Chanson d Automne
Paul Verlaine (1844-1896)
Les sanglots longs
Des violons
De lautomne
Blessent mon coeur
Dune langueur
Monotone.
Tout suffocant
Et blême, quand
Sonne lheure
Je me souviens
Des jours anciens
Et je pleure.
Et je men vais
Au vent mauvais
Qui memporte
Decà, delà,
Pareil à la
Feuille morte.
Langgerekt gesnik
Van de violen
van de herfst
verwonden mijn hart
met monotone loom.
Beklemd en bleek,
Als de klok klept,
Denk ik aan
De dagen van weleer
En ween.
Ik dwaal in kwade wind,
Die me meevoert,
Nu hierheen, dan
daarheen,
Als een gevallen herfstblad.
Weemoedigheid, die s
avonds komt en niemand kan verklaren, dichtte Elsschot, is een basisgevoel dat
niemand vreemd is. Het kan verschillende gevoelens opwekken. Verlaine geeft in
dit beroemde gedicht op melodieuze wijze uiting aan droefheid die hem overvalt
als hij zich op slag en stond bewust wordt van de vergankelijkheid, in de
poëzie vaak met de Herfst (met hoofdletter) geassocieerd.
Bijlagen
Van dit gedicht
bestaan vele muzikale versies. Ik selecteer de interpretaties van drie Franse top
chansonniers.
1 Léo Ferré
2 Georges Brassens
3 Charles Trenet
|