Vanochtend heb ik samen met Lin en met Joppe en Ricky van Crown Cork enkele uren campagne gevoerd op de feestmarkt in Deurne. Kameraden, geloof me, we komen nu écht in diep water. De reacties zijn overwegend positief. Er is een grote naambekendheid, blijken van herkenning en steun. Veel positieve reacties ook op het televisie-optreden van afgelopen zondag. Een tiental mensen vroeg vensteraffiches. Een Joegoslavische arbeider wil zich voluit inzetten en naar onze vergaderingen komen. Een koppel Chileense socialisten stond eerst weigerachtig toen ze zagen dat het SP.a was, omdat ze op een échte socialistische partij willen stemmen. We hebben uitgelegd hoe bij ons de vork aan de steel zit, dat wij de SP zijn in de SP.a. En we hebben hun stem met veel overtuiging teruggewonnen (sorry kameraden van PVDA+).
Ter info: Deurne op zich is even groot als Mechelen en rood en wijs genoeg om op zijn eentje een socialistische parlementair te leveren op voorwaarde dat het zich herpakt van de zwarte pest. En dat is volop aan het gebeuren.
Ik stuurde vandaag de volgende mail naar mijn voorzitster:
"Ik was verrast" vertelde een BBTK-secretaris uit de regio Aalst. Tijdens de Doe De Stemtest van de VRT vergeleek deze vakbondsmilitant zijn standpunten met deze van de SP.a. Op de stelling 22 "Als De Lijn staakt, moet er een minimumdienst zijn" drukte hij natuurlijk op de Niet Akkoord toets. Toen vergeleek hij zijn standpunt met dat van de SP.a. Hier stond er dat de SP.a... akkoord is met deze stelling.
Verontwaardiging en ongeloof waren de reacties van de Aalsterse ABVV- en SP.a-militanten op het verkiezingsdebat in het Volkshuis. "Er zijn fouten in de stemtest van de VRT" kalmeerde Caroline Coopers, algemeen secretaris van het Vlaamse ABVV in het debat met mezelf en Sam Van De Putte. "Het ABVV heeft verschillende SP.a-parlementairen gecontacteerd, die allen uit de lucht vielen. Natuurlijk waren zij niet akkoord met die stelling." Toch kwam er nog steeds geen officieel tegenbericht van het bureau van de partij. De Doe De Stemtest is nochtans al weken in gebruik.
De militanten drongen erop aan dat de SP.a onmiddellijk en vooral openlijk het vermeende standpunt in de Doe De Stemtest over de minimumdiensten tijdens stakingen bij de Lijn rechtzet. Ik stel dan ook voor Caroline, om dit zo snel mogelijk te doen. De Lijn staat in het vizier van de Vlaamse rechterzijde. Dirk Van Mechelen wil de openbare vervoermaatschappij verder uitverkopen aan de privé-sector. Tijdens de volgende legislatuur wil hij de verhouding openbare lijnen en verpachte lijnen - nu ongeveer 50/50 - ombuigen naar 75 procent voor de privé. De strijd voor een openbare vervoersmaatschappij wordt mogelijk een van de belangrijke krachtmetingen met de volgende Vlaamse regering. Hier is nog een reden om voor de SP.a te stemmen op 7 juni. Rechtstreeks of zijdelings aantastingen van het stakingsrecht zijn voor ons uit den boze neem ik aan. De Lijn moet ook openbaar blijven.
De campagne begon vanochtend om 6u30 aan de beschutte werkplaats ACG aan de Bosuil in Deurne. De arbeiders daar kampen met een hoge economische werkloosheid. Dat betekent inleveren op een loon dat amper 1100 euro netto per maand bedraagt! De vakbonden eisen daarom een hogere bijpassing die het loonverlies ongedaan maakt. Waarop het patronaat dan weer arrogant antwoordt: dan verdienen de thuisblijvers evenveel als zijn die komen werken. Daar is maar één oplossing voor: de arbeid herverdelen naar 32 uur in de vierdagenweek! In geen geval kan je mensen die aan dit loon werken vragen om in te leveren.
De sfeer zit er goed in. Er passeert een bus van De Lijn die stopt hoewel daar geen halte is. De deuren zwaaien open en de chauffeur roept, met de duim omhoog: Het moeten niet altijd dezelfden zijn hé? verwijzend naar de staking bij De Lijn enkele dagen geleden.
Om 10 uur worden we verwacht bij Pfizer in Puurs, bij de kameraden van de AC en de BBTK. We overtuigen hen volledig om met de campagne mee te werken. Ze zullen hun netwerken in en buiten het bedrijf inschakelen. Ondanks hun terughoudendheid ten aanzien van de SP.a begrijpen ze dat Vlaanderen overlaten aan rechts ons duur te staan zal komen, en dat klein-links evenmin een uitweg biedt. SP.a Rood heeft de sleutel. Het bedrijfligt dichtbij de provinciegrens. We sprokkelen er in de vlucht nog wat stemmen voor Roger Collin, de rode kandidaat uit Brabant.
Enkele arbeiders die hoorden dat ik op bezoek was vroegen me het boek Rooddruk voor een nieuw socialisme dat ze in de winkel gekocht hebben, te signeren.
Daarna naar de kapper (ik kom zondag op TV zie je). Er is net veel volk, dus daar heb ik ook met succes een verkiezingsbabbel gedaan, vooral over de Oosterweelverbinding. Ondertussen bereikt me het bericht dat het provinciaal SP.a secretariaat niet kan voldoen aan de vragen naar vensteraffiches van mij zodat we daar dringend moeten bijleveren.
Vanavond naar de ABVV-militantenvergadering van Samsonite in Beveren om er samen campagne te voeren met Issam Benali, onze rode kandidaat voor Oost-Vlaanderen, dan naar een debat van de Algemene Centrale in Antwerpen. In de late uurtjes nog even binnenspringen op de campagnevergadering van SP.a Rood.
En nu rap naar het volkshuis van Schelle, pannenkoeken eten met de socialistische gepensioneerden.
De afgelopen maanden deed ik met mijn boek Rooddruk voor een nieuw socialisme een ronde van Vlaanderen. Als je dan overal gaat spreken en ondervraagd wordt dan krijg je soms rare vragen voorgeschoteld. Zo vroeg men mij enkele weken geleden in Kortrijk: Gelooft u nog in een toekomst voor de industriële tewerkstelling in Vlaanderen?. Ik vind dat een straffe vraag. Men had me evengoed kunnen vragen: gelooft u dat in de toekomst in Vlaanderen het licht nog zal branden, of ziet het er hier binnen 50 jaar uit zoals in Burkina Faso? En dat heb ik dan ook geantwoord: de toekomst zal industrieel zijn, of anders zal ze trekken op Burkina Faso. Dan is voor mij en de meesten de keuze snel gemaakt. Ik weet wel dat er zijn die dromen van een pure diensteneconomie. Van een soort computers die geld maken. Geld dat dan nog iets waard zou zijn, waar je iets mee kan kopen. Maar laten we realistisch zijn: de diensteneconomie in België en Europa floreert enkel op basis van de aanwezigheid van de industrie: informatica en telecommunicatie, boekhoudkantoren, onderhoud en herstelbedrijven, noem het maar. Dus de toekomst zal industrieel zijn of ze zal niet zijn. En dat brengt ons natuurlijk direct bij de toekomst van een van de grootste fabrieken van België, jullie fabriek Opel.
Zoals ik het afgelopen zondag ook al op ATV heb gezegd: voor mij is er maar één optie niet realistisch en dat is dat Opel zou dicht gaan. Alles, maar dat niet. Ik vrees dat die sluiting ons in een spiraal van desindustrialisatie kan brengen vergelijkbaar met wat Wallonië heeft meegemaakt met de crisis in de kolen en het staal. Opel sluiten is voor mij dus een NO PASARAN.
Maar dan is de vraag natuurlijk: hoe vermijden we dat? Hoe bezorgen we Opel een toekomst? Een eerste principe dat ik daarbij hanteer is: de vakbond leidt de dans. Jullie zijn de ervaringsdeskundigen. Als jullie nu bvb. allemaal straal verliefd zouden zijn op de Italiaanse schone die jullie momenteel het hof maakt dan zou ik zeggen: ja, als die gasten dat zien zitten dan moeten ze dat doen. Dan zullen ze er reden toe hebben. Maar ik denk dat jullie gelijk hebben om het niet te doen. Fiat is niet een van de meest succesvolle autoconstructeurs van de laatste decennia. En op het sociale vlak heeft Fiat niet direct een reputatie om over naar huis te schrijven.
Jullie strategie is gericht op een onafhankelijk, Europees Opel. Ik denk dat het correct is om daar alvast naar te streven. Het is een gezonde tak van het wereldconcern GM. Maar een Europees Opel, dat is natuurlijk wat anders dan wat op de affiches staat die ik hier en daar in het straatbeeld zie: Opel in Vlaamse handen. Waar slaat dat nu op?Bekaert is ook in Vlaamse handen, en we zien wat er daar gebeurt: Eigen fabrieken eerst dicht. Vlaamse handen zijn vaak patronale handen, het zijn graaihanden.
Dus als we zeggen: Opel in Europese handen, akkoord, maar dan moeten we eens nadenken over welke handen dat zouden kunnen zijn. Ik stel dan vast dat er objectief gezien een enorme toekomst ligt voor de auto-iundustrie in Europa en in België. Ik zelf ben ook wetenschapper en milieuambtenaar, en ik zeg u, het is inderdaad zo dat er iets ernstigs aan de hand is met het klimaat, dat de aarde opwarmt,dat we de uitstoot van broeikasgassen moeten verminderen. En dat betekent onder andere dat we ons op een andere manier zullen verplaatsen in de toekomst. En wees gerust, volgens mij zal dat nog altijd zijn met iets wat heel sterk op een auto trekt, daar niet van. Alleen zullen de brandstoffen helemaal anders zijn. Waterstof, en elektrische wagens. Er is dus een toekomst: als we de ecologische uitdaging ernstig nemen dan betekent dit dat we tussen nu en pakweg 2020 of 2025 ons wagenpark totaal en radicaal zouden moeten vervangen. Nu kun je zeggen:daar zijn we niet klaar voor, die technologie staat niet op punt enzovoort. Ja en neen. Die technologie was er al in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Dat is ondertussen dertig, bijna veertig jaar geleden kameraden. Maar de grote constructeurs hebben daar weinig tot niets mee gedaan. Financieel was het interessanter de benzine- en dieselmotortechnologie verder uit te melken. De omslag naar andere brandstoffen is immers duur en brengt risicos met zich mee. Ze vereist ook planning. Ze vereist het uitbouwen van nieuwe netwerken van brandstofverdeelpunten. Ook dat creëert jobs trouwens. Maar dat is typisch het soort opdrachten dat de private sector niet aankan. Men zegt vaak dat de privé vernieuwend is, dynamisch. Vaak is het omgekeerd en is de privé conservatief uit eigenbelang, omdat alleen de directe winsten worden nagestreefd. Laten we niet vergeten dat de grote technologische revoluties uit het verleden pas goed op gang kwamen als de overheid er zich mee ging moeien: telegraaf en telefoon, spoorwegen, en recent het internet. Internet is ontwikkeld door de Amerikaanse overheid, voor militaire doeleinden. Dat brengt me bij een ander aspect: technologie zet doorgaans pas grote stappen vooruit onder druk van de omstandigheden. Tijdens de oorlog werden plots plastic uitgevonden, ijskasten, electronica en allerlei nieuwe technieken in de medische wetenschap, om de soldaten op het slagveld weer aaneen te naaien.
Ik wil natuurlijk geen oorlog, die zou verwoestend zijn. Maar eigenlijk zijn we al in oorlog. Een sociale oorlog, voor jobs,en ecologische oorlog,tegen de opwarming van de planeet. En die twee oorlogen maken dat het nu vooruit moet gaan. Die twee oorlogen maken dat er werk aan de winkel is voor Opel Antwerpen. Maar dan moet de overheid wel in de dans springen met middelen, en geen klein beetje. Liefst dus op Europees niveau als het kan, op Belgisch niveau als het moet. Wat voor de banken kon, moet voor de auto-industrie zeker kunnen, en dan liefst op een betere manier, zodat de gemeenschap er voordeel bij heeft. Ik roep dus op om een openbare holding op te richten specifiek in de sector van de auto-industrie. Die openbare holding moet de financiële middelen bijeen brengen, maar ook de technologie, via het kopen van octrooien, het opzetten van nieuw onderzoek enzovoort, om de omslag naar de Europese auto-industrie van de toekomst in een versneld tempo mogelijk te maken. De overheid moet de regie voeren over de totale renovatie van de auto-industrie, want anders zal daar niks van in huis komen. De productiviteitsstijging in de auto-industrie (en in de andere industrietakken trouwens) zal moeten opgevangen worden door arbeidsduurvermindering zonder loonverlies. Het enige alternatief daarvoor is een massale slachting onder de industriële arbeidsplaatsen. Dat is de inzet van de strijd tussen wij en zij.
Het grootste probleem bij de oprichting van een auto-industrie in handen van de gemeenschap is van politieke, ideologische aard. Oprichten van openbare bedrijven wordt door de private sector als een grote dreiging beschouwd. Men zal er daarom een karikatuur van proberen te maken. In maart zat ik samen met Jean-Marie De Decker in Phara. En toen ik begon over openbaar initiatief begon De Decker natuurlijk direct over Trabantjes. Maar De Decker wil de auto-industrie liever laten creperen. Volgens hem zijn crisissen een loutering. Dat is natuurlijk mooi gezegd, maar het is niet plezant voor zij die in de auto-industrie hun boterham verdienen. De enige bekommernis van De Decker is de staat zo weinig mogelijk te laten uitgeven en de rijken zo weinig mogelijk belastingen te laten betalen. Opel zal hem wordt wezen. Brugpensioen bij herstructurering dar is hij ook tegen. Dat is voor hem alleen maar een kostenpost.
En De Decker vergist zich trouwens schromelijk als hij een openbare auto-sector herleidt tot de productie van Trabantjes. Tot in de jaren tachtig was Renault in handen van de Franse staat. Het heette de Régie Renault. En toegegeven, Renaults zijn geen Opels, maar er zaten daar toch altijd vernieuwende modellen tussen. Renault is niet bepaald het kneusje van de Europese auto-industrie en is het nooit geweest (voor de duidelijkheid: bij de sluiting van Renault Vilvoorde was Renault al lang in handen van de privé, laat daar ook geen misverstand over bestaan).
We kunnen ook naar Azië kijken. Al die nieuwe concurrenten waarmee jullie de afgelopen decennia te maken kregen: Hyundai en KIA uit Korea, ofProton uit Maleisië zijn allemaal gegroeid uit staatsfabrieken, of zijn in grote mate nog altijd staatsfabrieken. Zo hebben die landen zich geïndustrialiseerd. Natuurlijk willen wij geen staatsfabrieken zoals ginder de arbeid is daar behoorlijk gemilitariseerd! - maar bedrijven onder echte democratische controle van de gemeenschap en de werknemers.Maar met de vergelijking wil ik maar aantonen dat het idee van een auto-industrie geleid door de overheid dus lang niet zo marginaal is als het altijd wordt voorgesteld. Het is trouwens niet omdat het in de boekskes van Marx staat dat we er eens over moeten nadenken, maar omdat het nodig is om onze jobs te redden. Trouwens, over de boekskes van Marx gesproken, wie ze vandaag leest zal vaststellen dat ze brandend actueel zijn, ondanks het feit dat de 160 jaar oud zijn. Ik geloof nooit dat men hetzelfde zal zeggen over het boekske van Verhofstadt in het jaar 2169. Het jaar 2169, stel u voor
Samengevat kameraden ik geloof in een schitterende toekomst voor de auto-industrie in België en Europa. Jullie mogen je niet plat laten slaan, niet laten demoraliseren door het doemdenken daarover. Maar het politieke denken over jullie sector moet dringend veranderen. De taboes van rechts, de spelregels van Open VLD, CD&V maar ook Vlaams Belang en LDD beheersen momenteel de Vlaamse politiek. Die spelregels brengen jullie jobs in gevaar. We moeten de spelregels veranderen. Daarom hebben we geen rechtse, maar linkse, socialistische vertegenwoordigers nodig in onze parlementen. En dan bedoel ik échte socialistischevertegenwoordigers, die onder alle omstandigheden steeds aan de kant van de werkende bevolking staan. En daar kunnen jullie op 7 juni mee voor zorgen.
Sportdienst Evergem al meer dan twee weken in staking
Ik was gisterenavond op de spaghetti-avond van ACOD-LRB Evergem, samen met Issam Benali, SP.a Rood kandidaat voor Oost-Vlaanderen op de tiende plaats op de SP.a lijst voor het Vlaams parlement. De sportdienst van Evergem is al meer dan twee weken in staking tegen de extreme flexibiliteit die men de mensen wil opleggen. De medewerkers zullen voortaan technische, administratieve en onderhoudstaken met elkaar moeten combineren, en dat voor een loon dat een gemiddelde zou zijn van de daarmee overeenstemmende functieniveau's C,D en E. De minachting die hieruit spreekt voor overheidsdiensten en hun personeel is iets wat er bij heel wat politici ingaat als koek. Gelukkig is dat niet het geval voor de lokale SP.a schepen Johan Van Hove (die tevens vijftiende staat op de Oost-Vlaamse SP.a lijst voor het Vlaams parlement). Johan staat pal achter zijn personeel, iets waar veel lokale socialistische politici - ook in Antwerpen - eens een voorbeeld aan mogen nemen. Het conflict is nu zo geëscaleerd dat het gemeentebestuur in kortgeding dwangsommen van 1000 euro per uur en per staker heeft laten uitspreken. Waaruit nog maar eens blijkt dat het stakingsrecht alleen maar gerespecteerd wordt... wanneer er niet gestaakt wordt. Chris Reniers, nationaal voorzitter van ACOD nam het woord. Zij beloofde maximale juridische ondersteuning vanuit ACOD-nationaal omdat het hier toch wel over een zeer hard, belangrijk en principieel conflict gaat. Ik pleit er ook voor om in de grotere ACOD-LRB afdelingen zoals Antwerpen meer ruchtbaarheid te geven aan dit conflict en na te zien hoe we de nodige morele, materiële en andere steun kunnen verlenen. Het conflict in Evergem is namelijk exemplarisch voor hoe nagenoeg alle Vlaamse gemeenten met hun personeel menen te moeten omspringen.
Antwerpse stadsadministratie verbiedt verkoop van het boek van Erik De Bruyn âRooddruk voor een nieuw socialismeâ op 1 mei
Vanochtend kreeg Erik De Bruyn een brief van de stedelijke administratie in de bus. De Bruyn had namelijk een toelating gevraagd om op het parcours van de 1 mei stoet zijn boek Rooddruk voor een nieuw socialisme te koop aan te bieden op een boekenstand. Volgens de dienst markten en foren kan dit niet omdat De Bruyn niet over een leurderskaart beschikt.
Nochtans formuleert de wetgeving een hele reeks uitzonderingen op de verplichting een leurderskaart te bezitten om goederen te koop aan te bieden op de openbare weg. De kaart is bijvoorbeeld niet nodig als het gaat om themamanifestaties die aan een plaatselijke traditie beantwoorden. Dit is met de 1 meistoet duidelijk het geval: het is een plaatselijke traditie om de internationale dag van de arbeid te vieren met een optocht.
Ook wordt er een uitzondering gemaakt als een auteur zijn eigen werk te koop aanbiedt of indien de opbrengst van de verkoop naar sociale, culturele of liefdadigheidsdoeleinden gaat.
Daarom zal de opbrengst van de boekenverkoop op 1 mei worden weggeschonken aan de actie van Oxfam-Solidariteit om de schade die opeenvolgende orkanen hebben aangericht op Cuba te herstellen ( zie ookhttp://www.oxfamsol.be/nl/article.php3?id_article=1626).
Het is natuurlijk absurd en ondenkbaar dat er op 1 mei geen boeken over socialisme te koop aangeboden zouden mogen worden. Daarom zal de verkoop toch plaatsvinden, en wel vanaf 10 uur ter hoogte van de Leopold De Waelstraat 11, 2000 Antwerpen.
Aangezien het hier blijkbaar gaat om een vergissing of een zeer eenzijdige interpretatie van de stedelijke administratie verwachten wij tijdens deze boekenverkoop geen verdere problemen.
In zaal Catba te Deurne lanceerden afgelopen zondag een honderdtal militanten de campagne Nood aan Rood. De linkervleugel van de SP.A wint aan belang en ambitie. Erik De Bruyn van SP.A-Rood staat op de 11de plaats van de Antwerpse SP.A-lijst en wil met 11.000 voorkeurstemmen rechtstreeks verkozen raken.
SP.A-Rood start haar campagne niet toevallig in Deurne, een volkse buurt in Antwerpen waar extreemrechts hoog scoort. De Bruyn, woordvoerder van SP.A-Rood, beschouwt Deurne als symbool voor de Belgische politieke situatie: De socialisten hebben hier veel fouten gemaakt omdat ze verleerd hebben naar het volk te luisteren. Vroeger was deze buurt een rood bastion. In de toekomst willen we dit opnieuw. Deurne zou ook erg lijden onder de Oosterweelverbinding, het ondertussen beruchte viaduct dat de Vlaamse regering wil bouwen over de Schelde. SP.A-Rood heeft zich steeds verzet tegen deze plannen wegens te veel overlast en vervuiling voor de dichtbevolkte stadsbuurten. Onlangs wijzigde Antwerps burgemeester Patrick Janssens (SP.A) zijn standpunt van pro naar contra Oosterweel. De macht van de basis laat zich voelen.
Dat was twee jaar geleden al eens het geval, toen De Bruyn onverwacht 34 procent van de stemmen haalde bij de SP.A-voorzittersverkiezingen. In Antwerpen-stad haalde hij zelfs een absolute meerderheid van 59 procent van de stemmen. Zo iemand is een potentieel stemmenkanon toch kreeg De Bruyn slechts de elfde plek op de Antwerpse lijst voor het Vlaams Parlement. De Deurnenaar roept kiezers dan ook op hun macht te bewijzen met een bewuste voorkeurstem: Kies 11 op 1 kies voor Erik De Bruyn die plaats 11 heeft op lijst nummer 1". Zo kan de kiezer de centrumkoers van de SP.A verwerpen, zonder de partij de rug toe te keren.
In de volle zaal zit ook oud-burgemeester van Antwerpen Bob Cools (SP.A). Cools: De Bruyn is een ideologische denker, al zolang ik hem ken. De huidige economische crisis bewijst dat het kapitalisme van binnenuit rot. Deze weken nu zijn cruciaal: de banken zullen proberen overgaan tot business as usual. Nu hebben we nood aan socialistische voorstellen. Zo sta ik achter het idee van SP.A-Rood voor de oprichting van een overheidsbank in dienst van de gemeenschap.
Ne zanger is een groep, zo zong Wannes Van de Velde. Alhoewel De Bruyn boegbeeld is en dé kandidaat van SP.A-Rood in de provincie Antwerpen, is hij omringd is door enthousiaste medestanders. De campagne wil van onderuit vertrekken, vanuit de basis opbouwen. Met behulp van folders, affiches en T-shirts, maar vooral luisterend naar de ervaring en inzichten van gewone mensen. In het publiek zit Tristan, student aan het conservatorium: Ik kom uit een links nest. Maar ik wou niet meer voor de SP.A stemmen nadat men van bovenaf de partijnaam veranderde zonder overleg met de basis. Erik De Bruyn heeft me toen overtuigd om de SP.A toch nog een kans te geven. Elke Heirman, ondervoozitter SP.A-Rood: Wij zijn gewone mensen die van hun loon moeten leven: arbeiders, bedienden en kleine zelfstandigen. Dit is onze partij. En wij bepalen de koers.
In een gesmaakte speech haalde De Bruyn uit naar de omgekeerde bankoverval: De banken hebben de staatskas overvallen. 20 miljard euro belastingsgeld moest hen uit het slop trekken. In België springt men slordig om met belastingsgeld, zo meent SP.A-Rood. Bovendien kent ons land geen vermogensbelasting en blijven grote fiscale fraudeurs ongestraft, in tegenstelling tot de meeste andere Europese landen.
De Bruyn: Iemand als Jean-Marie Dedecker wil het allemaal nog erger maken met zijn vlaktaks. De belastingsvermindering van de VLD heeft de economie niet vooruitgeholpen, maar als een middeleeuws chirurgijn stelt Dedecker aderlating na aderlating voor, en wil nu opnieuw een belastingsvermindering voor de rijken. Dat geld kan dan natuurlijk niet langer naar de sociale zekerheid gaan, naar betaalbare woningen, naar meer cipiers, naar degelijk openbaar vervoer Dedecker is een omgekeerde Robin Hood, die het geld van de armen aan de rijken wil geven.
Dedecker is niet de enige politicus die ervan langs krijgt. Bart De Wever (N-VA) en Philip Dewinter (Vlaams Belang), die de sociale zekerheid willen splitsen en België als staat willen opdoeken, worden vurig aangevallen door André Van Ekelenburg, Roodvoorzitter in de Antwerpse Rupelstreek: BHV splitsen leidt nergens toe. Een onafhankelijk Vlaanderen is onbestuurbaar. De Bruyn: Ons land met zijn 10 miljoen inwoners telt 25.000 politieke mandaten. De bevoegdheden van politici overlappen elkaar. De staatshervormingswaanzin kost veel geld en is niet rationeel. Waarom moet een vliegtuig dat landt op Zaventem beantwoorden aan 3 of 4 verschillende geluidsnormen? SP.A-Rood stelt onze ingewikkelde staatsinrichting tegenover een democratisch en transparant bestuur. In de wijken en op de werkvloer moet meer inspraak komen van gewone mensen.
Het communautaire opbod is als een lichtbak die politici verlamt en echte problemen in de schaduw stelt. Wie zonder werk valt, lijdt onzekerheid en koopkrachtverlies. Werk is echter een recht, en dus een prioriteit voor SP.A-Rood. In tijden van minder werkaanbod pleiten zij voor een algemene arbeidsduurvermindering met loonbehoud om de economische activiteit op peil te houden, en om het leven comfortabel te houden voor iedereen. De Bruyn wil de foertstemmers van de afgelopen jaren weer naar de rode stal brengen maar beseft dat dit enkel kan met een authentiek socialistisch profiel.
Heeft Vlaanderen al nagedacht over de autosector? vraagt Jo Van Biesebroeck zich af in De Standaard van 16 april. Wie A zegt moet B zeggen. En laat ons de vraagstelling meteen verbreden: heeft België al nagedacht over zijn industriële tewerkstelling? Want ook andere grote bedrijven schrappen banen of sluiten fabrieken: bij Arcelor Mittal verliezen de werknemers honderden euros per maand door de economische werkloosheid. De kans is groot dat de stilgelegde hoogovens niet meer zullen opstarten. Aluminiumproducent Aleris schrapt in Duffel 770 banen. Dat alles om de toekomst van de bedrijven te verzekeren. Maar dat belet Arcelor Mittal niet om dit jaar nog eens 1 miljard dollar uit te keren aan de aandeelhouders. Die moeten in de watten worden gelegd. Zoniet deponeren ze hun kapitaal elders. Arbeiders daarentegen kunnen niet zomaar elders naartoe.
Zo werkt het kapitalisme. Er stak een storm van verontwaardiging op toen de experts van de bankencommissie rapporteerden dat het beleid bij Fortis, Dexia en Ethias gedreven werd door winstbejag. Wat mij verbaasde was de verbazing daarover. Geloofden we dat sprookje over de stakeholders nu écht? Voor mij had het iets van een stel geleerde biologen die na grondige studie tot de vaststelling komen dat de tijger vlees eet
Voor de aandeelhouders en CEOs van GM, Arcelor Mittal en Aleris produceren die fabrieken geen autos, staal of aluminium. Ze produceren in de eerste plaats winst. Onze economie wordt aangedreven door private investeringen die dat ene doel voor ogen hebben: winst maken, en wel zoveel en zo snel mogelijk. Als dat perspectief wegvalt bevriest de economie en wordt het crisis. Een crisis die niet betaald wordt door de vermogens die vergaard werden tijdens de vette jaren, maar wel door de tienduizenden arbeiders en bedienden die overal aan de deur worden gezet.
Hoe uit deze helse cirkel geraken? Alleen radicale en lineaire maatregelen die het belang van gewone werkende mensen weer centraal stellen kunnen hier soelaas bieden. Daalt de productie? Dan moeten we de arbeid herverdelen met een lineaire arbeidsduurvermindering zonder loonverlies. De aandeelhouders zullen ditmaal moeten betalen. De familie Mittal bijvoorbeeld, die 45 procent van de aandelen van de wereldwijde staalreus in handen heeft streek in december 2008 nog 233 miljoen dollar aan dividenden op. Zij kunnen er nog een tijd tegen.
Of wil een bedrijf zoals GM een fabriek sluiten? In mijn boek Rooddruk voor een nieuw socialisme schrijf ik daarover dat de gemeenschap vertegenwoordigd door de overheid dan alle steun moet terugvorderen en zelf industrieel initiatief moet ontplooien. Dat is heel wat anders dan zomaar belastinggeld overhandigen aan automultinationals die daarmee de achterhaalde structuren van de overproductie in stand houden. Ze moet rechtstreeks in dialoog treden met de mensen die weten hoe wagens geproduceerd worden: de arbeiders, de bedienden, de ingenieurs. Daarop rust momenteel een levensgroot taboe. Dat is begrijpelijk. Het zou de almacht van de grote monopolies breken. Het stelt de huidige machtsstructuren in vraag. Het zou de mogelijkheid openen om vragen te stellen zoals: welk wagenpark (of een ander vervoerssysteem) met welke brandstof willen wij in Europa in het jaar 2020? Welke technologische kennis is er in België en in Europa aan onze universiteiten en in onze bedrijven aanwezig om dit soort wagens te produceren? Welke rol zal de fabriek van Opel in Antwerpen daarin spelen? Met andere woorden: hoe kunnen we die fabriek laten draaien volgens de behoeften van de samenleving? Van zieltogende concerns zoals GM verwachten weniet dat ze binnen dit en tien jaar een technologische revolutie zullen presteren. Dierevolutie is nochtans dringend nodig: om sociale en om ecologische redenen. En daarvoor is een open, democratisch aangestuurde en multidimensionele economie nodig die onze verouderde eendimensionele winsteconomie naar de prullenmand van de geschiedenis wijst.
Is dit utopisch? Het is even utopisch als de democratie dat was ten tijde van de feodaliteit. En toch leven we niet meer in de feodaliteit. Het alternatief op de utopie is trouwens de miserie: volgens sommige economen staan ons tien of twintig jaar van verarming te wachten als we het roer NU niet drastisch omgooien.
De tijger eet vlees. Ons vlees. We moeten van dat beest af.
Morgen staakt B-Cargo, de goederenpoot van de NMBS. In 2008 liep het verlies van
B-Cargo op tot 50 miljoen euro. De spoorbonden vrezen een herstructurering die gepaard zal gaan met banenverlies. En dat terwijl vijf jaar geleden al 1500 mensen moesten afvloeien.
De staking zal ongetwijfeld aanleiding geven tot het in vraag stellen van zowel het federale als het openbare karakter van de NMBS. Dat is echter naast de kwestie. De centrale vraag isde volgende: hoe kan het dat het goederenvervoer per spoor in een land met een van de grootste havens ter wereld verlieslatend is? Eergisteren waren we nog apetrots op de komst van de MSC Beatrice naar Antwerpen, met zijn 14.000 laadkisten één van de grootste containerschepen ter wereld. Elk van deze 14.000 containers is een potentiële bron van winst voor B-Cargo, en dus voor de gemeenschap. Indien het vervoer ervan naar het achterland verlieslatend zou zijn, waarmee zijn we dan in godsnaam bezig?
Volgens Gérard Gelmini, voorzitter van ACOD-Spoor, weet zelfs het management van
B-Cargo daar geen antwoord op te geven: Niemand kan ons zeggen hoeveel een trein kost. Als een klant ons vraagt een trein samen te stellen van een bepaalde omvang om van punt A naar punt B te gaan, dan kan niemand zeggen hoeveel dat kost, en of daarmee winst gemaakt wordt of verlies. Ik vraag me af hoe ze hun prijsoffertes maken.[1]
Gelmini weigert dan ook te praten over herstructurering alvorens het management haar huiswerk heeft gemaakt.
Maar het antwoord op de vraag hoeveel een goederentrein kost is niet enkel van belang voor de werknemers van B-Cargo. De maatschappij wordt overeind gehouden met overheidsgeld. Als belastingbetalers hebben wij ook recht op een antwoord.
In mijn recent verschenen boek Rooddruk voor een nieuw socialisme breek ik een lans voor democratisch aangestuurde en transparant beheerde overheidsbedrijven. Die moeten een sleutelrol spelen in het beheren van de basisinfrastructuur die een moderne economie nodig heeft: energie, communicatie en ook transport. In een overbevolkt en ruimtelijk kwetsbaar land als België moet het vervoeren van goederen en mensen namelijk aan meer criteria voldoen dan het maken van winst alleen. Het privatiseren van het spoorwegvervoer eist zijn tol op het vlak van de veiligheid, arbeidsomstandigheden en milieuaspecten. De ervaringen in Groot-Brittannië en Nederland bewijzen dat. Rationeel-technisch gezien is één overheidsoperator bij voorkeur zelfs op Europees niveau-veiliger en efficiënter dan het op elkaar proberen af te stemmen van elfendertig private maatschappijen op één en hetzelfde openbare netwerk. De liberalisering van het Europese goederentransport via het spoor was dan ook een louter ideologische beslissing.
Een boekhouder kan echter alles bewijzen. Vorige week bracht ik een bezoek aan de syndicale delegatie van een verffabriek. Daar legden de vakbondsmensen mij uit dat volgens hun boekhouders de productie van verf verlieslatend is. Alleen de verkoop ervan levert iets op. Alle winst wordt dus geboekt door de verkoopscentra. Het is maar hoe je het bekijkt. Hetzelfde verhaal een paar dagen later aan het piket van de bouwvakkers: betoncentrales zijn verlieslatend
Dat private bedrijven er niet voor terugdeinzen om winsten om te boeken tot verliezen wisten we echter al langer. Dat noemt men fiscale spitstechnologie (hoewel ik zelf liever spreek van witteboordencriminaliteit). Maar wat onze openbare bedrijven betreft willen we nu toch wel eens duidelijkheid. Hoe komen we anders tot een evenwichtig vervoersbeleid? Wat we alvast wel weten is dat het goederentransport via de weg eigenlijk aan concurrentievervalsing doet. Volgens een studie van het Leuvense onderzoeksinstituut Transport & Mobility (TML) uit 2004 veroorzaakt een vrachtwagen 54.9 euro schade per honderd kilometer. Die schade vinden we niet terug in de boekhouding van de transportbedrijven. Ze wordt door ons allemaal opgehoest, letterlijk en figuurlijk.
Goederenvervoer per spoor en over het water is dus het alternatief. Maar voor de organisatie daarvan hebben we transparant beheerde overheidsbedrijven nodig. Geen overheidskopieën van private maatschappijen, en ook geen logge gepolitiseerde structuren, maar democratisch beheerde bedrijven onder controle van werknemers en gemeenschap. Misschien moet mijn eigen SP.a met in haar rangen onder andere een Jannie Haeck, gedelegeerd bestuurder van de NMBS-Holding, daar maar eens een speerpunt van maken.
[1]Interview in het weekblad Solidair van 9 april 2009
Een foto van het massieve stakerspiket bij 3M op maandagochtend. Er moeten daar 16 arbeidsplaatsen verdwijnen.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront vraagt al maanden een sociaal plan maar de directie weigert hierop in te gaan.
De directie van 3M doet het liever op haar manier. Mensen zonder verwittiging gewoon van de ene op de andere dag op straat zetten! Deze onsociale manier is in het verleden al toegepast. Aankomen op je werk, alles moeten afgeven en terug naar huis moeten. Van de ene minuut op de andere zonder werk !
In 2008 moesten al 33 mensen gedwongen 3M verlaten. De miskenning van de wetten, het sociaal overleg en van de overlegorganen (zowel het CPBW als de ondernemingsraad ) door de directie van 3M was, en is, schrijnend.
Op donderdag 2 april ben ik samen met de bouwvakkers piket gaan staan aan de betoncentrale CCB in Deurne (de foto hiernaast werd enkele uren later genomen, op de militantenconcentratie aan de Scheldekaaien).
De staking werd zeer goed opgevolgd, ook op de werven. Dat is ook begrijpelijk: het bouwvakkerspatronaat heeft een frontale aanval ingezet op de verworvenheden van de arbeiders in die sector. Zo wil men de aanvullende vergoedingen op de werkloosheid afbouwen, en een extreme vorm van flexibiliteit invoeren die in de praktijk neerkomt op de invoering van de 45-urenweek.
Om tactische redenen legden de stakerspiketten zich toe op de betoncentrales: zonder beton vallen alle werven na enkele dagen stil. Dat laatste is bij het patronaat niet in dovemansoren gevallen. Toen ze merkten dat het menens was hebben ze zich nog in allerijl naar de onderhandelingstafels gerept. Aan het piket drong al vrij snel het nieuws door dat er om vier uur in de ochtend in Brussel een voorakkoord bereikt was. Maar niemand die kon zeggen wat er dan wel in dat voorakkoord stond. Met die gang van zaken was men niet onverdeeld gelukkig. De staking werd er wat door gedesoriënteerd.
Aan het piket heb ik interessante discussies gevoerd. Een arbeider die al twintig jaar in de sector werkt als chauffeur van een betonmolen zei: In die twintig jaar zijn onze werkvoorwaarden geleidelijk aan slechter geworden, terwijl de winsten bleven aangroeien. Hoewel boekhoudkundig gesproken de winst van een betoncentrale nul is.
Iemand anders zei: Twintig jaar geleden beleefden we de val van het communisme, maar nu loopt het kapitalisme op zijn laatste benen.
Het bewustzijn is er dat we uitzonderlijke tijden meemaken, en dat nadien niets nog hetzelfde zal zijn.
Nadien ontspon er zich een interessante discussie over de toekomst van en de tewerkstelling in de bouwsector. Ik wierp op dat er nog heel wat zou moeten gebouwd worden, niet zozeer om de patroons in de bouwsector rijk te maken maar wél om in de sociale noden te voorzien: nieuwbouw en renovatie van sociale woningen zodat die energiezuinig worden bijvoorbeeld. België heeft de slechtst geïsoleerde huizen van Europa. In Duitsland is er een grootscheeps plan van woningrenovatie in uitvoering. Waarom kan dat hier niet? Alleen al de renovatie van Brussel zou ook Vlaamse- bouwvakkers voor tien tot twintig jaar werk bezorgen. Laat ons Brussel zien als een uitdaging in plaats van als een communautair probleem. Ook veel scholen en hospitalen zijn dringend aan renovatie of nieuwbouw toe. En natuurlijk moet er ook gebouwd worden om de verkeerscongestie rond Antwerpen aan te pakken. Maar dan wel met verstandige tunnelprojecten in plaats van met een stadsviaduct!
Iemand zei dan: allemaal goed en wel, maar waar vinden we het geld om dat allemaal te bouwen? Ik heb daarop geantwoord dat voor de crisis en zelfs nu, tijdens de crisis vele miljarden euros aan dividenden op aandelen zich hebben opgestapeld in vermogens. Vermogens die niets bijdragen aan het welzijn van de samenleving. Een vermogensbelasting van twee procent op alle fortuinen boven de 1 miljoen euro zou al snel 7 miljard euro nieuwe inkomsten opleveren. Een correcte inning van de bestaande belastingen en de aanpak van de fiscale fraude zou nog eens 10 tot 30 miljard aan gemeenschappelijke middelen opbrengen. De belastingdruk in dit land is voor de rijken immers alleen op papier hoog. In de praktijk bestaat de flat tax van De Decker al en betalen de vermogenden veel minder belastingen dat de gewone inkomens uit arbeid. De gewone werkende mensen betalen die flat tax door het overheidstekort waardoor er bespaard moet worden op allerhande sociale uitgaven.
Zeventien tot zevenendertig miljard bijkomende fiscale inkomsten zouden ons toelaten de wettelijke pensioenen eindelijk eens op een leefbaar niveau te tillen en de mensen niet meer te verplichten om via pensioensparen hun centen te riskeren op de beurs. Er zou een hospitalisatieverzekering voor iedereen kunnen worden ingevoerd. En er zou een groot programma van noodzakelijke openbare werken opgestart kunnen worden waardoor de tewerkstelling in de bouwsector verzekerd blijft.
Het conflict in de bouw is een voorbode van wat ons in alle sectoren te wachten staat. Vice-gouverneur van de Nationale Bank Luc Coene zegt dat we een Generatiepact maal honderd nodig hebben. De logica achter dat Generatiepact was en is: de werkenden en de gepensioneerden laten betalen voor de crisis. Door de werkenden langer en harder te laten werken. En door de vinger op de knip te houden wat de wettelijke pensioenen betreft.
SP.a Rood is ontstaan als protest tegen dat Generatiepact. Op een Generatiepact maal honderd zal ons antwoord een SP.a Rood maal honderd zijn.
Het rapport van de Hoge Raad voor Financiën heeft opschudding veroorzaakt. Het structurele tekort op de Belgische begroting dreigt uit de hand te lopen. Een jarenlang volgehouden besparingsbeleid zou de enige oplossing zijn om dat recht te zetten. Volgens Hendrik Bogaert, begrotingsspecialist van de CD&V, is er een sanering nodig die een veelvoud zal bedragen van het Globaal Plan van Jean-Luc Dehaene in de jaren negentig.
Meteen wordt dit debat over de openbare financiën door CD&V maar ook bijna alle andere Vlaamse partijen zols alle andere politieke debatten in België in de communautaire hoek geduwd en daardoor van zijn essentie ontdaan.
Het begrotingstekort is vooral een federaal tekort. De oplossing daarvoor wordt daarom meteen hertaald naar een staatshervormingslogica: geef de deelstaten meer bevoegdheden zonder ze daarom meer geld te geven. De afgelopen jaren deed men net het omgekeerde: federaal geld doorsluizen naar de deelstaten zonder daaraan bijkomende taken te koppelen. In de begroting 2009 nog ter waarde van 1.9 miljard euro, waarvan 1.19 miljard voor Vlaanderen.
Toch passen beide acties in één en dezelfde communautaire logica: ontmantel de federale staat ten voordele van de deelstaten. Het is een de facto staatshervorming in schijfjes. Eerst het geld, later de bevoegdheden.
De federale staat wordt daarbij meer en meer de voodoopop waarin de deelstaten naar believen hun spelden kunnen steken. De federale staat en de deelstaten verhouden zich steeds meer tot elkaar zoals een bad bank tot een good bank, een al even ongezond idee dat opgang maakt in de financiële sector. Steek alle schulden en rommelkredieten in één gifvehikel. Dan spreken we er niet meer over en beginnen we met een schone lei. Dat is natuurlijk je reinste boerenbedrog. Net zoals de boeren vroeger met oudjaar een pop verbrandden waarmee alle zonden en zorgen van het voorbije jaar in rook opgingen.
De werkelijkheid is dat iemand ooit de put zal moeten dempen en de openstaande rekeningen zal moeten betalen. Als we daarbij de staatshervormingslogica zijn gang laten gaan en de echte problematiek verzwijgen dan zal men dat geld nog maar eens uit dezelfde welbekende oude zakken kloppen: die van de gewone werkende mensen. Ofwel door een afbouw van de collectieve voorzieningen, ofwel door ons allemaal nog langer en harder te laten werken, en waarschijnlijk door een combinatie van beiden.
Pervers bij-effect van de staatshervorming is dat ons bestuursapparaat alsmaar duurder wordt. In dit land zijn ondertussen al naar schatting 25.000 politieke mandaten te begeven. Een echte politieke industrie dus, zonder dat ons bestuur daardoor efficiënter, transparanter, laat staan democratischer wordt. Integendeel: alle politiekepartijen bezwijken onder het gewicht van die kleilaag van beroepspolitici. Alles wat van onderuit komt wordt door legers van specialisten deskundig gesmoord.
Socialisme voor de rijken
Maar laten we even stilstaan bij wat dan wel de essentie is van het debat, namelijk het vermeende dilemma tussen een begroting in evenwicht enerzijds en een economische relancepolitiek anderzijds. De overheid wordt momenteel zwaar bevraagd om de sputterende economische motor via staasuitgaven en belastingverminderingen allerhande weer aan de praat te krijgen. Maar anderzijds verwacht men van diezelfde overheid budgettaire orthodoxie. Dat is natuurlijk de kwadratuur van de cirkel. Is het dan een ramp om met een begroting in het rood te gaan? Ja en nee, het hangt ervan af hoe en waarom. Vergelijk het met een huisgezin. Als je een lening aangaat om een huis te kopen dan is dat best te verantwoorden: enerzijds moet je geen huishuur meer betalen, anderzijds heb je een onderpand dat je kan hypothekeren. Als je echter een lening aangaat om het huis van iemand anders af te betalen zonder dat je er eigenaar van wordt dan zit je met een probleem.
En dat is nu exact wat de overheid doet. Met heel veel geld schiet ze de banken ter hulp zonder er effectief zeggenschap over te krijgen. De vakbonden in de banksector melden ondertussen weer business is as usual: verkopen en nog eens verkopen, renderen en winst maken op korte termijn, en een volgende crisis voorbereiden (De Standaard van woensdag 25 maart, pag. E6). Deze keer niet alleen met ons spaargeld, maar ook nog eens met ons belastinggeld.
Dus ja, ik vind dat de overheid de plicht heeft ervoor te zorgen dat banken en bedrijven niet overkop gaan, en kleine spaarders en werknemers niet in de kou komen te staan. En ja, ik vind dat de begroting daarvoor in het rood mag gaan. Maar daar moet effectieve zeggenschap tegenover staan: de banken die met ons belastinggeld functioneren moeten openbare banken zijn en functioneren volgens de door de gemeenschap democratisch vastgestelde criteria, niet volgens de criteria van de private aandeelhouders. Een openbare bank verdient zichzelf op termijn veelvuldig terug aan de gemeenschap, en in die context is het geen bezwaar om tijdelijk in het rood te gaan. Onaanvaardbaar is echter wat er nu gebeurt: ons belastinggeld wordt gebruikt om de verliezen te collectiviseren. Dat is socialisme voor de rijken. Het neoliberale dilemma dat zegt dat een bank in private handen moet en zal zijn en dat het niet de taak is van de overheid om voor bankier te spelen leidt er ondertussen toe dat België in het Fortis-dossier met de rug tegen de muur staat en aan zeer ongunstige voorwaarden moet verkopen aan BNP-Paribas. Het liberalisme kost de belastingbetaler geld.
De flat tax bestaat al!
Maar wat dan met de vaststelling dat het begrotingstekort van België structureel is en niet eens iets te maken heeft met de crisis en het redden van banken in nood? Het verbaast me niets dat het tekort structureel is. Zoals ik ook uitleg in mijn boek Rooddrukvoor een nieuw socialisme staat de Belgische politiek behalve van staatshervormingen ook bol van de belastingverminderingen. Vooral voor de bedrijven dan, wel te verstaan, zoals de beruchte notionele intrestaftrek en artikel 185 §2 van het Wetboek van inkomstenbelastingen dat multinationals toelaat om excessieve winsten weg te boeken naar andere bedrijven van de groep om er op die manier geen belastingen op te moeten betalen. Tel daar nog eens de 10 miljard euro bedrijfsbelastingen bij die op papier wel bestaan maar in de praktijk niet worden geïnd, en we stellen vast dat de flat tax die Jean-Marie De Decker zo graag zou invoeren en die de staat nog eens 20 miljard aan gederfde inkomsten extra zou kosten! - in feite al bestaat: de lagere inkomenscategorieën betalen relatief meer belastingen dan de hogere. Van ons, loontrekkenden is perfect geweten wat we verdienen. Wij kunnen geen belastingen ontduiken en we genieten zelden van vrijstellingen.
Een vermogensbelasting wordt vaak weggelachen met het argument dat het kapitaal dan gewoon met de noorderzon verdwijnt. Maar nu gebeurt net het omgekeerde. België is eennestbevuiler wat de taxatie van grote fortuinen betreft. Belastingparadijs België trok in 2006 72 miljard dollar aan buitenlands kapitaal aan. Maar al dat kapitaal genereert daarom geen jobs. Dat resideert in België op rekeningen en in fondsen. Daarom ben ik voorstander van een vermogensbelasting van twee procent op alle vermogens boven de 1 miljoen euro. Dat zou 7 miljard euro per jaar opbrengen. Tel daarbij de 10 miljard euro niet geïnde belastingen en je komt aan 17 miljard euro per jaar extra inkomsten voor de gemeenschap. Méér dan genoeg om de sociale zekerheid te herfinancieren, de pensioenen veilig te stellen en zo de gewone werkende mensen zeker te stellen van een gegarandeerd minimum aan welvaart, gezondheid en mogelijkheden om hun kinderen te laten studeren. In goede en in kwade tijden. Meer vragen de meeste mensen niet.
Jan Denys, arbeidsmarktdeskundige van het uitzendkantoor Randstad voelt zich in De Morgen van 19 maart geroepen een achterhoedegevecht te leveren in het discours rond het Generatiepact. De ironie wil dat het uitgerekend een technocraat is van een bedrijf dat winst maakt met de flexibilisering van de arbeid zich geroepen voelt om de koers van de toenmalige SP.a-leiding te verdedigen. Dat komt de street credibility van de SP.a in haar geheel helaas niet ten goede. De mijne des te meer.
Een mens wordt moe van het kapitalisme. Niet alleen van het hard labeur en van het perspectief van een eeuwigdurende en mens en milieu vretende planetaire economische oorlog. Maar ook van de ondraaglijke lichtheid van argumenten die slechts standhouden door hun massieve herhaling.
Dat de inkomsten van de sociale zekerheid enkel afhankelijk zijn van het aantal mensen dat aan het werk is, is een neoliberaal dogma. Objectief gezien is de materiële basis van de sociale zekerheid de collectief geproduceerde rijkdom, ongeacht het aantal mensen dat in de creatie daarvan betrokken is. De verdeling van die rijkdom en van de opbrengst van de gestegen arbeidsproductiviteit is een politieke beslissing. Men kan ze naar de aandeelhouders laten vloeien en naar de beurs zoals we de afgelopen decennia deden. Men zou ze echter ook fiscaal kunnen recupereren en de sociale zekerheid nieuwe zuurstof geven via een rechtvaardige fiscaliteit. Met mijn volgens de heer Denys gratuitevoorstel van een vermogensbelasting bijvoorbeeld. En met een hogere belasting op de riante winsten van Randstad. Of we zouden ze collectief kunnen herinvesteren in een arbeidsduurvermindering zonder loonverlies, iedereen aan het werk zetten, en tegelijk de werkdruk verminderen voor zij die aan het werk zijn. Onbetaalbaar? Dat was de achturendag volgens de werkgevers van die tijd ook. Sociale vooruitgang moet je nu eenmaal afdwingen. Door collectieve strijd, sociale strijd, klassenstrijd inderdaad.
Denys breekt nog maar eens een lans voor de Europese Lissabondoelstellingen. Die willen van de Europese economie de meest competitieve ter wereld maken, in het kader van de eerder genoemde wereldwijde economische oorlog. Door de kosten van de sociale zekerheid voor de werkgevers te drukken. Door flexicurity in te voeren en de risicos van een wisselende economische conjunctuur nog meer op de schouders van de werknemers te leggen. Die mogen dan als nomaden van de ene oase van werk naar de andere zwerven. Met de organisatie daarvan verdient de heer Denys zijn kost.
Ik beschouw het dan ook als een onwaarschijnlijk compliment dat Jan Denys vindt dat er iets mis is met die dwarsliggende socialistische basis. En ik vind het een compliment in het kwadraat dat hij mij vernoemt als een exponent van die dwarsliggende basis.
26/03 om 20u.: Dubbelgeboekt: Joël De Ceulaer (Knack) in gesprek met Erik De Bruyn (SP.a-rood) & Peter Mertens (PVDA) over hun pas verschenen boek. I.s.m. Uitgeverij EPO. Inkom 3. De boeken kunnen ter plaatse gekocht en gesigneerd worden. De Groene Waterman, Wolstraat 7, 2000 Antwerpen www.groenewaterman.be
Mijn antwoord op de oproep tot verdeeldheid van links door Walter Pauli in De Morgen
Eenheid van links is de heilige graal van de linkerzijde. Het is dan ook verrassend dat Walter Pauli een oproep lanceert tot linkse verdeeldheid.
De kern in dat betoog is dat een diversiteit aan linkse partijen méér kiezers naar links zou lokken. De Vlaamse politieke geschiedenis spreekt dat tegen. Ons politieke landschap ligt bezaaid met de wrakken van wat linkse eenheidspartijen moesten worden: Regenboog, ELA, PVDA+, Resist
De invoering van een kiesdrempel heeft er bovendien voor gezorgd dat lijsten links van de SP.a linkse stemmen verloren lieten gaan. Het verdelen van links is daarom een gevaarlijk experiment waarvoor de man in de straat cash zal betalen: door een nog groter overwicht van rechts, een nog asocialer beleid en een nog scherper communautair opbod.
Anderzijds is het perfect legitiem de keuze tussen een centrum- of een linkse SP.a rechtstreeks voor te leggen aan de kiezer. Dit zonder de partij electoraal te verzwakken, maar door een aanzwellend aantal twijfelende kiezers toch over de SP.a streep te trekken. Niemand minder dan Patrick Janssens heeft ons geleerd dat het overgrote deel van onze kiezers geen lid is van de partij. Ik richt mij dus rechtstreeks tot hen.
Een ander argument voor een stand alone scenario van de radicale linkerzijde
(niet wij zijn radicaal zijn maar de sociale realiteit met haar massaontslagen en bedrijfssluitingen) is het consequent zijn. De minderheid in een partij moet zichneerleggen bij een beslissing die door de meerderheid genomen werd. De vraag is dan: wie is diemeerderheid? Ik maak mij sterk dat het plan van de partijleiding om de naam van de partij te wijzigen ter ere van Bert Anciaux een partijcongres niet zal overleven.
Het is al helemaal een illusie te denken dat mijn vertrek uit de partij zou volstaan om peis en vree in de gelederen te doen terugkeren. Kopstukken zoals Willockx, Tobback en recent ook nog Stevaert ventileerden kritiek die rauwer en persoonlijker is dan wat ik ooit heb gedurfd. Stuk voor stuk mensen die zeer goed aanvoelen wat er aan de basis leeft. Die symptomen van stuurloosheid hebben alles te maken met ideologische ontreddering. Mijn partij heeft het moeilijk om antwoorden te geven op de crisis. Want Caroline Gennez mag dan op de nieuwjaarsreceptie uitroepen dat Fortis genationaliseerd moet worden, en ik juich dat toe. Maar waarom wordt mijn amendement over de nood aan een openbare bank dan verworpen? Het probleem van haar ideologische stuurloosheid zal de SP.a niet oplossen door mij uit de partij te dragen. Men schiet daarbij hooguit op één van de boodschappers.
Bovendien zit de kiezer niet te wachten op een veelheid aan linkse partijtjes. De kiezer wil linkse antwoorden op de crisis. Ik wil die kiezer daarom de mogelijkheid geven de SP.a te versterken en tegelijk naar links te duwen. Door van de elfde plaats op de Antwerpse lijst een verkiesbare plaats te maken. De kiezer heeft die macht. Jullie kunnen het.
Op zaterdag 21 februari werd ik door Radio 1 geïnterviewd over mijn boek 'Rooddruk voor een nieuw socialisme'. Dat dit interview plaatsvond op de 160e verjaardag van de uitgave van het 'Communistisch Manifest' is toeval !