieuwe mountainbike waarmee hij voor de eerste keer mee meerijdt. Hebt een beetje kompassie met mij hé mannen, vraagt Kenneth. Waarna hij de hele rit met groot overschot rondrijdt, al is het volgens zijn eigen zeggen lang geleden dat hij nog zo dikwijls in het rood is moeten gaan. En hij is nochtans wat gewend van bij de mannen van het Tonneke van Wetteren. We gaan er het onze van geloven.
Dirk ziet wat bleekskes. Nog van het verschieten van de storm die het dak van zijn tuinhuis heeft meegepakt. Maar wat rijden betreft, ziet hij nooit bleekskes.
Jeffrey zit in Spanje wat bij te trainen. Ja, de ene moet er al wat meer voor doen dan de andere hé, om de zondag mee te kunnen.
Rudy De Clerck rijdt zijn derailleur paraplu. Net het omgekeerde als bij hem thuis, waar Marie-Jeanne haar paraplu derailleur staat. Luc had nog gezegd dat Rudy best terugreed, want dat er malheuren gingen van komen, maar neen, Rudy blijft gewoon meerijden en doet nog een groot deel kop ook. Allemaal dikkoppen gelijk daar in het Hussevelde. O ja, dat doet er me op denken: Ivan reed ook mee, het was nog niet erg genoeg. En als we in Waasmunster aan het doeninkske van de Declerqskes passeren, moet ge niet peinzen dat Rudy ons al één keer heeft binnengevraagd, hé.
We moeten drie keer afstappen voor omgewaaide kanjers van bomen. Zo straffe stormkes als de voorbije dagen hebben we nog niet dikwijls meegemaakt. Maar vandaag zijn er onvoorstelbaar veel wandelaars en fietsers op pad die profiteren van het eerste mooie weer sinds lang. Het is ook omdat er een toertocht is die we de hele tijd in tegenrichting rijden. Axel roept zekers 100 keer: ‘Tegenliggers!’.
Kapitein Rudy weet weer met zijn macht geen blijf, dus het wordt puffen, al vind ik op weg terug naar huis plots mijn vijfde adem en neem ik een groot deel van het kopwerk voor mijn rekening, van voorbij Zele, hé. Het is vooral kwestie van een beetje op tijd terug te zijn in de Beize, zodat we nog op het gemak een pintje te kunnen drinken. Voordat de Russen hier staan. En ook omdat kapitein Rudy trakteert voor zijn 61 jaren in dit leven.
Bijna terug thuis steken er daar een paar roekeloos de baan over op weg naar de laatste rechte lijn en de sprint, totaal onverantwoord. Ik ga geen namen noemen. Jullie brengen julliezelf, de automobilisten, én de wereldvrede in gevaar, berispt Stefan de stoute jongens. Ja, dat was ietske dat effekes bij Stefan Im - het verkeerde keelgat - schoot. Kenneth moet van ver komen, een enorm gat dichten, maar wint dan nog de sprint ook. Hebt een beetje kompassie met mij, hé, jongens.
Na 71 km aan 24.5 per uur komen we aan en halen opgelucht adem, want er gingen geruchten de ronde dat de Beize zou gesloten zijn omdat Koen Corona zou hebben. Voor de zevende keer al. Na Lapland, ligt hij volgens Luc nu in de lappenmand. Maar gelukkig is er niets van waar en is het vollenbak.
Mario
En kijk, om af te ronden, nog een mooi foto van onszelf deze morgen en een nog mooiere van enkele van de 9 uur-rijders en rijdsters (van 2 weken geleden).
Zondag 30 januari 2022. Zwijnaarde, Gavere. Reden mee (sommigsten al meer dan anderen), niet in alfabetische volgorde: Axel, Ivan, Jan, Jeffrey, Johan, Koen, Luc, Mario, Pieter, Rudy DC, Rudy R en Stefan. Maar allez zeg, dat was nu toch wél in alfabetische volgorde, zeker! Was ik me daar toch weer serieus mis.
Axel staat hier mét korte broek en Luc zónder koersbotten. Allez, nog een geluk dat het niet omgekeerd was, Luc met koersbotten en Axel zonder ... Maar die denken dat de lente al in het land is, zeker? Maar neen hoor: Koud, koud, koud. Maar het wordt tegen halftien eindelijk wat warmer en zelfs zonnig. Al bij al hebben we deze keer sjans, want morgen stormt het. Dat weet ik omdat het vandaag ondertussen al morgen is als ik dit schrijf. Zodat het morgen eigenlijk al overmorgen is voor mij. Raar, hé, soms.
We zijn nog niet aan de Berlinde kapel of er komen twee mountainbikers in nieuwe Modderfokker tenue uit tegenovergestelde richting. Wat is me dat nu? Vanwaar komen die zo vroeg op de morgen? Het is een koppel dan nog. Maar wie zijn dat? Ha, het zijn Rudy & Nadine die vanaf hun nieuwe woning naar het kerkplein rijden om om 9 uur te vertrekken. Was ik daareven daar even van in de war, zeg! Raar, hé, soms.
Deze week spotte Stefan een onbewaakte Olympia fiets in het dorp. Jeffrey wist dat die van Koen was. Straf, zunne, want ik zou in geen 1000 jaar geen enkele van onze fietsen herkennen. De spoorloze eigenaar, Koen, daagde ondertussen op (Foto). Koen staat hier wel, als enige, met zijn oud truike. Hij wou zijn nieuw nog niet vuil maken.
Stefan is apetrots met zijn nieuwe banden met bleke zijkanten. Jeanettebanden!, roept Jan. Maar Jan toch! Zoiets zeg je toch niet meer in deze tijd van ‘wokes’ en politiek correct denken! De politiek correcte uitdrukking, om niemand te discrimineren!, is: LBGTQIA+ banden. Wat erg toch voor Stefan. Die jongen is ook altijd de pineut. Is ie eens blij met zijn nieuwe banden en beginnen ze meteen met hem te lachen. Maar ze passen wel perfect bij Stefan, die jeanettebanden. En kijk, vanaf nu kan ik één fiets wel altijd herkennen, zie.
Een speciale tocht, westwaarts, naar Gent op. Van in Melle kun je tot in Gent (tegen UZ bijna) rijden op de schuine helling van de dieper gelegen Schelde en Ringvaart. Het is bijna een Ardennenachtig parkoers. Tof, tof, tof. Moeten we zeker nog veel doen.
Axel moet net even voet aan de grond zetten op het ogenblik dat Stefan denkt van hem te passeren. Daardoor was het dat Stefan - de kant en het riet - Imschoot*. Hij was wijselijk achter de verslaggever gebleven, maar hield er geen rekening mee dat foto-reporter Johan nog achterkwam. Haha, dubbel gejost. Nu komt Stefan met foto en al in het verslag. Ziet hem daar liggen met zijn velo met bleke bandranden. En kijk, toevallig is het ook vogeltelweekend. Volgens Ivan is er vandaag, naast de rietzanger en de rietgors, een nieuwe soort genoteerd voor België: de rietduiker. Meer specifiek, de rietduiker met bleke flanken, volgens Jan.
Ik ben van plan me een verende voorvork aan te schaffen, op voorschrift van de dokter, want mijn oud lijf kan niet zo goed meer tegen de schokken. Volgens Jan is dat een vorkende voorvéring.
Van Zwijnaarde, langs de Schelde, via Schelderode en Melsen tot in Gavere, eerst veel vlotrijdende gravel en dan nog een moeras dat de wegel heeft overgenomen over een lengte van 50 meter. Sakkeren en sakkeren. Zo naar Dikkelvenne, Baaigem, Munte, Bottelare, Lemberge, Kwatrecht. Entre Maldroit et Wettra, le péloton casse en pieces: Tussen Kwaat-recht en Wetteren breekt het peloton in stukskes**, onder het geweld van Rudy R. Ook Jan doet zijn duik, euh zijn duit, in het zakje, wat koptrekken betreft, zodat Jeffrey, zonder 1 meter kop te doen, met gemak de sprint wint. Vraagt zijn mama: En, Jeffreytje, mijn liefste jongen, hoe was het vandaag met de Modderfokkers?Goed hoor, mammie, antwoordt Jeffrey dan: Ik ben weeral gewonnen vandaag! En geeneen keer mijn tutter kwijt gespeeld, ook niet.
Eventjes is er paniek in de Beize. Maar waar is Ivan? Ik zie hem niet, zegt Axel. Ja, nu je het zegt, Axel, je hebt gelijk: Ik ruik hem ook niet. Ha, dat komt omdat Ivan zich een paar stoelen verder gezet heeft. Toch tof van Ivan dat hij soms ook eens rekening houdt met de andere mensen.
Stefan, voor jou best een Duvelglas in plaats van een pintglas zeker?, zo vragen wij. Ja zeker, zegt Stefan, daar kan ik meer in komen.
En wat smaakt de pastinaaksoep met knalselder van Koen toch weer heerlijk. Naar het schijnt.
De 9-uur-rijders komen pas om kwart na 12 toe, en Annemie is al helemaal proper gekleed! Er is minder goed nieuws voor Els, die we veel sterkte toewensen. Mario
*Met dank aan Johan voor de insteek. Woordspelingen op ‘Imschoot’ zijn trouwens steeds welkom, hoe mottiger, hoe liever natuurlijk. En er is een bonus: Indien ze gepubliceerd worden, levert dat één kom pastinaaksoep met knalselder op, te bekomen bij Stefan, de enige echte Imschoot.
**Met dank aan Ivan, voor dit zoveelste staaltje van bekakt Frans.
Rudy R is 2 minuten over tijd zodat hij dus eigenlijk 9 minuten over tijd is. Danny is dan ondertussen nog zijn auto gaan verzetten thuis, zodat we nog eens naar hem op zoek mogen ook. Nog maar op de brug in Uitbergen denkt Danny dat hij plat gereden is, maar het is vals plat.
Maar wat gaat dat hier allemaal zijn vandaag!? Of gelijk de Fransen zeggen: Mais qu’est-ce que ça va être ici tout le monde aujourdhui!?
Er liggen er heel wat in de lappenmand. Senna heeft het te pakken. Dirkske is al een paar weken niet goed. Jo Roels wensen we snel beterschap*. En dat ge rap nog eens meerijdt, hé Jo, waar is anders uw nieuw truike voor! Dat van mij is al geschonden: een steek in mijn mouw. Van een braam zeker? Maar ja, als ze daar niet tegen kunnen, gaan ze niet lang meegaan. Ook Axel is voor de tweede week op rij niet in form, volgens hem sinds hij bloed gegeven heeft. In Woubrechtegem keert hij dan ook – alleen, snif – Beize-waarts. Rudy Clerck is ook niet in form en hij klapt al rond 10 uur dat we voor zijn part naar de Beize mogen rijden. Maar die ouwe rakker komt er dan toch nog helemaal door, natuurlijk. Wie helemaal uit zijn doen is, is Danny. Want hij moet nu werken sinds hij in pensioen is.
Wat in de zomer al de zwaarste rit is, doen we nu nog eens in de ploetermodder. En voor de zoveelste week op rij: in grijs troosteloos weer. Gelukkig blijft het droog vandaag. Wat ijsregen had er gerust nog bijgemogen, zo efkes het laatste uur. Het kan niet zwaar en vuil genoeg zijn, zeg ik altijd. Het ligt wel veel smeriger dan ik had gedacht. Op een bepaald moment moeten we zelfs rechtsomkeer maken omdat er geen doorkomen aan is. En de wegel die we dan doen, is op twee plaatsen een halve meter diep weggespoeld. Heerooiese toestanden. Echt een topritje. Niet te verwarren met hoe mensen met een kleine oprit hun oprit soms noemen: ‘t opritje.
Wat er meer en meer begint tegen steken, is het rijden met die bejaarden, die 60-plussers, die opa’s en die gepensioneerden. En pas op: het zijn dan nog dikwijls dezelfde die het allemaal terzelfdertijd zijn, hé! Dat we vijf, zes keer op een rit moeten stoppen. Dan weer moet er één piesen, dan moet Johan zijn incontinentiepamper ververst worden, dan moet Patje Roels weer zijn heupen WD40-en, of dan is er weer één gewoon vergeten hoe hij moet terten. En die piesstops, dat hangt er dan ook nog van af van wie. Bij Rudy, de grote roerhanger**, duurt dat niet te lang, dat valt nog mee. Maar bij Danny is het altijd eeuwig wachten. Ja, gasten, zegt Danny dan, ik kan er ook niet aan doen dat ik er zo lang naar moet zoeken, hé. En zeker met dat koud weer. En die nieuwe lange broeken spannen ook veel meer. Eer ge hem dan over het randje krijgt. En dan moet ge nog oppassen dat ge niet recht in uw eig... Maar goed, het lijkt ons verstandig om Danny hier te onderbreken. Het is trouwens altijd verstandig om Danny te onderbreken, anders blijft die tetteren, Stefan zegt het ook. En veel slimmer wordt een mens er toch niet van.
Met Jeffrey – de kleine van – Debrouwer zit ge dan met een ander probleem als dat van de bejaarden. De keren dat we al moeten stoppen zijn omdat die weer eens zijn tutter kwijt was, mannekes toch.
Eén van de vele klimmetjes van de dag ligt supersmerig. Niet te doen. Er zijn er een stuk of drie die toch fietsend boven raken. Ja, je hebt altijd wel van die streverkes, hé. De rest sukkelt te voet naar omhoog. Alleen Ivan besluit om het zwemmend te proberen. Bergop, en in de modder, niet makkelijk. Ja, beste mensen, hoe dikwijls heb ik het al niet gezegd: als je van plan bent te vallen, of zelfs als je dat niet van plan bent: altijd achter de verslagggever blijven. Wat soms moeilijk is natuurlijk. Het is er anders om vragen, hé, dat ge (als enige) belachelijk gemaakt wordt in het verslagske. Ivan wou net als zijn broer twee weken geleden zijn nieuw truike dopen. Je ziet dat wel dikwijls: ze zien iets van hun grote broer en moeten het dan persee achter doen. Is er nog iemand die dit leuk vindt? vraag Ivan. Ja, Ivan, vanaf nu vinden wij de rit juist dubbel zo leuk! Om jou zo languit in de more te zien kletsen, wil ik elke zondag gerust nog een uur vroeger op staan. ‘t Is kwestie dat elk van ons en zeker Stefan Im – de lach – schoot. (Oef, die hebben we ook weeral gehad).
Als kapitien Rudy beslist dat we ‘recht’ naar de Beize rijden, is het al kwart voor 11. Het eerste wat we doen is de richtingwijzers ‘Aspelare’ en ‘Ninove’ volgen. Moet er nog zand zijn!? Dan zakt de moed wel in een mens zijn schoenen. Mon courage se trouve dans mes souliers, zeggen de Fransen.
Dan zijn er nog gelijk Pieter die op elke klim gezwind naar boven schieten en ons voorbij zoeven. Ge moet u niet inhouden, hé, Pieter. Doet maar, jongen. En van de mentale impact dat dat heeft op mensen zoals ik, Axel, Johan en Danny, die naar boven aan het kruipen zijn, daar moet ge u zeker niets van aantrekken, zulle jongen. Als ge uzelf maar kunt uitleven, hé.
Op een bepaald moment heeft Danny het zo lastig dat hij bijna omvalt: Ik sta stelle. Het zijn mijn bellen die niet mee wellen. (In het Wetters wordt de ‘i’ immers door een ‘e’ vervangen).
Ook de 9-uur-rijders en -rijdsters zijn weer talrijk: Els, Sabine, Nadine, Rudy, Johan en Matthias. Mathias is kraanman. Elke dag 40 meter hoog. Hij heeft het een beetje hoog in zijn bol, soms. In het begin waren er twijfels of hij wel geschikt was voor de job. Meneer Pieters, ziet ge dan niet dat ge der weeral 5 meter neffens zit?, roept de werfleider van beneden door zijn walkie-talkie. Waarop Mathias verontwaardigd terug riep: Vanzeneigens dat ik dat niet zie, gast! Peinst ge dat ik naar beneden durf kijken, misschien?
In de Beize heeft Luc veel beziens bij de vrouwen. Anders ook hoor, maar nu nog meer met zijn koersbotten. Ik moet er ook zo hebben! Mario
*Euh, Dirkske en Senna wensen we ook snelle beterschap natuurlijk.
**Beste mensen, zoek hier niet teveel achter. Ik schrijf het gewoon gelijk Koen van de Beize ‘roerganger’ uitspreekt.
Verleden week met 17. Nu maar met 8. Axel, Rudy, Ivan, Pieter, Stefan, Luc (met koersbotten tegen de kou en de natte), Johan, en ik. Pieter was verleden week juist te laat. Spijtig, anders waren we met 18 geweest. Jeffrey – van – Debrouwer is er weer eens niet. En Jeffrey – van – De Melkboer ook niet. Maar van dat laatste verschieten we niet echt, want die rijdt anders ook niet mee.
We rijden weer langs het kerkhof van Melle. Daar waar die met zijn zwart windstopperke verleden week op zijn bakkes ging en zijn spiksplintrnieuw truike al meteen in de more doopte. Nu ja, dat past wel goed bij de Modderfokkers, hé. Geen valpartijen deze keer. Kwestie van het lot te durven tarten door meteen weer voorbij dezelfde plaats te terten. Het lot terten, heet dat.
Johan doet me daar toch weer een manoeuver, seg. Hij steekt me voorbij (ik zeg er meteen bij dat dat eerder uitzonderlijk is, natuurlijk!) en wijkt dan uit naar de kant, zonder er rekening mee te houden dat ik aan het terug inhalen ben. Zo snijdt hij me de pas af. Nog een geluk dat ik technisch zo goed onderlegd ben of ik lag in de beek. Johan doet dat ongewild, dat wel, maar potverdorie nog eens aan toe zeg. Het is niet erg hoor, Johan. Maar nog één keer en ge gaat wat meemaken, makker. Zo komt ook Stefan in de problemen. Die jongen is ook altijd de pineut, hé. Zodanig dat Stefan, of wat ervan Overschoot, - er bijna zijn hachje bij - Imschoot. En ja, die laatste heeft Stefan zelf uitgevonden, het is ver gekomen. Dan is hij zeker dat het niet te affrontelijk is wat ik schrijf.
Axel is gelijk niet in form. Ik heb het direct in het snotje. Het is ook zijn windrichting niet. Axel heeft het liefst noordenwind. Dan vertrekken we noordwaarts en daar is het iets vlakker, wat hem beter ligt dan het geaccidenteerd parkoers dat we in het Zuiden meestal doen.
In Moortsele hebben ze een wegel afgezet voor de velo’s door paaltjes van een kleine halve meter hoog te plaatsen en horizonale balkjes ertussen, zodat je niet kunt doorrijden, alleen doorstappen. Ach. Waarom zou je daar nu niet met een velo door mogen? Zeker niet als het al al die jaren wel gemogen heeft. Het zijn wij die die wegels opengehouden hebben, verdorie! Hou daar toch eens mee op, verzuurde mensen. Wij gaan ons dat toch niet aantrekken zunne. Wij sukkelen dus even om er voorbij te raken en pakken dan een smerig afdalingske: VOLLEDIG KAPOT GETRAPPELD, nonde! Dat ze eens beginnen met overal de wandelaars weg te houden, voilà. Allez, wij hebben dat dan maar weer wat schoon effen gereden. Beneden is het gelijk lang wachten op Axel. Rudy denkt dat Axel niet tussen de paaltjes geraakt is, want te smal. En dat hij daarna geprobeerd heeft erover te kruipen, maar dat dat te hoog was. Volgens Ivan heeft Axel daarna dan geprobeerd om er onder te kruipen en is hij vastgeraakt. Gelukkig komt Axel er dan toch nog aan. Dat was allemaal geen waar, hoor, wat die Rogiersen uit hun duim zogen.
Om kwart voor 10 denk ik nog: Slechts 2 graden en toch heb ik lekker warm op mijn fietske. Een kwartier later begint het lichtjes te ijsregenen. Even later, tussen Baaigem en Dikkelvenne ijsregent het al iets minder lichtjes en het gaat niet meer ophouden. In Dikkelvenne wordt er stoppen geblazen, om de windstopperkes aan te doen. Rudy heeft een mooi zwart. Het wordt één van de vuilste en koudste ritten. Dees was er wat over, zelfs voor Axel, en die kan tegen een stootje.
Vanaf nu proberen we het verslagje ook wat opvoedkundig te maken. Wat zeg ik? Nog opvoedkundiger dan het al is, natuurlijk. We leren de lezer vanaf nu elke week ook wat Frans bij. Zo zeg ik op een bepaald moment tegen Rudy: Je donne tout que j’ai. Question de ne pas laisser tomber un trou. (Ik geef al wat ik heb. Kwestie van geen gat te laten vallen). Antwoordt Rudy: Aussi question de ne pas tomber sur ton trou. (Ook kwestie van niet op uw gat te vallen).
Van Meilegem over Beerlegem weer richting Beize. In Beerlegem nog een heerlijk wegelke: de Boekhoutewegel. Door de modder en de bochten naar beneden glijden en rechtblijven.
In Wetteren, bijna thuis, is het eindelijk een beetje over. Het is over, doen we nog een lusje bij, vraagt Rudy? Hoeveel lusjes zijn er soms losjes bij jou, Rudy? vraag ik terug. Man toch, zo rap als mogelijk achter een warme stoof, geen minuut langer meer in dit hondenweer. Doorweekt en half vervroren. Niemand kloeg van de kou tijdens de rit, dus ik ook maar niet dan, maar als we in de Beize aankomen, blijkt dat er bij iedereen wel wat uitsteeksels half vervroren zijn. Witte Kriek had zodanig koud dat hij zelfs niet meer meegekomen is. Zo juist op het laatste sneuvelen, dat is het ergste dat er is. Een kwartier en een Duvel later is het ergste leed alweer geleden en vinden we onszelf – in plaats van oerstom om met zo een weer te gaan rijden – hele pieten, dat we dat weer maar eens overleefd hebben. In totaal 65 km aan 24 per uur en 300 hoogtemeterkes. Gelukkig dat we niet te rap reden, dus.
In de Beize denk ik even dat ze meedoen aan ‘The Masked Singer’, maar het is Nadine met haar mondmasker. Johan, Nancy, Annemie, Els, Sabine en Rudy V, CEO-op-rust van RV keukens, komen ook toe als ik alweer vertrek, maar zij hebben gelijk zo geen slecht weer gehad. Mario
Ik vernam in de fietsgangen dat Kenneth ook weer gaat meerijden. Evenwel niet op een mountainbike, maar op een BH, jandorie! Tenminste, als ik het goed verstaan heb. Typisch Kenneth, zou Danny zeggen.
En wat is er dan nog van Karel geworden verleden week, zo vragen sommigen zich al de hele week af. De meeste anderen vragen zich dan weer af waarom sommigen zich dat afvragen. Awel, Nele is haar Karel gaan ophalen in de kliniek in Zottegem en is er dan rechtstreeks mee naar het containerpark gereden om te kijken of er nog iets van te recycleren viel. Maar na een snelle blik werd algauw duidelijk dat het de container Grof Huisvuil ging worden. Nele heeft hem dan maar weer mee naar huis moeten pakken, anders ging ze nog 5 euro mogen opleggen hebben om weer te mogen buiten rijden. Zegt die gast van het containerpark nog, om Nele wat op te beuren: Ik weet niet of het een troost kan zijn, madammeke, maar lumbago of gene lumbago, veel te recycleren was daar toch niet aan geweest. En, op tweedehands.be moet ze hem ook al niet zetten, want dat staat daar al vol met Verhoevens.
En wat is er van Axel geworden? Is die dan nog boven water gekomen? Jawel, hoor. Allez, toch drie keer. En in de Beize zelfs nog boven zijn theewater ook.
Zondag 10 januari 2022. Een duistere, tegen het vriespunt aan, natte januari-morgen. Dat vuil weer houdt maar niet op. Ikke geen beteke goesting. Maar omdat het de eerste rit in de nieuwe truikes zal zijn, ga ik toch maar eens mijn kop, en mijn nieuw truike, gaan tonen, zekers? Daar gaat toch bijna niemand zijn met zo een weer. En dan rij ik subiet weer naar huis, zunne.
Maar wat blijkt, we zijn met 17 man! In jaren niet geweten dat we met zoveel waren. Ja, dan kan ik niet anders dan toch maar meerijden, hé. Het eerste uur is het afzien van de drets, de spets, de koude wind en de nattigheid uit de lucht. Niet voor watjes deze hobby.
Watjes van dienst: Rudy, Rudy, Ivan, Johan, Axel, Luc, Gert Verhoeven sinds lange tijd, en ook Karel Verhoeven sinds lange tijd en die brengt nog twee gastrijders op gravelfiets mee: Dirk en Peter. Zijn daar ook nog: Jeffrey – die even goed kon drinken maar ietske minder goed brouwen als zijn broerke Bob - Debrouwer, Danny, Ratje Poels, Stefan – die er onlangs weer wat pluimen bij - Imschoot, Dirk, Jan en den dezen. En we zijn weg voor een bewogen tocht van 77 km aan 26 per uur met 470 hoogtemeters.
Het ligt overal zo nat en smerig dat we op de weg blijven. En dan is het nog soms door meterslange plassen rijden. Ivan mocht bijkans niet meedoen omdat hij zijn nieuw truike te vuil ging maken met dit weer. In Melle gaan we toch eens van de weg af, langs het kerkhof, zo naar de zijkant van de dijk aan de Schelde. Oeioei, een valpartij op de glibberige zijkant van de dijk. Het is er ene met een zwart windstopperke die er ligt, maar ik kon gelijk niet goed zien wie. Was dat nu Ivan zijn broer of niet? Dat is nu toch ook spijtig, hé, dat ik het niet goed kon zien. Teveel str... euh more in mijn ogen. Anders had ik het zeker in het verslagske gezet. Zoals Johan het stelt: de eerste die al meteen zijn nieuw truike vuilmaakt!
De zon komt er toch nog door en de grote broer van Ivan schotelt ons schitterende landschappen voor aan de kanten van Roborst en Rozebeke. Na de zoveelste klim ligt de groep helemaal uiteen en we zijn 4 man kwijt. Karel en zijn twee companen, en Axel. Ze zouden rechtsomkeert gemaakt hebben. Karel omwille van rugpijn. Achteraf blijkt dat Karel is moeten afgevoerd worden met de ambulance naar de kliniek in Zottegem met acute lumbago en vreselijke pijnen. Sterkte, Karel. Wat er met Axel is gebeurd, weet ik tot op de dag van vandaag nog niet. Allez, goed, het is ook nog maar één dag na de feiten, dus die komt nog wel ... boven water.
Op de klim van de Hostellerie trek ik eens goed door. Bijna op de top kijk ik eens onder mijn oksel achter me, in de wijdse diepte: niemand meer te zien! Wat ben ik weer goed bezig vandaag! denk ik dan. Ha, wacht, het is eigenlijk omdat er eigenlijk gewoon niemand meer achter is, eigenlijk. Gelijk hoe, het visueel effect blijft hetzelfde.
Als ik eindelijk op de top toekom, wordt er hard gelachen onder de wachtenden. Ha, heeft er iemand een mop verteld misschien, vraag ik? Ja, zegt Patje, tien minuten geleden al. Awel, die gasten lachen wel lang met een mop zunne. Het moet een hele goeie geweest zijn.
Zeg Patje, terwijl ik er op peins: pakt volgende keer wat WD40 mee, hé, jong. Van dat gepiep van uw nief heupen krijg ik het soms toch serieus zelf op míjn heupen.
Overlaatst kon ik (weeral eens) niet slapen en kwam ik tot de vaststelling dat ik met de modderfokkers al minstens één keer rond de wereld ben gereden: 20 jaar, aan pakweg 40 ritten per jaar, aan minstens 50 km per rit = 800 x 50 = 8000 x 5 = 40 000 km = de omtrek van de Aarde, ter hoogte van de Equator, of van de Evenaar, zoals ze daar zeggen. Ja, als ge een beetje van een wiskundeknobbel hebt, hé.
Johan stuurde nog een foto door van Danny na de rit in de Beize. Daarop is er bij Danny duidelijk een andere knobbel te zien. Hopelijk voor Danny is dat géén wiskundeknobbel. En ja hoor, het was weer van dat: Danny had weeral eens een leeg flesken Export van voor in zijn (nieuwe!) koersbroek gestoken. Betrapt! Waarom toch, Danny!? Zoveel brengt dat leeggoed niet op, zunne.
Over de Beize kan ik dus niet veel zeggen, want ik moest rap thuis zijn. De meesten gaan sporten om daarna pinten – of nog erger – Duvels te kunnen drinken, maar ik hou het toch liefst gezond. Ik miste daardoor wel dat Jan trakteerde voor zijn verjaardag. Veel gebeurt dat niet dat Jan trakteert voor zijn verjaardag. Het was wééral een jaar geleden. Maar elke keer dat Jan trakteert, is er gelijk wel veel volk. Mario
Post Scriptum 1. Moeten er nog watjes zijn? Ook Johan Poelman, Mathias Pieters , Nancy Van Waes, Els Cattoir, Sabine De Neve en Annemie Van de Voorde doopten onze nieuwe uitrusting op kletsnatte wegen. In totaal reden we dus met 21 modderfokkers. Een goeie start voor ’22.
Post Scriptum 2. Dan trakteert Gert ook nog wel zekers! Voor een keer dat ik niet mee ga naar de Beize, is het weer dubbel prijs. Proficiat met Arthur, Gert. Hoe meer Verhoevens, hoe meer leute.