Een gozer is zo verliefd op zijn vriendin Wendy, dat hij besluit om haar naam op zijn lul te tatoeëren. Zo gezegd zo gedaan. Wanneer zijn lul stijf is, staat er "Wendy". Wanneer zijn lul in ruststand is, staat er "Wy". Dit wil hij meteen aan zijn vriendin laten zien. Zij natuurlijk helemaal blij. Hij doet ook meteen een huwelijksaanzoek, waar zij JA op zegt. Ze besluiten om op huwelijksreis naar Jamaica te gaan. Daar aangekomen maken ze natuurlijk gebruik van de faciliteiten, waaronder het naaktstrand. Ze komen daar naakt bij een cafeetje. Zij gaat lekker zitten terwijl hij even drankjes gaat regelen bij de bar. Tot zijn verbazing ziet hij dat de Jamaicaanse barman ook een tattoo op zijn lul heeft met de letters "Wy". Nieuwsgierig vraagt hij aan hem of hij misschien ook een vriendin heeft die Wendy heet. Nee zegt de Jamaicaan lachend. Als ie stijf is staat er: 'Welcome to Jamaica man, Have a nice day.'
Hector vraagt aan Baziel tijdens het pintelieren in hun stamcafé: Oe goat nu eigenlik mejje twih broers. Wel zucht Baziel de joengsten is pas getrouwd, en met den andern goat ook slicht.
Een familie zit gezellig te tafelen als de zoon plots zeer ernstig naar de vader kijkt:"Papa, mag ik een persoonlijke vraag stellen?" "Doe maar, jongen." "Hoeveel soorten borsten bestaan er?"
De vader strijkt bedenkelijk over zijn kin en antwoordt na een korte stilt: "Wel, zoon, er zijn eigenlijk drie soorten borsten. Bij vrouwen tussen de twintig en de dertig zijn het net meloenen, stevig, vol en rond. Bij vrouwen in hun veertig zijn het eerder peren, nog steeds vrij stevig, maar ze hangen een beetje. En bij vrouwen over de vijftig zijn het ajuinen." "Ajuinen?" Bedachtzaam kijkt de man naar zijn vrouw:"Tja, kijk ernaar en ze maken je aan het huilen."
Dit maakte zowel de vrouw als de dochter woedend. Waarop de dochter zich met haar liefste glimlach tot de moeder wendt: "Mama, mag ik een persoonlijke vraag stellen? Hoeveel soorten penissen bestaan er?"
De moeder denkt even na en lacht dan fijntjes naar haar man: "Wel, lieve kind. Een man gaat in zijn leven eigenlijk door drie fasen. In een eerste fase, in zijn twintigerjaren, is zijn penis als een eik, hard en onverwoestbaar. In zijn dertiger-veertiger jaren is zijn penis als een berkentak, toch nog stevig, maar plooibaar en na zijn vijftig is hij als een kerstboom." "Een kerstboom?" Bedachtzaam kijkt de vrouw naar haar man: "Ja, totaal uitgedroogd en de ballen hangen er enkel als decoratie."
Baziel komt om 2 u 's nachts stilletjes thuis, maar Flavie staat achter de deur en geeft hem een paar flinke kloppen met haar deegrol. "Voor wat is dat nu weer" jankt Baziel."Voor bij vreemde vrouwen te zitten; 'k Heb 't wel zien staan in je agenda: 'Marie om 15u'" roept Flavie, terwijl dat ze Baziel nog rap een klop geeft. Terwijl Baziel tracht weg te springen probeert hij ook vlug na te denken. "Maar Flavietje" zegt Baziel, "'Marie', dat is een paard! En 'k heb d'er op gewed. Ze liep in de koers in Oostende." Flavie verschiet en denkt dat ze een enorme blunder gemaakt heeft. Ze vraagt aan Baziel of dat het nog zeer doet, en brengt direct z'n sluffers. De volgende dag komt Baziel weer om 2u 's nachts thuis en hij krijgt opnieuw rake klappen met de deegrol. "Voor wat is dat nu weer" jankt Baziel. "Ewel" zegt Flavie, "D'er is telefoon geweest uit Oostende" "En moet je daarvoor slaan" bibbert Baziel. "Jaa'k" zegt Flavie, "'t Was van dat 'paard'. Ze vroeg waar dat je bleef".
Koning Albert van Belgie heeft een uitnodiging ontvangen van de Maastrichtse Mosa fabriek voor een rondleiding. In eerste instantie lijkt het hem wel wat, maar dan realiseert hij zich dat Nederlanders maar al te graag Belgen moppen maken, iets waar hij niet blij mee is. Hij besluit echter toch te gaan, om een dusdanig goede indruk achter te laten, zodat die Nederlanders eens zien dat Belgen helemaal niet zo dom zijn. Aangekomen in de Mosa fabriek ziet koning Albert allerlei interessante dingen, maar wat hem het meeste opvalt, is dat er arbeiders lopen met groene helmen, en arbeiders met rode helmen. Hij besluit hier eens een slimme vraag over te gaan stellen, dus hij vraagt aan de directeur die hem rondleidt wat dit verschil in kleur te betekenen heeft. Deze complimenteert koning Albert met zijn goede vraag waarop Albert natuurlijk apetrots is. Helaas voor Albert echter zegt de directeur dat de arbeiders met groene helmen Nederlanders zijn, en dat de arbeiders met rode helmen Belgen zijn. De Belgen zijn volgens de directeur dommer, en dienen daarom beter op te vallen. Iedereen kan natuurlijk begrijpen dat dit olie ophet vuur is voorkoning Albert. Diep verontwaardigd vraagt hij aan de directeur hoe hij tot een zo onware uitspraak kan komen. Dit kan en zal toch niet waar zijn. Belgen zijn toch zeker niet dommer dan Nederlanders. De directeur moet dit echter ontkennen en zegt dat hij het koning Albert wel zal demonstreren.Hij roept een Belgische arbeider bij zich en zegt: "Ga eens bij mij thuis kijken of ik er ben!". "Dat is goed baas", zegt de Belgische arbeider, en hij loopt vrolijk weg. Peinzend mompelt koning Albert zo een beetje: "Dat is inderdaad dom, hij had veel beter even kunnen bellen".
Koning Albert van Belgie heeft een uitnodiging ontvangen van de Maastrichtse Mosa fabriek voor een rondleiding. In eerste instantie lijkt het hem wel wat, maar dan realiseert hij zich dat Nederlanders maar al te graag Belgen moppen maken, iets waar hij niet blij mee is. Hij besluit echter toch te gaan, om een dusdanig goede indruk achter te laten, zodat die Nederlanders eens zien dat Belgen helemaal niet zo dom zijn. Aangekomen in de Mosa fabriek ziet koning Albert allerlei interessante dingen, maar wat hem het meeste opvalt, is dat er arbeiders lopen met groene helmen, en arbeiders met rode helmen. Hij besluit hier eens een slimme vraag over te gaan stellen, dus hij vraagt aan de directeur die hem rondleidt wat dit verschil in kleur te betekenen heeft. Deze complimenteert koning Albert met zijn goede vraag waarop Albert natuurlijk apetrots is. Helaas voor Albert echter zegt de directeur dat de arbeiders met groene helmen Nederlanders zijn, en dat de arbeiders met rode helmen Belgen zijn. De Belgen zijn volgens de directeur dommer, en dienen daarom beter op te vallen. Iedereen kan natuurlijk begrijpen dat dit olie ophet vuur is voorkoning Albert. Diep verontwaardigd vraagt hij aan de directeur hoe hij tot een zo onware uitspraak kan komen. Dit kan en zal toch niet waar zijn. Belgen zijn toch zeker niet dommer dan Nederlanders. De directeur moet dit echter ontkennen en zegt dat hij het koning Albert wel zal demonstreren.Hij roept een Belgische arbeider bij zich en zegt: "Ga eens bij mij thuis kijken of ik er ben!". "Dat is goed baas", zegt de Belgische arbeider, en hij loopt vrolijk weg. Peinzend mompelt koning Albert zo een beetje: "Dat is inderdaad dom, hij had veel beter even kunnen bellen".