DE
NIEUWE ORDE IN OPKOMST (1985) herbekeken.
DE
NIEUWE ORDE in opkomst, Robert De Telder, Uitgeverij Aksent
Wettelijk
Depot: D/1985/4347/01
ISBN
90-73739-01-2
Sinds
het verschijnen van de eerste druk van mijn boek in 1985 zijn er bijna dertig
jaar voorbijgegaan en heeft er zich in de wereld een verdere en niet voorziene
ontwikkeling, naar het einde van de zogenaamde Bijbelse eindtijd voorgedaan.
Het boek was naar Nederlandse normen een besteller, kende vier herdrukken met
uiteindelijk 5000 verkochte exemplaren. Al vele jaren is het boek intussen
uitverkocht en alleen nog in sommige antiquariaatzaken verkrijgbaar. In enkele
nog te volgen afleveringen wil ik iedere keer op onderdelen van mijn boek
stilstaan en een evaluatie maken.
Met dit
artikel wil ik het Bijbelse KOESH onder de aandacht brengen, dat in de NBG
Vertaling met ETHIOPIE vertaald werd.
In mijn
boek DE NIEUWE ORDE IN OPKOMST (1985) identificeerde ik het Bijbelse eindtijd-Koesh
met Ethiopië. Koesh is volgens de profetie van Ezechiël een bondgenoot van
Magog, wanneer deze laatste in de eindtijd Israël zal aanvallen, maar daar aan
zijn einde komt. Hierna het betreffende Bijbelcitaat:
Ezechiël
38:1 Het woord des HEREN kwam tot mij: 2 Mensenkind, richt uw aangezicht tegen Gog in het land Magog, de grootvorst van
Mesek en Tubal; profeteer tegen hem, 3 en zeg: zo zegt de Here HERE: zie,
ik zàl u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! 4 Ik zal u komen halen, haken
slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters,
allen volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen
vertrouwd met het zwaard; 5 ook Perzen, Ethiopiërs
en Puteeërs, allen met schild en helm; 6 Gomer en al zijn krijgsbenden;
Bet-Togarma ver in het noorden met al zijn krijgsbenden vele volken met u. 7
Maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u gevoegd
hebben; wees gij hun tot een leidsman. 8 Na geruime tijd zult gij een bevel
ontvangen; in toekomende jaren zult gij optrekken tegen het land dat zich van de
krijg hersteld heeft, (een volk) dat uit het gebied van vele volken
bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren
geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid. 9 Dan zult gij optrekken als een opkomend
onweer; gij zult zijn als een wolk die de aarde bedekt, gij met al uw
krijgsbenden, en vele volken met u. (NBG Vertaling 1951)
Met de
identificatie van het Bijbelse Koesh
met Ethiopië heb ik in 1985 de bal
misgeslagen. Ik liet me toen leiden door wat Hal Lindsey in zijn De
planeet die aarde heette over Ethiopië meende te kunnen invullen. Het land zat
toen nog in het Sovjetblok met zelfs een contingent Cubaanse huurlingen actief
in de strijdkrachten. Ik schreef in mijn boek over Ethiopië; dat het land zich naar
het noorden zou uitbreiden, naar Soedan toe. De reden was dat de Egyptische
25ste dynastie van Manetho in het huidige Noord-Soedan haar basis had. Met het
moderne Ethiopië is het sinds 1985 na de publicatie van mijn boek, echter
anders gelopen. Het land zit na het marxistische avontuur nog altijd aan de
grond en het noordelijke Eritrea, heeft zich zelfs kunnen afscheiden. In de
huidige tijd is het Noord-Soedan dat de rol van het Bijbelse eindtijd-Koesh
heeft overgenomen. Zonder hier nu onmiddellijk in detail te willen treden.
Met de
studie van het Profetische Woord ben ik sinds 1975 bezig. Mijn eerste
kennismaking met de Bijbelse profetieën in verband met het nationale en
geestelijke herstel van Israël was via het boek de planeet die aarde heette
van Hal Lindsey. Deze Amerikaanse auteur verwachtte de wederkomst van Jezus
Christus voor de jaren tachtig van de vorige eeuw. Een van zijn boeken volgend
op zijn bestseller The Late Great Planet Earth had de titel Counting Down the Eighties, een titel
die zelf verklarend was. Hal Lindsey s bestsellers werden geschreven toen de
koude oorlog van het communistische atheïstische Rusland en zijn
satellietstaten tegen het Westen nog gaande was en veel van de Bijbelse
eindtijdprofetieën kregen van Lindsey als een gevolg daarvan, een eigentijdse
invulling. Veel van wat Hal Lindsey meende in vervulling te zien gaan is toen
niet uitgekomen en intussen achterhaald.
Hoe was
de situatie in de wereld in die jaren tachtig? In het verre noorden ten
opzichte van Israël stond het (militair) machtige Sovjet-Rusland met aan de
grenzen van Israël de door Rusland militair uitgeruste Arabische bondgenoten
zoals Syrië en Irak. In Afrika zat Angola, Libië en Ethiopië in het Russische
kamp. West-Europa had zich verenigd en maakte deel uit van de NAVO. Ik schreef
al dat Hal Lindsey zijn boeken uitbracht toen de koude oorlog met
Sovjet-Rusland nog woedde. Veel van de Bijbelse profetieën kregen als een
gevolg van de politieke situatie in de wereld van toen van hem een eigentijdse
invulling.
Hal
Lindsey zag in de EEG (dat toen negen leden telden) de vervulling van het
Statenbeeld van de profeet Daniël. Hij verwachtte met de toetreding van
Griekenland als tiende lid, de eindvervulling van Bijbelse profetieën
dienaangaande. Een ander voorbeeld is Lindsey s identificatie van het Bijbelse eindtijd-Koesh met
Ethiopië. Dat land zat tijdens de koude oorlog in het Russische kamp en alzo
werd de foutieve identificatie gemaakt. Idem dito met het Bijbelse eindtijd-Put
dat met de staat Libië in Noord-Afrika geïdentificeerd werd aangezien ook daar
de Russen bases hadden. Het historische Koesh
bevond zich echter binnen de grenzen van het huidige Noord-Soedan en het
Bijbelse Put besloeg een veel groter gebied dan alleen maar de huidige staat
Libië. Met de val van de Berlijnse muur in 1989 en de implosie van de
Sovjet-Unie in 1991 kwam aan de koude oorlog in het westen (voorlopig) een
einde. In Europa vond de hereniging van het sinds 1945 gesplitste Duitsland
plaats en landen uit het voormalige Oostblok vonden aansluiting bij
West-Europa. De Europese Economische Gemeenschap werd omgevormd en uitgebreid
tot een Unie. De politieke situatie in de wereld is sinds 1989 helemaal
gewijzigd.
Oude
vijanden werden bondgenoten en nieuwe vijanden verschenen op het toneel. De
Verenigde Staten, de overwinnaar van de koude oorlog en enige overblijvende
supermacht, werd op 11 september 2001 onverwacht en op eigen terrein door
Arabische-Islamietische terroristen aangevallen. De schurken hadden
lijnvliegtuigen in de VS gekaapt en boorden zich met de gekaapte
Jumbo-toestellen in de gigantisch hoge torens van het WTC World Trade Center
te New York. Duizenden onschuldige mensen, werknemers in de beide torens en de
passagiers in de lijnvliegtuigen, kwamen bij deze terreurzelfmoordactie om het
leven. Deze daad mobiliseerde de VS om een wereldwijde oorlog tegen het terrorisme
te beginnen.
De
nieuwe vijand is de extremistische Islam die net zoals de vorige vijand, de
communisten, de wereld veroveren willen, tenminste dat is de perceptie. De
Islam heeft geen Paus of een of ander aanspreekpunt zoals bij vele andere
religies maar is op het terrein gefragmenteerd in vele groepen. Sinds 09.11
zijn vooral de terroristische takken van de Islam in het westen bekend. Ook
Europa deelde al in de klappen door middel van bloedige aanslagen zoals in
Madrid, Londen en Moskou.
Sinds
de jaren zestig van de vorige eeuw, met de economische opleving na de Tweede
Wereldoorlog vind een migratie van vooral Noord-Afrikanen en Turken naar
West-Europa plaats. In België bijvoorbeeld hebben we al een derde generatie van
deze mensen die hier geboren zijn en deel van de samenleving uitmaken, zij het
dikwijls met discriminatie. Deze mensen belijden hun godsdienst, de Islam. Een
godsdienst die al vele jaren door de Belgische staat als religie erkend is en
ook gesubsidieerd, net zoals de andere erkende religies. Het is vooral door
politiek-extreemrechts dat de Islam (zowel gematigd als extremistisch) als
vijand gezien en geportretteerd wordt. Het motief is echter meestal racisme. En
aangezien de staat Israël in het Midden-Oosten dezelfde extremistische Islam
als tegenstander heeft, is er nu in deze kringen sympathie voor de Joden. Ook
hier zijn de rollen omgekeerd net zoals met de andere vijanden van vroeger, die
nu bondgenoten zijn. De ongewensten van voorheen zijn nu de gedulde
bondgenoten.
Ook bij
sommige Bijbelvorsers van het profetische Woord van de Bijbel merk ik
tegenwoordig (naar mijn aanvoelen) een afkeer van de Islam en dit soms voor
dezelfde hiervoor beschreven redenen. De (individuele) strijd van een christen
is echter niet tegen vlees en bloed maar tegen de overheden, tegen de machten,
tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse
gewesten (Paulus aan Efeze 6:12). Alle migraties van volken in de wereld van
verleden en heden zijn overigens door God gestuurd (vgl. Handelingen 17:26-27).
Zowel
christendom, Israël, Islam, andersgelovigen en niet-gelovigen zullen straks
allen samen met deze door Paulus in de Efeziërsbrief beschreven
wereldbeheersers te maken krijgen wanneer de zeventigste jaarweek van Daniël,
de Apocalyps, een aanvang neemt. In mijn boek van anno 2008, WAR ON TERROR, De
Apocalyps? (shopmybook.com), schreef ik o.a. een hoofdstuk (blz. 101) over de
komst van de Mahdi, (een Islamietische Messias) en het feit dat de
tegenstander, de oude slang, deze Islamietische verwachting zal misbruiken
wanneer hij zijn man, de antichrist, aan de wereld zal presenteren. In mijn
boek De Nieuwe Orde in Opkomst - uitgave 1985 - was ik (naar mijn weten) een
van de eerste auteurs die sinds Clarence Larkin (1850/1924) - Dispensational
Truth, 1920 - de komende antichrist in Assyrië (het huidige noorden van Irak)
plaatste.
Een
nieuwe generatie van eindtijd-Bijbelvorsers, vooral in de VS, is nu aangetreden
en bezig met een nieuwe verklaring van de eindtijdprofetieën van de Bijbel te
presenteren. En opnieuw kan men hier een eigentijdse invulling ontdekken
gebaseerd op de huidige politieke ontwikkelingen in de wereld. Op zich is hier
niets fout aan, moest het niet gepaard gaan met het berekenen van het jaartal
van de wederkomst van Christus. Daar waar Lindsey en andere onderzoekers nog
met generaties als tijdsindicatie rekenden zien we nu dat er specifieke
jaartallen zoals 2014/2015 ingevuld worden. Het Schriftwoord uit het Bijbelboek
Handelingen zou echter gezag moeten hebben: Het is niet uw zaak de tijden of
gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden
heeft
De
waarschuwing zou moeten zijn, dat we in de huidige tijd niet opnieuw dezelfde
fout maken. Momenteel is er veel aandacht naar de Tetrade van bloedrode
maansverduisteringen die met Pasen 2014 is aangevangen. Nog drie
maansverduisteringen staan er genoteerd die exact gelijk zullen vallen met de
Joodse feesten Sukkot en Pesach in 2014/2015 die volgens sommigen de dag des
HEREN zal doen aanvangen. Bij de profeet Joël is er echter geen voorspelling
van een tetrade van bloedrode maansverduisteringen.
Het is
niet wijs om in deze steeds veranderende wereld nu al te expliciete profetische
vervullingen te zien. Het profetisch woord en dan vooral het boek Daniël en de
Apocalyps geven eenvoudige aanwijzingen voor wanneer juist, de eindtijd ingaat.
Een expliciet jaartal aanwijzen is uit de boze. Zie het artikel op deze blog van 31-07-2014: De 70 jaarweken van de
profeet Daniël.
Wat de
juiste en verdere ontwikkeling van de war or terror zal zijn, weet ik niet.
Maar ook ooit zal dit ophouden en gaan we vervolgens naar een verdere
ontwikkeling in het wereldgebeuren, naar wat de Bijbel als eindtijd beschrijft.
Een algemene valse wereldwijde gerustheid zal er namelijk aan het einde zijn.
In het Bijbelboek Openbaring hoofdstuk 17 merken we dat er in de eerste helft
van de eindtijdperiode een anti-religie zal optreden. Een samengaan van alle
religies wordt in dat hoofdstuk beschreven. Ook de Islam zal daar zijn plaats
vinden en rol spelen. Mijn verwachting is dat er een gematigde Europese Islam zal
ontstaan, met een positieve invloed naar de andere werelddelen. In de tweede
helft van de zevenjarige eindtijdperiode zal aan dit streven een einde komen wanneer
de mens der wetteloosheid van Paulus, de antichrist van Johannes, de
Assyriër van Jesaja en/of de koning van het noorden van de profeet Daniël,
zich zal verheffen boven alle religie.
2
Thessalonicenzen 2: 1 Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking
tot de komst van [onze] Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, 2 dat
gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een
geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons
afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak. 3 Laat niemand u
misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich
openbaren, de zoon des verderfs, 4 de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet,
zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een
god is. (NBG Vertaling 1951)
Wordt
vervolgd
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
|