DE
MARKT
Beste
lezer, voor je iets anders zou denken, ik ben helemaal geen marktman.
Een hele tijd lopen, nu ja meer slenteren, langs tenten die opgetuigd
zijn van oude zeildoeken en dikke nylon touwen. Het is niet mijn
favoriete bezigheid. Trouwens die dingen dreigen in mijn ogen bij het
minste windje tegen de vlakte te gaan en ze blijven slechts uit
gewoonte overeind staan en om solidair te zijn met hun naasten.
Nu zegt men wel naar de
markt gaan, maar in wezen is het één langdurig geschuifel
tussen duwende en porrende mensen. Je moet voortdurend uitkijken dat
je niet op een kwalijke plaats geraakt wordt door een kinderwagen,
een cady, een rollator of wat mensen allemaal niet meezeulen en
trekken op hun tochten. De hel is helemaal als de hemelsluizen
opengaan. Bijna syncroon worden dan alle paraplu's opengetrokken.
Door mijn gestalte dreig ik dan elke keer bij iedere pas een oog te
verliezen aan een ronddraaiende ballein.
Van ver al hoor je de
hard roepende groetenboeren, die met veel decibels producerende
stembanden, verkondigen zij de goedkoopste en meest verse producten
hebben van heel de markt. En dat zal heel waarschijnlijk ook wel
kloppen want de waren op alle stalletjes zijn even duur en werden zo
goed als zeker door dezelfde leverancier aan hen geleverd.
Prijsafspraken, je kan het overal terug vinden. Voor de dames onder
u, maar die weten dit al lang, op het laatst van de markt kan je
koopjes doen. Dumpingprijzen, zeg maar. Mijn moeder was daar
specialist in. Zo had ze eens tien van die houten bakjes rode besjes
op de kop kunnen tikken om er confituur van te maken. Bovendien had
ze bedongen dat ze aan huis werden geleverd, want we woonden niet ver
van de marktplaats. Toen, rond een uur of één het zowat het uur was
om af te spreken met je kameraden waar we gingen sjotten, werden die
bakjes voor mijn voeten geschoven, en zag ik de hemelse uren van
plezier smelten als sneeuw in de schijnende zon. En dan nog rode
besjes, wat een klerejob, te vergelijken met het ineenzetten van een
IKEA meubel. Die krengen krijg je nooit spontaan af die
pokkestengeltjes, en geloof me ook niet met een vork. Proeven deed je
ook niet want ze waren nog te zuur. Nu, zoveel jaren later moet ik
bij het zien van een dergelijke pot confituur nog hieraan terug
denken.
Ietwat verderop heb je
dan de wat je de stille kramen kan noemen. Hier wordt niet
geroepen, er heerst een heilige serene sfeer zoals in een kerk. De
iconen hiervan hangen aan kapstokken van gevochten ijzerendraad aan
geimproviseerde rekken of waslijnen. Ze zijn geprijsd met een
viltstift op een stuk karton die wordt vastgehecht met een wasspeld.
Beha's, gaines, onderrokken, onderbroeken, schorten, kleedjes en wat
nog meer van die dingen die je vroeger in je jeugd wel eens zag
wapperen aan de droogkoord worden hier tentoongesteld. Zaken waarvan
ik dacht dat die samen met hun generatie waren uitgestorven kan je
hier bewonderen. In alle maten gaande van XL tot een grootte van iets
waarmee de hedendaagse jeugd zijn tentje zou kunnen opslaan op een
rockfestival. En de onderkleding steevast in het vleesroze, zo sexy
als een nonnetje in het Vaticaan.
Zo'n tweemaal per jaar
begeef ik me nog eens ter plaatse om te zien of er verbetering is
vast te stellen, maar helaas. Het is dan nog aan de Spaanse costa, en
die kerels slagen er bovendien in om er nog een veelvoud aan
stalletjes met lederen broeksriemen, jeansbroeken en zonnebrillen
van dertien in een dozijn tussen te duwen. Markt, lieve hemel, laat
die kelk aan mij voorbijgaan.
Maar waarom dan dit
zoetzure stukje kan je vragen. Wel omdat ik hulde wil brengen aan de
echte marktkramer. De man en vrouw die door alle weergetij zijn bete
broods verdient. Alleen aan mij zullen ze geen trouwe klant
verdienen.
Geste.
|