Zondag 14 november 2021. Stekense en Moerbeekse bossen.
Rudy Rogiers, zoals steeds stipt op tijd om 8:37, staat wat dempig. Dat komt door de vele lekkere pizza op de viering van 60 jaar Guy Roels, gisteravond. Toch zot wat mensen allemaal vieren, hé. Dat was daar wel nogal teen en tander, moet ik zeggen. De vice-rector van de UGent was er, enkele ingenieurs van de UGent (o.a. Guy zijn eigen Jana en Sam dan nog), er waren een emeritus en een professor van de UGent, een ex-profwielrenner was er, en diens broer (de uitvinder van een nieuwe Corona-sneltest, zie verder), de human resources manager van de Volvo, de CEO-op-rust van Keukens Vergeylen. Zelfs Jo Roels was er, een verre kozijn van Guy. Met de nadruk op ‘verre’, zegt Guy er rap bij. En zelfs onze burgervader, die normaal alleen voor 100-jarigen buiten komt. Waarom hij dan ook voor Guy buiten komt, laat ik aan jullie verbeelding over.
Gelukkig komt de wind uit het Noorden en dan is het aan die andere Rudy, klerkske-met-de-klein-wielekes, om de rit naar het Noorden te leiden. Nu meer de kanten van Stekene en Moerbeke. Machtige boswegels, zonder einde. Genieten de ganse tijd, mocht het niet zo rap gaan, maar er is geeneen van de 11 modderfokkers die een krimp geeft. Rudy rijdt nagenoeg de hele rit op kop, niet te doen. We hadden de Modderfokkers ook de Rudybikers kunnen noemen, want bij de beekes is het onze derde Rudy die de leiding neemt (ook de vrijdagavond en bij het spinnen). Maar de Rudybikers bestaan al (https://rudyco.be/RDC/NL/club/).
Danny is afwezig, want hij moest in quarantaine na een verdacht kontakt. Dat is bij hem niet moeilijk, want al zijn kontakten zijn verdacht. Ja, inderdaad, wetenschappers hebben het nu bevestigd: corona kan ook overslaan op de mensaap. Dat natuurlijk geheel terzijde en natuurlijk ook zonder enig verband met de eerste zin van deze paragraaf.
Ook Stefan - die niet alleen mountainbaaikt (soms eens toch), maar ook volleybalt, omdat hij er hem in het voetbal toch meer neffens dan - Imschoot, is er niet. Maar ik moest mijn running gag kwijt, en wegblijven gaat je niet helpen, Stefan! Er is geen ontsnappen aan.
Jeffrey - het jongere broertje van Bob - Debrouwer heeft tijdens de rit zo af en toe een piepstemmetje. Ik word toch danig ongerust. Jeffrey, ben je soms in transitie, jongen?, vraag ik bezorgd, want een mens mag van niets meer verschieten dezer dagen. Neen hoor, antwoordt Jeffrey, het is mijn koersbroek die een beteke spant. Mijn mama heeft hem ietske te warm gewassen, denk ik. Wat een geruststelling toch. Waarna Jeffrey vervolgt: Door de Corona is mijn eerste transitie-operatie pas volgende maand gepland.
Axel rijdt voor de zoveelst week op rij met de besten mee. Ik had hem dat niet mogen vertellen, hé, van dat broekvet.
Ik ben net aan het uitrekenen hoeveel km we de laatste 3 weken al gedaan hebben zonder platte banden en zonder valpartijen. Drie ritten met telkens 11 man aan een gemiddelde afstand van 75 km. Reken maar uit. Maar dan beslist Koen om daar een stokske voor te steken en gaat onderuit. Waar was dat, vraag ik als we in de Beize napraten. In die slag met die boom, antwoordt Johan. Ha ja, daar dus. Als ge juist 50 km door niks anders dan slagen met niks anders dan bomen gereden hebt, weet ge meteen waar het juist was. Danke, Johan.
Ondanks zijn lichte dementie, die niet eens opvalt binnen onze groep, en ondanks zijn snel toenemende incontinentie, blijft Johan maar meegaan hé. Op zijn gezegende leeftijd nog elke zondag meerijden met die bende zotten, er gaan er het hem niet veel nadoen. Voor mij is hij toch de strafste van allemaal. In de Beize kan hij het weer niet laten om een selfie te pakken, dit keer van zijn en onze beslijkte voeten (Foto). Pertank, zijn wezen zou er goed bij gepast hebben.
Kletter de kletter. Daar gaat er nog een tegen de grond. Wie is er gevallen?, vraag ik?, want het gebeurde achter mij en eer we vooraan tot stilstand komen, zijn we al 100 meter voorbij de plaats van het accident, een glad bruggetje in Puyenbroeck. Het is Martine, hoor ik. Maar ik denk bij mezelf: Martine? Martine? Er rijdt hier toch geen Martine mee met ons? Maar dan hoor ik het goed: het is niet Martine, maar Maarten met de dikke tjoepen. We hebben het dan over zijn bandenkeuze, natuurlijk. Dikke tjoepen op uw banden zijn goed voor in het veld, maar op een glad oppervlak geven ze niet veel grip. Maarten kan het goed uitleggen, terwijl het bij veel van ons is van: zwijgen en terten. Hij zou het misschien beter wat minder uitleggen en wat meer op de baan letten want hij gaat nog een tweede keer onderuit, op de kasseien bij het opdraaien van het Mariannestraatje. Ja, tot twee keer toe op hun bakkes gaan. Wat sommigste mensen allemaal niet doen om in het verslagje te komen.
Luc rijdt weer in het zwart en deze keer met een zwarte pinguinhelm. Je vangt veel wind, maar de sneeuw blijft wel uit je ogen. Handig voor als het sneeuwt, dus. Op het einde raakt hij nogal hitsig en fietst de hele meute aan flarden als hij een paar keer de kop pakt. Maar dan neemt Jeffrey nog eens over aan 38 per uur, en is het alle hens aan dek op ons dikke banden met tjoepen, of met andere woorden: alle tenen worden nog eens uitgekuist.
Ikzelf pak ook weer goed uit vandaag, mag ik wel zeggen. Op een lange zandstrook blijf ik maar op kop rijden. Wat ben ik toch goed bezig, denk ik, en zowaar, mijn nek begint al te zwellen. Tot er plots een windhoos me voorbij vlamt. Het is Rudy R, die wat voorsprong nam wegens een kleine doch dringende behoefte. Gelukkig dat ik al een snotvalling had. En mijn nekprobleem is meteen opgelost.
Ivan heeft thuis zelf een corona-sneltest ontwikkeld (patent - en nog wat anders - pending): Hij gaat elke morgen naar het gróót WC. En als het onwelriekt, is het teken dat hij geen corona heeft. Ivan liet me ook weten dat hij nog een confirmatietest aan het ontwikkelen is, gebaseerd op het testen van de smaak, maar dat ga ik hier niet uit de doeken doen, het is juist etenstijd.
Tenslotte vermelden wij ook Dirk. De meesten kennen hem als Dirk Deboever, maar ik noem hem Dirk De Zoever. In de Drabstraat, nog slechts op 500 meter van de Beize, zoeft hij daar nog Johan voorbij en duwt die jongen bijkanst in de decor. Ja, want Dirk moest nog gaan koken, hij was wat gepresseerd.
Na 75 km aan 24,1 per uur op een modderig en dikwijls kronkelig maar bereidbaar parkoers, waarvan de helft in de noord-waaslandse bossen, zijn wij weeral lichtjes flagada. De baas van de Beize ook, maar bij hem is dat elk uur van elke dag. Mario
|