Een professor gaat een onderzoek doen naar de intelligentie van domme blondjes. Hij staat voor een zaal vol domme blondjes en zegt dat hij iemand nodig heeft waarmee hij het uit kan testen. Afijn, er staat een dom blondje op en hij vraagt haar: "Wat is 1+1?" Dom blondje:"Ehh..5?" Professor:"Fout." Zaal vol blondjes:"Geef haar nog een kans!Geef haar nog een kans!" Professor: "Oke, wat is 1+1?" Blondje:"3?" Professor:"Weer fout!" Zaal:Geef haar nog een kans!Geef haar nog een kans!" Professor:"Wat is 1+1!" Blondje:"2?" Zaal meteen:"Geef haar nog een kans!Geef haar nog een kans!"
"Baziel" zegt de rechter in Brugge "U wordt beschuldigd van kwakzalverij en de verkoop van zogezegde eeuwige-jeugd-pillen" "Jawel edelverachtbare" knikt Baziel. "Ben je voor hetzelfde vergrijp in het verleden al veroordeeld?" Vraagt de rechter. "Jawel meneer de juge" antwoordt Baziel "In 1990, in 1957 en in 1865."
Op een school in Borgerhout, op 1 september, roept de directeur de namen af van de personen. 'Mustapha'. Aanwezig wordt geantwoord. 'Kadir'.Aanwezig enz enz ... Op een bepaald moment zegt de directeur: 'Ala In Ben Oit'. Stilte in de zaal. Nogmaals 'Ala In Ben Oit'. Stilte. Voor de laatste maal: 'Ala In Ben Oit'. Opeens staat een jongen achteraan in de zaal recht en zegt tegen de directeur: dat ben ik maar je moet het wel anders uitspreken : Alain Benoit !!
Na de verkiezingen in ons land trekt minister van buitenlandse zaken Louis Michel naar china op zakenreis. De eerste chinees die hij tegen komt spreekt hij aan:" Sir can I ask you something? When do you have elections?" De cinees antwoord:" Evely moling sil!"
Een man rijdt 160 op de snelweg en wordt aangehouden door een agent. De agent zegt: "Meneer, ik hou u aan wegens te hard rijden. Mag ik van u uw rijbewijs zien?" De man zegt: "Ik heb geen rijbewijs agent." Zegt de agent: "Geen rijbewijs? Heeft u dan wel papieren van deze auto?" Zegt de man: "Nee, die heb ik niet want deze auto is niet van mij. Ik heb hem gestolen, maar ik geloof dat ik wel wat zag toen ik mijn pistool in het handschoenenkastje legde." De agent, verbijsterd: U bent bewapend met een pistool in een gestolen auto?" Zegt de man: "Ja, die had ik nodig om die vrouw dood te schieten van wie ik deze auto heb gestolen. Haar lichaam ligt in de kofferbak." Het wordt de agent nu te veel en hij roept assistentie in. Binnen de kortste keren is de automobilist omsingeld door een horde gewapende agenten en de hoofdagent loopt naar hem toe. De hoofdagent vraagt naar zijn rijbewijs en de man haalt zijn rijbewijs uit zijn binnenzak. Dan vraagt de hoofdagent naar de autopapieren en de man laat ze ook zien en die zijn ook in orde. Dan vraagt de hoofdagent of hij in het handschoenenkastje mag kijken en ziet dat daar geen pistool in ligt. Tenslotte vraagt hij of hij in de kofferbak mag kijken en ziet een lege kofferbak. Dan zegt hij tegen de man: "Ik heb van deze agent gehoord dat u gewapend met een pistool, zonder rijbewijs met een lijk in de kofferbak in een gestolen auto reed. Hoe kan dit?" Zegt de man: "Ik durf te wedden dat die fantast u ook nog vertelde dat ik te hard reed."
De heilige Johannes is samen met twee andere aan het golven. Hij heeft de afgelopen 2000 jaar flink geoefend en is dus in een goede vorm. Hij slaat de bal, een pracht van een slag, in drie slagen heeft hij het uit gespeelt. Heel goed, heel goed zegt Jezus een van de twee andere golfers, nu ik. Hij slaat de bal pats met een flinke plons komt hij in de vijver terecht, maar de bal blijft drijven en Jezus loopt zo over het water naar de bal en slaat hem in de hole. Zo twee slagen maar zegt de derde persoon, nu ik. Hij haalt uit en slaat de bal superhart, de bal vliegt de lucht in via een vliegtuig tegen een boom ketst weg bij een huis naar binnen door de regenpijp weer naar buiten tegen een auto en tak bij een kikker in zijn bek. De kikker word opgegeten door een ooievaar maar de spuugt het balletje weer uit, in het hole, zegt Johannes tegen Jezus, kijk daar heb ik nou zo een hekel aan, als jou vader mee speelt.
Hij wandelt met het stamhoofd door het bos, ze proberen met elkaar te praten.
Bij een boom zegt de missionaris: "Boom"
Het stamhoofd begrijpt het en zegt ook aarzelend "boom".
Bij een geurige bloem aan een liaanstengel zegt de missionaris "bloem".het stamhoofd knikt en zegt "bloem".
Ze lopen verder, verschillende dingen een naam gevend, tot ze onder een paar struiken een man en vrouw bezig zien met de voortplanting.
Het stamhoofd reageert opgewonden; de missionaris roept na enig nadenken: "man op fiets". Het stamhoofd grijnst, pakt een pijl en boog en schiet de man dood.
Tegen de missionaris, die als versteend toekijkt, zegt hij: Mijn fiets".