Stralend weertje vandaag op moederdag te Zaffelare. Mijn duim is goed ingepakt en ik ben blij terug van de partij te zijn. Met 25 man aan de start op een vrij korte en eenvoudige omloop. Ik had gehoopt niet teveel moeilijke bochten te moeten tegenkomen ,maar in één bocht waren vele putten in het wegdek en een andere lag vol met kasseien. Probleem was dus dat ik vrij voorzichtig door de bochten moest gaan en dus steeds enkele meters op mijn voorganger terug moest dichtrijden. Ook optrekken ging nog niet echt vlot en voorts had ik de laatste 2 weken niets getrained. Ik was dan ook van plan om achteraan te rijden en proberen er een goede come-back training van te maken.
Na 4 à 5 ronden voelde ik al in mijn benen dat ze enorm veel werk moesten leveren om telkens terug aan te sluiten. Op dat moment springen een 6-tal man in de aanval : Delgouffe, Goethals, Van Kerschaever, Coppers, De Backer, Dhanijns. Ze pakken toch wel een aanzienlijke voorsprong. Eddie Van Leirbeghe rijdt het gat alleen dicht, knappe prestatie.
Ik rij achteraan en vlak voor mij rijdt Luc Cocquyt. Ik zie hem naar voor opschuiven. Ik weet dat hij de sprong gaat wagen. In normale omstandigheden is het nu het moment om mee te springen, doch vandaag is dit onbegonnen werk. Cocquyt springt weg, De Cauwer, Delys, Lammens, Delagrange ze springen mee. Het zal niet evident geweest zijn maar ze geraken toch nog mee vooraan en we krijgen een kopgroep van 11 à 13 man.
Halverwege koers beginnen we in ons peloton toch meer en meer tempo te rijden, spijtig rijdt niet iedereen voluit. Ik besluit dan om de komende 2 ronden eens alles te geven, voluit mee te rijden en te kijken hoever we nog komen (trainen in de wedstrijd noemen ze dat). Regelmatig zien we de kopgroep voor ons uitrijden (op een lange rechte baan is dit uiteraard verraderlijk). Het ganse rechte stuk naar de meet sleur ik aan ons peloton en samen met Iterbeke en een goed rijdende Peter Van Kerckhove trekken we nog eens door na de aankomstzone. We zien de kopgroep rijden op een 200m voor ons. Probleem is echter dat mijn batterij al in het rood staat te pinken en ik moet het dus terug wat kalmer aan doen. In plaats dat andere toch even helpen met het laatste gat dicht te rijden, zijn er sommige die denken om het gat alleen dicht te rijden. Spijtig voor hen, maar ook voor ons, na 1 km vallen ze stil en laten ze zich terug opslorpen door het peloton. Waarom helpen ze niet gewoon in een normale aflossing??? We hadden het gat nog kunnen dichtrijden. Maar laat me eerlijk zijn, ik kon het niet meer.
In de laatste ronde springt vooraan Erik Delys weg, een niet zo gekende renner bij de WAOD. De rest van de kopgroep twijfelt en het is Swa Coppers welke er achter gaat. Na een heuze achtervolging komen de 2 vooraan samen maar de kopgroep zit hen op de hielen. Op de meet houdt Coppers enkele meters voorsprong op Delen en op de rest. Robin Van Kerschaever lijkt terug in conditie te zijn en neemt de 3e plaats.
In onze groep springt Guy D'Haese 800m voor de aankomst alleen weg. Ik kan erachter gaan, maar gun Guy dit kleine succes wel. Ik klop Eddy Iterbeke nog net op de meet. Uiteindelijk finish ik 21e.
Categorie F1: 1.François Coppers (Lokeren) 2.Eric Delys 3.Robin Van Kerschaver 4.Ronny Goethals 5.Rudy Lammens 6.Patrick De Backer 7.Dirk De Cauwer 8.Luc Cocquyt 9.Marc Dhanijns 10.Eddie Van Leirberghe 11.Bart Delagrange 12.Philemond Delgouffe 13.Louis Moens 14.Rudy Taelman 15.Laurent De Vos 16.Noël Verzele 17.Marc Colpaert 18.Guy Dhaese 19.Julien De Bock 20.Peter Van Kerckhove 21.Kris Van Honsté 22.Eddy Iterbeke 23.Johan De Smet 24.René Colman
Na enkele weekjes in de lappenmand, maak ik mijn rentree op zondag in Zaffelare.
Vrijdag hebben we onze laatste zaalvoetbalwedstrijd gewonnen en we promoveren naar 2e nationale. Zaterdag een uurtje gaan trainen en de benen lijken, ondanks 2 weken bijna niets gereden, toch nog vrij goed in forme. Ik heb er natuurlijk wederom enorm veel zin in, morgen te Zaffelare.
Vandaag op consultatie geweest bij de orthopedist Dr. Van De Borght.
Verdorie, heeft die dokter van de spoedgevallen verleden week toch wel een verkeerde diagnose gesteld zeker. In plaats van tussen het 1e en het 2e duimkootje dat gebroken zou geweest zijn, stelt Dr. Van der Borght vast dat de duim gebroken is tussen het 2e en 3e kootje, dus ter hoogte van de duimmuis (dus vlak voor de pols).
Nu weet ik waarom mijn hand gans de week nog dik geweest is. De duim was niet op de juiste plaats gespalkt en het gebroken gedeelte heb ik dus nog kunnen bewegen.
In ieder geval lig ik nu in de gips vanaan mijn duim tot halverwege tussen pols en elleboog.
Gelukkig kan ik al mijn 9 andere vingers nog bewegen. Ook voel ik dat mijn duim nu volledig vast zit en dat maakt dat ik natuurlijk wederom aan het denken ben hoe ik dit de komende dagen ga aanpakken.
Ik doe geen voorspellingen, want sommigen zullen me toch niet geloven.
Het volgende heb ik in mijn hoofd : dinsdag : tennis, het zal dan wel met links zijn, maar mijn beckhand kan ik dubbelhandig slagen (heb ik al geprobeerd). woensdag : wat fietsen op de piste (ja ik heb vandaag al naar het werk gefietst). donderdag : Beveren komt wel in gevaar, dat geef ik toe. vrijdag : moeten we winnen in de zaalvoetbal om naar 2e klasse te promoveren. Het is tegen de laatste, dus zonder mij zal het wel lukken. Als het niet lukt, zal ik toch moeten aantreden en er eentje binnentrappen. zaterdag : supporter ik voor Luca welke een voetbaltornooi speelt in Dilbeek. zondag : supporteren voor Luca zijn tennismatch.