Een moeder stapt met haar 6 kinderen de lift in, in een groot warenhuis. De liftbediende vraagt: "Waar moet u zijn?" "De kinderafdeling." antwoordt de moeder. Waarop een van haar kinderen antwoordt: "Oh nee, mama we zijn al met zo veel thuis!"
Een vrouw komt thuis van een dagje te gaan winkelen en wandelt geshockeerd de slaapkamer binnen waar haar man in bed ligt met een jonge wulpse griet. Net wanneer ze naar buiten wil stormen, roept haar man haar: "Misschien moet je eens luisteren hoe dit allemaal komt. Ik was aan het rondrijden op de snelweg en zag deze jonge dame, moe en verwilderd, aan de kant van de weg. Ik bracht haar naar huis en kookte voor haar de steak die je nog vergeten was in de frigo. Ze had geen schoenen aan dus gaf ik haar de sandalen die je niet meer draagt omdat ze uit de mode zijn. Ze had kou, dus gaf ik haar de trui die ik je voor je verjaardag gaf en die nooit uit de kast is geweest omdat de kleur je niet staat. Haar broek hing in stukken vaneen, dus gaf ik haar jouw jeans die perfect in orde is, maar te smal voor jou. En net toen ze wou weggaan, vroeg ze mij: "Is er nog iets dat je vrouw niet meer gebruikt?"
Een klusjesman knapt al jaren in een nonnenklooster alle karweitjes op. Hij heeft al tijden een oogje op zuster Theresa, maar hij durft haar niet te benaderen. De klusjesman bespreekt zijn probleem met de tuinman van het klooster. "Weet je wat je dan moet doen?", zegt de tuinman: "Je trekt een pij aan en als monnik verkleed ga je in de bosjes liggen wachten. Als dan zuster Theresa aan komt lopen, spring je uit de bosjes. Je gooit het pij open, toont je erectie, en dan roep je `Geschenk van God, mee naar de bosjes'." De klusjesman vindt het een goed plan. Hij trekt een pij aan en gaat in de bosjes zitten wachten. Als zuster Theresa langskomt, springt de klusjesman de bosjes uit, gooit zijn pij open, toont zijn erectie en roept: "Geschenk van God, mee naar de bosjes." De non gaat mee de bosjes in, en daar maakt de klusjesman een vurige wip. Als ze klaar zijn, wil de klusjesman eigenlijk toch wel bekennen wie hij is. Hij zegt: "Ik moet je wat bekennen: ik ben geen monnik, maar ik ben de klusjesman." Krijgt 'ie als antwoord: "Ik moet je ook wat bekennen: ik ben zuster Theresa niet, ik ben de tuinman."
Er komt een oude man bij de Hemelpoort. "Uw naam", zegt Petrus. "Weet ik niet", zegt de oude man. "Weet u niet? Hoezo u weet toch wel wie u bent.""Nee", antwoordt de oude man, "ik heb namelijk last van dementie en ben zo mijn naam vergeten." "Weet u wat," zegt Petrus, "ik haal Jezus erbij. Die weet alles, dus dit ook wel" Na 5 minuten komt Jezus erbij staan. "Vertelt u mij uw levensverhaal dan weet ik wie u bent" zegt Jezus. "Is goed" zegt de oude man. "Ik was timmerman en heb een hele beroemde zoon. Is later ook nog een boek over geschreven" "VADER!!", roept Jezus enthousiast. "PINOKKIO!!!!!!" roept de oude man.