Op vrijdag 10 juli keurde de SP.a op een haastcongres de regeringsdeelname goed. Een dergelijk congres bindt enkel diegenen die erop aanwezig waren, en de enigen die erop aanwezig konden zijn: de beroepspolitici. Zelf behoor ik daar niet toe. Ik was niet aanwezig. Ik moest werken.
Naar verluidt was de sfeer op het congres haast euforisch. Toegegeven, het regeerakkoord is een knap stukje proza. Zoals in de Bijbel en de Koran kan iedereen erin lezen wat hij of zij wil. Al naargelang de wijze waarop men het tegen het licht houdt straalt het rood of blauw af.
Daarom is het minstens even belangrijk om te lezen wat er niet in staat. De arbeiders van Opel Antwerpen krijgen nog altijd geen antwoord op hun vraag wat de Vlaamse regering zal doen wanneer Magna of een andere overnemer beslist om de fabriek te sluiten. Bij uitbreiding krijgen de Vlaamse industriearbeiders geen antwoord op de vraag wat de regering concreet zal doen om de tewerkstelling te redden in tijden van crisis. Daarvoor blijft het wachten op een werkgelegenheidsconferentie in het najaar.
Vanzelfsprekend zijn er de mooie voornemens op het vlak van de innovatie en de omscholing. Maar de echte toon wordt gezet door de mantra over de verhoging van de werkzaamheidsgraad als middel om de sociale zekerheidbetaalbaar te houden. Met andere woorden, dezelfde patronale retoriek die ervoor zorgde dat SP.a en vakbonden in 2005 frontaal met elkaar in aanvaring kwamen over het Generatiepact. Het naar voren schuiven door de N-VA van Philippe Muyters op het departement Werk versterkt de boodschap dat het deze keer menens is. Vlaanderen zal haar eigen sociaal-economische politiek voeren, een politiek gedicteerd door patronaat en rechterzijde. In functie daarvan worden de eerste stenen gelegd van een Vlaamse sociale zekerheid. Vlaanderen usurpeert hier bevoegdheden die de hare niet zijn, en doet dat ten koste van de eigen bevolking. Het ABVV wijst erop dat zestig procent van de Vlamingen al een hospitalisatieverzekering hebben, betaald door hun werkgever. Binnenkort zullen ze die zelf mogen betalen. En als er dan toch geld is voor een aanvullende kinderbijslag, waarom die dan niet op het federale niveau organiseren om moeilijkheden te vermijden in Brussel? Deze maatregelen zijn niet sociaal maar ideologisch van aard. Goed gespeeld van Bart De Wever.
De euforie bij de beroepspolitici van de SP.a is begrijpelijk en menselijk. Het zag er immers even naar uit dat de SP.a ook op het Vlaamse beleidsniveau niet meer zou meespelen. Niemand verliest graag zijn job. Maar op de iets langere termijn ziet het er echt niet goed uit. We hebben een Vlaamse regering met twee coalitiepartners die een duidelijke, coherente en patronaal geïnspireerde visie delen op de reorganisatie van de economie. En die daarenboven een strategie delen om deze visie er op Vlaams niveau door te duwen. De derde coalitiepartner, de SP.a, is er de afgelopen jaren niet in geslaagd om een congres over economie en financiën te organiseren, stond met haar mond vol tanden tijdens de financiële crisis en sloeg de bal mis in het debat over de financiering van de sociale zekerheid waardoor ze de syndicale achterban van haar vervreemdde. Met een economische wereldcrisis op de achtergrond is dit de slechts mogelijke uitgangspositie om de belangen van de gewone werkende mensen te verdedigen. Nochtans zou het daarover juist moeten gaan in de SP.a. En daarover gaat het vandaag minder dan ooit.
Rechts is aan zet in Vlaanderen. Tegelijk is binnen de SP.a het pure machtsdenken op korte termijn aan zet. Paradoxaal genoeg drukt zich dit uit door het aan de dijk zetten van Frank Vandenbroucke, de adept van de machtsdeelname bij uitstek. Vandenbroucke werd tijdens de verkiezingscampagne uitgespeeld als dé sterkhouder van de partij. Zijn verwezenlijkingen op onderwijs werden in de etalage gezet. Maar tijdens de regeringsvorming liet de warme en open partij hem vallen als een baksteen. Vandenbroucke is namelijk niet zon goeie teamspeler heet het nu. Dat was al langer bekend, dus als je daarmee als partij een probleem hebt wees dan fair en laat hem niet eerst nog het vuile werk doen tijdens de verkiezingen.
Het nieuwe machtscentrum in de partij verschuift naar Limburg. Niet voor niets nam Steve Stevaert, symbool van de gloriejaren van de SP.a, op 7 juni ontslag als gouverneur. Niet voor niets schaarden een aantal oude krokodillen zich op zijn initiatief achter het voorzitterschap van Gennez, zelf een leerlinge van Stevaert. Niet voor niets ligt Vandenbroucke slecht bij Stevaert. Niet voor niets wordt Ingrid Lieten, de Limburgse directeur-generaal van De Lijn in één klap viceminister-president zonder verkozen te zijn in het Vlaams parlement. Niet voor niets achtte Peter Vanvelthoven op het congres van 10 juli de tijd rijp om SP.a Rood frontaal aan te vallen wegens ons gebrek aan enthousiasme voor het regeerakkoord. Alle neuzen worden met geweld in dezelfde richting geduwd. De korte lente na de voorzittersverkiezingen van 2007 is definitief voorbij. De partijbasis is minder dan ooit aan het woord. Het zal meer dan ooit moed vergen om in de SP.a consequent socialist te zijn en de belangen van gewone werkende mensen centraal te stellen. Toch is het dat wat SP.a Rood zal blijven doen.
De korte zomer van de democratie in de SP.a is voorbij
Ik haalde deze tekst even van mijn blog weg wegens de spoedige publicatie ervan in De Standaard. Die hebben graag de exclusiviteit. Niet voor niets de standaard
De selectieve daadkracht van de nieuwe Vlaamse regering
Alvorens onze aan een snelle eerste evaluatie van het Vlaamse regeerakkoord te wagen toch dit: het akkoord is niet gespeend van contradicties. De eerste en meest acute contradictie is dat de Vlaamse regering wenst in te zetten op de methode van het participatief beleid met een grote betrokkenheid van het middenveld. Maar deze is de achterban van de toekomstige coalitiepartijen alvast niet gegund. Een regeerakkoord van meer dan honderd bladzijden waarvoor de onderhandelaars meer dan dertig dagen nodig hadden om het samen te stellen dient plotseling en overnacht te worden geëvalueerd en geconsacreerd door de achterban. Dit alles om de symbolische deadline van 11 juli te halen? Dat geeft alvast te denken over het participatieve gehalte van het beleid van de nieuwe Vlaamse regering.
SP.a Rood is in die context niet van plan om als rood schaamlapje te dienen en door een al te actieve deelname aan het haastcongres van 10 juli de nodige legitimiteit te bezorgen. Wie is er trouwens afgevaardigd voor dit congres, door wie en waarvoor? Worden gewone Vlaamse werkende socialisten geacht om vanavond vrijdag om 18 uur in Brussel te verschijnen? We pleiten er dan ook dringend voor het SP.a congres met tenminste een week uit te stellen.
Het regeerakkoord zelve dan. Om te beginnen wordt een open deur ingetrapt door te stellen dat een mondiale crisis tijdelijk is. Timing is dan echter bijzonder belangrijk. Uit het akkoord treedt de tijdshorizon 2011 naar voren: vanaf dan zou het wat beter moeten gaan. Meerjarenplanning is daarom op verschillende plaatsen het scharnierwoord dat moet verhullen dat er op korte termijn voor dringende sociale noden zoals de sociale huisvesting en dejeugdzorg geen geld zal worden vrijgemaakt. De meerjarenplanning moet de inspanningen dan over de economische crisis heen tillen. De vraag is echter: zal die crisis effectief in 2011 afgelopen zijn (talrijke internationale economen voorspellen het tegendeel) en zo ja voor wie? De Vlaamse relancepolitiek is er immers vooral op gericht de bedrijven bij te staan in slechte tijden, en niet zozeer de werkenden, werklozen en gepensioneerden. Ze onderschrijft volledig de Europese doelstellingen inzake activering en het verhogen van de werkzaamheidsgraad op een ogenblik dat arbeid een schaars goed wordt tenzij we erin zouden slagen ze radicaal te herverdelen. Dat is echter niet het voornemen van de kersverse Vlaamse regering. Integendeel brengt zij nog méér werkzoekenden op de arbeidsmarkt op een ogenblik dat het arbeidsaanbod reeds schaars is. Het gevolg kan dan ook alleen maar zijn: een degradatie van werkomstandigheden en lonen. Zoals in omfloerste termen reeds wordt aangekondigd voor de openbare diensten: Regelgeving mag geen hypotheek leggen op een degelijk personeelsbeleid en mag geen belemmering vormen voor efficiëntie en effectiviteit. We zullen de bestaande regelgeving in die zin evalueren en aanpassen.
Nieuwe jobs kunnen er in die context enkel komen door de eeuwige economische wereldoorlog van allen tegen iedereen verder te zetten en te winnen. Het is geen warm en sociaal Vlaanderen dat de volgende woorden in zijn regeerakkoord neerschrijft: De wereld zal na deze crisis een andere wereld zijn. Onze bedrijven zullen moeten opereren in een nieuwe, hyperconcurrentiële omgeving. Het zal er daarbij op aankomen om een voorsprong te nemen door unieke producten, diensten en concepten te ontwikkelen.
De mondiale crisis is vanzelfsprekend eindig, net zoals een bosbrand dat ook is. Maar de consequenties zullen verregaand ingrijpen in het leven van velenDan hebben we het zeker niet over de groep van investeerders die zich snel zullen herstellen, maar over de arbeiders en bedienden en niet te vergeten, hun kinderen.Zij zullen nog jarenlang de gevolgen moet torsen van de bankiers die casinootje hebben gespeeld met de centen van zij die zich noodgedwongen, dag in dag uit, ter beschikking van deze investeerders hebben gesteld. Als men stelt dat de crisis het moment bij uitstek is om de huidige zwaktes in de economie te remediëren, waarom heeft men dan nog steeds geen nationale bank, was dat nu net niet hét pijnpunt in deze ganse crisis?
De wereld na deze crisis zal geen betere wereld zijn als we zo verder doen. Dit regeerakkoord is allesbehalve een rood regeerakkoord.
Men zou natuurlijk kunnen stellen dat de middelen van een overheid schaars zijn. Dat er prioriteiten moeten worden gesteld. Los van het feit dat de kwestie van de gezondheid van de overheidsfinanciën steeds weer gesteld in termen van het beperken van de uitgaven (besparingen) en niet in termen van het verhogen van de inkomsten (vermogensbelasting en nationalisatie van economische sectoren) stellen we ook vast dat de Vlaamse regering het moeilijk heeft zich te concentreren op haar kernbevoegdheden. Hier laat de Vlaams-nationale agenda van de N-VA zich duidelijk gevoelen. Vlaanderen voelt zich geroepen een eigen buitenlands beleid op poten te zetten, een eigen ontwikkelingssamenwerking, ja zelfs een eigen topsportbeleid. De vraag stellen of dit alles nog effectief en efficiënt is twee andere sleutelbegrippen in deze regeerverklaring- is ze beantwoorden. Het belet onze nieuwe regering niet te oreren over staatshervorming en klare, duidelijke bevoegdheden.
Kersje op de taart van de voortschrijdende realisatie van de Vlaams-nationale agenda is natuurlijk de Vlaamse hospitalisatieverzekering en de aanvullende kinderbijslag. Zowel ACV als ABVV hebben er reeds op gewezen tot welke ongerijmdheden dit zal leiden, onder andere in Brussel, op het gebrek aan zin voor prioriteiten terwijl er nog altijd wachtlijsten zijn in de zorgsector, en op het gebrek aan sociale effectiviteit van dergelijke maatregelen. Deze Vlaamse programmapunten hebben dan ook alleen maar tot doel te federale sociale zekerheid te oneemijnen, waardoor op termijn de sociale bescherming van alle Belgen zal afkalven.
Op het voor Vlaanderen zo cruciale vlak van de mobiliteit daarentegen wordt geen enkele daadkracht aan de dag gelegd. Integendeel wordt de kool en de geit gespaard. Ondanks heel wat retoriek over duurzame mobiliteit en het spaarzaam omspringen met open ruimteworden de plannen voor het uitbouwen van een logistieke zone Saefthinge verder onderzocht. De nodige daadkracht ontbreekt om dinosaurusprojecten zoals de Oosterweelverbinding en het Schipdonkkanaal definitief ten grave te dragen.
SP.a Rood meende al op 8 juni dat de SP.a er beter aan zou doen om te kiezen voor de oppositie en van daaruit een sociaal front te vormen met de vakbonden. Dit regeerakkoord geeft ons geen enkel element om het geweer van schouder te veranderen, wel integendeel.
Ik word weer op plaatsen gesignaleerd waar ik niet was
Ik lees net in De Standaard dat ik gisteren op een SP.a congres waar ik wegens werken niet kon aanwezig zijn voor het regeerakkoord zou hebben gestemd!
Ik geloof niet dat Patrick Vander Weyden de beste politicoloog is die we in Vlaanderen hebben. Politieke wetenschap bedrijven staat voor hem gelijk aan een rekensommetje uit het lager onderwijs: SLP en PVDA+ hebben geen doorbraak kunnen forceren. Samen halen ze amper twee procent van de stemmen. Bijgevolg heeft SP.A de verkiezingen niet verloren op haar linkerflank, maar in het centrum en misschien wel op rechts, schrijft hij vandaag in Knack.
Niemand zat te wachten op SLP en PVDA+. De kiezer verwacht iets van de socialistische partij. En als die socialistische partij niet levert dan gaat die kiezer alle richtingen uit, ook naar rechts. Maar dat betekent nog niet dat het per definitie en onveranderlijk rechtse kiezers zijn. De SP.a (en bij uitbreiding andere sociaaldemocratische partijen in Europa) wisten hun traditionele arbeidersachterban van zich te vervreemden door op sociaal-economisch vlak naar het centrum op te schuiven en tegelijk op ethisch vlak stellingen te verkondigen waarin die achterban zich niet meer kan terugvinden. Daar is ondertussen zowat elke ernstige politieke analist het over eens. Alleen Vander Weyden wil er niet aan. Het is te moeilijk. Daarom zal ik het illustreren met een voorbeeld. Een Brusselse kennis van me ontmoette onlangs zijn broer. Die broer woont in Deurne en deze keer had hij voor Europa op LDD gestemd. (want die partij zet zich af tegen de jacht op rokers).Maar voor Vlaanderen ging zijn stem naar Erik De Bruyn die hij de beste kandidaat vond op de lijst van de SP.a.
Een anekdote? Kan zijn. Maar wanneer Vander Weyden daarentegen zomaar uit de losse pols beweert dat de verdeeldheid bij de SP.a en in het bijzonder de aanwezigheid van SP.a Rood de partij electoraal heeft beschadigd, dan moet hij dat maar eens onderzoeken en aantonen. Anders spreekt hij zonder vel over zijn buik zoals ze dat in Antwerpen zeggen. We wensen hem veel succes met dat onderzoek. Want de meeste kiezers houden zich amper bezig met politiek, laat staan met de interne keuken van partijen
Er ontbreekt trouwens een hoek aan het denken van Vander Weyden. Er zijn kosten aan. Enerzijds beweert hij dat SP.a Rood er maar niet in slaagt voet aan de grond te krijgen in de SP.a. Maar anderzijds maakt datzelfde SP.a Rood in al zijn onbenulligheid een open en mobiliserende werking onmogelijk. En zijn ze verantwoordelijk voor electorale averij. Il faut le faire. Waarschijnlijk is dat de schuld van de media weet u wel?
Er ligt trouwens een voorstel op tafel om de meningsverschillen in de SP.a buiten die vermaledijde media te houden. Neem een SP.a Rood vertegenwoordiger op in het partijbureau, zodat de discussie binnenskamers kan worden gevoerd. Benieuwd hoe de partijleiding daarop zal reageren.