Noteer nu al ons thema voor de Week van de Vrije Smaak 2012 (10 tot 24 november): Brusselse streekspecialiteiten
Spruiten voor Sprotje is een stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is een soort James Bond verhaal voor kinderen, met een jongentje dat geen spruiten wil eten, een dreigende terreurdaad die een milieuramp zal veroorzaken, mosterdgas maar dan gemaakt van curry-ketchup en tartaar
In ieder geval wordt ook in dit verhaal ingespeeld op het clichébeeld 'kinderen lusten geen spruitjes'. Is dat wel waar? En àls het waar is, hoe zit het dan met Brusselse kindjes? Want Brussel is dé spruitjesstad in België, en de goedmoedige Brusselaars zijn behalve 'kiekenfretters' ook echte "p'ti choukes"
Men zegt dat in 1821 voor het eerst spruitjes geregistreerd werden in de omgeving van Brussel. Waarschijnlijk 'per ongeluk' ontstaan uit zaaigoed voor kool, op een verarmde grond. Ze veroveren al heel snel de buurlanden als een makkelijk te telen wintergroente. De oorspronkelijke naam zou "Choux de Bruxelles" zijn, maar dat is een loopje nemen met de geschiedenis van het toen nog erg Nederlnadstalige Brussel. Spruitje zal wil oorspronkelijker zijn. Zoiets als een boer die een toevalstreffer doet: wat een raar gekrompen kooltje is hier aan mijn veld ontsproten... toch maar verkopen die 'spruiten'. In het Engels gebruikt men nog steeds de term Brussels Sprouts. De Nederlandse vrienden spreken van spruitkool, de Duitsers van Brüsseler kohl, in Spanje is het col de Bruselas .
Spruitjes kunnen met gemak strenge vorst van wel -15 °C doorstaan. Hun slimme 'genen' zetten zetmeel om in suikers, wat de cellen wapent tegen bevriezing. Veel mensen eten ze het liefst als er een keer "vorst overheen gegaan is".
De term "spruitjeslucht" slaat op de typerende geur die in huizen blijft hangen als spruitjes of andere koolsoorten lang gekookt hebben. Spruitjeslucht is een begrip dat meer dan de geur alleen weergeeft, het vat ook een hele levensstijl samen en staat voor burgerlijke opvattingen, ouderwetse gordijntjes, jaren vijftig-angst voor de vrijgevochten jaren zestig en zeventig eraan kwamen. Een spruitjesmentaliteit, die is 'kneuterig', dat weet iedereen.
En eerder oerhollands dan Brussels, sorry dat ik het zeg :) Maar waar komt die vreemde scheetachtige spruitjesgeur eigenlijk vandaan? Koolsoorten hebben een grote behoefte aan zwavel en nemen dat op uit de bodem waar ze groeien. De geur die vrijkomt bij het langdurig koken van kool ontstaat dan ook doordat die vrijkomt. Het verklaart volgens sommigen waarom kinderen, wiens geurorgaan fijner afgestemd is, niet zo dol zijn op spruitjes. En Brusselaars wel, want die hebben ook iets met hun typisch Brusselse stinkkaas
.
Aviva
|