Het rapport van de Hoge Raad voor Financiën heeft opschudding veroorzaakt. Het structurele tekort op de Belgische begroting dreigt uit de hand te lopen. Een jarenlang volgehouden besparingsbeleid zou de enige oplossing zijn om dat recht te zetten. Volgens Hendrik Bogaert, begrotingsspecialist van de CD&V, is er een sanering nodig die een veelvoud zal bedragen van het Globaal Plan van Jean-Luc Dehaene in de jaren negentig.
Meteen wordt dit debat over de openbare financiën door CD&V maar ook bijna alle andere Vlaamse partijen zols alle andere politieke debatten in België in de communautaire hoek geduwd en daardoor van zijn essentie ontdaan.
Het begrotingstekort is vooral een federaal tekort. De oplossing daarvoor wordt daarom meteen hertaald naar een staatshervormingslogica: geef de deelstaten meer bevoegdheden zonder ze daarom meer geld te geven. De afgelopen jaren deed men net het omgekeerde: federaal geld doorsluizen naar de deelstaten zonder daaraan bijkomende taken te koppelen. In de begroting 2009 nog ter waarde van 1.9 miljard euro, waarvan 1.19 miljard voor Vlaanderen.
Toch passen beide acties in één en dezelfde communautaire logica: ontmantel de federale staat ten voordele van de deelstaten. Het is een de facto staatshervorming in schijfjes. Eerst het geld, later de bevoegdheden.
De federale staat wordt daarbij meer en meer de voodoopop waarin de deelstaten naar believen hun spelden kunnen steken. De federale staat en de deelstaten verhouden zich steeds meer tot elkaar zoals een bad bank tot een good bank, een al even ongezond idee dat opgang maakt in de financiële sector. Steek alle schulden en rommelkredieten in één gifvehikel. Dan spreken we er niet meer over en beginnen we met een schone lei. Dat is natuurlijk je reinste boerenbedrog. Net zoals de boeren vroeger met oudjaar een pop verbrandden waarmee alle zonden en zorgen van het voorbije jaar in rook opgingen.
De werkelijkheid is dat iemand ooit de put zal moeten dempen en de openstaande rekeningen zal moeten betalen. Als we daarbij de staatshervormingslogica zijn gang laten gaan en de echte problematiek verzwijgen dan zal men dat geld nog maar eens uit dezelfde welbekende oude zakken kloppen: die van de gewone werkende mensen. Ofwel door een afbouw van de collectieve voorzieningen, ofwel door ons allemaal nog langer en harder te laten werken, en waarschijnlijk door een combinatie van beiden.
Pervers bij-effect van de staatshervorming is dat ons bestuursapparaat alsmaar duurder wordt. In dit land zijn ondertussen al naar schatting 25.000 politieke mandaten te begeven. Een echte politieke industrie dus, zonder dat ons bestuur daardoor efficiënter, transparanter, laat staan democratischer wordt. Integendeel: alle politiekepartijen bezwijken onder het gewicht van die kleilaag van beroepspolitici. Alles wat van onderuit komt wordt door legers van specialisten deskundig gesmoord.
Socialisme voor de rijken
Maar laten we even stilstaan bij wat dan wel de essentie is van het debat, namelijk het vermeende dilemma tussen een begroting in evenwicht enerzijds en een economische relancepolitiek anderzijds. De overheid wordt momenteel zwaar bevraagd om de sputterende economische motor via staasuitgaven en belastingverminderingen allerhande weer aan de praat te krijgen. Maar anderzijds verwacht men van diezelfde overheid budgettaire orthodoxie. Dat is natuurlijk de kwadratuur van de cirkel. Is het dan een ramp om met een begroting in het rood te gaan? Ja en nee, het hangt ervan af hoe en waarom. Vergelijk het met een huisgezin. Als je een lening aangaat om een huis te kopen dan is dat best te verantwoorden: enerzijds moet je geen huishuur meer betalen, anderzijds heb je een onderpand dat je kan hypothekeren. Als je echter een lening aangaat om het huis van iemand anders af te betalen zonder dat je er eigenaar van wordt dan zit je met een probleem.
En dat is nu exact wat de overheid doet. Met heel veel geld schiet ze de banken ter hulp zonder er effectief zeggenschap over te krijgen. De vakbonden in de banksector melden ondertussen weer business is as usual: verkopen en nog eens verkopen, renderen en winst maken op korte termijn, en een volgende crisis voorbereiden (De Standaard van woensdag 25 maart, pag. E6). Deze keer niet alleen met ons spaargeld, maar ook nog eens met ons belastinggeld.
Dus ja, ik vind dat de overheid de plicht heeft ervoor te zorgen dat banken en bedrijven niet overkop gaan, en kleine spaarders en werknemers niet in de kou komen te staan. En ja, ik vind dat de begroting daarvoor in het rood mag gaan. Maar daar moet effectieve zeggenschap tegenover staan: de banken die met ons belastinggeld functioneren moeten openbare banken zijn en functioneren volgens de door de gemeenschap democratisch vastgestelde criteria, niet volgens de criteria van de private aandeelhouders. Een openbare bank verdient zichzelf op termijn veelvuldig terug aan de gemeenschap, en in die context is het geen bezwaar om tijdelijk in het rood te gaan. Onaanvaardbaar is echter wat er nu gebeurt: ons belastinggeld wordt gebruikt om de verliezen te collectiviseren. Dat is socialisme voor de rijken. Het neoliberale dilemma dat zegt dat een bank in private handen moet en zal zijn en dat het niet de taak is van de overheid om voor bankier te spelen leidt er ondertussen toe dat België in het Fortis-dossier met de rug tegen de muur staat en aan zeer ongunstige voorwaarden moet verkopen aan BNP-Paribas. Het liberalisme kost de belastingbetaler geld.
De flat tax bestaat al!
Maar wat dan met de vaststelling dat het begrotingstekort van België structureel is en niet eens iets te maken heeft met de crisis en het redden van banken in nood? Het verbaast me niets dat het tekort structureel is. Zoals ik ook uitleg in mijn boek Rooddrukvoor een nieuw socialisme staat de Belgische politiek behalve van staatshervormingen ook bol van de belastingverminderingen. Vooral voor de bedrijven dan, wel te verstaan, zoals de beruchte notionele intrestaftrek en artikel 185 §2 van het Wetboek van inkomstenbelastingen dat multinationals toelaat om excessieve winsten weg te boeken naar andere bedrijven van de groep om er op die manier geen belastingen op te moeten betalen. Tel daar nog eens de 10 miljard euro bedrijfsbelastingen bij die op papier wel bestaan maar in de praktijk niet worden geïnd, en we stellen vast dat de flat tax die Jean-Marie De Decker zo graag zou invoeren en die de staat nog eens 20 miljard aan gederfde inkomsten extra zou kosten! - in feite al bestaat: de lagere inkomenscategorieën betalen relatief meer belastingen dan de hogere. Van ons, loontrekkenden is perfect geweten wat we verdienen. Wij kunnen geen belastingen ontduiken en we genieten zelden van vrijstellingen.
Een vermogensbelasting wordt vaak weggelachen met het argument dat het kapitaal dan gewoon met de noorderzon verdwijnt. Maar nu gebeurt net het omgekeerde. België is eennestbevuiler wat de taxatie van grote fortuinen betreft. Belastingparadijs België trok in 2006 72 miljard dollar aan buitenlands kapitaal aan. Maar al dat kapitaal genereert daarom geen jobs. Dat resideert in België op rekeningen en in fondsen. Daarom ben ik voorstander van een vermogensbelasting van twee procent op alle vermogens boven de 1 miljoen euro. Dat zou 7 miljard euro per jaar opbrengen. Tel daarbij de 10 miljard euro niet geïnde belastingen en je komt aan 17 miljard euro per jaar extra inkomsten voor de gemeenschap. Méér dan genoeg om de sociale zekerheid te herfinancieren, de pensioenen veilig te stellen en zo de gewone werkende mensen zeker te stellen van een gegarandeerd minimum aan welvaart, gezondheid en mogelijkheden om hun kinderen te laten studeren. In goede en in kwade tijden. Meer vragen de meeste mensen niet.
Jan Denys, arbeidsmarktdeskundige van het uitzendkantoor Randstad voelt zich in De Morgen van 19 maart geroepen een achterhoedegevecht te leveren in het discours rond het Generatiepact. De ironie wil dat het uitgerekend een technocraat is van een bedrijf dat winst maakt met de flexibilisering van de arbeid zich geroepen voelt om de koers van de toenmalige SP.a-leiding te verdedigen. Dat komt de street credibility van de SP.a in haar geheel helaas niet ten goede. De mijne des te meer.
Een mens wordt moe van het kapitalisme. Niet alleen van het hard labeur en van het perspectief van een eeuwigdurende en mens en milieu vretende planetaire economische oorlog. Maar ook van de ondraaglijke lichtheid van argumenten die slechts standhouden door hun massieve herhaling.
Dat de inkomsten van de sociale zekerheid enkel afhankelijk zijn van het aantal mensen dat aan het werk is, is een neoliberaal dogma. Objectief gezien is de materiële basis van de sociale zekerheid de collectief geproduceerde rijkdom, ongeacht het aantal mensen dat in de creatie daarvan betrokken is. De verdeling van die rijkdom en van de opbrengst van de gestegen arbeidsproductiviteit is een politieke beslissing. Men kan ze naar de aandeelhouders laten vloeien en naar de beurs zoals we de afgelopen decennia deden. Men zou ze echter ook fiscaal kunnen recupereren en de sociale zekerheid nieuwe zuurstof geven via een rechtvaardige fiscaliteit. Met mijn volgens de heer Denys gratuitevoorstel van een vermogensbelasting bijvoorbeeld. En met een hogere belasting op de riante winsten van Randstad. Of we zouden ze collectief kunnen herinvesteren in een arbeidsduurvermindering zonder loonverlies, iedereen aan het werk zetten, en tegelijk de werkdruk verminderen voor zij die aan het werk zijn. Onbetaalbaar? Dat was de achturendag volgens de werkgevers van die tijd ook. Sociale vooruitgang moet je nu eenmaal afdwingen. Door collectieve strijd, sociale strijd, klassenstrijd inderdaad.
Denys breekt nog maar eens een lans voor de Europese Lissabondoelstellingen. Die willen van de Europese economie de meest competitieve ter wereld maken, in het kader van de eerder genoemde wereldwijde economische oorlog. Door de kosten van de sociale zekerheid voor de werkgevers te drukken. Door flexicurity in te voeren en de risicos van een wisselende economische conjunctuur nog meer op de schouders van de werknemers te leggen. Die mogen dan als nomaden van de ene oase van werk naar de andere zwerven. Met de organisatie daarvan verdient de heer Denys zijn kost.
Ik beschouw het dan ook als een onwaarschijnlijk compliment dat Jan Denys vindt dat er iets mis is met die dwarsliggende socialistische basis. En ik vind het een compliment in het kwadraat dat hij mij vernoemt als een exponent van die dwarsliggende basis.
26/03 om 20u.: Dubbelgeboekt: Joël De Ceulaer (Knack) in gesprek met Erik De Bruyn (SP.a-rood) & Peter Mertens (PVDA) over hun pas verschenen boek. I.s.m. Uitgeverij EPO. Inkom 3. De boeken kunnen ter plaatse gekocht en gesigneerd worden. De Groene Waterman, Wolstraat 7, 2000 Antwerpen www.groenewaterman.be