Bingo!
Onze trouwe Marie-Louise Fiers uit Serskamp heeft een winnend recept! Haar "bruine vlaai" werd zopas geselecteerd door FARO, Vlaams steunpunt voor erfgoed. Proficiat Marie-Louise, we delen jouw recept hier op de blog, wij zij fier op onze Fiers!
Breng alle ingrediënten in een grote
kom en maak fijn met de staafmixer. Giet het mengsel in een
bakvorm (geschikt voor de microgolfoven) en plaats het in de microgolf
op 750 watt gedurende 10 minuten. Opnieuw mixen (in de bakvorm). Nogmaals
10 minuten in de microgolfoven op 750 watt. Tijd en wattage kunnen
variëren naargelang de oven. Vlaaien laten
afkoelen. MMMM!
blog van 'week van de vrije smaak' Eetcultuur, is dat alleen voor foodies of ook dieet-connaisseurs? In deze blog vergelijken we eten, diëten, proeven, prutsen en nog veel meer.
15-06-2014
BRAINFOOD -voedsel voor het brein- nieuwe thema Week van de VRIJE Smaak 13-23 nov 2014
Vrije wil ontmoet eetdrang! Dat is één van de mogelijke invullingen van het thema. Er is zo'n gezegde: "elk pond gaat door de mond". Voor iedere hap moeten we arm, hand, vingers bewegen om het voedsel in het bekje te krijgen. Maar is het niet ons brein dat arm, hand, vingers beveelt? Of wat? Ons oer-instinct schijnt verantwoordelijk te zijn. Zoveel tijd nà de oermens staan we nog steeds geprogrammeerd op volschransen als er voedsel voorhanden is. In tijden van onregelmatige en onvoorspelbare voedselvoorziening was dat een overlevingsstrategie. Maar tegenwoordig is niet schaarste het probleem, maar overvloed. Er is genoeg, zelfs teveel - althans in onze contreien. Mensen zijn eerder te dik dan dat ze hongerig kùnnen zijn. En wanneer te veel vetten en suikers dat mondje ingetild worden, kan de perverse situatie ontstaan dat iemand met overgewicht toch onder- of ongezond gevoed is. We zijn evolutionair duidelijk nog niet aangepast aan de gewijzigde omstandigheden. De redding moet dus liggen bij onze hersenen, ttz onze vrije wil, het bewustzijn om instinct te beheersen. Zie voor tips rond dit thema Brainfood: www.weekvandevrijesmaak.be
15-06-2014 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:Aviva's Blog Tags:brainfood, week van de smaak, week van de vrije smaak
Nodig: 1 liter artisanaal vanille ijs; een blik kleine airelles op siroop
Zeef de airelles zodat je de siroop apart hebt. Vries die siroop apart in (in een plastieken zakje op zo. Voeg aan de airelles ondertussen een scheutje drank toe (experimenteer naargelang je eigen smaak met een scheutje rode wijn, een scheutje brandy of rum of laat dit element weg als er kindjes mee-eten). Verhakkel de ingevroren siroop tot brokjes of ijsschilfers. Roer met stevige hand de (alcoholische) airelles door het vanilleijs (dat je een beetje zacht hebt laten worden maar niet helemaal laten smelten natuurlijk), en doe daarna hetzelfde met de siroopschilfers. Zet opnieuw in de diepvries om te verharden. Dit ijs is verrukkelijk én kan behalve als nagerecht eigenlijk ook superorgineel BIJ de hoofdschotel van wild. En nog origineler: maak flensjes gevuld met kalkoenreepjes en presenteer een bolletje van dit ijs erbovenop.
Trou américain
In plaats van de klassieke 'trou normand' is het hier américain omdat cranberries wel met Amerika geassocieerd worden :) Nodig : 1 zakje verse cranberries (diepvries kan ook); 4 dl koolzuurhoudend mineraalwater; 50 gram witte basterdsuiker
Pureer de gestoofde cranberry's, het mineraalwater en de witte basterdsuiker tot een glad sorbetmengsel (eventueel ook zeven). Draai het mengsel in een ijsmachine in circa 35 minuten tot ijs. Geen ijsmachine? Dan gewoon laten invriezen in bakje, dan wordt het een granité die je daarna schraapt. Graag makkelijker? Koop cranberry-sap en vries het in de ijsmachine in. Presenteer een bolletje cranberrysorbet in een flute-glas, en schenk er ijskoude cointreau over.
À la Nigella Lawson
Nodig: 1 liter artisanaal vanille ijs voor de veenbessen (cranberry) siroop: 1 1/4 kopje zeer fijne witte suiker; 1 kopje water; 1 pakje verse cranberries (bij gebrek hieraan kan je ook diepvries gebruiken)
Doe de suiker en het water samen in een kookpot en verwarm op lage temperatuur. Eén keer doorroeren bij t begin, niet blijven roeren anders wordt de siroop korrelig. Voeg de cranberries toe en breng aan de kook. Laat doorkoken tot de siroop rood wordt en de bessen ontploffen. Dat kun je bij verse bessen soms wel horen. Naargelang hoeveelheden en versheid ligt die kooktijd ergens tussen 5 en 10 minuten. Klaar! Liefhebbers hebben er ook een kaneelstokje bijgestopt, dat na het koken verwijderd wordt. Serveer deze cranberriesaus lauw over het superkoude vanille ijs
Voor de kindjes, echt roze ijs
Maak hetzelfde recept als Nigella-stijl, zonder de kaneel. Zeef de cranberry puree zeer goed. Verwarm vier kopjes melk los er nog wat suiker in op. Laat afkoelen, voeg er 2 kopje slagroom aan toe, en dan de gezeefde cranberries. Zeker een uur of 2 in de diepvries.
23-12-2013 om 15:20
geschreven door week van de vrije smaak
Speciaal voor de feestdagen bieden wij u als extraatje dé nieuwe
smaak aan die het in 2014 helemaal gaat maken!
Speculoos is al voorbij, en cuberdon was zooooo 2013 - volgens onze dames
wordt cranberry(veenbes) dé trend van 2014. Op onze culinaire blog alhier vroegen wij geheel in ons IJS-thema van de
voorbije Week van de Vrije Smaak welke ijsjessmaak het verdient om de hype
van speculoos en cuberdon op te volgen. Er werd geaarzeld over blauwe bessen
(drie keer raden waarom) maar uiteindelijk werden het rode (!) bessen, meer
specifiek cranberries, in onze contreien veenbessen genaamd.
Evelyne Van de Steene uit Duffel, die ons deze smaak aanreikte, mocht onze
jaarlijkse Prijs van de Vrije Smaak in ontvangst nemen, een etentje bij een
sterrenchef.
20-12-2013 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
Zopas werd in Londen de eerste proefsessie georganiseerd voor kunstvlees.
Hoewel die term technisch niet helemaal juist is, maar tsja, zoals
men er over schrijft zo is de waarheid. Proefbuisbaby is ook
niet de technisch correcte term, en frankensteintomaten nog veel
minder. Opvallend is ook dat deze welhaast koninklijke voorproevers
geen klassieke chefs noch klassieke gastrojournalisten (sic) waren,
maar voedingsspecialisten en bloggers. Het in-vitro vlees vertrekt
van een flintertje spierweefsel van een koe, dat in vloeistof gaat
groeien, en groeien, en groeien, cel voor cel. Ongeveer ook de
methode waarmee uit stamcellen nieuwe huid gekweekt wordt voor
brandwonden. Een stap vooruit voor de mensheid, juicht de
wetenschapper van de universiteit van Maastricht.
Bon,
de proefsessie dus. Denk niet dat het daar in Londen een
persconferentie was waar het hele journaille tot oververzadiging
gevoerd werd met het nieuwe wonderproduct. Twéé uitverkorenen, u
leest het goed, mochten één (u leest het wederom goed) hamburger
proeven. Niet eens élk één, maar samen één. En dan was het nog
de bedoeling dat de Hollandse uitvinder de restjes mee naar
huis zou nemen zodat zijn kinderen ook eens konden proeven. Nou
moe, een wetenschappelijke wereldprimeur met de allure van een
Hollandse vergadermaaltijd, het glas karnemelk ontbrak nog net.
Wat kun je ook verwachten, smaalde een vriendin, van een volk dat ook
kroketten uit de muur eet. Ineens zag ik het beeld voor me: heel
Afrika volgebouwd met muren van stamcellen-hamburger-kastjes. Wow
ineens werk (muren bouwen) én eten (stamcellenvlees) voor een heel
continent.
Want de ambitie is, nu weer even ernstig, wel degelijk dit: de honger uit
de wereld helpen én tegelijk het milieu minder belasten. Het verhaal
dat één koe zoveel broeikasgas veroorzaakt dan één auto, en voetafdruk wordt natuurlijk ook genoemd. En dat
minder koeien/schapen/varkens dus meer plààts ruimen. Voor wat
eigenlijk? Voor spelende kinderen misschien, of gewoon teruggeven aan
de natuur, hoorde ik de wetenschapper in alle ernst zeggen. Toch even
narekenen hoor, dat verhaal. Die vrijgekomen velden misschien toch
eerder benutten voor niet-vlezige oogsten, zou ik zeggen, want met de
graanschuren van de wereld is ook nog wel iets mis, en niet alle
beesten kun je afschaffen want ze leveren behalve vlees ook nog
melk al zijn het dan wel niet dezèlfde beesten die dat doen,
maar kom u ziet wat ik bedoel: dat alles met alles te maken heeft, en
dat er nooit één oplossing is voor een complexe situatie.
Winston
Churchill had 50 jaar geleden al een meer holistische kijk op het
probleem, een probleem dat met de komst van dit stamcellenvlees niet
opgelost is. Hij poneerde toen de geestigheid dat de dag moest
komen waar we zouden ontsnappen aan de absurditeit dat we een hele
kip moeten kweken om er vervolgens enkel de borst of de bil van te
willen eten, door deze onderdelen apart te kweken zonder de rest
van de kip erbij. Maar de in-vitroburger is het omgekeerde verhaal:
het zijn enkel de stukken die we nu al niet willen voor eerste klas
consumptie die ze nu kunnen bijmaken, m.a.w. niet de borsten en
billen, maar al de rest dat, tot gehakt vermalen, moet dienen als
vormeloze proteïne op pizzas en in lasagne én natuurlijk als
hamburger.
Vreemd toch ook, schoot het door mijn hoofd, dat hamburgervlees de norm is
geworden. Dat het streven van de wetenschappers niet was om
smakelijke lamskoteletjes na te maken. Ik laat me uitleggen dat dit
een hogere moeilijkheidsgraad is, andere textuur bijvoorbeeld, dan
moet men niet enkel de proteïnemassa maken maar ook de dooradering
etc. etc., Het kan misschien in een heel andere fase. Maar nu is het
eerder gericht op een lookalike van alreeds onherkenbaar ogend
gehakt te maken, eventueel voor massaconsumptie, en zeker voor de
doorsnee mensen er aanvaardbaar uitziend. Het
is cruciaal, hoorde ik van de wetenschapper, dat het de look, feel
and taste of the real thing heeft. Oh, Coca-Cola dus? Nee, van een
échte hamburger. Maar dat is het m nou net, er is niets echt aan
een hamburger. Maar aanvaardbaar, dat wordt dus geassocieerd met een hamburger, het
ongezonde vreten van de jeugdcultuur, de Amerikaanse vleesgeworden
droom van niet westerlingen, hongerend of niet. Zon Hollander had
ook op het idee kunnen komen om kriekskes met frikadellen of een
oeroude gehaktbal te laten proeven bij die eerste try-out, of zelfs
een bitterbal of een mora-snack Misschien had de foodblogger een
ballonnetje kunnen oplaten om heel wat R&R geld voor die perfecte
hamburgerlook te sparen, door te gaan voor een runderzalfje à la
Ferran Adria.
Of op te werpen dat er al soya-alternatieven bestaan voor vlees, die er
beter in slagen de smaaktest te halen. Maar neen, een hamburger werd het. Dat zegt toch écht wel meer dan wat
het zegt! Ach, laat ik het positief bekijken en hopen dat deze
openlijke liefdesverklaring aan MacD tot gevolg zal hebben dat voor
iedere in-vitroburger die de fastfoodgiganten in de toekomst in
westerse keeltjes proppen, er ook telkens eentje gràtis naar een
hongerend kindje gaat. Dat is het enige mogelijke excuus voor zon
schaamteloze hamburgerflirt op tv.
Aviva D.
06-08-2013 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
Hier komen echt "yummie" foto's die JULLIE
ons sturen. Van nu tot eind november is het thema "ijs". De foto's wisselen
wekelijks, dus blijf maar sturen! Je kan dat doen via de DROPBOX hiernaast in de linkerkolom. In
november verloten we onder de inzenders mooie cocktailboeken.
30-05-2013 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
Je leest wel eens, zowel in de vrouwenbladen als in de boekskes over nieuwe modes in dieetgedrag, en vooral dan hoe filmsterren daar de trendsetters zijn. Het Raw Food dieet maakt zo al een tijdje opgang, met actrice Demi Moore en ontwerpster Donna Karan als iconen. Trouwens zij beweren dat het geen dieet is, maar "een manier van leven". Een die zeker en vast teruggrijpt naar vroeger, evenwel héél wat vroeger dan grootmoeders keuken, eerder terug naar de oertijd. Darwin en Dirk Graulans liggen in een deuk wanneer ze horen hoe de voorvader-jager er met de (wilde) haren bijgesleept wordt om de hippe trend van rauw voedsel uit te leggen. Trendwatchers en sociologen kijken dan weer naar andere elementen. In "De Jeugd is Tegenwoordig" komen Pedro De Bruyckere en Bert Smits tot best interessante bevindingen. Jongeren wijzen af wat vorige generaties precies als stoer en ontvoogdend ervoeren: roken en drinken. De ouders vinden hen zelfs braaf en boring, en worden soms een beetje iebelig van, misschien omdat ze toch wel aanvoelen dat er een veroordeling van hun eigen levensstijl aan vast hangt. En dat blijkt inderdaad te kloppen: gezond en braaf leven is juist de nieuwe rebellie. Ook het verwerpen van vlees eten hoort daarbij. Willen ze vegetarischer en rauwer leven uit eigenbelang, zoals de filmsterren en modellen die obsessioneel met zichzelf bezig zijn? Of doen ze dit omdat ze zo groen zijn, zo begaan met de eigen ecologische voetafdruk die ze nalaten? Geen van beiden als je de trendwatchers mag geloven: het is vooral een nieuw wij-gevoel dat de drijvende factor is. Het gevoel een nieuwe groep te vormen die het beter weet dan de vorige groep, de groep die nu eens wél de planeet gaat redden, ja ook dat speelt mee, maar bovenal is het wij-gevoel.
De tendens is er al in scholen: zijn de ouders nog bezig met ijveren voor halalmaaltijden, dan staan de jongeren eigenlijk al veel verder: zij willen gewoon minder of zelfs géén vlees, en ook vooral: rauw en gezond en daardoor dus stoer en hip. Vleesvervangers, sojaburgers, veggiepizzas en energiedrankjes zien zij als valse imitatiecultuur, ze worden afgedaan als voor doetjes. Wie echt tot de nieuwe in-crowd hoort, gaat voor sapjes en stoere rauwe producten. En daarbij moet je vooral ook niet denken aan alleen maar slappe slaatjes, noch aan macrobiotische toestanden uit de jaren 70. Neen, "gewoon" rauw, zeggen jongeren schouderophalend. Wat moeten we ons daarbij bijvoorbeeld voorstellen? Op het menu staat spaghetti, maar die heeft alleen naar de vorm, slierten, enige gelijkenis. Er worden rauwe courgettes tot slierten verwerkt, en die kunnen met een saus van andere rauwe groenten en wat gehakte noten bijvoorbeeld enige visuele gelijkenis met spaghetti oproepen. Voor een keuken die zegt alle vervangingen af te wijzen, leek het mij toch gek dat ze dit (overigens lekkere) gerechtje dan ook benoemen als spaghetti van courgette. Nou ja, ik blijf mild, want ik vind eigenlijk wel even gek hoe ze in sterrenrestaurants àlles wat dun gesneden gepresenteerd wordt een carpaccio noemen, ja hallo! Het publiek in het rauw-restaurant is jong, jonger, jongst. En niet wat je zou verwachten, niet alleen alternatief uitziende mensen, maar een interessante mix van schooljeugd, fitnessfreaks, bakfietsouders en modevolkje.
De aantrekkingskracht van een divers publiek zorgt voor neveneffecten. De filmsterren krijgen gelijk: van dieet naar levensstijl zorgt voor een succes van smoothiebars en restaurants waar je enkel rauwe menus kan voorgeschoteld krijgen. Het Antwerpse vlaggenschip "Eten Vol Leven" staat in alle magazines en alle blogs aanbevolen als de nieuwste place to be. De superdure merken van keukenrobots en blenders ontdekken, na de huisvrouwen en de hobbykoks, een nieuwe markt: die van de rauwe gasten. De filmsterren zoeken inmiddels alweer naar iets nieuws. Maar de marketeers hebben voorlopig nog wel een kluif aan de rauwe levenshouding van jongeren.
18-03-2013 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
Jong en
oud, iedereen is zot van ijs. Maar hoe lang bestaat ijs nu al? En onder welke
vorm bestond het vroeger? Even wat opzoekingen gedaan
De
ijshistorie (vat je'm ijshistorie, niet prehistorie:)) begint 5000 geleden, de Chinezen kenden toen al ijs,
Marco Polo beschreef deze Chinese ijsverkopers in zijn dagboeken. Zij
maakten ijsbereidingen op basis van water, melk en andere ingrediënten. Een
zekerheid hierover is er niet, wat we wel weten is dat in de 4e Eeuw
voor onze tijdrekening aan het hof van Alexander de Grote reeds gekoelde nagerechten
en wijnen werden geserveerd. De recipiënten voor deze nagerechten werden
ingegraven in met sneeuw gevulde kuilen en vervolgens met eikenbladeren bedekt
om koude binnen de kuil te houden. Door de geneeskunde in de Antieke Oudheid
werden deze gekoelde dranken verspreid want de Griekse geneesheer Hippocrates
van Cros prees ze aan ter bevordering van het algemeen gevoel van welbehagen.
Zie je wel dat ijs gezond is?! Nu nog zorgen dat we het terugbetaald krijgen van de ziekenkas :)
De
definitieve doorbraak kwam er onder het keizerrijk van Nero: in de rijke
Patriciërswoningen serveerde men oesters op een sneeuwbed en de allereerste
sorbets op basis van honing, rozenwater, hars en vruchten. Klinkt al redelijk
lekker, buiten die hars danJ.
De sneeuw
die ze nodig hadden werd door slaven vanuit de Apennijnen aangevoerd en
vervolgens in sneeuwkuilen bewaard.
Met de
ondergang van het Romeinse Rijk en de daarop volgende donkere Middeleeuwen
raakte de kunst van het ijsbereiding, zoals vele andere dingen, verloren. Gelukkig
brachten de Arabieren deze kunst terug naar Sicilië. Boven op grote hoogte van
de vulkaan Etna was er namelijk genoeg sneeuw en dus basismateriaal voor de
ijsbereiding. En zo komt het dus dat de Italianen, in het bijzonder de
Sicilianen, bekend staan als ijsspecialisten.
Siciliaanse gelata was de eerste ijsbereiding die ons begrip ijsroom het
best benaderde. In 1530 werd in Catana voor het eerst de invriesformule
toegepast: de recipiënten werden met vruchtenmengsels gevuld en vervolgens
overgoten met een vloeistof op basis van water en salpeter. Vanaf dat ogenblik
was de toekomst van het ijsroom verzekerd.
Toen
Catharina De Medici, uit Toscane, huwde met de Franse koning Hendrik II nam zij
haar hele hofhouding mee, en dan vooral koks, mee naar Parijs. Onder die koks
was er een glacier die moest zorgen voor de ijsspecialiteiten van het
bruiloftsdiner, zo waaide het ijsgebruik over van Italië naar Frankrijk.
In de 17e
en 18e eeuw maakten de ijsroom fabrikanten furore in Parijs, Londen
en Berlijn. Een ijsrecept op basis van vruchten en suiker werd door een zekere
Buentalenti bedacht voor het Franse hof. Zijn recept werd als staatsgeheim
bewaard. In 1644 kwam de Franse kok van Karel In van Engeland, Gerard Tirsain,
op het lumineus idee om melk en room toe te voegen aan het recept. Hem werd
eveneens de zwijgplicht opgelegd maar toen hij in 1649 naar Frankrijk
terugkeerde, verkocht hij zijn recept, zijn uitvinding kende groot succes onder
de naam Glace Napolitaine.
Het eerste
ijssalon werd midden de 17e eeuw geopend in Parijs door de Siciliaan
Francesco Procopio Coltelli. Het ijssalon was internationaal bekend. Napoleon,
Chopin, en Voltaire kwamen er over de vloer.
Ijs viel
ook bij de Amerikanen in de smaak, zij vonden als eerste de ijsmachine uit. Een
Amerikaanse huisvrouw, Nancy West, kwam in 1846 op dit idee. Het was een
machine die manueel moest worden aangedreven en werkte op basis van zout en
ijs: de sorbetière!
In 1857
werd zo de eerste ijsroomfabriek in Baltimore ingehuldigd.
Later werd
nog verder gesleuteld aan de ijsroommachines, maar ook aan de recepten.
In Italië
werd de cassata en gramolata vervaardigd, een soort bevroren limonade. In
Wenen maakt men de café Viennois en in Parijs bedacht men de fameuze Pêche
Melba. Vanaf 1900
kwamen de hoorntjes op, ijs op wafeltjes, ijs met chocolade errond, de meeste
van Amerikaanse oorsprong, maar uiteraard zeer welkom ook in Europa! Njamie
In 1927
werd de diepvriezer uitgevonden, dus dan pas barstte de commercialisatie uit in
Europa.
Een hele
weg heeft dat ijs afgelegd om te worden wat het nu is: een zaligheid op een
heerlijke zomerdag! (Ik vind het ook een zaligheid op een winterdag moet ik
toegeven)
Hieronder de eerste ijsmachine en de allernieuwste, lijkt me nu heel wat eenvoudiger te hanteren, misschien binnenkort eens testen voor u...
Gisterenavond
zat ik op hete kolen om te kijken naar de allereerste aflevering van Crème de
la crème. Gezien onze Week van de Vrije Smaak 2013 draait rond het thema ijs
was het toch wel een absolute must om mij te laten onderdompelen in de wereld
van de ijscrème.
Deze serie
over 3 jeugdvriendinnen die samen een ijssalon gaan openen, zou me wel de
nodige afkoeling bieden En om helemaal in de sfeer te blijven, heb ik me dan
ook te goed gedaan aan het allerlaatste stukje kerststronk. Moet kunnen, een
morele verplichting om in dit ijskoude thema te blijven.
En nu, het
verhaal: de caissière Mira en fotomodel Romi, vroegere jeugdvriendinnen, lopen
elkaar na vele jaren toevallig tegen het lijf en besluiten bijna onmiddellijk
een zaak te beginnen samen.
Dames die
van aanpakken weten en zin hebben voor ondernemerschap, zo hebben we dat graag Maar toch fronste ik even mijn
wenkbrauwen bij het idee dat een zaak starten zo snel en gemakkelijk kan zijn.
In eerste
instantie wordt aan een kledingzaak gedacht, maar algauw wordt er met nostalgie
teruggedacht aan de man met de ijscrème kar die vroeger altijd langskwam en die
ze niet konden weerstaan hoe zou je zelf zijn?
Als er dan
ook nog eens geproefd wordt van die overheerlijke roomijs van toentertijd,
smelten de dames als sneeuw voor de zon het wordt een ijssalon!
Lekker
thema.
Of ik de
serie zelf zo njamie vond, dat is een ander verhaal. Om zo in een zotte bui
even eenBVBAtje op te richten in deze
tijden van economische crisis, vind ik niet echt geloofwaardig. Wij, vrouwen,
kunnen veel, maar dit is toch wel een tikkeltje irrealistisch en vooral zeer
onbezonnen en zo zijn wij toch niet, hé. Misschien precies omdat wij zo goed nadenken voor we doen, dat er minder vrouwelijke 'durvers' zijn die een eigen zaak beginnen. Annemie Neyts, toen ze minister van buitenlandse handel was, deed wel moeite om vrouwelijke ondernemers mee te krijgen op handelsmissies, maar dat was geen makkelijke zaak. Naar aanleiding van de internationale vrouwendag kwamen er artikels in de kranten over het aandeel vrouwelijke ondernemers dat al sinds 2004 stagneert, en de noodzaak om promotie te maken voor het beroep van zelfstandige naar vrouwen toe, maar ook de roep om ondersteunende maatregelen die deze keuze voor vrouwen evidenter zou kunnen maken. Of dat betekent dat déze serie die promotietaak kan vervullen, hmm, dat is voor mij geen uitgemaakte zaak.
Soit, een geluk
dat ik kon genieten van mijn eigen ijsje, want crème de la créme heeft me toch
niet zo gesmaakt maar een eerste aflevering is een opwarmertje, dus we zullen
zien of ze nog een smakelijker crèmeke kunnen presenteren in de komende
afleveringen.
08-01-2013 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
De "STOEMP VAN 't JOÊR"
werd gekozen door chef en uittredend Brusseleir van 't Joêr
Albert Verdeyen uit ONS Stoemp-recepten forum "GEEF EENS EEN STOEMP", en klaargemaakt door de jonge koks van de Brusselse school voor horeca en voeding Elishout (waarvan Albert Verdeyen ook peter is).
De wedstrijd liep o.a. dankzij de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Op 26 november 2012, niet toevallig als uitloper van de Week van de Smaak, en niet toevallig met een knipoog naar de Brusseleir van 't Joêr, kiest 'uittredend' Brusseleir van 't Joêr Albert Verdeyen de Stoemp van 't Joêr, en de 2 runners-up ontvangen de Brussel Beker Guy Vanhengel. Het werd een stoemp genaamd "half-en-half" - de naam is alvast zééér Brussels, en geeft een knipoog naar het befaamde drankje (half witte wijn half champagne) dat in café Cirio faam verwierf (mede doordat het het lievelingsdrankje van Jacques Brel was). Bon wàt is er dan half-en-half aan deze 'stoemp van 't joêr'? Zit er wijn in? Welnee. "De half-en-half stoemp bevat voor de helft gewone aardappelen en voor de helft de meer exotische zoete patatten of 'sweet potatoes'," verklaart Winnares Annelies De Pauw uit het Vlaams-Brabantse Opwijk, "daardoor is hij zowel te eten bij heel gewone Belgische kost als bij meer zuiderse of oosterse gerechten, bijvoorbeeld voor wie niet dol is op rijst". Annelies is ook nog eens een blogster van ons forum!
Als tweede en derde werd een stoemp met patisson (kardinaalsmutspompoen, vergeten groente) en een "Amerikaanse" stoemp met gekarameliseerde ui en stukjes rosbief gekozen.
Het zijn respectievelijk Josi Peeters (Waasmunster) en Monique De Boeck (Willebroek) die deze recepten indienden.
Vanwaar een "Stoemp van 't Joêr" ?
Uittredend Brusseleir van 't Joêr Albert Verdeyen, tweevoudig auteur van een stoempkookboek, ziet dat mensen steeds creatiever omgaan met stoemp. Hij kreeg al ettelijke reacties op zijn boeken en ziet dat mensen oude thuis-recpeten opfrissen onder invloed van nieuwe culinaire modes, dat ze opnieuw bij familieleden te rade gaan voor dat oude recept uit hun jeugd, allez, dat stoemp "in" is. Het aantal mogelijkheden voor een goede stoemp is dus quasi on-uit-puttelijk, meent hij. Dus waarom de inspiratie van de thuiskok niet prikkelen door een 'Stoemp' van 't Joêr' in het leven te roepen?
Albert Verdeyen werd geïnspireerd door de blog "De Vrije Smaak" van de Socioculturele Liberale Vrouwen, om een oproep te doen voor 'nieuwe' stoemprecepten.
Tiens, zou hij misschien aan een derde boek stoemprecepten werken?
En mogen we volgend jaar een nieuwe "stoemp van 't joêr' verwachten?
De mogelijkheid bestaat ...
Wablief? Hét thuis-recept (enquete van Week van de Smaak) zou Witloof-in-den-oven zijn?
Niét in Brussel! Wij gaan voor STOEMP, non peut-être!
Het perfecte huwelijk tussen de Brusseleir van 't Joêr en Brusselicious werd gevonden in de vorm van de Stoemp van 't Joêr!
JA! Jullie vroegen of er nog steeds recepten mogen toegevoegd worden op het Stoemp-forum? Natuurlijk.
27-11-2012 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen) Categorie:Aviva's Blog Tags:stoemp,Verdeyen,Albert Verdeyen,Brusselicious,half en half, Guy Vanhengel
Zeg nooit
zomaar "stoemper" tegen de pureerstaaf van Tupperware. En
helemaal minachtende blikken krijg je als je vraagt (zoals ik in mijn
naïviteit) of een pureerstaaf een mixer is? Want dat dacht ik bij het
lezen van het woord pureerstaaf dat het een staafmixer was. Oeps!
Nee dus: de pureerstaaf is NIET electrisch, hoort thuis in de
categorie 'keukenhulpjes" en kan "geschikt" worden in
het boeket van houten lepel, schaar, pollepel, schuimspaan en
klopper dat de meeste van ons normale stervelingen in een
kapotte vaas op het keukenaanrecht hebben staan.
Ik
geef toe: ik ben geen Tupperware-ingewijde. Een politieke 'tupperware
party' dat is me vertrouwd. En ja, natùùrlijk ben ik wel eens naar
een "echte" geweest, als een vriendin of collega die
inrichtte. Maar op zo'n soireetje ben ik dan altijd diegene die een
lachstuip en metafysiche fantasiën krijgt als de
demonstratrice aankondigt dat we nu de "ruimtekommen"
zullen testen. Ze bedoelt dan ruimtebespàrende kommen, maar ze heten
wel degelijk ruimtekommen. Gewèldig. Maar ik bespaar al ZOveel ruimte,omdat ik mijn keuken heb laten uitbreken en ombouwen tot een dressing.
Voor het kleine ergonomische kookhoekje heb ik echt geen
ruimtekommen nodig :) Heb ik dan wél de tupperware pureerstaaf
nodig? Tsja, waarom niet! Want ik ben wél dol op een lekkere
Brusselse stoemp. En tenslotte is die altijd snel en simpel klaar te
maken, zelfs op mijn minimalistische kookeilandje dat bestaat uit
niet veel meer dan een microwave op een rijdend keukenblok. Maar
goed, nu de test. De reclame belooft: Stoemp
in een oogwenk!. En ja, natuurlijk is dat waar. Huh, dat is
natuurlijk altijd en voor iedere stoemp waar, ik kan me zo
voorstellen dat, zelfs met een ONhandige stoemper het ook in een
oogwenk zou gaan, want moeilijk is het bepaald niet. Een ander
aspect dat aangeprezen wordt, lijkt me belangrijker, in deze stoemper
zouden minder geplette groenten en aardappelen 'blijven hangen', je
zou er dus niet zo knoerhard mee op de rand van de kom moeten tikken
om het net gestampte deel weer te doen 'lossen'. Inderdaad, dit is
waar. Al moet ik zeggen dat ik daar met mijn oude stamper ook niet
echt last van had, ik bleef gewoon DOORgaan met stampen en dan viel
op den duur het reeds geprakte deel vanzelf wel door de wetten van de
zwaartekracht weer in de kom.
De
extra lange staaf ligt heel goed in de hand en laat toe tot op de
bodem van het recipiënt te gaan. De rooster is ovaal, om
probleemloos in de randen van potten en pannen geraken en is voorzien
van een groot aantal gaten met scherpe randen om gemakkelijker de
voedingswaren te pletten. Mijn lekker ouderwetse metalen stoemper
ziet er veel echter uit, echt wat je met het gezellige, warme
en troostende van ouderwetse stoemp associeert, MAAR ik geef het toe,
zijn mooie metalen krullen worden wel begrensd door een rechthoekige
vorm die wel eens onzacht in aanraking komt met de randen van de kom
waarin ik hem als een ijzeren en gedraaide vijzel hanteer. Absoluut
wààr dat je dit met de pureerstaaf van Tupperware niet voorhebt.
Dus toch wel een leuk hebbedingetje. Al ben ik zelf nog altijd op
zoek naar zo'n stoemper als mijn grootmoeder had: eentje die er
uitziet als een oud strijkijzer. Als je dié ooit ergens tegenkomt
mag je 'm voor me meebrengen. Ik draai dan wel een haak in mijn
rijdend mini-kookeilandje en hang 'm eraan. Want nee, die
ruimtekommen ga ik niét testen.
24-11-2012 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
Lancering grote STOEMPwedstrijd 'Geef eens een stoemp'
Het is er [slecht] weer voor. Nu de bbq's op stal blijven, de
terrasstoelen nat , de zomerfestivals modderig... Hebben we misschien wel
evenveel zin in een troostende 'stoemp' als in een vrolijk ijsje. Dus
kunnen we net zo goed NU al het startschot geven voor de grote,
allesomvattende, ultieme en über-brusselse STOEMPWEDSTRIJD 'Geef eens een
stoemp'.
Organisatoren van dienst zijn de socioculturele Liberale Vrouwen, die
hiermee een bijdrage willen leveren aan Brusselicious Jaar van de
Gastronomie. Zij lanceren een nationale oproep om massaal stoemprecepten
in te sturen, uit te wisselen, te becommentariëren en aan te vullen, in
het kader van culinair erfgoed. Zij haalden Albert Verdeyen aan boord,
reeds tweevoudig auteur van een stoempkookboek, om de recepten de
beoordelen en er winnaars uit te kiezen op 26 november. Wie weet wil hij JOUW recept wel eens gebruiken ook!
Recepten insturen vanaf NU dus alhier op onze blog www.bloggen.be/devrijesmaak IN DE RECHTERKOLOM HIERNAAST
De wedstrijd loopt o.a. dankzij de steun van het Brussels Hoofdstelijk Gewest
18-07-2012 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
En we
hebben het hier wel degelijk over een Brusselse specialiteit en niet over één
of ander typisch Grieks gerecht. Geen Grieks brood dus, pure kletskoek.
Ik geef u even
de ware toedracht: in de 16 eeuw deelden de Brusselse paters Augustijnen, in
hun abdij aan de Wolvengracht, brood uit aan de armen.
In de
Brusselse volksmond werd dat bruut van de grecht (grecht= gracht) genoemd.
Franstaligen wisten niet goed wat grecht was en maakten er dan maar grec
van.
Vaak wordt
daardoor de foutieve benamingGrieks brood gegeven aan dit koekje, het
verbasterde perlagrek is een betere benaming.
Dit zwarte
brood voor de armen is echter doorheen de tijd geëvolueerd tot een verfijnd
koffiekoekje.
Vroeger
werd perlagrek gemaakt van de overschot van stokbroden. Nu nog wordt het in
langwerpige vorm (bootje) gebakken en met een zaagmes versneden.
In het
centrum van Brussel, in de Boterstraat, staat een monument voor de zoetebekken,
het familiebedrijf Dandoy. Dé specialist in het maken van amandelkoeken,
speculoos en de fameuze pain à la grecque. Daar moet u dus zijn om te
proeven!
Of u kan
het ook zelf maken:
Ingrediënten:500
gr bloem;3,5
dl (geen magere) melk;50
gr gist;1
ei
Na een rijstijd
van 20 minuten:40
gr kandijsuiker;200
gr boter; koffielepel zout; 50
gr kaneel; watgrove
kristalsuiker (granulé)
En dit zijn de handelingen:
-Deeg bereiden met de melk, ei, gist en de helft van de bloem
-Na
een rijs-tijd van 20 min de overige ingrediënten bijvoegen
-Het
deeg goed kneden op een tochtvrije plaats, afgedekt door een plasticfolie, kort
laten rijzen.
-Het
deeg afwegen in porties van ca. 130 gr
-Die vingerdikke
deegrollen van 50 cm in de grove kristalsuiker rollen
-Op
beboterde ovenplaten leggen, afdekken met plasticfolie en laten narijzen
-Halfweg
de narijs de deegrollen afplatten tot ca. 4 cm breedte
-De
koeken 20 min bakken in een voorverwarmde oven van 180° C
-Dadelijk
na het bakken de koeken op de plaat omkeren
-Versnijden
in 4 à 5 gelijke stukken
-Bewaren
in koekentrommel
Smakelijk! Valt het je ook op? Net als bij broodpudding, NOG zo'n gerechtje dat oorspronkelijk typisch armemensen-kost en restjesverwerking was, doet het huidige recept beroep op hoogwaardige ingrediënten, die niét voor een arme evident zijn ... Dat we net vandaag dit typisch Brussels gerecht-van-de-grecht brengen, kun je koppelen aan de berichtgeving gister over de vraag naar voedselhulp die meer en meer stijgt, vooral in de grote steden. Iets om over na te denken. De voedselbanken delen geen pain à la grecque uit. Maar misschien kan iemand eens bij Dandoy gaan vragen of ze hun overschotten niet ter beschikking willen stellen van een organisatie voor de armen. Zou toch mooi aansluiten bij die heel oude traditie, niet?
10-07-2012 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
In de sprookjes zijn grootmoeders niet fijn. Ze zien er eng uit, hun
visuele voorstelling wijkt niet erg ver af van die van heksen. Ze
lopen krom, ze hebben een stok, rimpels of wratjes. Grootmoeders
zijn nooit uitgewerkte figuren. Ze zijn één-dimensioneel. Van
Roodkapjes grootmoeder weten we niks, behalve dat het kind haar
appels moest brengen. Had grootmoeder misschien liever frambozen
gelust? We weten het niet. Ging ze haar kleindochter appeltaart leren
bakken? We weten het niet. Was grootmoeder een excentriek dametje,
dat ze zo helemaal ver weg in het bos woonde? Een kruidenvrouwtje
misschien? We weten het niet. Kinderen stellen de waanzinnigste
vragen wanneer je hen voorleest. Waarom deed Roodkapje dit of dat,
waarom zei de wolf zus en zo, welke bomen staan er in het bos, zijn
er ook kabouters in dat bos Maar over grootmoeder? Niks nul noppes
vragen ze.
Vandaag
zijn grootmoeders ineens aan een revival begonnen. Ze zijn erfgoed
geworden. Ze zijn nu twee-dimensioneel. Ze kregen er het beeld
oma-aan-het-fornuis bij. Dat is al méér, maar nog steeds een grove
onderschatting. Al
die kindjes die nooit vragen stelden over de grootmoeders in de
sprookjes, kunnen zich ineens wel voor het hoofd slaan dat ze ook hun
eigen grootje nooit bevraagd hebben over recepten, kruiden,
bewaartechnieken en diesmeer. Want nu moeten ze harde euros
neertellen om het met de bomma van Jeroen Meeus te kunnen stellen, of
met de recepten voor cupcakes uit een on-eigen Amerikaans verleden
toen wij eerder speculozen venten, Limburgse vlaaien en quatre-quarts
van normale afmetingen bakten. Andermans bomma is big business
geworden! Het
zegt wel iets over de waarderingsgraad die we kunnen opbrengen voor
het eigene, dat we te dicht bij huis, te gewoon, te beschikbaar
achten om er iets waardevols in te zien. AL onze grootmoeders
kenden tips & tricks om vlekken te verwijderen, zilver te
poetsen, ramen streeploos te lappen en de soufflé niet te doen
inzakken. AL onze grootmoeders waren alchemisten dus. AL onze
grootmoeders konden kruid van onkruid onderscheiden, koorts doen
dalen en krampen verminderen. AL onze grootmoeders konden de rokjes
naaien waarmee anno 2012 een blogster tot fashionista werd. AL onze
grootmoeders konden met of zonder Burda een couponneke
omtoveren tot een creatie. AL onze grootmoeders waren
modeontwerpsters. AL onze grootmoeders kenden de recepten van hun
grootmoeders, en uit de eerste hand, niet via het kookboek van den
boerinnenbond. Ze pasten ze aan volgens de evoluties van de tijd, van
boter over margarine tot olijfolie naar soya-voor-bakken-en-braden.
AL onze grootmoeders waren erfgoedexperten. AL onze grootmoeders
waren handige henriettas die met kleine ingrepen en kleuraccenten
de huiskamer een nieuwe look konden aanmeten. AL onze
grootmoeders konden haast wiskundige patronen breien, terwijl nu
jonge actievoerders knitting for dummies moeten kopen om te
leren wildbreien rond bomen en straatmeubilair.
Ondanks
deze kwaliteiten werden AL die grootmoeders geofferd op het altaar
van de moderniteit en raakten hun vaardigheden ondergesneeuwd. Allez
geef het maar toe, ons bomma die geen gestudeerde expert was, we
gingen ons voor haar schamen. De overlevering kwam tot stilstand,
onze dochters hebben we zeer effectief behoed voor de invloed
en wijsheid van de bomma. Nù
pas gaan onze dochters en kleindochters vragen stellen. En dan nog
door de nieuwe media-hype die er rond de goede oude tijd is. We gaan
oude herinneringen aan de bomma pas trendy vinden nu ze in cellofaan
verpakt worden tot grootmoeders keuken van een bekende chef of
gouden raad van tante kaat, met iemand anders dan bomma die het
boek signeert op de boekenbeurs. Tiens, het valt me ineens in dat
er inderdaad weinig bommas in de rij staan om die boeken te kopen.
Geen wonder. Zij hebben dat allemaal zelf in hun eigen erfgoed, in
hun eigen hoofd en handen zitten.
Mijn
bomma, alchemiste, fysicus, mode-ontwerper, stijladviseur, topchef,
apotheker. Mijn bomma, geen eigen boek, maar dan toch ster van deze
column.
20-06-2012 om 13:24
geschreven door week van de vrije smaak
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen) Categorie:Aviva's Blog Tags:bomma, thuiskeuken, grootmoeder, week van de smaak, jeroen meeus
Nee, we
hebben het hier niet over het feit of het glas nu halfvol is of halfleeg is,
want daar kunnen we urenlang over palaveren
En nee, we
introduceren hier ook geen nieuwe maatstaf in het koken en we bedoelen ook niet
dat we half-en-half content zijn in de zin van valt wel mee
Wat dan
wel? Wel, Half-en-half is een typisch Brussels drankje. Het is een mengeling
van witte wijn en champagne of andere schuimwijn. Kan niet slecht zijn hé, ik
drink graag een fris wit wijntje en een coupe champagne sla ik al zeker niet
af. Voor zij die niet kunnen kiezen tussen de 2 lekkernijen, is dit dus een
goed alternatief.
Het werd
naar verluidt toevallig uitgevondenin 1939 in het café Cirio
aan de Beurs, later nog bekend als één van de stamcafés van Jacques Brel, toen
men een tijdelijk tekort had aan Spumante (mousserende Italiaanse wijn).
Een andere versie
is dan weer dat half-en-half een armeluisversie is van champagne. Dat de
beursmakelaars die dag een minder goede dag hadden en zich geen echte champagne
konden veroorloven en dan maar een half-en-half vroegen
En wat
zeggen de Franstaligen dan als men een half-en-half wil bestellen? Un Demi et
demi?
Klinkt niet
echt, dus werd het un halfenhalf. Het Nederlands werd overgenomen, met toch
nog dat beetje Frans bij een schone Brusselse mix.
Nog steeds
blijkt Le Cirio één van de beste plekken om een half-en-half te drinken. Maar
er zijn nog Brusselse Cafeetjes die bekend zijn voor de lekkerste half-en-half:
Belga, Métropole, Roi des Belges, Brouette en Café Bebo, U mag gerust nog
zelf het lijstje aanvullen.
Op 30 mei
jl. werd wijnleverancier Winespot uit Serneffe bekroond tot de beste
half-en-half maker van de wereld. Winespot koos ervoor om Colli dei Tigli van
Lenotti te blenden met Prosecco Spumante Ca'bolani en met succes!
Mmmm we zullen die toch eens moeten gaan proeven en zelf
oordelen
Word
vervolgd
07-06-2012 om 15:04
geschreven door week van de vrije smaak
Choesels oep zaain Brussels, zag ik onlangs staan boven een recept. Dat is natuurlijk een onzuiver pleonasme, want ik zou niet weten op welke àndere manier dan Brussels die choesels dan wel zouden kunnen klaargemaakt worden. Vooropgesteld natuurlijk dat we het eens raken over wàt choesels eigenlijk zijn. Want daar bestaan wel wat stadslegendes (urban myths) over. Een stadslegende is een verzonnen vertelselke dat als waar gebeurd wordt doorverteld. Meestal ontbreken gegevens en zijn er ook geen oorspronkelijke bronnen. Degene die het verhaal vertelt, heeft het veelal via iemand anders gehoord die het op zijn beurt ook weer van iemand anders heeft vernomen. Sommige zijn qua oorsprong wel op een waarheid gebaseerd, alleen is het verhaal al zo vaak doorverteld dat er van de feiten weinig meer klopt. Klassieke stadslegendes zijn verhaaltjes over reuzekrokodillen die in de de stadsriolen rondwaren. Dé urban legend over choesels is dat choesels stierenklootjes zijn. Lekker griezelen om dit verhaal op de dissen op het moment dat deze schotel op de 'dis' verschijnt. Soms wordt er nog aan toegevoegd dat Brusselaars ze als een afrodisiacum eten. Grappig, maar is het waar?
Choesels zijn klassiekers uit de tijd toen 'Bruxelles bruxellait' (versie Jacques Brel), want Brussel was toen nog olalah en olijk (versie Liesbeth List), de negentiende eeuw dus . Nu kun je ze nog maar zeer zeldzaam ergens op de kaart vinden, wat zeg ik, in een wereldstad als Brussel zul je vlotter plaatsen vinden waar ze krokodillensteak (evenwel niet die uit de riool) serveren dan de goede oude choesels Een recept voor choesels vergt ook wel een meer dan middelmatige culinaire vaardigheid om zo'n soort vlees te kunnen presenteren als een sjiek maal, al was vroeger orgaanvlees geen scheldwoord, en stonden choesels broederlijk op de kaart naast sole meunière en blanquette de veau. De grote klassieke kok Escoffier maakte in zijn Le Guide Culinaire zelfs gewag van deze Brusselse specialiteit. In de niet culinaire literatuur vinden we ze vermeld bij Herman Teirlinck en Karel Van de Woestijne. In het Teirlinck-Gedenkboek (1929, blz 76) geeft Jul Kuypers dit fragment/recept weer: Zeven soorten vleesch, mevrouw, noch min noch meer, de choesels inbegrepen. Laat ze weeken, anderhalven dag, zegge zes en dertig uren lang in Madera-wijn, zoodat het Spaansche druivennat en de Brabantsche ossenklieren naar behooren de overige zes vleezen doordringen en doorgeuren....
Allez laat ik nu to the point komen: in tegenstelling tot de hardnekkige stadslegende dat choesels stierenklootjes zijn, kan ik eens en voorgoed zeggen: niks daarvan dus. Choesels zijn echt en heus geen klootjes, niet van een stier noch van een andere soort. Wat dan wél? Eens en voor altijd leest u op deze blog de enige echte waarheid: het zijn stukjes alvleesklier van een kalf, eventueel in de sudderpot aangevuld met nog een allegaartje van ander orgaanvlees, maar gegarandeerd zonder klootjes! Waarom aangevuld met ander orgaanvlees? Omdat de alvleesklier een schaars stukje is om er een hele portie mee samen te stellen, laat staan voor meerdere personen. Daarom worden dus niertjes, ossenstaart, zwezerik of zelfs ook beestenpooten mee in de pot gesmeten. En natuurlijk zijn choesels waar geen Brussels bier bij te pas komt gewoon ondenkbaar, al wil een oud recept ook nog wel eens voorzien in een scheut (of meer) Madeira.
In Nederland bestaat zoiets als woensdag gehaktdag maar uit oude uithangbordjes van Brusselse restaurants blijkt dat in Brussel donderdag choeseldag was! Tegenwoordig zijn ze echter zeldzaam te vinden, behalve dan bij die restaurants die er een erezaak van maken om de oude keuken terug in ere te herstellen. Zo kun je ze alle dagen van de week vinden bij het befaamde resto Viva MBoma dat gevestigd is in een oude beenhouwerij in de Brusselse benedenstad, in een straat die vroeger gekend was om haar orgaanvlees.
Viva MBoma -Vlaamse Steenweg 17 - 1000 Brussel - Tel : +32 (0)2 512 15 93, open van 12 tot 14u30 en van 19 tot 22u30. Gesloten op woensdag en zondag.
en voor wie het zelf wil proberen: Choesels
1 alvleesklier, 1 kalfszwezerik, 1 rundsnier, 1 ossestaart, 3 grote uien, 1 eetlepel bloem, klein blikje tomatenconcentraat, takje tijm, enkele laurierbladen en kruidnagels, nootmuskaat, peper en zout, 1 liter Brussels bier - Maak de uien schoon en snijd ze in in repen. De ossestaart mag in grote stukken, de rest van het vlees in kleine. Verwijder het overtollige vet van de alvleesklier en snij ook in stukjes. Dit vet niet weggooien maar smelten in de pan, we gaan nu de ossestaart er in aanbakken. Voeg de stukken nier toe en laat deze vlug bruinen. Draai het vuur lager en laat alles ongeveer een half uur sudderen. Doe er dan de stukken zwezerik en de gesneden uien bij. Bestrooien met een beetje bloem en voeg ook een eetlepel tomatenpuree toe. Leg er tenslotte de eigenlijke choesels, dus de in stukken gesneden alvleesklier, bij. Bijkruiden met peper, zout, nootmuskaat, tijm, laurier en de kruidnagels. Overgieten met het Brussels bier, en tegen kookpunt aan zeker nog 2 uur op het vuur laten. Hmmm.
13-05-2012 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
We hebben het op deze blog al gehad over
caracollen, spruiten, en ook heel even over Brusselse wafels en stoemp... Maar
wat drinken die Brusselaars ? Wel, het antwoord heb ik gevonden in een Brusselse brouwerij in de Gheudestraat in Anderlecht. Het is een familiale brouwerij, gesticht in 1900. Men brouwt er LAMBIK , GEUZE, FARO en
KRIEK en men doet dit nog steeds op de originele ambachtelijke manier.
Nochtans vreesde men enkele jaren geleden voor het overleven van de oude methodes. Europese normen dreigden nefast te worden voor ambachtelijke brouwers (trouwens ook voor kaasmakers etc). Zelfs de 'instelling' Cantillon kreeg inspecteurs over de vloer, die vonden dat de 19de eeuwse brouwerij niet meer voldoet aan de Europese richtlijnen. Brouwen in oude boerenschuren, opslag in eikenhouten vaten en gisting in de
openlucht dreigden onmogelijk te worden. De muren van brouwzalen moesten afwasbaar zijn, en zo zouden de oude bakstenen en
houten steunbalken voortaan'verboden' zijn. En laat het nu precies van "wilde" bacteriën in de brouwerij afhangen om tot die zeer typische gisting te komen.Maar toen werden de Geuzebrouwers ineens echte geuzen in de andere betekenis van het woord!
(Het woord geus is afgeleid van het Franse gueux. Dat woord betekent schooier, maar het kreeg een positieve betekenis voor al wie in de 16e eeuw in de Nederlanden niet Spaansgezind was. Het was Berlaymont die tegenover Margaretha van Parma de edelen die zich tegen Filips II verzetten wou voorstellen als een stelletje ongeregeld en vooral onbelangrijk. Het bleek een vergissing. Van scheldnaam werd "geus" een eretitel, ja, een 'geuzennaam' dus). De Geuzebrouwers vonden steun bij toenmalig Europees parlementslid Dirk Sterckx, die als een ware geus de strijd aanbond, en ...won! Net als de Franse Camembert was de Geuze veilig.
Een klein ABC van het Brussels bier: In de negentiende eeuw waren de twee meest geliefde bieren
van de Brusselaars en de Brabanders Lambik en Faro. De opkomst van de glazen flessen en de
ontdekking van de hergisting op fles zorgden echter voor een revolutie in het
kleine wereldje van de Brusselse brouwers. De Geuze werd dan het bier dat symbool stond voor Brussel. Lambik, de basis voor de Geuze, is een bier van spontane gisting. Alle bieren op basis van Lambik smaken van nature
uit zuur, maar bij sommige zijn de zuurheid, de bitterheid en de zachtheid meer
uitgesproken dan bij andere. Geuze is het resultaat van een complexe
mengeling van lambikken van verschillende leeftijd en met een verschillende
smaak. Kriek is dan weer Lambik met
toevoeging van krieken, de zogenaamde Schaarbeekse krieken of krieken van het
kleine zurige type. Faro is Lambik waar men
kandijsuiker aan toegevoegd heeft. Faro zou in het Spaans gerstenat of gouden
drank betekenen. Bent
u een zythofiel (bierliefhebber) breng dan zeker eens een bezoekje aan deze brouwerij "Cantillon". Er is trouwens ook een museum aan gekoppeld:
Brussels Museum van de Geuze. Daar kan je kennismaken met het gehele productieproces en natuurlijk kan u ook eens
proeven van deze Brusselse champagne". Vive le Geus!
08-03-2012 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
Marie Van
Haute verkoopt al meer dan 40 jaar caracollen in de volkswijk van De
Marollen. Het zouden, naar verluidt, de beste van de stad zijn. Naar verluidt
zeg ik wel, want ik moet bekennen dat ikzelf niet de allergrootste fan ben. Het
idee om slakken naar binnen te werken, spreekt me niet zo aan
Maar als ik
de vele mensen mag geloven die al proefden aan haar befaamd kraampje op de hoek
van de Vossenstraat en de Hoogstraat, dan lijkt ze wel een echte Brusselse
legende. Wat ze doet en hoe ze het doet, weet niemand, want zelfs Jeroen Meeus kon
haar met al zijn charmes niet overtuigen om haar geheime ingrediënt prijs te
geven.
U kent haar
vast wel hoor, maar dan onder de naam Mie Caracol. Ze is een geboren en getogen
Marollien, haar ouders en grootouders woonden ook al hier. Ook zij waren foorkramers.
Met haar
sappig Brussels dialect charmeert ze iedere voorbijganger. Ook al is ze
ondertussen al 80 en wordt het er niet gemakkelijker op om haar kaviaar van de
arme mens, want zo worden caracollen ook genoemd, aan de man of vrouw te brengen. Toch blijft
ze het leuk vinden, zie haar maar eens bezig in de TV -reeks De Marollen-Het leven zoals het is. klik hier voor het filmpje
U kan ook
zelf eens een poging doen om Brusselse caracollen te maken, maar ik twijfel
of ze zo goed zullen zijn als die van Mie Caracol.
Hier gaan
we dan:
Koop verse carcacollen of wulken. Maak een bouillon van water, veel zout, een laurierblaadje, veel peper, cayennepeper en selderstengels. Proef eerst deze bouillon want de peper moet sterk doorsmaken. Was de verse wulken en kook max. 15 tot 20 minuten (anders worden ze taai). Haal de slakken uit het huisje en verwijder het zwarte gedeelte. Zeef de bouillon en voeg selder toe, proef opnieuw van de bouillon en kruid eventueel bij en voeg tenslotte de slakken toe. laat niet meer koken, houd ze hoogstens warm.
PS: verwar
caracollen niet met escargots, caracollen zijn zeeslakken en escargots
landslakken. Het is maar dat u het weet PPS: het is vaak iets dat presidenten en filmsterren te beurt valt: dood verklaard worden wanneer je het nog niet bent, maar onlangs verschenen er zo ook artikels over deze volkse figuur Mie Caracol die daarna dan weerlegd werden. Een oproep aan de bloggers: wie gaat eens een kijkje nemen en kan me bevestigen dat je nog steeds kan smullen van de lekkere caracollen van Mie... let me know.
26-01-2012 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
Er is een theorie die zegt dat wanneer er onstabiliteit in de wereld heerst, de mensen meer belang gaan hechten aan eten. En het is waar, naarmate de beurzen dalen, stijgt het aandeel van kookboeken op de ooit literaire boekenbeurs, en kan een schelm als Berlusconi ongestraft uitroepen hoezo crisis, in Italië zitten de restaurants en terrassen wel vol hoor. Restaurantschefs konden vroeger al wel een hoog guru-gehalte hebben, maar tegenwoordig hebben ze een echte sterrenstatus (en ik bedoel niet Michelinsterren maar eerder die van rock- of filmsterren). Geen wonder dat ook de gewone sterveling daar dan van droomt, en dat iemand die erin slaagt een klonterloze saus te draaien, al meteen zijn kans wil grijpen om via kookwedstrijden op de televisie ontdekt te worden. Helaas is er niemand die deze mensen tegen zichzelf beschermt, en gaan de tijdelijke BVs uit Komen Eten (degoutant) en Mijn Restaurant (net iets minder degoutant) al te vaak zakelijk én persoonlijk onderuit. Deze programmas zijn de opvolgers van het Big Brotherhuis, de echte chefs die eraan meewerken de nieuwe Larry . Ook de echte kookprogrammas op didactische in plaats van op sensationele leest blijven hoge ogen gooien. Ze gaan steeds meer de oude klassiekers afstoffen en omas keuken in ere herstellen. Ook dat past helemaal in het plaatje van zekerheid en warmte oproepen in barre tijden. Alles wordt comfortfood. Ook het feit dat ouderwets zelf staan bakken, compleet met schort en bloembestoven wangen, de nieuwe hobby van multi-taskende mamas wordt, is aanduiding van de instinctieve terugkeer naar de baarmoeder die wel allemaal willen maken als er bange tijden komen. Met omas keuken Freudiaans ingevuld als die baarmoeder. De Darwin-adepten kunnen het ook verklaren: al sinds de eerste bestaansgeschiedenis van de mens gingen we onszelf volproppen wanneer we dachten dat er slechte tijden in aantocht waren, kwestie van wat vetlaagjes te leggen voor later instinctief zouden we dat nog steeds doen, al sublimeren we het natuurlijk tot zelf koken en terug naar vroeger-recepten. De recepten van de eerste jagende mens hebben we niet meer, die van oma nog wel Iets om heel even bij stil te staan wanneer we de oudjaarsmenus plannen dit jaar, en de ganzenlever en kreeft van de traiteur het massaal zullen afleggen tegen klassiek gebraden hompen of loodzwaar gevulde vogels met nog klassieker garnituur van wat we nu sjiek vergeten groenten noemen, maar intussen jarenlang afgedaan werd als beestenvoer of oorlogskost. Ook stapels zelfgebakken en versierde koekjes, cakes en taarten zullen onze tafels sieren. Eigenlijk kunnen we spreken van de triomf van de oven over de microgolf. Ik heb nog een Victoriaans kookboek van Mrs Beeton in de boekenkast in het salon staan, als nostalgisch en historisch stuk. Misschien toch maar weer naar de keuken verhuizen dat boek. Aviva
22-12-2011 om 17:43
geschreven door week van de vrije smaak
Noteer nu al ons thema voor de Week van de Vrije Smaak 2012 (10 tot 24 november): Brusselse streekspecialiteiten
Spruiten voor Sprotje is een stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is een soort James Bond verhaal voor kinderen, met een jongentje dat geen spruiten wil eten, een dreigende terreurdaad die een milieuramp zal veroorzaken, mosterdgas maar dan gemaakt van curry-ketchup en tartaar In ieder geval wordt ook in dit verhaal ingespeeld op het clichébeeld 'kinderen lusten geen spruitjes'. Is dat wel waar? En àls het waar is, hoe zit het dan met Brusselse kindjes? Want Brussel is dé spruitjesstad in België, en de goedmoedige Brusselaars zijn behalve 'kiekenfretters' ook echte "p'ti choukes"
Men zegt dat in 1821 voor het eerst spruitjes geregistreerd werden in de omgeving van Brussel. Waarschijnlijk 'per ongeluk' ontstaan uit zaaigoed voor kool, op een verarmde grond. Ze veroveren al heel snel de buurlanden als een makkelijk te telen wintergroente. De oorspronkelijke naam zou "Choux de Bruxelles" zijn, maar dat is een loopje nemen met de geschiedenis van het toen nog erg Nederlnadstalige Brussel. Spruitje zal wil oorspronkelijker zijn. Zoiets als een boer die een toevalstreffer doet: wat een raar gekrompen kooltje is hier aan mijn veld ontsproten... toch maar verkopen die 'spruiten'. In het Engels gebruikt men nog steeds de term Brussels Sprouts. De Nederlandse vrienden spreken van spruitkool, de Duitsers van Brüsseler kohl, in Spanje is het col de Bruselas .
Spruitjes kunnen met gemak strenge vorst van wel -15 °C doorstaan. Hun slimme 'genen' zetten zetmeel om in suikers, wat de cellen wapent tegen bevriezing. Veel mensen eten ze het liefst als er een keer "vorst overheen gegaan is".
De term "spruitjeslucht" slaat op de typerende geur die in huizen blijft hangen als spruitjes of andere koolsoorten lang gekookt hebben. Spruitjeslucht is een begrip dat meer dan de geur alleen weergeeft, het vat ook een hele levensstijl samen en staat voor burgerlijke opvattingen, ouderwetse gordijntjes, jaren vijftig-angst voor de vrijgevochten jaren zestig en zeventig eraan kwamen. Een spruitjesmentaliteit, die is 'kneuterig', dat weet iedereen.
En eerder oerhollands dan Brussels, sorry dat ik het zeg :) Maar waar komt die vreemde scheetachtige spruitjesgeur eigenlijk vandaan? Koolsoorten hebben een grote behoefte aan zwavel en nemen dat op uit de bodem waar ze groeien. De geur die vrijkomt bij het langdurig koken van kool ontstaat dan ook doordat die vrijkomt. Het verklaart volgens sommigen waarom kinderen, wiens geurorgaan fijner afgestemd is, niet zo dol zijn op spruitjes. En Brusselaars wel, want die hebben ook iets met hun typisch Brusselse stinkkaas .
Onze Week
van de Vrije Smaak zit er al op voor dit jaar. Het minste wat we kunnen zeggen
is dat het een lekkere, smakelijke en gezellige week was! Vol Amerikaanse
lekkernijen
De
hamburgers, pompoensoep, donuts, muffins en cupcakes komen nu wel stilletjes
aan onze oren uit. Maar je moet er iets voor over hebben
Liberale
Vrouwen Vlaams-Brabant, Antwerpen en Oost en West Vlaanderen hebben kunnen
bijleren van de kookdemos van Peter Balcaen en vooral heerlijk kunnen proeven
van de typische Amerikaanse dessertjes. Van muffins tot cupcakes en whoopies
even niet denken aan al die caloriebommetjes. We zijn immers bezig met het
leren kennen van de Amerikaanse cultuur. Het is dus voor een goed doelJ
Ook vele
afdelingen gingen maar al te graag in op de uitnodiging om deel te nemen aan
onze Week van de Vrije Smaak. Want als er nu iets is wat wij als echte
Bourgondiërs graag doen, dan is het lekker koken en het dan vooral ook met veel
smaak verorberen!
Anderen
besloten het zichzelf nog gemakkelijker te maken en niet zelf aan de slag te
gaan met potten en pannen, maar simpelweg naar een Amerikaans restaurant te stappen.
U doet
maar wij zijn al blij dat u meedoet aan dit evenement!
Schrijf alvast in uw agenda voor volgend jaar: Week
van de Vrije Smaak van 10 tot 24 november met als thema Brusselicious.Ik verheug me er om lekkere stoemp te eten en
Brusselse wafels met veel crème fraîche, njamie!
24-11-2011 om 00:00
geschreven door week van de vrije smaak
We verzamelen "de" smaak van het jaar voor ijscreem. Misschien kun JIJ het alomtegenwoordige speculoos-ijs onttronen... Doe hier mee met je recept of smaakidee en win mooie prijzen!