Antwerpse stadsadministratie verbiedt verkoop van het boek van Erik De Bruyn âRooddruk voor een nieuw socialismeâ op 1 mei
Vanochtend kreeg Erik De Bruyn een brief van de stedelijke administratie in de bus. De Bruyn had namelijk een toelating gevraagd om op het parcours van de 1 mei stoet zijn boek Rooddruk voor een nieuw socialisme te koop aan te bieden op een boekenstand. Volgens de dienst markten en foren kan dit niet omdat De Bruyn niet over een leurderskaart beschikt.
Nochtans formuleert de wetgeving een hele reeks uitzonderingen op de verplichting een leurderskaart te bezitten om goederen te koop aan te bieden op de openbare weg. De kaart is bijvoorbeeld niet nodig als het gaat om themamanifestaties die aan een plaatselijke traditie beantwoorden. Dit is met de 1 meistoet duidelijk het geval: het is een plaatselijke traditie om de internationale dag van de arbeid te vieren met een optocht.
Ook wordt er een uitzondering gemaakt als een auteur zijn eigen werk te koop aanbiedt of indien de opbrengst van de verkoop naar sociale, culturele of liefdadigheidsdoeleinden gaat.
Daarom zal de opbrengst van de boekenverkoop op 1 mei worden weggeschonken aan de actie van Oxfam-Solidariteit om de schade die opeenvolgende orkanen hebben aangericht op Cuba te herstellen ( zie ookhttp://www.oxfamsol.be/nl/article.php3?id_article=1626).
Het is natuurlijk absurd en ondenkbaar dat er op 1 mei geen boeken over socialisme te koop aangeboden zouden mogen worden. Daarom zal de verkoop toch plaatsvinden, en wel vanaf 10 uur ter hoogte van de Leopold De Waelstraat 11, 2000 Antwerpen.
Aangezien het hier blijkbaar gaat om een vergissing of een zeer eenzijdige interpretatie van de stedelijke administratie verwachten wij tijdens deze boekenverkoop geen verdere problemen.
In zaal Catba te Deurne lanceerden afgelopen zondag een honderdtal militanten de campagne Nood aan Rood. De linkervleugel van de SP.A wint aan belang en ambitie. Erik De Bruyn van SP.A-Rood staat op de 11de plaats van de Antwerpse SP.A-lijst en wil met 11.000 voorkeurstemmen rechtstreeks verkozen raken.
SP.A-Rood start haar campagne niet toevallig in Deurne, een volkse buurt in Antwerpen waar extreemrechts hoog scoort. De Bruyn, woordvoerder van SP.A-Rood, beschouwt Deurne als symbool voor de Belgische politieke situatie: De socialisten hebben hier veel fouten gemaakt omdat ze verleerd hebben naar het volk te luisteren. Vroeger was deze buurt een rood bastion. In de toekomst willen we dit opnieuw. Deurne zou ook erg lijden onder de Oosterweelverbinding, het ondertussen beruchte viaduct dat de Vlaamse regering wil bouwen over de Schelde. SP.A-Rood heeft zich steeds verzet tegen deze plannen wegens te veel overlast en vervuiling voor de dichtbevolkte stadsbuurten. Onlangs wijzigde Antwerps burgemeester Patrick Janssens (SP.A) zijn standpunt van pro naar contra Oosterweel. De macht van de basis laat zich voelen.
Dat was twee jaar geleden al eens het geval, toen De Bruyn onverwacht 34 procent van de stemmen haalde bij de SP.A-voorzittersverkiezingen. In Antwerpen-stad haalde hij zelfs een absolute meerderheid van 59 procent van de stemmen. Zo iemand is een potentieel stemmenkanon toch kreeg De Bruyn slechts de elfde plek op de Antwerpse lijst voor het Vlaams Parlement. De Deurnenaar roept kiezers dan ook op hun macht te bewijzen met een bewuste voorkeurstem: Kies 11 op 1 kies voor Erik De Bruyn die plaats 11 heeft op lijst nummer 1". Zo kan de kiezer de centrumkoers van de SP.A verwerpen, zonder de partij de rug toe te keren.
In de volle zaal zit ook oud-burgemeester van Antwerpen Bob Cools (SP.A). Cools: De Bruyn is een ideologische denker, al zolang ik hem ken. De huidige economische crisis bewijst dat het kapitalisme van binnenuit rot. Deze weken nu zijn cruciaal: de banken zullen proberen overgaan tot business as usual. Nu hebben we nood aan socialistische voorstellen. Zo sta ik achter het idee van SP.A-Rood voor de oprichting van een overheidsbank in dienst van de gemeenschap.
Ne zanger is een groep, zo zong Wannes Van de Velde. Alhoewel De Bruyn boegbeeld is en dé kandidaat van SP.A-Rood in de provincie Antwerpen, is hij omringd is door enthousiaste medestanders. De campagne wil van onderuit vertrekken, vanuit de basis opbouwen. Met behulp van folders, affiches en T-shirts, maar vooral luisterend naar de ervaring en inzichten van gewone mensen. In het publiek zit Tristan, student aan het conservatorium: Ik kom uit een links nest. Maar ik wou niet meer voor de SP.A stemmen nadat men van bovenaf de partijnaam veranderde zonder overleg met de basis. Erik De Bruyn heeft me toen overtuigd om de SP.A toch nog een kans te geven. Elke Heirman, ondervoozitter SP.A-Rood: Wij zijn gewone mensen die van hun loon moeten leven: arbeiders, bedienden en kleine zelfstandigen. Dit is onze partij. En wij bepalen de koers.
In een gesmaakte speech haalde De Bruyn uit naar de omgekeerde bankoverval: De banken hebben de staatskas overvallen. 20 miljard euro belastingsgeld moest hen uit het slop trekken. In België springt men slordig om met belastingsgeld, zo meent SP.A-Rood. Bovendien kent ons land geen vermogensbelasting en blijven grote fiscale fraudeurs ongestraft, in tegenstelling tot de meeste andere Europese landen.
De Bruyn: Iemand als Jean-Marie Dedecker wil het allemaal nog erger maken met zijn vlaktaks. De belastingsvermindering van de VLD heeft de economie niet vooruitgeholpen, maar als een middeleeuws chirurgijn stelt Dedecker aderlating na aderlating voor, en wil nu opnieuw een belastingsvermindering voor de rijken. Dat geld kan dan natuurlijk niet langer naar de sociale zekerheid gaan, naar betaalbare woningen, naar meer cipiers, naar degelijk openbaar vervoer Dedecker is een omgekeerde Robin Hood, die het geld van de armen aan de rijken wil geven.
Dedecker is niet de enige politicus die ervan langs krijgt. Bart De Wever (N-VA) en Philip Dewinter (Vlaams Belang), die de sociale zekerheid willen splitsen en België als staat willen opdoeken, worden vurig aangevallen door André Van Ekelenburg, Roodvoorzitter in de Antwerpse Rupelstreek: BHV splitsen leidt nergens toe. Een onafhankelijk Vlaanderen is onbestuurbaar. De Bruyn: Ons land met zijn 10 miljoen inwoners telt 25.000 politieke mandaten. De bevoegdheden van politici overlappen elkaar. De staatshervormingswaanzin kost veel geld en is niet rationeel. Waarom moet een vliegtuig dat landt op Zaventem beantwoorden aan 3 of 4 verschillende geluidsnormen? SP.A-Rood stelt onze ingewikkelde staatsinrichting tegenover een democratisch en transparant bestuur. In de wijken en op de werkvloer moet meer inspraak komen van gewone mensen.
Het communautaire opbod is als een lichtbak die politici verlamt en echte problemen in de schaduw stelt. Wie zonder werk valt, lijdt onzekerheid en koopkrachtverlies. Werk is echter een recht, en dus een prioriteit voor SP.A-Rood. In tijden van minder werkaanbod pleiten zij voor een algemene arbeidsduurvermindering met loonbehoud om de economische activiteit op peil te houden, en om het leven comfortabel te houden voor iedereen. De Bruyn wil de foertstemmers van de afgelopen jaren weer naar de rode stal brengen maar beseft dat dit enkel kan met een authentiek socialistisch profiel.
Heeft Vlaanderen al nagedacht over de autosector? vraagt Jo Van Biesebroeck zich af in De Standaard van 16 april. Wie A zegt moet B zeggen. En laat ons de vraagstelling meteen verbreden: heeft België al nagedacht over zijn industriële tewerkstelling? Want ook andere grote bedrijven schrappen banen of sluiten fabrieken: bij Arcelor Mittal verliezen de werknemers honderden euros per maand door de economische werkloosheid. De kans is groot dat de stilgelegde hoogovens niet meer zullen opstarten. Aluminiumproducent Aleris schrapt in Duffel 770 banen. Dat alles om de toekomst van de bedrijven te verzekeren. Maar dat belet Arcelor Mittal niet om dit jaar nog eens 1 miljard dollar uit te keren aan de aandeelhouders. Die moeten in de watten worden gelegd. Zoniet deponeren ze hun kapitaal elders. Arbeiders daarentegen kunnen niet zomaar elders naartoe.
Zo werkt het kapitalisme. Er stak een storm van verontwaardiging op toen de experts van de bankencommissie rapporteerden dat het beleid bij Fortis, Dexia en Ethias gedreven werd door winstbejag. Wat mij verbaasde was de verbazing daarover. Geloofden we dat sprookje over de stakeholders nu écht? Voor mij had het iets van een stel geleerde biologen die na grondige studie tot de vaststelling komen dat de tijger vlees eet
Voor de aandeelhouders en CEOs van GM, Arcelor Mittal en Aleris produceren die fabrieken geen autos, staal of aluminium. Ze produceren in de eerste plaats winst. Onze economie wordt aangedreven door private investeringen die dat ene doel voor ogen hebben: winst maken, en wel zoveel en zo snel mogelijk. Als dat perspectief wegvalt bevriest de economie en wordt het crisis. Een crisis die niet betaald wordt door de vermogens die vergaard werden tijdens de vette jaren, maar wel door de tienduizenden arbeiders en bedienden die overal aan de deur worden gezet.
Hoe uit deze helse cirkel geraken? Alleen radicale en lineaire maatregelen die het belang van gewone werkende mensen weer centraal stellen kunnen hier soelaas bieden. Daalt de productie? Dan moeten we de arbeid herverdelen met een lineaire arbeidsduurvermindering zonder loonverlies. De aandeelhouders zullen ditmaal moeten betalen. De familie Mittal bijvoorbeeld, die 45 procent van de aandelen van de wereldwijde staalreus in handen heeft streek in december 2008 nog 233 miljoen dollar aan dividenden op. Zij kunnen er nog een tijd tegen.
Of wil een bedrijf zoals GM een fabriek sluiten? In mijn boek Rooddruk voor een nieuw socialisme schrijf ik daarover dat de gemeenschap vertegenwoordigd door de overheid dan alle steun moet terugvorderen en zelf industrieel initiatief moet ontplooien. Dat is heel wat anders dan zomaar belastinggeld overhandigen aan automultinationals die daarmee de achterhaalde structuren van de overproductie in stand houden. Ze moet rechtstreeks in dialoog treden met de mensen die weten hoe wagens geproduceerd worden: de arbeiders, de bedienden, de ingenieurs. Daarop rust momenteel een levensgroot taboe. Dat is begrijpelijk. Het zou de almacht van de grote monopolies breken. Het stelt de huidige machtsstructuren in vraag. Het zou de mogelijkheid openen om vragen te stellen zoals: welk wagenpark (of een ander vervoerssysteem) met welke brandstof willen wij in Europa in het jaar 2020? Welke technologische kennis is er in België en in Europa aan onze universiteiten en in onze bedrijven aanwezig om dit soort wagens te produceren? Welke rol zal de fabriek van Opel in Antwerpen daarin spelen? Met andere woorden: hoe kunnen we die fabriek laten draaien volgens de behoeften van de samenleving? Van zieltogende concerns zoals GM verwachten weniet dat ze binnen dit en tien jaar een technologische revolutie zullen presteren. Dierevolutie is nochtans dringend nodig: om sociale en om ecologische redenen. En daarvoor is een open, democratisch aangestuurde en multidimensionele economie nodig die onze verouderde eendimensionele winsteconomie naar de prullenmand van de geschiedenis wijst.
Is dit utopisch? Het is even utopisch als de democratie dat was ten tijde van de feodaliteit. En toch leven we niet meer in de feodaliteit. Het alternatief op de utopie is trouwens de miserie: volgens sommige economen staan ons tien of twintig jaar van verarming te wachten als we het roer NU niet drastisch omgooien.
De tijger eet vlees. Ons vlees. We moeten van dat beest af.
Morgen staakt B-Cargo, de goederenpoot van de NMBS. In 2008 liep het verlies van
B-Cargo op tot 50 miljoen euro. De spoorbonden vrezen een herstructurering die gepaard zal gaan met banenverlies. En dat terwijl vijf jaar geleden al 1500 mensen moesten afvloeien.
De staking zal ongetwijfeld aanleiding geven tot het in vraag stellen van zowel het federale als het openbare karakter van de NMBS. Dat is echter naast de kwestie. De centrale vraag isde volgende: hoe kan het dat het goederenvervoer per spoor in een land met een van de grootste havens ter wereld verlieslatend is? Eergisteren waren we nog apetrots op de komst van de MSC Beatrice naar Antwerpen, met zijn 14.000 laadkisten één van de grootste containerschepen ter wereld. Elk van deze 14.000 containers is een potentiële bron van winst voor B-Cargo, en dus voor de gemeenschap. Indien het vervoer ervan naar het achterland verlieslatend zou zijn, waarmee zijn we dan in godsnaam bezig?
Volgens Gérard Gelmini, voorzitter van ACOD-Spoor, weet zelfs het management van
B-Cargo daar geen antwoord op te geven: Niemand kan ons zeggen hoeveel een trein kost. Als een klant ons vraagt een trein samen te stellen van een bepaalde omvang om van punt A naar punt B te gaan, dan kan niemand zeggen hoeveel dat kost, en of daarmee winst gemaakt wordt of verlies. Ik vraag me af hoe ze hun prijsoffertes maken.[1]
Gelmini weigert dan ook te praten over herstructurering alvorens het management haar huiswerk heeft gemaakt.
Maar het antwoord op de vraag hoeveel een goederentrein kost is niet enkel van belang voor de werknemers van B-Cargo. De maatschappij wordt overeind gehouden met overheidsgeld. Als belastingbetalers hebben wij ook recht op een antwoord.
In mijn recent verschenen boek Rooddruk voor een nieuw socialisme breek ik een lans voor democratisch aangestuurde en transparant beheerde overheidsbedrijven. Die moeten een sleutelrol spelen in het beheren van de basisinfrastructuur die een moderne economie nodig heeft: energie, communicatie en ook transport. In een overbevolkt en ruimtelijk kwetsbaar land als België moet het vervoeren van goederen en mensen namelijk aan meer criteria voldoen dan het maken van winst alleen. Het privatiseren van het spoorwegvervoer eist zijn tol op het vlak van de veiligheid, arbeidsomstandigheden en milieuaspecten. De ervaringen in Groot-Brittannië en Nederland bewijzen dat. Rationeel-technisch gezien is één overheidsoperator bij voorkeur zelfs op Europees niveau-veiliger en efficiënter dan het op elkaar proberen af te stemmen van elfendertig private maatschappijen op één en hetzelfde openbare netwerk. De liberalisering van het Europese goederentransport via het spoor was dan ook een louter ideologische beslissing.
Een boekhouder kan echter alles bewijzen. Vorige week bracht ik een bezoek aan de syndicale delegatie van een verffabriek. Daar legden de vakbondsmensen mij uit dat volgens hun boekhouders de productie van verf verlieslatend is. Alleen de verkoop ervan levert iets op. Alle winst wordt dus geboekt door de verkoopscentra. Het is maar hoe je het bekijkt. Hetzelfde verhaal een paar dagen later aan het piket van de bouwvakkers: betoncentrales zijn verlieslatend
Dat private bedrijven er niet voor terugdeinzen om winsten om te boeken tot verliezen wisten we echter al langer. Dat noemt men fiscale spitstechnologie (hoewel ik zelf liever spreek van witteboordencriminaliteit). Maar wat onze openbare bedrijven betreft willen we nu toch wel eens duidelijkheid. Hoe komen we anders tot een evenwichtig vervoersbeleid? Wat we alvast wel weten is dat het goederentransport via de weg eigenlijk aan concurrentievervalsing doet. Volgens een studie van het Leuvense onderzoeksinstituut Transport & Mobility (TML) uit 2004 veroorzaakt een vrachtwagen 54.9 euro schade per honderd kilometer. Die schade vinden we niet terug in de boekhouding van de transportbedrijven. Ze wordt door ons allemaal opgehoest, letterlijk en figuurlijk.
Goederenvervoer per spoor en over het water is dus het alternatief. Maar voor de organisatie daarvan hebben we transparant beheerde overheidsbedrijven nodig. Geen overheidskopieën van private maatschappijen, en ook geen logge gepolitiseerde structuren, maar democratisch beheerde bedrijven onder controle van werknemers en gemeenschap. Misschien moet mijn eigen SP.a met in haar rangen onder andere een Jannie Haeck, gedelegeerd bestuurder van de NMBS-Holding, daar maar eens een speerpunt van maken.
[1]Interview in het weekblad Solidair van 9 april 2009
Een foto van het massieve stakerspiket bij 3M op maandagochtend. Er moeten daar 16 arbeidsplaatsen verdwijnen.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront vraagt al maanden een sociaal plan maar de directie weigert hierop in te gaan.
De directie van 3M doet het liever op haar manier. Mensen zonder verwittiging gewoon van de ene op de andere dag op straat zetten! Deze onsociale manier is in het verleden al toegepast. Aankomen op je werk, alles moeten afgeven en terug naar huis moeten. Van de ene minuut op de andere zonder werk !
In 2008 moesten al 33 mensen gedwongen 3M verlaten. De miskenning van de wetten, het sociaal overleg en van de overlegorganen (zowel het CPBW als de ondernemingsraad ) door de directie van 3M was, en is, schrijnend.
Op donderdag 2 april ben ik samen met de bouwvakkers piket gaan staan aan de betoncentrale CCB in Deurne (de foto hiernaast werd enkele uren later genomen, op de militantenconcentratie aan de Scheldekaaien).
De staking werd zeer goed opgevolgd, ook op de werven. Dat is ook begrijpelijk: het bouwvakkerspatronaat heeft een frontale aanval ingezet op de verworvenheden van de arbeiders in die sector. Zo wil men de aanvullende vergoedingen op de werkloosheid afbouwen, en een extreme vorm van flexibiliteit invoeren die in de praktijk neerkomt op de invoering van de 45-urenweek.
Om tactische redenen legden de stakerspiketten zich toe op de betoncentrales: zonder beton vallen alle werven na enkele dagen stil. Dat laatste is bij het patronaat niet in dovemansoren gevallen. Toen ze merkten dat het menens was hebben ze zich nog in allerijl naar de onderhandelingstafels gerept. Aan het piket drong al vrij snel het nieuws door dat er om vier uur in de ochtend in Brussel een voorakkoord bereikt was. Maar niemand die kon zeggen wat er dan wel in dat voorakkoord stond. Met die gang van zaken was men niet onverdeeld gelukkig. De staking werd er wat door gedesoriënteerd.
Aan het piket heb ik interessante discussies gevoerd. Een arbeider die al twintig jaar in de sector werkt als chauffeur van een betonmolen zei: In die twintig jaar zijn onze werkvoorwaarden geleidelijk aan slechter geworden, terwijl de winsten bleven aangroeien. Hoewel boekhoudkundig gesproken de winst van een betoncentrale nul is.
Iemand anders zei: Twintig jaar geleden beleefden we de val van het communisme, maar nu loopt het kapitalisme op zijn laatste benen.
Het bewustzijn is er dat we uitzonderlijke tijden meemaken, en dat nadien niets nog hetzelfde zal zijn.
Nadien ontspon er zich een interessante discussie over de toekomst van en de tewerkstelling in de bouwsector. Ik wierp op dat er nog heel wat zou moeten gebouwd worden, niet zozeer om de patroons in de bouwsector rijk te maken maar wél om in de sociale noden te voorzien: nieuwbouw en renovatie van sociale woningen zodat die energiezuinig worden bijvoorbeeld. België heeft de slechtst geïsoleerde huizen van Europa. In Duitsland is er een grootscheeps plan van woningrenovatie in uitvoering. Waarom kan dat hier niet? Alleen al de renovatie van Brussel zou ook Vlaamse- bouwvakkers voor tien tot twintig jaar werk bezorgen. Laat ons Brussel zien als een uitdaging in plaats van als een communautair probleem. Ook veel scholen en hospitalen zijn dringend aan renovatie of nieuwbouw toe. En natuurlijk moet er ook gebouwd worden om de verkeerscongestie rond Antwerpen aan te pakken. Maar dan wel met verstandige tunnelprojecten in plaats van met een stadsviaduct!
Iemand zei dan: allemaal goed en wel, maar waar vinden we het geld om dat allemaal te bouwen? Ik heb daarop geantwoord dat voor de crisis en zelfs nu, tijdens de crisis vele miljarden euros aan dividenden op aandelen zich hebben opgestapeld in vermogens. Vermogens die niets bijdragen aan het welzijn van de samenleving. Een vermogensbelasting van twee procent op alle fortuinen boven de 1 miljoen euro zou al snel 7 miljard euro nieuwe inkomsten opleveren. Een correcte inning van de bestaande belastingen en de aanpak van de fiscale fraude zou nog eens 10 tot 30 miljard aan gemeenschappelijke middelen opbrengen. De belastingdruk in dit land is voor de rijken immers alleen op papier hoog. In de praktijk bestaat de flat tax van De Decker al en betalen de vermogenden veel minder belastingen dat de gewone inkomens uit arbeid. De gewone werkende mensen betalen die flat tax door het overheidstekort waardoor er bespaard moet worden op allerhande sociale uitgaven.
Zeventien tot zevenendertig miljard bijkomende fiscale inkomsten zouden ons toelaten de wettelijke pensioenen eindelijk eens op een leefbaar niveau te tillen en de mensen niet meer te verplichten om via pensioensparen hun centen te riskeren op de beurs. Er zou een hospitalisatieverzekering voor iedereen kunnen worden ingevoerd. En er zou een groot programma van noodzakelijke openbare werken opgestart kunnen worden waardoor de tewerkstelling in de bouwsector verzekerd blijft.
Het conflict in de bouw is een voorbode van wat ons in alle sectoren te wachten staat. Vice-gouverneur van de Nationale Bank Luc Coene zegt dat we een Generatiepact maal honderd nodig hebben. De logica achter dat Generatiepact was en is: de werkenden en de gepensioneerden laten betalen voor de crisis. Door de werkenden langer en harder te laten werken. En door de vinger op de knip te houden wat de wettelijke pensioenen betreft.
SP.a Rood is ontstaan als protest tegen dat Generatiepact. Op een Generatiepact maal honderd zal ons antwoord een SP.a Rood maal honderd zijn.