Hoog tijd voor een update over de veranderingen in Perth...
De grootste, tijdelijke verandering werkte een week lang op iedereens humeur: het weer! Vorige week werden onze zachte zonnestralen verdreven door een irritante storm. Zes dagen lang zagen we de bomen van links naar rechts slingeren, werden we geteisterd door hevige regenval tijdens de wandeling naar en van het werk, belandden steeds meer warme truien in de was, smaakte een heet kopje koffie zoveel beter, voelde het warme donsdeken des te gezelliger aan en werd een boek sneller verslonden. Deze storm kwam en ging echter, zodat we nu overdag opnieuw de Australische wintertemperaturen van gezellig warm op onze huid kunnen voelen. Een tweede nieuwtje is er ook eentje van tijdelijke aard: mijn tweede job in het callcenter van ResearchPanel. Ik ben er kunnen starten op 28 juni, maar heb dit na een aantal weken toch opgegeven. Dat de job oersaai bleek te zijn en de mensen thuis je soms uitschelden, kon ik nog aan. Maar dat we daarbovenop nog eens ondankbaar werden behandeld op kantoor, was me op een gegeven moment zo teveel dat ik ben opgestaan en mijn ontslag heb genomen. Het ergerde me al enorm dat we 's voormiddags onafgebroken moesten telefoneren en naar het computerscherm staren voor vier uur, terwijl het hier in Australie verplicht is om elke twee uur een pauze te geven in computergericht werk. Zeiden we ook maar een woord tegen een collega, dan werden we door de bazin toegeschreeuwd dat we moesten verderwerken. Maar de bazin zelf maakte constant praatjes met die enkelen die er al een langere tijd werken. Daarnaast arriveerde ze soms tien minuten te laat wat voor ons betekende dat we onbetaald moesten wachten. Toen ze me vorige week berispte omdat ik in twee uur twee maal naar het toilet geweest was, had ik er genoeg van en dat was ook meteen het einde van de job... No worries mate: ik krijg ondertussen iets meer uren in Outback Jacks en heb zaterdag alweer een probeershift als waitress voor een 16-urenpositie. Over 28 juni gesproken: mijn eerste verjaardag zo ver weg van familie en vrienden. Exact om 12 uur 's nachts werd ik verrast met een kamer vol ballonnen en verjaardagskaartjes die onderschept waren door een samenzwering tussen de manager en hostelgenootjes. Toen ik de volgende namiddag thuis kwam van werk stond er opnieuw een verrassing klaar: de ballonnen hingen nu op aan het buitenterras en op tafel vond ik een aantal cadeautjes met een kaart op mijn naam. 's Avonds kleurden mijn kaken knalrood toen ik werd getrakteerd op een verjaardagstaart met 24 kaarsjes, vergezeld door een luid 'happy birthday'- lied van de hostelvrienden. Ik heb ervan genoten! Naast de nieuwe vrienden uit de hostel, beleef ik ook een leuke tijd met de Outback Jack'scollega's. Het klikt supergoed tussen iedereen en we sluiten de werkavond soms af met een gezellige drink in een van de lokale pubs. Mijn feestmaanden zijn echter al lang achter de rug (cfr. Manly) en zeker hier houden de meesten het op een limiet want de prijzen liggen heel hoog. Voor de goedkoopste pint moet je in Perth zeven dollar neertellen! Gelukkig moet je niet altijd geld uitgeven om een leuke tijd te beleven. Afgelopen week hebben we eindelijk de tijd genomen om de stad eens ruimer te gaan verkennen. We hadden ervoor reeds Hyde Park bezocht, een mooi parkje met een gezellig meer. Dit verdween echter in het niets toen we een aantal dagen geleden een dag uitkozen om Kings Park te gaan bekijken. We wandelden vanuit Northbridge richting Perth centrum, om vervolgens vanuit de drukte onze weg te banen naar de Swan rivier. Daar relaxten we in het park alvorens een kijkje te gaan nemen naar de Swan Bell Tower, een moderne koper-en glastoren met 14de- eeuwse klokken uit Londen. De Blue Cat (een bus die gratis in en rond de stad toert) zette ons vervolgens af onderaan de heuvel waarop Kings Park zich bevindt. Na een steile klim van honderden treden, kwamen we in het reusachtige park aan waar we werden verwend met een indrukwekkend zicht op Perths centrum en de Swan River. We arriveerden er in de vooravond waardoor we niet voldoende tijd hadden om het volledige park te bezichtigen, maar dit volgt ongetwijfeld nog! Er valt namelijk heel wat te zien: oeroude bomen met reusachtige stammen en bovengrondse wortels, herdenkingsmonumenten uit de oorlog, botanische tuinen,... Je kan er eenvoudig een volledige dag genieten zonder ook maar een seconde verveeld te raken. Als laatste een update over de hostel. De eigenaar heeft de zaak een aantal weken verkocht aan Sunny, een Aziatische ondernemer. Onze angst voor een totale sfeerverandering bleek volledig onterecht toen Sunny hier een tijdje verbleef. Hij is zeer begaan met de plaats en wil enkel het beste voor ons. Hij verving al het keukenmateriaal met splinternieuwe kopjes, glazen, bestek, potten en pannen, rijstkoker,... De keuken zelf onderging een totale metamorfose waardoor we nu aangenamer ons eten kunnen bereiden. Het pleintje achteraan de hostel werd volledig ontruimd en heringericht met een kampvuur, zetels, een hangmat, planten,... Hij kocht graffitti zodat iedereen die wou zijn naam kon vereeuwigen op de muren. Daarnaast verwende hij ons wekelijks met een gratis, zelfbereid overvloedig avondmaal. En, vanaf nu krijgen we niet enkel gratis pannenkoeken 's morgens, maar elke avond gratis rijst, dinsdagavond gratis pizza en vrijdagavond een gratis currymaal. Daar eindigt het niet: op dinsdag krijgen we gratis vervoer naar de cinema als we een filmpje willen gaan bekijken. Amai, amai, verwende nestjes dat we hier zijn geworden!
En met dit laatste goede nieuws sluit ik hier mijn verslagje af!
Weetjes: - De Australische taal is toch iets speciaals. Ik vind het Australisch Engels persoonlijk heel lelijk en plat klinken. Daarnaast gebruiken ze allemaal constant van die typische, irriterende zinnetjes, zoals "good on yah" (wanneer je iets goed doet), of "no worries, mate" (wanneer je je verontschuldigt voor iets). Ook zeggen ze, in plaats van het normaalklinkende "thank you/ thanks", het onnozel klinkende "tah". En wat zowel vrouwen als mannen hier doen is vreemden aanspreken met "darling". Zo is het absoluut een normale zaak dat ik vaak het volgende te horen krijg in Outback Jacks: "thanks, darling; could I have another one, darling;...". Zelfs de baas en bazin spreken het personeel zo aan! WEIRD! - Outback Jacks heeft een nieuwe actie: eet daar en je mag terugkomen voor een '2-voor-1-diner'. Natuurlijk hebben wij goed voor onszelf gezorgd en onszelf zo'n kaartje afgestempeld zodat wij ook eindelijk eens het prijzige eten er kunnen proeven! Tyler en ik gingen er eten en betaalden slechts een derde van de rekening: mijn collega was zo vriendelijk het duurste maal te annuleren (moest normaal gezien het goedkoopste zijn) en me nog eens mijn 25% personeelskorting te geven erbovenop! Als startertje bestelden we de Skippy Dundee wat nu maakt dat ik ook voor de eerste keer kangoeroe en krokodil heb geproefd! Krokodil vind ik lekker, de kangoeroe was echter nogal bloederig en dat maakt mijn oordeel onbetrouwbaar! - Tijdens de busrit naar Kings Park zag ik een dolfijnenvin traagjes boven het water uitsteken om een seconde later al terug te verdwijnen. Men overtuigde me ervan dat het slechts mijn verbeelding was! Wat bleek gisteren: er bevinden zich inderdaad dolfijnen in de Swan River! Een poging tot foto's volgt ongetwijfeld! - Mijn angst voor krokodillen tijdens de roadtrip bleek helemaal terecht! Mijn mama kon me namelijk het volgende verhaal vertellen: een aantal weken geleden ging een groepje jongeren met een gids nachtzwemmen in een van de natuurlijke zwembaden. Een meisje uit de groep werd er aangevallen door een krokodil. Ze heeft dit niet overleefd want ze hebben enkele lichaamsdelen teruggevonden. Ik zou eens moeten uitzoeken hoe dit verhaal eindigt, want eerlijk gezegd, nachtzwemmen in the Northern Territory, is toch wel het stomste dat je kan doen! Ik vraag me af of er een menselijke beoordelingsfout is gemaakt door de gids, of door de mensen die de zwembaden veilig verklaren...
Exact een maand geleden ben ik hier in Perth geland na een vier uur (!!!) durende vlucht vanuit Darwin. Omringd door nieuwe vrienden voel ik me ondertussen al goed thuis in de Ozi Inn Backpackers te Northbridge.
Voorlopig is het nu gedaan met vakantie te nemen want het werk ligt in Perth voor het rapen! Twee dagen na het uitdelen van mijn cv's kreeg ik al een telefoontje van de steakhuisketen 'Outback Jacks' (www.outbackjacks.com.au). Ze nodigden me uit voor een probeershift waarop ik dankbaar 'ja' antwoordde. Na die probeershift kozen ze me uit voor de waitresspositie. Daar begint nu reeds mijn tweede werkmaand en ik geniet er echt van! De collega's zijn allemaal backpackers en met een aantal gekke Brazilianen ertussen zit de sfeer er steeds goed in! Jammer genoeg krijgt elk personeelslid slechts gemiddeld 15 tot 25 uur werk per week. Ikzelf werk drie tot vijf avondshifts, telkens van zes tot tien a elf uur. Met een parttimejob was ik echter niet tevreden temidden al dat werk, dus bleef ik mijn zoektocht verderzetten. Ik wil hier, nu ik kan, de kans grijpen om serieus te werken en een spaarboekje op te bouwen voor mijn latere rondreis doorheen de west- en oostkust. Onlangs is er iets nieuws uit de bus gevallen. Ik kan binnen een aantal dagen starten in een marketingbedrijf (de naam ontglipt me nu even). In het callcenter zal ik mensen opbellen en hen een enquete afnemen. Daar zal ik van maandag tot zaterdag werken van negen tot vier, on dan 's avonds klanten te bedienen in Outback Jacks. Ik hoop dit toch minstens een maand vol te houden, al besef ik wel dat dit lastig zal zijn. Maar het wekelijkse loon zal me wel kunnen motiveren, denk ik! Perth bevalt me wel. Het is de aangenaamste, kleine stad die ik tot nu toe hier bezocht heb. De stad is nog volop in ontwikkeling. Overal waar je kijkt, zijn er werken bezig. Straten worden hernieuwd, gebouwen worden gerestaureerd en vooral de wolkenkrabbers groeien steeds hoger en hoger. Toch hangt er hier een gezellige en toffe, sociale sfeer. Centraalgelegen in Northbridge, twee minuutjes wandelen vanuit de hostel, vind je een klein parkje met een reuzentv. Daarop tonen ze vanalles en nog wat, 24 uur lang, zeven op zeven. Momenteel staat de World Cup centraal. Elke avond (de matchen worden hier getoond om 21.30 en 02.30 uur) loopt het pleintje vol met voetbalfans en hoor je een uurenhalf lang gejuich of geboehoe. Ambiance troef! Momenteel ben ik een klein beetje jaloers op de Belgische temperaturen! Hier is immers de winter volop aangebroken. Begin juni begon het 's avonds wat frisser te worden maar overdag kregen we nog steeds twintig tot vijfentwintig graden. Nu zitten we echter in de koudste periode. Wanneer de zon verdwijnt, daalt de temperatuur tot vijf graden. Straalt de zon aan de hemel, dan krijgen we overdag toch slechts een absoluut maximum van twintig graden meer. Een trui wordt nu met andere woorden vereist!
Foto's volgen!
Weetjes: - Outback Jacks profileert zich een beetje als een sfeervolle countryplaats waar plezier troef is. Daarom moeten wij als personeel niet enkel een cowboyhoed dragen, we moeten onszelf ook af en toe een beetje belachelijk maken! Wil mijn klant een biefstukuitdaging aangaan, dan moet ik met een bel naar de tafel gaan, veel lawaai maken en schreeuwen dat de biefstukuitdaging begint aan die tafel, NIET LEUK! Wat we echter helemaal niet graag doen, gebeurt elke avond rond acht uur. Dan is het loterij en kan de winnaar zijn maal terugbetaald winnen. De baas duidt een personeelslid aan die dan in het midden van het (groot) restaurant op een stoel moet staan, met de bel veel lawaai maken tot iedereen naar je kijkt en stil is, en dan roepen dat de loterij start om vervolgens de winnaar bekend te maken. En ja, ik heb dat toch al een goed aantal keren moeten doen, tssss! Is er een verjaardag, dan verzamelt al het personeel zich om al klappend van de bar naar de tafel te marcheren en een liedje te zingen. Dat valt nog het beste mee. Ik ben blij dat jullie dat allemaal niet kunnen aanschouwen! - Zowel op het werk, als in de hostel, doe ik mee aan een World Cup sweepstake. Dat is een soort weddenschap. Alle voetbalteams belanden op een briefje in een doos en voor tien dollar mag je twee teams trekken. Wint je team de finale dan win je al het geld in de pot. Ik heb volgende vier teams getrokken: Cameroon, Urugay, Portugal, Servie. Duimen vor Uruguay en Portugal alstublieft!!!
Darwin, de enige Australische stad die tijdens WOII werd gebombardeerd, een kleine stad aan een verraderlijke oceaan, een gezellige stad waarin ik vijf dagen heb rondgeneusd.
De aankomst in Darwin voelde als een ware verademing aan na drie weken van kamperen met weinig slaap door ofwel de koude of de hitte. We checkten met zijn allen in de Frogshollow Backpackers in. Die eerste namiddag namen we onmiddellijk een duik in het hostelzwembad en bleven er luieren tot we onze magen hoorden knorren. 's Avonds gebruikten we ons hostelticket voor een gratis en verbazingwekkend heerlijk maal in een lokale pub. Dat was het begin van een vijfdaagse, avondlijke traditie. Zeer goedkoop, ware het niet dat we na ons etentje telkens in de pub bleven plakken voor een aantal biertjes, praatjes en danspasjes. De rest van de korte week spendeerden we verkennend in de stad. Darwin is, net als Adelaide, nogal klein. Maar waar Adelaide niet echt een sociaal centrum bleek te hebben, heeft Darwin dit wel. In het centrale gedeelte van de stad vind je de Mall, waar je op je gemakje kan shoppen of een terrasje doen. Na een eindje wandelen kom je terecht aan Mindil Beach, waar we op zondag de avondmarkt bezochten. Na de gezelllige drukte zochten we de rust op aan het strand om er de magische zonsondergang te bekijken, heeeeeel mooi! We zijn niet meer teruggegaan naar dit strand omdat het te heet was en je er geen afkoeling kan vinden! Inderdaad, geen afkoeling in de zee in Darwin. De oceaan wordt hier namelijk bewoond door een gevaarlijk soort kwal. Een beet van deze stouterd op de verkeerde plaats kan onmiddellijke dood veroorzaken. En verstandig als wij zijn, wilden we in dit geval geen onnodige risico's nemen. Dag vier was een afscheidsdag: de eersten besloten hun eigen gangetje te gaan en vlogen die nacht naar Cairns en Perth. Toeval bleek dat een van de reisgenootjes een kanjer van een Queenfish had gevangen dus die belandde die avond op de barbecue. Een perfect laatste avondmaal! In de vooravond van dag vijf nam ikzelf dan afscheid want ik nam die volgende ochtend voor dag en dauw mijn binnenlandse vlucht naar Perth! Hier verblijf ik nu veilig en wel! Een update volgt snel!
Een weetje: In Darwin hebben de meeste hostels een klein zwembaadje voor hun gasten. Dit voelt echter niet als een luxe aan want de temperaturen voelen zo ondraaglijk aan dat je bijna gek zou worden zonder afkoeling. Als de hel ook maar een beetje als dit aanvoelt, ben ik nu voor eeuwig braaf!
Adelaide to Darwin: roadtripping door de Australische Outback!
Zondag twee mei: vier autos, zes Fransen, drie Duitsers, een Italiaan, een Nederlandse (en natuurlijk ook een Belgische), het begin van een roadtrip door de Australische Outback en Nationale parken. Drie weken en 4500 kilometers later arriveerden we hier in Darwin met een rugzak vol onvergetelijke ervaringen en beelden. Hier een poging tot het ordenen van mijnonvergetelijke herinneringen tot een verslag!
We hit the Stuart Highway, de verbindingssnelweg tussen Adelaide en Darwin, na een korte eerste kennismaking en na de aanschaf van massas pasta, rijst, bliketen (jammie), bananen, appels en (een klein beetje?) goedkope alcohol. Alice Springs en Uluru stonden als enige bezichtiging vast op het programma, maar dankzij de inbreng van 12 individuen namen we onderweg af en toe een afslag zodat we in plaats van een, meerdere hoogtepunten konden ervaren.
De Flinders Ranges National Park was er eentje van. In dit paradijs voor wandelaars en klimmers, verplichtten we onszelf St. Mary Peak te beklimmen. Na een drietal uur steil geklim, arriveerden we uitgeput op de kilometerhoge top. Het uitzicht deed ons ons afzien in een oogopslag vergeten. Warm ingeduffeld tegen de koude wind daarboven, smekten we onze boterhammen met kaas razendsnel naar binnen. Na onze afdaling kregen we te horen dat dit een heilige plek is voor de Aboriginals en ze de berg liever niet beklommen zien worden. Met een klein schuldgevoel en kapotte schoenen verlieten ik voldaan ons eerste Nationale Park.
Na de Flinders Ranges veranderde de omgeving al snel. We bevonden ons niet meer in de bewoonde wereld maar op een verlaten snelweg, omringd door (een redelijk groene)woestijn, die oneindig lijkt. We brachten een kort bezoek aan de raketoverblijfselen in Woomera, dat in 1946 de geschikte plaats bleek voor Britse raket- en nucleaire testen. Een bijzonder dorpje, Coober Pedy, kruiste enkele uren later ons pad. Tijdens het naderen van Coober Pedy ondergaat de vlakke woestijn een metamorfose: overal zie je grote gaten, gepaard met zandheuveltjes. De reden voor dit graven is het vuur in de steen: de opal, een kleurrijke schitterende steen waar men al graag wat geld voor inruilt. Niet alleen wij ontdekten dit speciale plaatsje. Internationale filmproducenten gebruikten deze omgeving voor hun end-of-the-world- films zoals Mad Max III, Ground Zero, Pitch Black en Priscilla, Queen of the Desert. Enkele achtergebleven attributen zijn daar het bewijs van, zoals het veel te grote ruimteschip uit Mad Max. De nacht overbrugden we op onze matras in een ondergrondse kamping. Omdat het er zo ondraaglijk heet wordt, bevinden vele huizen, en zelfs kerken, zich ondergronds ter ideale afkoeling.
Na deze toffe tussendoortjes waren we ondertussen al een week verder, want we spendeerden ook veel tijd op de baan. We hadden South-Australie veilig doorkruist en traden The Northern Territory binnen. Niet veel later zagen we in de verte waar onze ogen naar speurden: een KANJER van een rots, temidden in een zee van droogte. We betaalden haastig de ingang tot het Uluru-Kata Tjuta National Park en aanschouwden Uluru (Aboriginal naam), oftewel Ayers Rock (Engelse naam) tijdens zondondergang. We konden onze ogen haast niet geloven dat het waar was wat we hadden gelezen: je ziet Ayers Rock ECHT van kleur veranderen gedurende de zonsondergang. Waar het eerst bruin kleurt, verandert dit naar oranje om dan vervolgens omgetoverd te worden naar steeds dieper en dieper rood. Een memorabel zicht!De volgende ochtend stonden we om zeven uur al terug paraat in het park om dezelfde transformatie, in omgekeerde volgorde weliswaar, te kunnen aanschouwen. Daarna trokken we onze stapschoenen aan om de tien kilometerlange wandeling rond Uluru te voltooien. De rest van de dag spendeerden we aan en in Kata Tjuta, oftewel The Olgas. Dit is een verzameling van 36 reusachtige, ronde rotsen, die schouder aan schouder staan en zo mooie valleien vormen. Met onze stapschoenennog steeds te vriend, waagden we ons aan de Valley of the Winds- wandeling temidden deze rotsen. Een drietal uur later konden we ook bij de Olgas opnieuw de magische kleurverandering bewonderen tijdens zonsondergang. Met alweer een reeks prachtige beelden rijker verlieten we het park en sloten we de avond af met een traditioneel kampvuur, niet zo smakelijk avondmaal en gitaar vergezeld met gezang.
De volgende dag arriveerden we in de levendige outbackstad Alice Springs. Dit is een mooie, traditioneel ogende stad met een jammer probleem. Vele Aboriginals dwalen doelloos rond of zitten de hele dag al drinkend in de parken. Na jarenlange onderdrukking voelde de overheid zich schuldig en besloten ze de oorspronkelijke inwoners een mooie maandelijkse uitkering te geven. Met gebrek aan een doel in hun leven, spenderen velen dit geld hier echter enkel aan alcohol, met alle gevolgen vandien. Als toerist krijg je vaak een gevoel van ongemak wanneer je alweer wordt aangesproken voor tabak of (alcohol)geld. Waarom dit in Alice Springs zon probleem is, ik weet het niet. Maar hier in Darwin ligt dit volledig anders. Hier mengen beide culturen zich met elkaar en is de reintegratie precies moeiteloos verlopen. Na het opladen van de batterijen in Alice Springs, mede dankzij McDonalds (mmmmm, een hamburger na dagen van pasta en rijst), verwerkten we opnieuw wat afstand op de Stuart Highway.
Na een afslag kwamen we bij Kings Canyon aan. Als wandelaars werden we hier beloond met indrukwekkende uitzichten tijdens de Kings Canyon Rim Walk, dat ons na een steile klim naar de top bracht, omringd door een surreeele, bruinrode omgeving. Een afdaling volgde en leidde ons naar de Garden of Eden, een natuurlijk zwembad, ingesloten door rotsen en groen. Een duik in het water deed ons haast bevriezen, maar het was het toch ongetwijfeld waard! Ik kan de schoonheid van Kings Canyon niet in woorden duidelijk maken, maar deze omgeving maakte achteraf gezien echt wel het meeste indruk op me!
Na deze afslag kwam het einde van de roadtrip stilaan in zicht. De laatste twee nationale parken die we wilden bezichtigen waren Kakadu en Litchfield. Deze bevinden zich echter een eind van Kings Canyon dus moesten we een aantal saaie dagen van autorijden overbruggen. Een aantal kleine plekjes bezorgden ons echter een aangename afwisseling. Zo bezochten we de beroemde Daly Waters Pub, een kitsch cafeetje, bezaaid met prulletjes die bezoekers er mogen achterlaten! Wij beschreven een T-shirt en maken nu ook deel uit van de decoratie! Mataranka, een aantal honderd kilometers verder, bracht ons afkoeling in de hitte die ondertussen steeds ondraaglijker begon te worden. We trokken de zwemkleren aan en sprongen in een natuurlijk warmwaterzwembad. We relaxten in helblauw water, met het geluid van ritselende bladeren op de achtergrond. De volgende morgen herhaalden we dit leuke scenario alvorens opnieuw verveeld te geraken op de Stuart Highway.
Kakadu, EINDELIJK! We keken zo naar deze climax uit! Dit is een van de mooiste nationale parken in Australie, gekenmerkt door zijn natuurlijke zwembaden met adembenemende watervallen. Deze climax veranderde jammer genoeg in een anticlimax toen we te horen kregen dat vele wegen en een aantal zwembaden in het park gesloten waren door de regenval. Normaalgezien begint het droog seizoen in het Noorden in mei, dus we dachten dat we een goede periode hadden uitgekozen. Locals konden ons echter vertellen dat er heel veel regen was gevallen voor die tijd van het jaar, waardoor sommige zandwegen in slechte conditie waren. Naast dat stonden de rivieren en meren nogal hoog, wat het de krokodillen zeer makkelijk maakt om vanuit de zee binnen te zwemmen en een smakelijk hapje van een aanlokkelijk toeristenlichaam te nemen. Onze teleurstelling werd al snel ingetoomd wanneer we de breathtaking zwemwaters te zien kregen. Telkens was er wel iets dat ons uren in die bepaalde plek hield: in het ene bad was het een boom waarvan we konden afspringen, in het andere bad de reuzewaterval en rotsen die het zicht schitterend maakte. Na twee dagen van zwemmen besloten we van omgeving te veranderen om nog wat meer te zwemmen! We trokken naar Litchfield, een kleiner en naar mijn mening minder indrukwekkend park, al zeggen de locals Kaka-dont, Litchfield do.Daar besloten we na een dag en een half te vertrekken na een schrik in het mooiste meer. We zagen een slang rondzwemmen in de ondiepe waters, wat eers wel leuk om te zien was. Het werd echter minder leuk toen we de slang in de diepere zwemwaters zagen glippen! Al vlug zag je niemand meer in het water! En dit was zo goed als het einde van de trip!
De tijd om de roadtrip te beeindigen was aangebroken, we konden het allemaal voelen! De laatste dagen was de hitte zo ondraaglijk dat het op ons humeur werkte. Omdat het nat seizoen in zijn verlenging was, voelde het nog steeds ontzettend doef aan. De kleinste inspanning, zoals een minuutje klimmen, deed het zweet letterlijk van je gezicht druppen. We voelden ons op geen enkel moment van de dag fris (behalve in het water natuurlijk), zelfs niet s nachts. Waar het in de woestijn ijskoud wordt na zonsondergang, koelt het in the Northern Territory niet af! Het kamperen werd met andere woorden een last. Moe, maar met een voldaan gevoel, reden we richting Darwin, waar we allemaal samen in een hostel incheckten!
Hier praatten we nog elke avond na over wat we samen beleefd hebben!
Weetjes, weetjes, en nog eens weetjes!
-Slaapkledij in de woestijn: twee paar kousen, een lange broek, een topje, een trui, nog een trui, nog een trui, twee dekens, En dan uiteindelijk nog een beetje koud hebben!
-Slaapkledij in de Northern Territory: niets En dan uiteindelijk nog veel te warm hebben!
-Nog nooit heeft een boterham met kaas me zo erg gesmaakt als na de kilometerlange klim alvorens St Mary Peak te bereiken.
-In Kakadu was zoveel gesloten omwille van krokodilgevaar! Maar na uren en uren krokodilspotting, bleven we op onze honger zitten! Toch hielden we een veilige afstand van riviertjes tijdens het kamperen! En dit bleek terecht! Een reisgenootje stond snachts op voor een plasje en zag tot zijn grote schrik opeens twee kanjers in de rivier duiken!
-Wie al een bittere haat heeft ten opzichte van vliegen, zal ongetwijfeld compleet gek worden in de woestijn. De vliegen komen met zwermen om je heen vliegen en je gezicht is nooit vrij van minstens zes exemplaren! Ons vliegennetje bleek op dat moment zeer welkom!
-Nog erger dan de vliegen, waren de bloeddorstige muggen. Zonder muggenspray red je het hier niet. Op een bepaald moment voelde ik de ene steek na de andere op mijn blote benen. Ik scheen de lamp naar beneden en telde in totaal negen exemplaren!
-Tijdens het kamperen hadden we af en toe prachtige zichten: een spierwit zoutmeer, een mistige heuvel, miniriviertjes,
-Baramundivis is een lokale specialiteit en tevens heerlijk!
-Plan op voorhand wanneer je moet bijtanken want soms vind je onderweg niets voor een paar honderd kilometers!
-In de Northern Territory krijgt de chauffeur gratis koffie in tankstations, een initiatief van de overheid om vermoeidheid tijdens het rijden wat tegen te gaan! Nooit vroeg iemand zich af hoe vier autos twaalf chauffeurs tegelijkertijd kon hebben!
-De vrachtwagens, aka roadtrains, zijn stoere ogende exemplaren!
-Op een zekere avond vonden we geen overdekte kampeerplaats tijdens de stortregen. Wat we wel vonden was een ruim publiek toilet dus besloten we daarin te slapen. Probleempje: het toilet hing vol met spinnen! Ik heb die avond in de auto geslapen!
-Over spinnen gesproken, Australie kent hier reuzenexemplaren! Tijdens een wandeling in de MacDonald Ranges zagen we de ene kanjer na de andere in de bomen hangen, GRIEZELIG!
-Het geloof van de Aboriginals zorgt voor een aantal prachtige verhalen. Hun geloof zegt dat de wereld zoals ze nu is, ontstaan is door de dieren en natuurkrachten. Zo is de Katherine Rivier ontstaan door de slang (ik ben haar naam vergeten) die er rustte met haar waterzakken en werd overmeesterd door een groep vogels die dorst hadden. Ze prikten echter de zakken kapot waardoor al het water wegstroomde en de Katherine Rivier ontstond.
-Ik heb geprobeerd om dit verslag niet te lang te maken! Dit is dus niet gelukt, al heb ik me serieus ingehouden! Ik kan hier gemakkelijk nog een aantal paginas neerpennen!
-Ik bespaar je deze miserie en zeg hierbij: tot later!
Meer dan een maand verstreken zonder nieuws, maar hier ben ik terug! Nog steeds gezond en wel, nog steeds veel plezier! Een verslagje vanuit Adelaide, South Australia!
Yes, ik heb St. Kilda, Melbourne, uiteindelijk toch verlaten. Ik bleef er wat langer omdat ik opnieuw toffe mensen rond me had. Maar Melbourne werd doods omdat het winterseizoen aanbrak. Dus zette ik toch de stap... Na een tijdje gewerkt te hebben als promogirl voor het touragentschap Peterpans, gebruikte ik mijn welverdiende geld voor een busticket naar Adelaide. Na tien uur kwam ik er zondagmorgen om zes uur aan. Toevallig was Tyler, een Amerikaanse reisgenoot, hier ook beland! Samen met hem en zijn mama bezocht ik Kangaroo Island Dit is een prachtig eiland gekend om zijn natuur: woeste waters die met uitzonderlijke kracht tegen de rotsen slaan, zeehonden en zeeleeuwen, uniek wildleven, kleurrijke vogels,... We reden vele kilometers en putten ons fototoestel uit. Bij gebrek aan tijd kan ik niet veel meer over Kangaroo Island vertellen, maar ik verwijs graag naar de foto's (zie hieronder). Als kort besluit kan ik enkel zeggen dat dit eiland ontzettend de moeite waard is en ik raad het hier iedereen aan! Na twee nachten bevonden we ons op woensdag terug in Adelaide. Ik zei vaarwel tegen Tyler (die terug naar Melbourne trok) en was opnieuw op mijn eentje. Ik verkende de stad op donderdag en vrijdag en vond die persoonlijk niet echt de moeite. Adelaide is klein en levenloos. Ik besloot dan maar terug andere oorden op te zoeken. Ik bekeek vervoer en uitstappen naar Alice Springs en amai, ik was geschokt toen ik de prijs te horen kreeg! Ik bekeek dan de optie om een auto naar Darwin te brengen voor een automaatschappij, wat wel zeer goedkoop was. Een probleempje: ik was op mijn eentje en voelde me helemaal niet zeker op deze wegen. Ik liet dit idee dan ook maar vallen. Ik had me al neergelegd bij de gedachte dat ik misschien wat langer in Adelaide zou moeten blijven. MAAR, waarom ben ik dan zo gehaast momenteel? Wel, binnen een uurtje vertrek ik op roadtrip naar Darwin, samen met 12 medejongeren in 4 auto's!!! Heel toevallig kwam dit geschenk uit de hemel gevallen! Ik zag een sign op de hostelboard van een Frans koppel die naar Darwin reed. Ze nodigden anderen uit om hen met hun auto te vergezellen onder het motto: 'hoe meer volk, hoe leutiger!' Ik dacht bij mezelf: "Misschien hebben ze wel een plaatsje vrij in de auto", dus belde ik hen op! En ja hoor, dat was geregeld! In ruil voor mijn bijdrage in de benzinekosten werd ik de dertiende persoon in de groep. Het is nu zondag en we vertrekken om half tien op doorreis naar Darwin. We rijden langs de outback, passeren Alice Springs en zullen onze tijd nemen om overal te stoppen en te gaan sightseeing. We plannen binnen een drietal weken in Darwin te arriveren. Ik ben zooooooooooo blij!!! Vanuit Darwin zal ik dan naar Perth vliegen waar ik me opnieuw ga settelen en werken.
Tot binnen een maand met ongetwijfeld veel te vertellen en te tonen!
Weetjes: - Ik heb me hier echt gehaast dus mijn taal zal niet zijn wat het moet zijn: knijp een oogje toe! - Ik heb voor het eerst haai gegeten en het smaakte me! - Aan kangoeroe moet ik me nog wagen!
Na een maandje van arbeid werd het opnieuw tijd om te gaan sightseeing. Vooral voor Sam dan, want die vertoeft vanaf volgende week terug in Engeland. We verlieten de Whitfield Pub en zeiden onze goodbyes aan de ondertussen welgekende locals. De Great Ocean Road stond als nummer een op ons programma. Dat is een 300 km lange kustweg die bekend staat om zijn betoverende rotsformaties in de zee. Sam en ik huurden een van voor drie dagen en trokken op roadtrip. De eerste uren reed hij vooral; ik zag het niet zo goed zitten. Eens op de minder drukke Ocean Road, durfde ik me wagen aan het links rijden. Ging dat vlotjes? Geen commentaar... Laten we het zo zeggen: ik heb op die drie dagen slechts een vijftal uurtjes achter het stuur gezeten. We vulden onze dagen efficient in: we stonden op om 7 uur en gingen na zonsondergang slapen om geen daglicht te verliezen. De Great Ocean Road is prachtig van begin tot einde, en de uitzichten worden er steeds indrukwekkender op hoe verder de trip vordert. We passeerden Torquay en Anglesia, bewonderden de Erskine Falls in het mooie Lorne, campeerden voor de nacht in Apollo Bay, bezochten de lighthouse in Cape Otway en arriveerden tijdens dag twee in Port Campbell National Park. Dit was ongetwijfeld de climax van de trip. Toen we eindelijk de fameuze Twelve Apostels (jammer genoeg zijn er nu slechts vijf over) aanschouwden, werden we toch eventjes stil: wat een magisch uitzicht! In Port Campbell bekeken we ook nog de Loch Ard Gorge en London Bridge en dat was zo goed als het einde van de Ocean Road. Dat was dag twee dus we hadden nog de volledige volgende dag en nacht onze camperwagen ter beschikking. We bekeken de kaart en ontdekten dat we genoeg tijd hadden om ook de Grampians te bezoeken. Dit is een verzameling bergen gekend om zijn unieke fauna en flora, rotsformaties, watervallen en Aboriginal rotstekeningen. Na een rit van drie tot vier uur, kwamen we net voor zonsondergang in het centrum van de Grampians aan: Halls Gap. Dag drie leverde ook een aantal mooie beelden op. We bezochten McKenzie Falls, Reed Lookout, Borora Lookout en Bunjis shelter waar we een oude Aboriginal rotsschilderij konden bekijken. Ik zag mijn eerste koala en streelde zijn zachte velletje. We trokken fotos van de eerste hudde kangoeroes die we tegenkwamen. Overenthousiast probeerden we er zo dicht mogelijk bij te geraken. Wisten we toen veel dat we constant kangoeroes zouden tegenkomen voor de rest van de dag. Tijdens de avond moesten we zelfs serieus onze snelheid aanpassen want af en toe vind je ze op het midden van de weg. Na 1000 kilometers en honderden foto's eindigde onze roadtrip en kwamen we terug in St. Kilda aan.
Hoe ziet de nabije toekomst er nu voor mij uit? Mijn tijdelijk reisgenootje verlaat Australie dus ik ben opnieuw op mijn eentje. Hier in de Coffeepalace heb ik echter nieuwe vrienden leren kennen, dus ben ik geneigd om hier nog wat langer te blijven. So that means jobhunting again! Vind ik niet direct een job, dan wil ik mijn tijd hier niet verspillen en trek ik naar een andere stad.
Een kort berichtje over mijn ervaringen in Whitfield!
Mijn eerste week in de Whitfield Pub is achter de rug. De eerste twee dagen voelde ik me nogal onzeker omdat ik alles, en dan bedoel ik letterlijk ALLES, nog moest leren. Ik herkende geen enkele biersoort, behalve de geimporteerde Stella en Hoegaarden . Ik wist het onderscheid, noch de Engelse namen, van de bierglazen. Ik verstond de Australische gewoonte niet van het 'lege glas op de toog zetten' (d.w.z. 'ik maak er geen woorden aan vuil, geef me gewoon een nieuwe pint'). Achteraf gezien bleek die onzekerheid onnodig want vanaf maandag sta ik nu altijd alleen in de pub terwijl de eigenaars, Annie en Bruce, wat klusjes rond het huis opknappen. Heel veel klanten komen er nooit, met uitzondering van de locals en een aantal toeristen op doorreis. Ik hoef me dus niet dood te werken, integendeel! Ik geniet echt van deze job: relaxte atmosfeer, nieuwe ervaringen, vriendelijke mensen leren kennen,... Het is een ideale eerste barjob die me voor de rest van dit jaar ongetwijfeld nog van pas zal komen. Voorheen kon ik immers niet solliciteren voor barjobs omdat deze altijd ervaring vereisten. Daarnaast blijf ik maar telefoonnummers krijgen van mensen die me in een andere Australische staat aan een job kunnen helpen. Dat is altijd handig natuurlijk! In mijn vrije tijd lees ik want er is hier niets anders te doen. Het dorpje Whitfield kan ik beschrijven als een honderd meter lange straat met een aantal huisjes. Woensdag kregen we al een dagje vrij van de vriendelijke, zorgzame en oprechte Bruce en Annie. Ze raadden ons aan om de bus te nemen naar Warrangetta. Die bus komt slechts drie maal per week dus we moesten ervan profiteren. We verschoten ons een ongeluk toen we van de buschauffeur een handgeschreven briefje kregen ter bewijs van betaling (zie foto). We verschoten ons een tweede maal een ongeluk toen de bus opeens op de oprit van een huis reed (zie foto). Blijkbaar is het normaal dat de chauffeur eventjes stopt om een praatje te slaan met een buurtbewoner. De rest van de busrit keek ik uit op een prachtig stukje natuur (zie foto's): weilanden en heuvels everywhere in this middle of nowhereland! Na een uur kwamen we in Warrangetta aan om daar vast te stellen dat het centrum een blok van vier kleine straatjes is. Maar dit is voor de Whitfieldbewoners de dichtste vorm van leven, de plaats om je inkopen te doen want het lokale buurtwinkeltje is duur en heeft slechts een kleine productlijn. Kortom: ik stel het hier heel goed, geniet van de nieuwe ervaringen en kan de stilte en rust wel pruimen!
Hier een enthousiaste update over de laatste gebeurtenissen. Dit vanuit Whitfield, King Valley Whine Region, Victoria. In dit verslagje wat info over mijn laatste weken in St. Kilda, de reden van mijn verhuis, een aantal afsluitende weetjes en nieuwe foto's.
So... Zoals ik in vorig berichtje reeds vermeldde, was mijn grootste avontuur tot toen toe de Australian Open.Veel tijd voor sightseeing bleef er niet over aangezien ik druk aan het jobhunting was. Zo vlot verliep dat echter niet. Ik poetste wat in de hostel, wat me gratis accommodatie opleverde. Ik deed ook wat casual work, d.w.z. dat je ergens voor een dagje of twee gaat bijklussen. Maar een 'normale', full-time job kwam er maar niet op de proppen, wat me soms wat zorgen baarde. De zwarte wolkes verdwenen echter vorige week toen ik werd uitgenodigd voor een interview voor een salespositie in Victoria Electricity. Ik werd geselecteerd en mocht er afgelopen dinsdag een salesrep. observeren. Donderdag deed ik dan de trainingsdag die werd afgesloten met twee uur aan de telefoon. De zenuwen gierden door mijn lijf tijdens mijn eerste telefoontje en ik vermoed dat mijn supervisor dat opmerkte aan de trillende telefoonhoorn. Eindelijk had ik een full-time job te pakken! Maar ondertussen had Sam gereageerd op een jobadvertentie van het Mountainview Hotel te Whitfield (www.whitfieldhotel.com). Hij solliciteerde voor de job als chefkok en verwees Bruce, de eigenaar, door naar mij voor de barpositie. Ik verbloemde mijn CV lichtjes want ik heb geen ervaring achter de bar. Desondanks besloot Bruce me toch een kans te geven en nodigde me daarom uit voor een probeerweekend dit weekend. Na een treinrit van twee en een half uur pikte Annie, Bruces vrouw, me op in het station. Ze vertelde me over Ned Kelly (voor de nieuwsgierigen: zie internet) en na een uur in de auto kwamen we in de wijnstreek Whitfield aan. Ik werd naar de Whitfield Pub begeleid en er onmiddellijk voor de leeuwen gegooid. Deze leeuwen waren ontzettend angstaanjagend en vermomd in de vorm van: 1. een honderdtal verschillende drankmerken en -combinaties die me onbekend zijn, 2. volledig andere glazen dan in Belgie met namen waarvan ik nog nooit heb gehoord, 3. bier moeten tappen (wat ik nog nooit heb gedaan) terwijl de baas staat te kijken. Mijn gebrek aan ervaring kon ik dus onmogelijk verbergen. Totaal tegen mijn verwachtingen in vertelde Bruce me dat ik mocht blijven. Hij vond mijn omgang met klanten uitstekend en vertrouwde erin dat ik de zaken snel zou kunnen oppikken. JOEPIE! Victoria Electricity zal morgen (maandag) zijn nieuwkomertje al kwijt zijn. Ik zou gek zijn indien ik deze job niet zou aanvaarden want het is er eentje uit de duizend. Eentje dat niet zo vaak voorkomt en waarvan vele backpackers enkel kunnen dromen. We krijgen hier gratis onderdak en eten, wat de grootste kosten zijn. Daarbovenop krijgen we een uurloon betaald dat hoger ligt dan het gemiddelde. Dus sparen lijkt opeens niet meer zo onmogelijk, integendeel! Met zo goed als geen uitgaven, zal onze bankrekening kunnen aandikken. We zijn met ons g*t in de boter gevallen. Iets anders nu... De laatste week in St. Kilda was heel tof. St. Kilda festival vond plaats, wat naast een gay-parade, ook een grote massa mensen en verschillende activiteiten en bands naar het kustdorpje bracht. Daarnaast was het afgelopen donderdag ook nog eens ladiesnight in een lokale pub. En niet zomaar een ladies night, neen, eentje dat gehost werd door Paul O'Brien. Dit doet geen belletje rinkelen? Het volgende zal de Home-and-Awaykijkers ongetwijfeld wel bekend in de oren klinken: JACK HOLDEN, Summer Bay Police, lekker ding! Na een paar drankjes in de pub stapte ik erop af, sloeg een praatje, nog eentje, nog eentje en dan ... foto's!
Wist je dat: - I love Australia, - Whitfield een minuscuul dorpje is, het slechts 200 inwoners heeft, een klein buurtwinkeltje en een pub, - een drukke dag in de Whitfield Pub wil zeggen dat er bijna 50 klanten zijn geweest, - er hier geen GSMbereik is, - Engelse vrienden me serieus uitgelachen hebben om mijn rijbewijs omdat het slechts een stukje papier is en ze dit nog nooit hebben gezien, - een Engels rijbewijs dezelfde kaart is als hun ID. - meeste mensen Belgisch bier en chocolade kennen maar nog nooit van een frietkot hebben gehoord en niet begrijpen waarover ik spreek, - deze mensen niet beseffen wat ze missen!