Soera
29:45 "En twist niet met de lieden van de Schrift dan op de betamelijkste
wijze; met uitzondering van diegenen onder hen, die onrecht doen. En zegt: Wij
geloven in Hem, die tot ons heeft nedergezonden en tot u heeft nedergezonden; en onze god en uw god zijn één; en wij
zijn aan Hem overgegeven."
(De
Koran in de vertaling van Prof. Dr. J. H. Kramers)
Het is
alleen de Koran die de uitspraak doet dat de god van de Arabische openbaring
dezelfde god zou zijn als de God van Abraham, Izaak en Jacob van de Bijbel.
De
Koran noemt het de Arabische openbaring:
Soera
16:103 En wanneer Wij een teken in plaats van een ander teken zetten en Allah
weet toch het best wat Hij nederzendt zeggen zij : Gij verzint maar wat.
Neen, de meesten hunner weten niet. (104) Zeg: Het is nedergezonden door de
geest der heiligheid vanwege uw Heer, in wezenlijkheid, om te bevestigen hen,
die geloven, en als een rechte leiding en een goede boodschap voor de
overgegeven. (105) - En Wij weten wel,
dat zij zeggen : Het zijn slechts mensenkinderen, die hem onderrichten. De
taal van degeen, naar wie zij bedrieglijk
verwijzen, is een vreemde,en
dit is een Arabische taal, een duidelijk sprekende. (De
Koran in de vertaling van Prof. Dr. J. H. Kramers)
Soera
20 :112 En aldus hebben Wij haar nedergezonden als een Arabische Oplezing, en Wij hebben in haar dreiging aangewend,
opdat zij wellicht vrezend worden, of dat zij hun nieuwe maning verschaft.
(113) Want verheven is Allah de wezenlijke Koning; overijld u dus niet met de
Oplezing, alvorens haar openbaring aan u voldongen is. En zeg; Mijn Heer, doe
mij toenemen in kennis." (De Koran in de vertaling van Prof. Dr. J.
H. Kramers)
Wat
zegt de Bijbel hierover? Is er ruimte voor een Arabische openbaring in de
Bijbel? Enkele vragen waar we in dit artikel een antwoord op willen geven.
De
Bijbel zwijgt over een eventuele later nog te volgen Arabische openbaring. Integendeel,
de Bijbel werd afgesloten met het laatste boek Openbaring of Apocalyps van
Jezus Christus. En dit laatste Boek gaat over de komst van Jezus Christus en de
openbaring van Zijn Koninkrijk. En de Bijbel werd door Joden geschreven,
geïnspireerd door de Heilige Geest van God.
Romeinen
3:1 Wat is dan het voorrecht van de Jood,
of wat is het nut van de besnijdenis? Velerlei
in elk opzicht. In de eerste plaats toch dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd."
En
alhoewel de Bijbel oorspronkelijk in het Hebreeuws en het Grieks werd
doorgegeven, is er geen vermelding over het eventuele belang van de ene taal
over de andere. Integendeel, alle talen zijn in de Bijbel evenwaardig:
Handelingen
2:2 En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps
kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het
gehele huis, waar zij gezeten waren; en er vertoonden zich aan hen tongen als
van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij
werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te
spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken. Nu waren er Joden te
Jeruzalem woonachtig, vrome mannen uit
alle volken onder de hemel; en toen dit geluid gekomen was, liep de menigte
te hoop en verbaasde zich, want een
ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken.
Indien
de Arabische openbaring van dezelfde god zou zijn als de Bijbel, zou ook de
boodschap en ethiek dezelfde moeten zijn. Maar wat blijkt, de twee openbaringen
staan haaks op elkaar. Hierna één voorbeeld: de relatie tussen vrouw en man in
het huwelijk:
KORAN
Soera 2:223
Uw vrouwen zijn akker voor u; zo komt dan tot uw akker zoals
gij maar wilt, maar doet iets daaraan voorafgaan vooruzelven. En
vreest Allah en weet, dat gij Hem ontmoeten zult. En geeft goede tijding aan
de gelovigen.
Soera 4:38 " De mannen
zijn opzichters over de vrouwen voor wat Allah aan de een meer
gegeven heeft dan aan de ander en voor wat zij als bijdrage hebben gegeven
van hun bezittingen. De deugdzame vrouwen echter zijn de in ootmoed staanden
en welke de verborgenheid behoeden door de behoeding van Allah. Maar zij, van
wie gij opstandigheid vreest, vermaant haar en vermijdt haar op de
rustplaatsen en slaat haar.
Maar indien zij u gehoorzaam worden, zoekt dan geen weg om haar te tuchtigen. Allah is waarlijk
verheven en groot."
Soera 2:282 En neemt het getuigenis aan van twee uwer mannen, doch
indien er niet twee mannen zijn, dan één man en twee vrouwen,
behorende tot hen, die gij aanvaardt van de getuigen, voor het geval, dat één
van haar beiden dwaalt, zodat de andere van beiden haar eraan kan
herinneren.
De Koran in de vertaling van
Prof. Dr. J. H. Kramers
BIJBEL
1 Korintiërs 7: 1-9
De vrouw heeft niet zelf over
haar lichaam te beschikken, doch haar man; en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken, doch
zijn vrouw.Onthoudt dat elkander niet..
1 Korintiërs 11:11
En toch, in de Here is evenmin
de vrouw zonder man iets, als de man zonder vrouw. Want gelijk de vrouw uit
de man is, zo is ook de man door de vrouw; alles is echter uit God.
Efeziërs 5:28
Zo zijn ook de mannen
verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen
vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief; want niemand haat ooit zijn eigen
vlees.
Kolossenzen 3 : 19
Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet ruw tegen haar.
1 Petrus 3:7
Desgelijks gij, mannen, leeft
verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook mede erfgenamen zijn van de
genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden.
(NBG Vertaling 1951)
Er
kunnen nog meer verschillen tussen Bijbel en Koran aangetoond worden. Het grote
struikelblok echter is de Zoon van God: de Heer Jezus Christus, die in de Koran
alleen en uitsluitend als een profeet aanzien wordt. Meer zelfs; het Zoon-schap
van God wordt in de Koran afgewezen:
Soera
17:111 "En zeg: Lof aan Allah, die zich geen zoon heeft genomen en die geen genoot heeft in het koningschap
en die niet in vernedering een verbondene behoeft."
Soera
112 "Zeg : Hij Allah is één Allah, de Eeuwige. Niet heeft Hij verwekt
noch is Hij verwekt. En niet is één aan Hem gelijkwaardig."
Daarenboven
wordt de Blijde Boodschap, het evangelie zoals in de Bijbel gebracht, in de
Koran als zijnde een leugen neergezet.
Soera
4:156 " En wegens hun zeggen : Wij hebben gedood de Masih Isa, zoon van
Marjam, boodschapper van Allah. Maar niet hebben zij hem gedood en niet
hebben zij hem gekruisigd, doch voor hen werd een schijnbeeld van hem gemaakt.
En zij, die daarna van mening verschillen, zijn waarlijk in twijfel over hem.
Zij hebben daaromtrent geen wetenschap anders dan het navolgen van de blote
mening. En niet hebben zij hem gedood in zekerheid. Neen, Allah heeft hem tot
Zich verhoogd. En Allah is geweldig en wijs."
Masih
Isa staat in de Arabische Koran voor Messias Jezus en het Arabische Marjam
staat voor het Griekse Maria of het Hebreeuwse Mirjam. En dit zijn dan slechts
details wanneer vergeleken met de ontkenning in de Koran, van het
plaatsvervangend sterven van de Zoon van God, het geven van Zijn bloed op het
kruis van Golgotha ter verzoening voor de verloren mens, en drie dagen later de
overwinning van Jezus Christus over de dood, met Zijn Opstanding. En dit is het
hart van het evangelie.
1
Korintiërs 15:1 Ik maak u bekend, broeders, het evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat gij ook ontvangen hebt,
waarin gij ook staat, 2 waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zó
vasthoudt, als ik het u verkondigd heb, tenzij gij tevergeefs tot geloof zoudt
gekomen zijn. 3 Want vóór alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf
ontvangen heb: Christus is gestorven
voor onze zonden, naar de Schriften, 4 en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de
Schriften, 5 en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven. 6
Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van
wie het merendeel thans nog in leven is, doch sommigen zijn ontslapen. 7
Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen; 8 maar
het allerlaatst is Hij ook aan mij verschenen, als aan een ontijdig geborene. 9
Want ik ben de geringste der apostelen, niet waard een apostel te heten, omdat
ik de gemeente Gods vervolgd heb. 10 Maar
door de genade Gods ben ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet
vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, doch niet ik, maar
de genade Gods, die met mij is. 11 Daarom dan, ik of zij, zó prediken wij, en
zó zijt gij tot het geloof gekomen.
Er
wordt in de Bijbel maar één God geopenbaard. En dat is de God van Abraham, de
God van Izaak en de God van Jacob/Israël die zich geopenbaard heeft in de Zoon
Jezus Christus. Net zoals in de natuur men water heeft in vloeibare vorm, water
als damp zijnde en water als ijs zijnde, blijven alle drie in welke vorm dan
ook, toch water. Zo komt de HERE God van de Bijbel tot de mens als de Vader, als
de Zoon en als de Geest. In de naam van de Vader, de Zoon en de Geest worden
trouwens ook christenen gedoopt:
Matteüs
28:16 En de elf discipelen vertrokken naar Galilea, naar de berg, waar Jezus
hen bescheiden had. 17 En toen zij Hem zagen, aanbaden zij, maar sommigen twijfelden. 18 En Jezus trad naderbij
en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de]
aarde. 19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des
Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. 20 En
zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
Het
antwoord van de Koran op de Bijbelse boodschap is dat de Koran gekomen is om
duidelijk te maken van wat verborgen werd gehouden en om uit te wissen:
Soera
5:18 O lieden van de Schrift, gekomen is tot U Onze Boodschapper om u veel duidelijk te maken van wat gij
verborgen hield van de Schrift en om veel uit te wissen. Gekomen is tot u
van Allah een licht en een duidelijk sprekend Schrift. Daarmede leidt Allah wie
Zijn welgevallen volgt langs de wegens des heils hen voerend uit de
duisternissen naar het licht, met Zijn verlof, en hen leidend langs een
rechtgebaand pad.
De
Koran en de Bijbel staan tegenover elkaar en dit zowel in leer als ethiek.
Hierna
als slot de Blijde Boodschap, het evangelie naar Paulus:
Colossenzen
2:15 Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse
schepping, 16 want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die
op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij
heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; 17 en Hij is vóór
alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem; 18 en Hij is het hoofd van het
lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat
Hij onder alles de eerste geworden is. 19 Want het heeft de ganse volheid
behaagd in Hem woning te maken, 20 en
door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen
weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat
in de hemelen is. 21 Ook u, die eertijds vervreemd en vijandig gezind waart
blijkens uw boze werken, heeft Hij thans weder verzoend, 22 in het lichaam
zijns vlezes, door de dood, om u heilig en onbesmet en onberispelijk vóór Zich
te stellen, 23 indien gij slechts wel gegrond en standvastig blijft in het
geloof en u niet laat afbrengen van
de hoop van het evangelie, dat gij gehoord hebt en dat verkondigd is in de
ganse schepping onder de hemel, en waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden
ben.
DE
NIEUWE ORDE in opkomst, Robert De Telder, Uitgeverij Aksent
Wettelijk
Depot: D/1985/4347/01
ISBN
90-73739-01-2
Sinds
het verschijnen van de eerste druk van mijn boek in 1985 zijn er bijna dertig
jaar voorbijgegaan en heeft er zich in de wereld een verdere en niet voorziene
ontwikkeling, naar het einde van de zogenaamde Bijbelse eindtijd voorgedaan.
Het boek was naar Nederlandse normen een besteller, kende vier herdrukken met
uiteindelijk 5000 verkochte exemplaren. Al vele jaren is het boek intussen
uitverkocht en alleen nog in sommige antiquariaatzaken verkrijgbaar. In enkele
nog te volgen afleveringen wil ik iedere keer op onderdelen van mijn boek
stilstaan en een evaluatie maken.
Met dit
artikel wil ik het Bijbelse KOESH onder de aandacht brengen, dat in de NBG
Vertaling met ETHIOPIE vertaald werd.
In mijn
boek DE NIEUWE ORDE IN OPKOMST (1985) identificeerde ik het Bijbelse eindtijd-Koesh
met Ethiopië. Koesh is volgens de profetie van Ezechiël een bondgenoot van
Magog, wanneer deze laatste in de eindtijd Israël zal aanvallen, maar daar aan
zijn einde komt. Hierna het betreffende Bijbelcitaat:
Ezechiël
38:1 Het woord des HEREN kwam tot mij: 2 Mensenkind, richt uw aangezicht tegen Gog in het land Magog, de grootvorst van
Mesek en Tubal; profeteer tegen hem, 3 en zeg: zo zegt de Here HERE: zie,
ik zàl u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! 4 Ik zal u komen halen, haken
slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters,
allen volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen
vertrouwd met het zwaard; 5 ook Perzen, Ethiopiërs
en Puteeërs, allen met schild en helm; 6 Gomer en al zijn krijgsbenden;
Bet-Togarma ver in het noorden met al zijn krijgsbenden vele volken met u. 7
Maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u gevoegd
hebben; wees gij hun tot een leidsman. 8 Na geruime tijd zult gij een bevel
ontvangen; in toekomende jaren zult gij optrekken tegen het land dat zich van de
krijg hersteld heeft, (een volk) dat uit het gebied van vele volken
bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren
geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid. 9 Dan zult gij optrekken als een opkomend
onweer; gij zult zijn als een wolk die de aarde bedekt, gij met al uw
krijgsbenden, en vele volken met u. (NBG Vertaling 1951)
Met de
identificatie van het Bijbelse Koesh
met Ethiopië heb ik in 1985 de bal
misgeslagen. Ik liet me toen leiden door wat Hal Lindsey in zijn De
planeet die aarde heette over Ethiopië meende te kunnen invullen. Het land zat
toen nog in het Sovjetblok met zelfs een contingent Cubaanse huurlingen actief
in de strijdkrachten. Ik schreef in mijn boek over Ethiopië; dat het land zich naar
het noorden zou uitbreiden, naar Soedan toe. De reden was dat de Egyptische
25ste dynastie van Manetho in het huidige Noord-Soedan haar basis had. Met het
moderne Ethiopië is het sinds 1985 na de publicatie van mijn boek, echter
anders gelopen. Het land zit na het marxistische avontuur nog altijd aan de
grond en het noordelijke Eritrea, heeft zich zelfs kunnen afscheiden. In de
huidige tijd is het Noord-Soedan dat de rol van het Bijbelse eindtijd-Koesh
heeft overgenomen. Zonder hier nu onmiddellijk in detail te willen treden.
Met de
studie van het Profetische Woord ben ik sinds 1975 bezig. Mijn eerste
kennismaking met de Bijbelse profetieën in verband met het nationale en
geestelijke herstel van Israël was via het boek de planeet die aarde heette
van Hal Lindsey. Deze Amerikaanse auteur verwachtte de wederkomst van Jezus
Christus voor de jaren tachtig van de vorige eeuw. Een van zijn boeken volgend
op zijn bestseller The Late Great Planet Earth had de titel Counting Down the Eighties, een titel
die zelf verklarend was. Hal Lindsey s bestsellers werden geschreven toen de
koude oorlog van het communistische atheïstische Rusland en zijn
satellietstaten tegen het Westen nog gaande was en veel van de Bijbelse
eindtijdprofetieën kregen van Lindsey als een gevolg daarvan, een eigentijdse
invulling. Veel van wat Hal Lindsey meende in vervulling te zien gaan is toen
niet uitgekomen en intussen achterhaald.
Hoe was
de situatie in de wereld in die jaren tachtig? In het verre noorden ten
opzichte van Israël stond het (militair) machtige Sovjet-Rusland met aan de
grenzen van Israël de door Rusland militair uitgeruste Arabische bondgenoten
zoals Syrië en Irak. In Afrika zat Angola, Libië en Ethiopië in het Russische
kamp. West-Europa had zich verenigd en maakte deel uit van de NAVO. Ik schreef
al dat Hal Lindsey zijn boeken uitbracht toen de koude oorlog met
Sovjet-Rusland nog woedde. Veel van de Bijbelse profetieën kregen als een
gevolg van de politieke situatie in de wereld van toen van hem een eigentijdse
invulling.
Hal
Lindsey zag in de EEG (dat toen negen leden telden) de vervulling van het
Statenbeeld van de profeet Daniël. Hij verwachtte met de toetreding van
Griekenland als tiende lid, de eindvervulling van Bijbelse profetieën
dienaangaande. Een ander voorbeeld is Lindsey s identificatie van het Bijbelse eindtijd-Koesh met
Ethiopië. Dat land zat tijdens de koude oorlog in het Russische kamp en alzo
werd de foutieve identificatie gemaakt. Idem dito met het Bijbelse eindtijd-Put
dat met de staat Libië in Noord-Afrika geïdentificeerd werd aangezien ook daar
de Russen bases hadden. Het historische Koesh
bevond zich echter binnen de grenzen van het huidige Noord-Soedan en het
Bijbelse Put besloeg een veel groter gebied dan alleen maar de huidige staat
Libië. Met de val van de Berlijnse muur in 1989 en de implosie van de
Sovjet-Unie in 1991 kwam aan de koude oorlog in het westen (voorlopig) een
einde. In Europa vond de hereniging van het sinds 1945 gesplitste Duitsland
plaats en landen uit het voormalige Oostblok vonden aansluiting bij
West-Europa. De Europese Economische Gemeenschap werd omgevormd en uitgebreid
tot een Unie. De politieke situatie in de wereld is sinds 1989 helemaal
gewijzigd.
Oude
vijanden werden bondgenoten en nieuwe vijanden verschenen op het toneel. De
Verenigde Staten, de overwinnaar van de koude oorlog en enige overblijvende
supermacht, werd op 11 september 2001 onverwacht en op eigen terrein door
Arabische-Islamietische terroristen aangevallen. De schurken hadden
lijnvliegtuigen in de VS gekaapt en boorden zich met de gekaapte
Jumbo-toestellen in de gigantisch hoge torens van het WTC World Trade Center
te New York. Duizenden onschuldige mensen, werknemers in de beide torens en de
passagiers in de lijnvliegtuigen, kwamen bij deze terreurzelfmoordactie om het
leven. Deze daad mobiliseerde de VS om een wereldwijde oorlog tegen het terrorisme
te beginnen.
De
nieuwe vijand is de extremistische Islam die net zoals de vorige vijand, de
communisten, de wereld veroveren willen, tenminste dat is de perceptie. De
Islam heeft geen Paus of een of ander aanspreekpunt zoals bij vele andere
religies maar is op het terrein gefragmenteerd in vele groepen. Sinds 09.11
zijn vooral de terroristische takken van de Islam in het westen bekend. Ook
Europa deelde al in de klappen door middel van bloedige aanslagen zoals in
Madrid, Londen en Moskou.
Sinds
de jaren zestig van de vorige eeuw, met de economische opleving na de Tweede
Wereldoorlog vind een migratie van vooral Noord-Afrikanen en Turken naar
West-Europa plaats. In België bijvoorbeeld hebben we al een derde generatie van
deze mensen die hier geboren zijn en deel van de samenleving uitmaken, zij het
dikwijls met discriminatie. Deze mensen belijden hun godsdienst, de Islam. Een
godsdienst die al vele jaren door de Belgische staat als religie erkend is en
ook gesubsidieerd, net zoals de andere erkende religies. Het is vooral door
politiek-extreemrechts dat de Islam (zowel gematigd als extremistisch) als
vijand gezien en geportretteerd wordt. Het motief is echter meestal racisme. En
aangezien de staat Israël in het Midden-Oosten dezelfde extremistische Islam
als tegenstander heeft, is er nu in deze kringen sympathie voor de Joden. Ook
hier zijn de rollen omgekeerd net zoals met de andere vijanden van vroeger, die
nu bondgenoten zijn. De ongewensten van voorheen zijn nu de gedulde
bondgenoten.
Ook bij
sommige Bijbelvorsers van het profetische Woord van de Bijbel merk ik
tegenwoordig (naar mijn aanvoelen) een afkeer van de Islam en dit soms voor
dezelfde hiervoor beschreven redenen. De (individuele) strijd van een christen
is echter niet tegen vlees en bloed maar tegen de overheden, tegen de machten,
tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse
gewesten (Paulus aan Efeze 6:12). Alle migraties van volken in de wereld van
verleden en heden zijn overigens door God gestuurd (vgl. Handelingen 17:26-27).
Zowel
christendom, Israël, Islam, andersgelovigen en niet-gelovigen zullen straks
allen samen met deze door Paulus in de Efeziërsbrief beschreven
wereldbeheersers te maken krijgen wanneer de zeventigste jaarweek van Daniël,
de Apocalyps, een aanvang neemt. In mijn boek van anno 2008, WAR ON TERROR, De
Apocalyps? (shopmybook.com), schreef ik o.a. een hoofdstuk (blz. 101) over de
komst van de Mahdi, (een Islamietische Messias) en het feit dat de
tegenstander, de oude slang, deze Islamietische verwachting zal misbruiken
wanneer hij zijn man, de antichrist, aan de wereld zal presenteren. In mijn
boek De Nieuwe Orde in Opkomst - uitgave 1985 - was ik (naar mijn weten) een
van de eerste auteurs die sinds Clarence Larkin (1850/1924) - Dispensational
Truth, 1920 - de komende antichrist in Assyrië (het huidige noorden van Irak)
plaatste.
Een
nieuwe generatie van eindtijd-Bijbelvorsers, vooral in de VS, is nu aangetreden
en bezig met een nieuwe verklaring van de eindtijdprofetieën van de Bijbel te
presenteren. En opnieuw kan men hier een eigentijdse invulling ontdekken
gebaseerd op de huidige politieke ontwikkelingen in de wereld. Op zich is hier
niets fout aan, moest het niet gepaard gaan met het berekenen van het jaartal
van de wederkomst van Christus. Daar waar Lindsey en andere onderzoekers nog
met generaties als tijdsindicatie rekenden zien we nu dat er specifieke
jaartallen zoals 2014/2015 ingevuld worden. Het Schriftwoord uit het Bijbelboek
Handelingen zou echter gezag moeten hebben: Het is niet uw zaak de tijden of
gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden
heeft
De
waarschuwing zou moeten zijn, dat we in de huidige tijd niet opnieuw dezelfde
fout maken. Momenteel is er veel aandacht naar de Tetrade van bloedrode
maansverduisteringen die met Pasen 2014 is aangevangen. Nog drie
maansverduisteringen staan er genoteerd die exact gelijk zullen vallen met de
Joodse feesten Sukkot en Pesach in 2014/2015 die volgens sommigen de dag des
HEREN zal doen aanvangen. Bij de profeet Joël is er echter geen voorspelling
van een tetrade van bloedrode maansverduisteringen.
Het is
niet wijs om in deze steeds veranderende wereld nu al te expliciete profetische
vervullingen te zien. Het profetisch woord en dan vooral het boek Daniël en de
Apocalyps geven eenvoudige aanwijzingen voor wanneer juist, de eindtijd ingaat.
Een expliciet jaartal aanwijzen is uit de boze. Zie het artikel op deze blog van 31-07-2014: De 70 jaarweken van de
profeet Daniël.
Wat de
juiste en verdere ontwikkeling van de war or terror zal zijn, weet ik niet.
Maar ook ooit zal dit ophouden en gaan we vervolgens naar een verdere
ontwikkeling in het wereldgebeuren, naar wat de Bijbel als eindtijd beschrijft.
Een algemene valse wereldwijde gerustheid zal er namelijk aan het einde zijn.
In het Bijbelboek Openbaring hoofdstuk 17 merken we dat er in de eerste helft
van de eindtijdperiode een anti-religie zal optreden. Een samengaan van alle
religies wordt in dat hoofdstuk beschreven. Ook de Islam zal daar zijn plaats
vinden en rol spelen. Mijn verwachting is dat er een gematigde Europese Islam zal
ontstaan, met een positieve invloed naar de andere werelddelen. In de tweede
helft van de zevenjarige eindtijdperiode zal aan dit streven een einde komen wanneer
de mens der wetteloosheid van Paulus, de antichrist van Johannes, de
Assyriër van Jesaja en/of de koning van het noorden van de profeet Daniël,
zich zal verheffen boven alle religie.
2
Thessalonicenzen 2: 1 Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking
tot de komst van [onze] Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, 2 dat
gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een
geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons
afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak. 3 Laat niemand u
misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich
openbaren, de zoon des verderfs, 4 de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet,
zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een
god is. (NBG Vertaling 1951)
Sinds
het verschijnen van de eerste druk van mijn boek in 1985 zijn er bijna dertig
jaar voorbijgegaan en heeft er zich in de wereld een verdere en niet voorziene
ontwikkeling, naar het einde van de zogenaamde Bijbelse eindtijd voorgedaan.
Het boek was naar Nederlandse normen een besteller, kende vier herdrukken met
uiteindelijk 5000 verkochte exemplaren. Al vele jaren is het boek intussen
uitverkocht en alleen nog in sommige antiquariaatzaken verkrijgbaar. In enkele
nog te volgen afleveringen wil ik iedere keer op onderdelen van mijn boek
stilstaan en een evaluatie maken.
Met dit
artikel krijgt MAGOG = RUSLAND de aandacht.
Toen ik
dertig jaar geleden mijn boek DE NIEUWE ORDE IN OPKOMST neerschreef,
identificeerde ik het Bijbelse MAGOG van de eindtijd met de Sovjet-Unie. En dit
in lijn met de identificatie die Hal Lindsey maakte. De Sovjet-Unie is dan weliswaar
in 1991 ten graven gedragen, geïmplodeerd, mijn identificatie van het Bijbelse
Magog met Rusland blijft echter staande.
Toen ik
aan mijn boek werkte zaten we nog midden in de koude oorlog, met een verdeeld
Europa en in het Oosten, een tot de tanden toe bewapende Sovjet-Unie. En
wanneer de Sovjet-Unie in december 1979 Afghanistan bezette werd het
verwachtingspatroon van Hal Lindsey nog meer versterkt. Het toneel stond als
het ware klaar om de voorstelling te laten beginnen. Een offensief van de
Sovjet-Unie richting Israël, samen met zijn Midden-Oostenbondgenoten. Gelukkig
voor ons allen is dit doemscenario toen niet in vervulling gegaan. Een
nucleaire catastrofe zou het resultaat geweest zijn. Integendeel, de
ontwikkeling in Europa met de koude oorlog kende een ander verloop. In 1989
kwam de muur in het verdeelde Berlijn naar beneden, werd Duitsland herenigd en
herkregen vele volken van Oost-Europa hun vrijheid. En dit alles als een gevolg
van het verenigde gebed voor vrijheid van Oost-Duitse (protestantse) christenen
in hun kerken. Ook in Polen was er tegelijkertijd vanuit de vakbond en de
katholieke kerk een actie voor democratie bezig. Het resultaat kennen we; op
korte tijd werden de overige Sovjetsatellietstaten in de actie betrokken. Hongarije
was het eerste Oostblokland dat zijn grenzen met Oostenrijk opende. En in 1991
viel zelfs de machtige Sovjet-Unie als een gevolg van binnenlandse krachten
uiteen. Hal Lindsey s voorspelling was
achterhaald. Zo leek het althans.
Hierna
het betreffende Bijbelgedeelte van de profeet Ezechiël:
Ezechiël
38:1 Het woord des HEREN kwam tot mij: 2 Mensenkind, richt uw aangezicht tegen Gog in het land Magog, de grootvorst van
Mesek en Tubal; profeteer tegen hem, 3 en zeg: zo zegt de Here HERE: zie,
ik zàl u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! 4 Ik zal u komen halen, haken
slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters,
allen volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen
vertrouwd met het zwaard; 5 ook Perzen, Ethiopiërs en Puteeërs, allen met
schild en helm; 6 Gomer en al zijn krijgsbenden; Bet-Togarma ver in het noorden
met al zijn krijgsbenden vele volken met u. 7 Maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u
gevoegd hebben; wees gij hun tot een leidsman. 8 Na geruime tijd zult gij een bevel ontvangen; in toekomende jaren zult
gij optrekken tegen het land dat zich van de krijg hersteld heeft, (een volk)
dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die
tot een blijvende wildernis waren geworden, maar het is uit de volken
uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid. 9 Dan zult gij optrekken als een
opkomend onweer; gij zult zijn als een wolk die de aarde bedekt, gij met al uw
krijgsbenden, en vele volken met u. 10 Zo zegt de Here HERE: Te dien dage
zullen er plannen in uw hart opkomen; gij zult een boze aanslag beramen, 11
gij zult zeggen: ik zal optrekken tegen een land van dorpen, een overval plegen
op vreedzame lieden, die in gerustheid wonen, allen zonder muur, grendels of
poorten 12 om buit te maken en roof te plegen, om uw hand te keren tegen de
weer bewoonde puinhopen en tegen een natie die uit het gebied der volken
bijeengebracht is, die have en goed heeft verworven, die op de navel der aarde woont.
13 Seba, Dedan, de handelaars en al de machtigen van Tarsis zullen tot u
zeggen: Komt gij om buit te maken; hebt gij uw schare bijeengeroepen om roof te
plegen, om zilver en goud weg te slepen, om have en goed te bemachtigen, om een
grote buit te maken? 14 Daarom, profeteer, mensenkind, en zeg tot Gog: Zo zegt
de Here HERE: zult gij het niet gewaarworden, te dien dage als mijn volk Israël
in gerustheid woont? 15 Dan zult gij
komen uit uw woonplaats uit het verre noorden, gij en vele volken met u, allen
ruiters, een grote schare en een talrijk leger, 16 en gij zult optrekken tegen
mijn volk Israël als een wolk die het land bedekt. In toekomende dagen zal het
geschieden, dat Ik u doe optrekken tegen mijn land, opdat de volken Mij leren
kennen, wanneer Ik Mij voor hun ogen aan u, o Gog, de Heilige betonen zal. 17
Zo zegt de Here HERE: Zijt gij het, van wie Ik in vroegere dagen gesproken heb
door de dienst van mijn knechten, de profeten van Israël, welke in die dagen
jarenlang geprofeteerd hebben, dat Ik u tegen hen zou doen optrekken? 18 Maar
te dien dage, wanneer Gog komt in het land van Israël, luidt het woord van de
Here HERE, dan zal mijn grimmigheid opstijgen in mijn neus, 19 en in mijn
naijver, in het vuur mijner verbolgenheid, zal Ik spreken: Waarlijk, te dien
dage zal een zware aardbeving het land van Israël teisteren. 20 Ja, beven
zullen voor Mij de vissen der zee, het gevogelte des hemels, het gedierte des
velds en al het kruipend gedierte dat op de aardbodem kruipt en alle mensen die
op de aarde leven; de bergen zullen neerstorten, de bergwanden zullen vallen,
elke muur zal ter aarde storten. 21 Dan zal Ik op al mijn bergen het zwaard
tegen hem oproepen, luidt het woord van de Here HERE; het zwaard van de een zal
tegen de ander zijn. 22 Ik zal met hem in het gericht treden door pest en door
bloed; stromende regen en hagelstenen, vuur en zwavel zal Ik doen neerregenen
op hem, op zijn krijgsbenden en op de vele volken die met hem zijn; 23 Ik zal
Mij groot en heilig betonen en Mij doen kennen ten aanschouwen van vele volken;
en zij zullen weten, dat Ik de HERE ben. (NBG Vertaling 1951)
In dit
Bijbelgedeelte beschrijft de profeet Ezechiël nauwkeurig hoe het leger van
Magog eens vanuit het verre noorden naar een hersteld Israël getrokken zal worden,
maar daar aan zijn einde zal komen. Naast Gog en Magog worden een aantal
bondgenoten van Magog genoemd die eveneens richting Israël zullen opmarcheren.
Het zijn namen van landen die met uitzondering van Perzië, tegenwoordig
allemaal verdwenen zijn. Het is dus een oefening door aan de hand van historici
uit de oudheid zoals Herodotos en Flavius Josephus, deze oude namen te
identificeren met de huidige landen, die in de profetie aangesproken worden.
De
belangrijkste bron ter identificatie van Magog,
is de Joodse historicus Flavius Josephus
uit de eerste eeuw van onze jaartelling. Josephus heeft in zijn geschiedenis
van het Joodse volk al de volken die in Genesis hoofdstuk 10 in de volkenlijst
genoemd worden, op de landkaart van zijn tijd geplaatst. Hierna het betreffende
citaat van Josephus:
1. Now they were the grandchildren of Noah, in honor
of whom names were imposed on the nations by those that first seized upon them.
Japhet, the son of Noah, had seven sons:
they inhabited so, that, beginning at the mountains Taurus and Amanus, they
proceeded along Asia, as far as the river Tansis, and along Europe to Cadiz;
and settling themselves on the lands which they light upon, which none had
inhabited before, they called the nations by their own names. For Gomer founded
those whom the Greeks now call Galatians, [Galls,] but were then called
Gomerites. Magog founded those that from
him were named Magogites, but who are by the Greeks called Scythians. Now
as to Javan and Madai, the sons of Japhet; from Madai came the Madeans, who are
called Medes, by the Greeks; but from Javan, Ionia, and all the Grecians, are
derived. (Joodse oudheden Boek I, vi.1)
Dat de
Scythen hun woonplaats in Rusland en de Oekraïne hadden staat historisch vast.
Het is Herodotos, de beroemde
historicus uit de vijfde eeuw voor Christus, die van de Scythen de zeden en
gewoonten beschreef. Eigenlijk is de naam een verzamelnaam voor verscheidene
clans. Ten tijde van Ezechiël beheersten zij een gebied van de Donau in Europa
tot aan de Gele Rivier in Azië. Over de landbrug die de Kaukasus is zijn ze in
de zevende eeuw voor Christus in het Midden-Oosten zelfs tot aan de grenzen van
Egypte doorgedrongen.
Het
Russische Rijk ontstond in de negende eeuw na Christus en werd gesticht door
Scandinaviërs. Omstreeks 825 AD vestigden deze Scandinaviërs die zich Roes
noemden, een onafhankelijk Rijk in het gebied van de Chazaren, met wie ze zich
eerder al verbonden hadden. Van de Chazaren trachtten zij de internationale
handel op Byzantium en Arabië over te nemen. Het zogenaamde Rijk van Kiev werd
rond 880 gesticht en werd de heerschappij van de Roes in het gebied daarop onomkeerbaar.
Tegen de tiende eeuw aan beheersten zij een gebied van de Donau-monding tot aan
de Wolga-monding. In het noorden en noordoosten breidden de Russen hun gebied
uit tot aan de Witte Zee, de Poolzee en het Oeral-gebergte. Dit was de toestand
tot aan de Middeleeuwen. In de tweede helft van de vijftiende eeuw zou Rusland onder
leiding van Iwan de Grote (of de Verschrikkelijke) zich enorm uitbreiden. De
Mongoolse heerschappij werd definitief gebroken en uiteindelijk zou Rusland
zich in Azië tot aan de Japanse Zee, uitbreiden. Onder de regering
van Iwan de Grote (1533/1584) die zich als Tsaar (keizer-koning) liet
aanspreken begon voor Rusland een nieuwe periode in de geschiedenis. Een andere
bekende tsaar is Peter de Grote (1689/1725) die op alle mogelijke manieren
trachtte westerse gewoonten en instellingen in Rusland te vestigen. Peter de
Grote liet de stad Sint Petersburg of Petrograd bouwen en vestigde de Russische
macht aan de Baltische Zee. De Romanow s zouden als tsaren over Rusland
heersen tot aan de communistische revolutie in 1917. Het communisme zou Rusland
daarop voor een periode van meer dan zeventig jaar in chaos aller aard
onderdompelen.
Het is
boeiend om in de studie van de profeet Ezechiël hoofdstuk 38 er meerdere Bijbelvertalingen
bij te nemen. De NBG Vertaling 1951 die ik meestal gebruik, heeft het
Hebreeuwse Rosh in de grondtekst met grootvorst vertaald. Zo ook de
Statenbijbel. De Willibrordvertaling heeft het Hebreeuwse woord Rosh echter gewoon
met Ros vertaald. Hierna het betreffende Bijbelgedeelte:
Ezechiël
38:1 Het woord van de HEER werd tot mij gericht: 2 Mensenkind, richt uw blik
naar het land Magog, naar Gog, de vorst van Ros, Mesek en Tubal. Profeteer tegen hem: 3 Zo
spreekt de Heer GOD: Ik kom op u af, Gog, vorst van Ros, Mesek en Tubal. 4 Ik
kom u halen: Ik sla een haak in uw kaken en voer u mee, al uw troepen met
paarden en ruiters, allemaal tot de tanden gewapend, uw machtige leger met
schild en rondas, het zwaard in de hand, 5 en al uw bondgenoten uit Perzië, Kus
en Put, uitgerust met rondas en helm; 6 Gomer met al zijn troepen en
Bet-Togarma uit het hoge noorden met al zijn troepen. Veel volken trekken met
uw mee. (Willibrordvertaling 1995)
Het
verband met Roes en Rus is in de Willibrordvertaling duidelijker en laat weinig
discussie over wat betreft de identificatie van de oude namen Gog en Magog. Gog
is in dit Bijbelgedeelte de leider, de grootvorst, van Ros/Rus/Roes.
Sinds
de val van de Sovjet-Unie zit Rusland met een kater. Een vergelijking met het
Duitsland van na de eerste wereldoorlog kan gemaakt worden. Net zoals Duitsland
in 1919 in zijn nationale trots gekrenkt werd, zien we hetzelfde in Rusland na
het verliezen van de zogenaamde koude oorlog. Net zoals Duitsland in 1919
gebied verloor aan zijn buurlanden en de politiek van de nazis gericht was op
het herwinnen van deze verloren gebieden, kunnen we hetzelfde met Rusland
verwachten. Ook Rusland verloor heel wat gebied dat de tsaren al onder controle
hadden. Honderdduizenden etnische Russen wonen in buurlanden zoals Estland,
Oekraïne, Moldavië, de Krim en de Kaukasus-landen. De annexatie van de Krim in
2014 en de huidige burgeroorlog in Oekraïne is hier het gevolg van.
Rusland
gaat sinds de implosie van de Sovjet-Unie in 1991, zijn eigen weg en wil zich
handhaven als een medespeler op het wereldtoneel. In juli 2007 tekende de
Russische leider Poetin een decreet waarin hij de samenwerking van het
conventionele wapenverdrag van november 1990 met het Westen opzegde. Het
verdrag bepaalde de aantallen van legereenheden die tussen de Atlantische
Oceaan en het Oeral-gebergte aan beide zijden gestationeerd mochten worden.
Ieder blok zag zijn wapenarsenaal beperkt tot 6800 gevechtsvliegtuigen, 2000
aanvalshelikopters, 20000 tanks, 30000 gevechtswagens en 20000
artilleriestukken. Ook voorzag het verdrag in verifieerbare inspecties op de
grond door zowel NATO als Rusland. Dit verdrag werd eenzijdig door Rusland
opgezegd met het excuus dat onvoorziene buitengewone omstandigheden met
betrekking tot de veiligheid van de Russische federatie het nodig maakten dat
het leger uitgebreid wordt.
Is dit al
de vervulling van het begin van de profetie van Ezechiël 38:7? Maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen
die zich bij u gevoegd hebben: wees gij hun tot een leidsman.
Wat tegenwoordig
in Rusland ook opvalt is dat het antisemitisme springlevend is. Honderdduizenden
Joden zijn sinds 1991 al geëmigreerd, velen naar Israël. Naar schatting drie
miljoen Joden blijven nog achter. De Bijbelse profeet Jeremia (16:14) spreekt
over een exodus uit het noorderland die de exodus uit Egypte met zijn tien
plagen zal overtreffen.
De
profetie van Ezechiël blijft in de tussen-tijd onvervuld. Want dit is iets
dat moet opvallen wanneer men het Oudtestamentische boek Ezechiël bestudeerd,
de voorspelling dat een geallieerde macht vanuit het verre noorden naar het
herstelde Israël zal oprukken en daar aan zijn einde zal komen, is in de
geschiedenis nooit vervuld geworden. Ezechiël trad op ten tijde van de Babylonische
Ballingschap en profeteerde daar over het herstel van de Joden in hun oude land
der vaderen. De hoofdstukken 36 en verder handelen over deze profetie. Zelfs de
oppervlakkige lezer moet inzien dat deze hoofdstukken niet in vervulling gingen
ten tijde van Ezra en Nehemia. Teveel details over o.a. een nieuwe tempel en de
verdeling van het land onder de twaalf Israëlitische stammen worden gegeven. De
profetie over de tempelbeek die noordelijk van Jeruzalem zal ontspringen en
naar de Dode Zee zal vloeien tart alle verbeelding. De profetie van Ezechiël leert
dat als een gevolg van de nieuwe rivier, dat zowel westelijk als oostelijk zal
lopen, de Dode Zee uiteindelijk gezond zal worden en in de toekomst een
oostelijke zee zal vormen. Allegoriseren en op de kerk van nu van toepassing
brengen, vergt ware hermeneutische acrobatie. De profetie van Ezechiël wacht
nog op haar vervulling.
Op God
s tijd zal dit alles in vervulling gaan en niet eerder. Aan ons is het vandaag
de zaak om op de tekenen te letten, die aan dit alles zullen voorafgaan. De
grote voorwaarde is het nationale en geestelijke herstel van het volk der Joden
in het oude land der vaderen. Dit is wat het nationale herstel betreft, sinds
1948 van de vorige eeuw een feit. Daarnaast moet de aandachtige lezer(es)
letten op de andere voorwaarden die de profeet voor de eindtijd schilderde:
namelijk een Israël dat in gerustheid leeft:
38:8 Na
geruime tijd zult gij een bevel ontvangen; in toekomende jaren zult gij
optrekken tegen het land dat zich van de krijg hersteld heeft, (een volk) dat
uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot
een blijvende wildernis waren geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid.
Deze
algemene gerustheid heeft zich sinds 1948 nog niet voorgedaan en intussen is
het wachten op een toekomstige algemene vredesregeling voor het Midden-Oosten,
met als resultaat een opgeven van muren en grendels door Israël. De
gerustheid zoals beschreven in vers 8 is als negatief te beschouwen. Zie het
hierna volgende Bijbelcitaat van de profeet Ezechiël.
Ezechiël
16:49 Zie, dit was de ongerechtigheid
van uw zuster Sodom: in trots, overdaad en
zorgeloze rust leefde zij met haar dochters zonder de ellendige en de arme te ondersteunen.
Het
toekomstige vredesverdrag zal (mis)leiden tot een zorgeloze rust dat
uiteindelijk geen heil zal brengen. Het is de invasie van Magog in Israël dat maakt
dat gans Israël ook geestelijk hersteld zal worden.
Ezechiël
39:25 Daarom, zo zegt de Here HERE, nu zal Ik een keer brengen in het lot van Jakob en Mij ontfermen over
het gehele huis Israëls, en ijveren
voor mijn heilige naam. 26 Zij zullen de smaad en al de ontrouw, waarmee zij
Mij ontrouw geweest zijn, vergeten, wanneer zij weer in hun land wonen, veilig,
zonder dat iemand hen opschrikt. 27 Als Ik hen uit het gebied der volken
terugbreng en hen uit de landen van hun vijanden verzamel, dan zal Ik Mij voor
het oog der talrijke volken aan hen de Heilige betonen. 28 En zij zullen weten,
dat Ik de HERE hun God ben, zowel wanneer Ik hen in ballingschap wegvoer onder
de volken, als wanneer Ik hen weer in hun eigen land verzamel, zonder dat Ik
iemand van hen daarginds achterlaat. 29 En
Ik zal mijn aangezicht niet meer voor hen verbergen, wanneer Ik mijn Geest
over het huis Israëls heb uitgestort, luidt het woord van de Here HERE. (NBG
Vertaling 1951)
Tot
slot wil ik opmerken dat de identificatie van Magog met Rusland, hen niet
slechter of beter maakt dan de andere huidige machtsblokken in de wereld. De
VS, de EU, NAVO e.a. landen en groepen streven allen in de huidige wereldcrisis
hun eigen programma s na, en hier is geen sprake meer van goeden of slechten,
zoals het zeventig jaar geleden ten tijde van de tweede wereldoorlog, zo duidelijker
onderscheidbaar was. De christen mag vandaag echter van één ding overtuigd
zijn: God heeft alles onder controle.
Jesaja
10:24 Daarom, zo zegt de Here, de HERE der heerscharen: Vrees niet, o mijn
volk, dat in Sion woont, voor de
Assyriërs, wanneer zij u met de stok slaan en hun staf tegen u opheffen,
zoals Egypte deed. 25 Want nog een korte wijle, dan is de gramschap ten einde
en mijn toorn richt zich op hun vernietiging. 26 Dan zwaait de HERE der
heerscharen de gesel over hen, zoals Midjan geslagen werd bij de rots Oreb, en
(Hij zwaait) zijn staf over de zee en heft die op zoals in Egypte. 27 En het
zal te dien dage geschieden, dat hun
last van uw schouder afglijden zal en hun juk van uw hals, ja, het juk zal
vernietigd worden op uw schouder. 28 Zij overvallen Ajjat, zij trekken door Migron,
te Mikmas legeren zij hun legertros.
29 Zij trekken de bergpas door: Geba
zij ons nachtkwartier. Rama
siddert, Gibea Sauls vlucht. 30 Gil
het uit, o dochter van Gallim! Pas
op, Laïs! Arm Anatot! 31 Madmena
vlucht, de inwoners van Gebim bergen
zich. 32 Nog heden stellen zij zich op te Nob:
zij zwaaien hun handen in de richting van de berg der dochter van Sion, de
heuvel van Jeruzalem. 33 Zie, de
Here, de HERE der heerscharen, houwt met vervaarlijke kracht de loverkroon af,
de rijzige stammen worden omgehouwen en de hoge geveld; 34 het dichte gewas van
het woud houwt Hij af met het ijzer, en de Libanon zal vallen door de
Heerlijke. (NBG Vertaling 1951)
Het
Bijbelcitaat van hierboven van de profeet Jesaja, met de beschrijving van een
veldtocht van een Assyrisch leger richting Jeruzalem, heeft zich in de
geschiedenis nooit voorgedaan. Wanneer we de chronologie van het Bijbelboek
Jesaja volgen merken we dat Jesaja deze profetie neerschreef ten tijde van de regeringsperiode
van koning Achaz van Juda (Jesaja 7:1 en 14:28) (739/722 v. Chr.). Zie ook het artikel: Kroniek van koning
Jotham en van Achaz van Juda van 15-05-2014 ophttp://bloggen.be/robertdetelder/
De
invasie van Juda en de belegering van Jeruzalem door de Assyriër Sanherib zou
pas in 709 v. Chr. gebeuren tijdens de regeerperiode van koning Hizkia, de zoon
van Achaz. En wat heel opmerkelijk is; de marsroute van het Assyrische leger naar
Jeruzalem toe, geschiedde toen via het zuiden vanuit Lachis. Zie de kaart
bovenaan het artikel: aan de linkerzijde merken we de pijlen en
aanvalsrichtingen van het leger van Sanherib in 709 v. Chr., een veldtocht en
een oorlog die sindsdien geschiedenis zijn. De rode kader aan de rechterkant
van de kaart toont de geprofeteerde aanvalsrichting van het Assyrische leger
van de eindtijd. De bedoeling van dit artikel is aandacht aan het profetische
gedeelte van dit Bijbelgedeelte te geven. Het Bijbelcitaat van Jesaja 10:24-34 maakt
deel uit van een serie profetieën over het herstel van Israël, over de
oprichting van het beloofde Messiaanse Vrederijk en over een Grote Oorlog, die
daaraan vooraf gaat. Het Messiaanse Vrederijk wordt in het volgende hoofdstuk
11 van de profeet Jesaja heel concreet profetisch ingevuld.
Jesaja
11:1 En er zal een rijsje voortkomen
uit de tronk van Isaï en een scheut
uit zijn wortelen zal vrucht dragen. 2 En op
hem zal de Geest des HEREN rusten, de Geest van wijsheid en verstand, de
Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en vreze des HEREN; 3 ja, zijn
lust zal zijn in de vreze des HEREN. Hij zal niet richten naar hetgeen zijn
ogen zien, noch rechtspreken naar hetgeen zijn oren horen; 4 want hij zal de
geringen in gerechtigheid richten en over de ootmoedigen des lands in
billijkheid rechtspreken, maar hij zal de aarde slaan met de roede zijns monds en
met de adem zijner lippen de goddeloze
doden. 5 Gerechtigheid zal de gordel zijner lendenen zijn en trouw de gordel
zijner heupen. 6 Dan zal de wolf bij
het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de
jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze
hoeden; 7 de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich
tezamen nederleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund; 8 dan zal een
zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige
slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken. 9 Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige
berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des HEREN, zoals de wateren de
bodem der zee bedekken.
De
verzen 1 tot 5 beschrijven de persoon van de Messias en het feit dat Hij de
goddeloze van de eindtijd zal doden. De goddeloze van Jesaja is dezelfde
tegenstander waar de andere relevante Bijbelgedeelten, naar verwijzen. Paulus
verwijst in zijn tweede brief aan de Thessalonicenzen naar de wetteloze:
2
Thessalonicenzen 2:8 Dan zal de
wetteloze zich openbaren; hem zal de Here [Jezus] doden door de adem zijns
monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt.
Ook bij
Paulus lezen we het gemak waarmee de wetteloze uiteindelijk geneutraliseerd
wordt: simpelweg door de adem zijns monds van de wederkerende Christus.
Vanaf
vers 6 lezen we bij de profeet Jesaja hoofdstuk 11, de beschrijving van het
Messiaanse Vrederijk. Een volmaakte toestand van de natuur wordt geschilderd,
waar mens en dier in volmaakte harmonie met elkaar leven. Geen roofdieren meer
noch roof-mensen.
11:9
Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want
de aarde zal vol zijn van kennis des HEREN, zoals de wateren de bodem der zee
bedekken.
Vanaf
vers 10 kunnen we lezen dat de twaalf stammen van Israël van de oudheid,
opnieuw in het land door de HERE God hersteld zullen worden. Van de vier einden
der aarde, staat er in beeldspraak geschreven, zullen zij naar het Beloofde
Land gevoerd worden. En vanaf vers 14 vinden we details over de laatste grote
oorlog die in het gebied ooit zal woeden. Een oorlog die aansluit bij het
laatste Bijbelboek Openbaring hoofdstuk 19, met de beschrijving van de slag bij
Harmageddon.
Jesaja 11:10
En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isaï zullen
zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal
heerlijk zijn. 11 En het zal te dien
dage geschieden, dat de Here wederom zijn hand opheffen zal om los te kopen de rest van zijn volk,
die overblijft in Assur, Egypte, Patros, Ethiopië, Elam, Sinear, Hamat en in de
kustlanden der zee. 12 En Hij zal een banier opheffen voor de volken, en de
verdrevenen van Israël verzamelen en de verstrooide dochters van Juda
vergaderen van de vier einden der aarde.
13 Dan zal de afgunst van Efraïm verdwijnen en zij die Juda benauwen, zullen
uitgeroeid worden; Efraïm zal niet afgunstig zijn op Juda en Juda zal Efraïm
niet benauwen. 14 Westwaarts zullen zij de Filistijnen op de schouder vliegen,
samen zullen zij de stammen van het Oosten plunderen; naar Edom en Moab zullen
zij hun hand uitstrekken en de Ammonieten zullen hun onderhorig zijn. 15 Dan
zal de HERE de zeeboezem van Egypte met de ban slaan en Hij zal zijn hand tegen
de Rivier bewegen met de gloed van zijn adem, en Hij zal haar tot zeven beken
uiteenslaan en maken, dat men geschoeid daardoor kan gaan. 16 Dan zal er een
heerbaan zijn voor de rest van zijn volk, die in Assur overblijven zal, zoals
er voor Israël geweest is ten dage, toen het optrok uit het land Egypte.
Maar nu
verder aandacht voor de geprofeteerde Assyriër van de eindtijd, de goddeloze
van de profeet Jesaja 11:4. In de eindtijd zal een nieuwe Assyriër naar
Jeruzalem oprukken. De profeet Jesaja geeft de marsroute op van het leger van
de Assyriër via een aantal plaatsnamen in Samaria en Juda. Naar onze tijd
getransponeerd herkennen we de plaatsen waar heden op grote schaal door Israël
nederzettingen en nieuwe steden worden gebouwd.
De
profeet Daniël heeft deze geprofeteerde grote laatste oorlog eveneens in detail
voorspelt en beschreven:
Daniël
11:40 Maar in de eindtijd zal met
hem (=de koning van het noorden) de koning van het Zuiden in botsing komen, en
de koning van het Noorden zal op deze aanstormen met wagens en ruiters en vele
schepen; en hij zal de landen binnenvallen, en als een overstroming steeds
verder om zich heen grijpen. 41 Ook het
Sieraadland zal hij binnenvallen, en velen zullen struikelen; maar aan
zijn macht zullen ontkomen: Edom, Moab en de keur der Ammonieten. 42 En hij
zal zijn hand uitstrekken tegen de landen, en het land Egypte zal niet
ontkomen, 43 maar hij zal de schatten bemachtigen van goud en zilver en alle
kostbaarheden van Egypte; en Libiërs en Ethiopiërs zullen in zijn gevolg zijn.
44 Doch geruchten uit het oosten en uit het noorden zullen hem ontstellen,
zodat hij in grote grimmigheid zal uittrekken om velen te verdelgen en te
vernietigen. 45 Hij zal zijn staatsietenten opslaan tussen de zee en de berg
van het heilig Sieraad maar dan komt
hij aan zijn einde, zonder dat iemand hem helpt. 12:1 Te dien tijde zal
Michaël opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; en er
zal een tijd van grote benauwdheid
zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe.
Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden.
2 Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot
eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen. 3 En de
verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot
gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos. 4 Maar
gij, Daniël, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek
doen, en de kennis zal vermeerderen.
(NBG
Vertaling 1951)
Bij de
profeet Daniël hoofdstuk 11:40-45 en hoofdstuk 12:1-4 wordt naar de koning van
het Noorden van de eindtijd verwezen. De vorige verwijzingen in Daniel 11:1-39 naar
de koning van het noorden, waren naar de koningen van het Grieks-Syrische Rijk
van de oudheid bedoelt. Vanaf vers 40 gaat het echter duidelijk over een koning
van het noorden van de eindtijd. En wordt er een oorlog beschreven die heden
nog geen geschiedenis is. De profetie van Daniël 11:40-45 handelt over de grote
oorlog, de slag bij Harmageddon die in de eindtijd in het gebied van Israël uitgevochten
zal worden.
Het
profetische noorden in de Bijbel is het gebied van het oude Assyrië. De profeet
Sefanja geeft dit duidelijk weer:
Sefanja
2:13 En Hij (JHWH) zal zijn hand tegen het
Noorden uitstrekken, Hij zal Assur te
gronde richten en Nineveh tot een wildernis maken
Het
moet duidelijk zijn dat de hiervoor beschreven koning van het noorden gelijk is
aan de Assyriër van de profeet Jesaja en dat deze ook gelijk is aan de
goddeloze van de apostel Paulus en aan het beest van het Bijbelboek
Openbaring hoofdstuk 13. Of de antichrist van de eindtijd zoals alleen de
apostel Johannes hem in zijn brief (1 Johannes 2:28-27) noemt.
Door nu
de komende antichrist als een Assyriër te herkennen worden ook andere teksten
uit het Profetische Woord van de Bijbel duidelijker. Zo een voorbeeld is de
profeet Micha hoofdstuk 5 dat o.a. handelt over Bethlehem als de plaats waar de
Messias moest geboren worden.
Micha
5:1 En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda,
uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens
oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid. 2 Daarom zal Hij hen
prijsgeven tot de tijd, dat zij die baren zal, gebaard heeft. Dan zal het overblijfsel zijner
broederen terugkeren met de Israëlieten. 3 Dan zal Hij staan en hen weiden in
de kracht des HEREN, in de majesteit van de naam des HEREN, zijns Gods; en zij zullen rustig wonen, want nu zal
Hij groot zijn tot aan de einden der aarde, 4 en Hij zal vrede zijn. Wanneer Assur in ons land komt, en
wanneer hij onze paleizen betreedt, dan zullen wij tegen hem zeven herders
stellen en acht vorsten uit de mensen, 5 die het land Assur zullen weiden met
het zwaard en het land van Nimrod in
zijn poorten. En Hij zal bevrijden van Assur, wanneer die in ons land komt en
wanneer hij ons gebied betreedt. 6 En het
overblijfsel van Jakob zal te midden van vele volkeren zijn als dauw van de
HERE, als regenstromen op het groene kruid, dat niet wacht op de mens, noch
mensenkinderen verbeidt. 7 En het
overblijfsel van Jakob zal zijn onder de natiën, te midden van vele
volkeren als een leeuw onder de dieren des wouds, als een jonge leeuw onder de
schaapskudden, die, wanneer hij er binnendringt, neerslaat en verscheurt,
zonder dat iemand redt. 8 Uw hand zal verheven zijn boven uw tegenstanders, en
al uw vijanden zullen worden uitgeroeid.
Na de
eerste twee Kerst -verzen gaat de profetie vanaf vers 3 verder naar wat we
inmiddels de tweede of wederkomst van de Messias noemen. En dan is het
opmerkelijk dat we in vers 4 opnieuw Assur vermeldt zien. Deze profetie is bovendien
opmerkelijk aangezien ten tijde van de eerste komst van de Heer Jezus Christus,
het historische Assyrië toen al meer dan zeshonderd jaar als wereldmacht
verdwenen was. De conclusie is dat er opnieuw een Assyrische grootmacht zal
zijn ten tijde van de tweede komst van de Messias. Een grootmacht die aan het
einde van de eindtijd voor een korte tijd het land Israël zal bezetten. Dit is echter
nog niet voor morgen (of overmorgen) maar ligt nog in de verre toekomst (aan
toekomstberekeningen via het noemen mogelijke jaartallen doe ik niet mee).
Het is
de komst van de Messias dat aan het bewind van de eindtijd-Assyriër een einde
brengt. Aan het begin van het Messiaanse Vrederijk zal het gebied van Assyrië gedurende
een tijd door zeven herders en acht vorsten uit de mensen bestuurd worden.
Alvorens dat ook Assur in de nieuwe gemeenschap van volken tijdens het komende
Vrederijk zal opgenomen worden.
Jesaja
19: 23
Te dien dage zal er een heerbaan wezen van Egypte naar Assur, en Assur zal in
Egypte komen en Egypte in Assur, en Egypte zal met Assur (de HERE) dienen. 24
Te dien dage zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assur, een zegen in het
midden der aarde, 25 omdat de HERE der heerscharen het gezegend heeft met de
woorden: Gezegend zij mijn volk
Egypte en het werk mijner handen, Assur,
en mijn erfdeel Israël.
Maar
voor deze profetie werkelijkheid wordt zal er nog een donkere periode voor
Israël en de wereld aanbreken. Van uit het gebied van het oude Oost-Romeinse
Rijk zal de wereld in de eindtijd gedirigeerd worden. Het Oost-Romeinse Rijk
zal in de toekomst opnieuw geformeerd worden door een federatie van vijf
landen. Met zekerheid kunnen we vandaag de volgende landen al invullen: Israël,
Egypte, Turkije en Griekenland. Het vijfde land zal een nieuw Assyrië zijn, een
land dat heden nog gevormd dient te worden. Deze vijf landen zullen zich
verenigen met vijf koningen/landen uit het gebied van het voormalige West-Romeinse
Rijk en aldus het Romeinse Rijk van de oudheid opnieuw op de kaart plaatsen. In
een later stadium geven de in totaal tien koningen of leiders hun macht over
aan een elfde leider. Dit dan tot slot in een notendop waar de verschillende
profetische Schriftgedeelten over gaan.
Definitie van het woord
Advent (Bijbelse Encyclopedie KOK, 1975): Latijn: Adventus, komst. Aanduiding van de komst van de Zoon van God in het
vlees, de incarnatie; voorts van Zijn wederkomst ten oordeel in de volheid der
tijden.
Volgens deze definitie
is met ADVENT niet alleen de voorbereidingstijd tot het Kerstfeest bedoeld,
maar ook een leven in de verwachting van de wederkomst van Christus in de
zogenaamde volheid der tijden. Dit laatste is een verwachting die het
traditionele christendom, ook wat er van overblijft in de tweede generatie
sinds de kerkverlating, niet meer kent. De verwachting van het traditionele
christendom is er een van als mens geboren worden, ouder worden, moeten sterven
en daarna de hemel (als het goed is), de overige wacht de traditionele hel. Dit
christendom heeft weinig of geen kennis van de Bijbel en laat zich al eens leiden
door leiders die hun geloof in de Bijbel, al tijdens hun opleiding in de
seminaries en/of Bijbelscholen als een gevolg van de Bijbelkritiek en de
evolutietheorie, verloren - opgegeven -, of er een eigen invulling aan gegeven
hebben.
De Bijbel leert nochtans
duidelijk en niet mis te verstaan, een wederkomst van Christus. Deze komst
heeft Jezus tijdens zijn leven en bediening voorzegt, en werd door de
evangelisten zo genoteerd. Onmiddellijk na Zijn hemelvaart wordt dezelfde
boodschap herhaald.
Handelingen 1:6 Zij
dan, die daar bijeengekomen waren, vroegen Hem en zeiden: Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap
voor Israël?7 Hij
zeide tot hen: Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover
de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft, 8 maar gij
zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn
getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste
der aarde. 9 En
nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een
wolk onttrok Hem aan hun ogen. 10 En toen zij naar de hemel staarden,
terwijl Hij henenvoer, zie, twee mannen in witte klederen stonden bij hen, 11 die
ook zeiden: Galileese mannen, wat staat gij daar en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de
hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien
varen. (NBG Vertaling 1951)
In het hiervoor
geciteerde Schriftgedeelte worden enkele eenvoudige waarheden weergegeven. De
verwachting namelijk van het herstel van koningschap van Israël en de
wederkomst van Jezus Christus op dezelfde wijze zoals bij Zijn hemelvaart.
Boven Jeruzalem is er duidelijk een voor onze ogen, onzichtbare deur naar die
andere dimensie van waar Jezus op God s tijd zal terugkomen. Naar de komst van
dit Rijk Gods hebben honderden en honderden miljoenen christenen bijna
tweeduizend jaar lang al, sinds 30 AD (dikwijls onwetend) gebeden. Het Onze
Vader namelijk zoals het in het evangelie opgetekend staat.
Matteüs 6:5 En wanneer gij bidt, zult gij niet zijn als de
huichelaars, want zij staan gaarne in de synagogen en op de hoeken der pleinen
te bidden, om zich aan de mensen te vertonen. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben
hun loon reeds. 6 Maar gij,
wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in
het verborgene; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. 7 En gebruikt bij uw bidden geen omhaal
van woorden, zoals de heidenen; want zij menen door hun veelheid van woorden
verhoord te zullen worden. 8 Wordt hun dan
niet gelijk, want [God] uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt.
9 Bidt
gij dan aldus:Onze Vader die in de
hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; 10 uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook
op de aarde. 11 Geef
ons heden ons dagelijks brood; 12 en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; 13 en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze. [Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de
heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.] 14 Want indien gij de mensen hun
overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven; 15 maar
indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet
vergeven. (NBG Vertaling 1951)
Dit beloofde Koninkrijk
is komende. Het zal niet tot stand komen door menselijke inzet, maar net zoals
bij de wedergeboorte van een mens, zoals beschreven in het evangelie naar
Johannes, door God Zelf. De verwachting van het komende Godsrijk werd echter
als een gevolg van het lange uitblijven van de Messias, door het christendom al
vroeg in de geschiedenis opgegeven. Toen de Romeinse keizer Constantijn zich in
de vierde eeuw tot het christendom bekeerde en de kerk van Rome tot
staatsgodsdienst verhief, leerde en verwachte men dat het Godsrijk door
mensenhanden gebouwd kon worden. De profetische gedeelten van de Bijbel werden
als een allegorie uitgelegd en ontdaan van hun letterlijke boodschap. Alle
heilsbeloften in de Bijbel, die betrekking op het volk Israël hadden, werden op
de kerk van nu, van toepassing gebracht. De duizend jaar dat satan volgens het
boek Openbaring, tijdens het komende Vrederijk gebonden zou worden, werd niet
meer letterlijk genomen, maar gezien als een zinnebeeld van de nieuwe tijd die
sinds Constantijn baan brak. Dat het sterven, de dood bleef heersen, nam men
erbij.
In de twintigste eeuw in
het jaar 1948, werd de staat Israël echter werkelijkheid. En dit slechts drie
jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. In het christelijke Europa
werden tijdens deze oorlog 6.000.000 Joden door de nazis opgejaagd en in
vernietigingskampen e. a. plaatsen vermoord. Vele overlevenden van de Holocaust
luisterden daarna naar de stem van de Zionistische beweging en besloten naar
Palestina te emigreren. Ook vanuit de Arabische wereld begon tegelijkertijd een
uittocht van Joodse mensen naar Israël. En het gevestigde christendom was
getuige van deze Bijbelse heils-feiten. De vraag zou moeten zijn: is het
herstel van het volk der Joden nu de vervulling van Oudtestamentische
profetieën of niet? En indien het antwoord ja is, moeten we de Bijbel opnieuw
en ditmaal los van alle tradities bestuderen. De Bijbelse profetieën betreffende
een derde herstel van de Joden in het oude land der vaderen zijn duidelijk
leesbaar en herkenbaar. Zo een voorbeeld is de profetie van Amos:
Amos 9:11 Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten, Ik
zal haar scheuren dichten en wat daarvan is ingestort, overeind zetten; Ik zal
haar herbouwen als in de dagen van ouds, 12 opdat zij beërven de rest van Edom
en van al de volken over wie mijn naam is uitgeroepen, luidt het woord van de
HERE, die dit doet. 13 Zie, de dagen
komen, luidt het woord des HEREN, dat de ploeger zich aansluit bij de
maaier en de druiventreder bij hem die het zaad strooit; dan zullen de bergen
druipen van jonge wijn en al de heuvelen daarvan overvloeien. 14 Ik zal een keer brengen in het lot van mijn
volk Israël: verwoeste steden zullen zij herbouwen en bewonen; wijngaarden
zullen zij planten en de wijn ervan drinken; boomgaarden zullen zij aanleggen
en de vrucht daarvan eten. 15 Dan zal Ik hen planten in hun grond, en zij zullen niet meer worden uitgerukt
uit de grond die Ik hun gegeven heb, zegt de HERE, uw God. (NBG Vertaling 1951)
Vers 15 van het hiervoor
geciteerde Bijbelgedeelte van Amos leert een derde definitieve herstel van
Israël. Dit betekent dat de catastrofe van het jaar 70 AD met de vernietiging
van de Tempel te Jeruzalem door de Romeinse legers en de wegvoering van de
Joden in de diaspora niet het einde
is, maar de belofte van een herstel inhoudt, na een lang tijd-dal van inmiddels
bijna tweeduizend jaar.
De gevestigde kerken
zoals de Rooms-katholieke kerk, de oosterse orthodoxe kerken en vele
Protestantse kerkgenootschappen leren nochtans dat de kerk in de plaats van
Israël is gekomen en dat de Joden als heilsorgaan in de eerste eeuw van de
christelijke jaartelling, vervloekt en definitief door God opzijgezet werden.
Deze Kerkgenootschappen, het christendom, beschouwen zichzelf als het
geestelijke Israël uit de Bijbel. Alle beloften, die in het Oude Testament handelen
over het 'heil voor Israël' en over het Messiaanse Vrederijk, past het
christendom op zichzelf toe. Volgens de orthodoxe exegese is met de start van
de Kerk in 30 AD met Pinksteren, alle Oudtestamentische profetie vervuld. Het
volk Israël als uitverkoren volk van God heeft al 20 eeuwen voor hen afgedaan.
Er staan in de Bijbel
talloze profetieën die men nochtans moeilijk kan 'vergeestelijken' of
allegoriseren en op de Kerk toepassen. Bijbelse profeten zoals Joël en vele anderen
voorspelden Israëls herstel in de 'komende dagen'. Ik geef hierna één voorbeeld
weer dat voldoende moet zijn, namelijk de profeet Joël van het Oude Testament.
Naar het hierna volgende profetische gedeelte van Joël heeft de apostel Petrus
op de Pinksterdag bij de aanvang van de EKKLESIA of kerk, verwezen. Voor de
gevestigde kerken is de ganse profetie van Joël hiermee vervuld. De aandachtige
lezer(es) moet nochtans vaststellen dat de apocalyptische verzen 30 en 31 toen
niet zichtbaar waren.
Joël 2:28 Daarna zal het
geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw
dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen
zullen gezichten zien. 29 Ook op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal
Ik in die dagen mijn Geest uitstorten. 30 Ik zal wonderen geven in de hemel en
op de aarde, bloed en vuur en rookzuilen. 31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat
de grote en geduchte dag des HEREN komt. 32 En het zal geschieden, dat
ieder die de naam des HEREN aanroept, behouden zal worden, want op de berg Sion
en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HERE gezegd heeft; en tot de
ontkomenen zullen zij behoren, die de HERE zal roepen.
Het zou duidelijk moeten
zijn dat slechts een gedeelte, een belangrijk gedeelte weliswaar, in 30 AD
vervuld werd. De daarop volgende verzen 30 en 31 liggen echter nog in de
toekomst.
Over de bloedmaan en de
dag des HEREN schreef ik op deze blog eerder op 29-07-14 een artikel: De profeet Joël en de bloedrode
maansverduistering.
Het wonderlijke is ook dat
alle tijdgenoten van de Joden uit de eerste eeuw van onze jaartelling,
verdwenen zijn. De volken van toen, hun talen en rassen zijn verdwenen.
Opgegaan in andere en nieuwe volken en talen. Het Latijn, de taal van de
verdrukkers van toen is tegenwoordig een dode taal. De Joden echter hebben hun
aard en religie bewaart en dit in de diaspora in den vreemde, ver weg van het
oude land der vaderen.
Een andere religie die
een derde herstel van Israël afwijst is de Islam. Soera 17 uit de Koran is hier
overduidelijk:
Soera
17:1 "Lofprijzing aan Hem, die
Zijn dienaar des nachts deed reizen van het Gewijde Bedehuis (Mekka) naar het
Uiterste Bedehuis (Jeruzalem), welks omtrek Wij gezegend hebben, opdat Wij hem
van Onze tekenen zouden tonen. Hij is de Horende, de Ziende. (2) En Wij hebben
Musa (Mozes) de Schrift gegeven
en Wij hebben haar gemaakt tot een rechte leiding voor de Zonen Israils: Neemt
u niet buiten Mij een zaakbezorger. _ (3) Nakomelingschap van hen, die Wij met
Nuh (Noach) medevoerden. Hij
was een dankbaar dienaar. (4) En Wij hebben aan de Zonen Israils in de
Schrift de beslissing gegeven:Gij zult op de aarde twee malen
verderf verspreiden, en gij zult rijzen tot grote hoogte. (5) Wanneer de
tijd komt van de eerste der twee
aanzeggingen, zenden Wij tegen ulieden dienaren van Ons, toegerust met
hevig geweld, welke tussen de woningen door speuren; en het zal een
verwerkelijkte aanzegging worden. (6) Daarna geven wij U weder de kans tegen
hen en versterken Wij u met bezittingen en zonen, en maken Wij u talrijker in
krijgerscharen. (7) Indien gij lieden wel handelt, dan handelt gij wel voor uzelven,
en indien gij slecht handelt, dan is dat ook voor uzelf. Wanneer dan de tijd
komt van de latere aanzegging, zal het gebeuren, dat zij uw gezichten
schenden en dat zij het bedehuis
binnendringen, zoals zij het de eerste maal binnengedrongen waren, en dat zij
de plaats, waarover zij komen, geheel verwoesten. (8) Mogelijk, dat uw
Heer ulieden dan barmhartigheid zal betonen. Maar indien gij terugkeert, keren ook Wij terug en maken Wij
Djahannam voor de ongelovigen tot een inperking." (Uit het Arabisch vertaald
door J.H.KRAMERS, 1976)
De Arabische Koran is
tot stand gekomen in de zevende eeuw na Christus. De Joden waren toen al zes
eeuwen eerder sinds 70 AD (en de laatste opstand en wegvoering in 135 AD) in de
diaspora, in de zogenaamde verstrooiing, ook in Arabië. Wanneer men de eerste
acht verzen van Soera 17 doorneemt merkt men dat de Koran een herstel van
Israël in het oude land der vaderen, uitsluit. Er staan geen jaartallen
vermeldt in de Koran, maar vanuit de Bijbel en de wereldgeschiedenis herkennen
we in de eerste aanzegging de verovering van Jeruzalem door de Babyloniërs in het
jaar 586 v. Chr. De tweede aanzegging geschiedde in het jaar 70 AD toen de
Romeinen onder leiding van Titus de stad en Tempel verwoesten. En dan staat er
vervolgens de waarschuwing in Soera 17:8 Indien gij terugkeert, en de
waarschuwing met Djahannam voor de teruggekeerde ongelovigen. Het woord
Djahannam is het Arabische woord voor hel (een Nederlands woord dat ontleend is
van de Germaanse mythologie): een plaats van foltering.
Er is voor Israël in de Koran
geen derde herstel beloofd. Twee maal slechts werd het hun vergund een
nationale staat te hebben. Daarom ook wordt de staat Israël sinds 1948 als een
doorn in het Arabische/Islamitische vlees ervaren. Een doorn die verwijderd
moet worden. Voor Islamitische fundamentalisten is de Koran grondwet en is een
Joodse staat in het Midden-Oosten onaanvaardbaar.
De Joden die in 70 AD in een wereldwijde diaspora terecht kwamen, zijn
in deze volken-zee echter bewaard gebleven, zij het dikwijls onder heel zware
verdrukking. Sinds 1948 kennen we een nationaal herstel in het zogenaamde oude
land der vaderen: Israël. Een nationaal herstel dat onder grote moeilijkheden
gehandhaafd wordt.
Onder diegenen in het christendom die op basis van de profetische Boeken
van de Bijbel in een derde herstel van Israël geloven is de vestiging van de
seculiere staat Israël in 1948 het grote teken, nu nog meer aan het begin van
het derde millennium, dat de (weder)komst van de Messias nabij is. De seculiere
Joodse staat die anno 1948 opgericht werd schept namelijk de voorwaarde tot het
in vervulling gaan van de Bijbelse profetieën in verband met het beloofde derde
herstel.
In de profetische boeken van de Bijbel vinden we alle gebeurtenissen in
detail beschreven, die zullen leiden tot de wederkomst van Messias Jezus. Zie het artikel op deze blog van
31-07-2014: De zeventig jaarweken van de profeet Daniël. Men kan het
vergelijken met een spoorboekje waar alle stations in beschreven staan die men
zal aandoen, alvorens zijn bestemming te bereiken.
In de tussen-tijd geldt het Woord van de Heer Jezus Christus aan zijn
Joodse discipelen:
Matteüs 24:3 Toen Hij op de Olijfberg gezeten was, kwamen zijn
discipelen alleen tot Hem en zeiden: Zeg ons wanneer zal dat geschieden, en wat
is het teken van uw komst en van de
voleinding der wereld? 4 En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Ziet toe, dat
niemand u verleide! 5 Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben
de Christus, en zij zullen velen verleiden. 6 Ook zult gij horen van
oorlogen en van geruchten van oorlogen.
Ziet toe, weest niet verontrust; want dat moet geschieden, maar het einde is het nog niet. 7 Want volk zal opstaan tegen volk,
en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen nu hier, dan daar, hongersnoden en
aardbevingen zijn. 8 Doch dat alles is het begin der weeën.