Sinds december 2010 ben ik, na mijn operatie van een kwaadaardige hersentumor in februari 2009, noodgedwongen gestart aan een langdurige revalidatie. Ik kan immers kiezen, thuis in mijn bed blijven liggen en wachten op de dingen die onvermijdelijk komen, of het dubbele gevecht aangaan tegen mijn immobiliteit en mijn ziekte. Garanties op overleven krijg ik hierdoor echter niet. Kijk even mee in mijn drukke agenda.
Maandagmorgen De deurbel gaat. Daniela, de chauffeur van het busje, staat voor de deur. Zij komt mij afhalen voor de revalidatie in het revalidatiecentrum Klaeverveld te Buggenhout.
Jas aan muts op en karren maar. In de bus wordt wat heen en weer geplaagd, laatste nieuwtjes verteld, de wereld verbeterd, geklaagd en gezaagd maar ook grapjes gemaakt.
Daniela stuurt, als vroegere truckchaufeur, het busje volleerd langs de Buggenhoutse wegen. Het comfort achteraan de bus is ondermaats. Gelukkig is het niet ver.
Het centrum ligt op nauwelijks tien minuten van onze woning. Het is één van de weinge revalidatiecentra's die met externe patienten werkt. Alhoewel ik al lange tijd in Buggenhout woon en ook jarenlang als voorzitter van de sp.a actief was in de gemeente was ik er, tot voor mijn ziekte, nog nooit op bezoek geweest. Er wordt nochtans goed werk verricht. Ruim 40 therapeuten, psychologen, één neuroloog, onderhoudsploeg , adminastratief personeel en chauffeurs . Onder leiding van een Directeur zetten zij zich dag in dag uit in voor de patiënten. Alle volwassene patiënten zijn slachtoffer van een niet aangeboren hersenletsel (NAH). Mensen die een beroerte hebben gehad CVA maken het merendeel uit van de patiënten maar een heel klein deel van hen,zoals ik, zijn slachtoffer van een hersentumor.
Het centrum moet werken met een minimum aan materiaal en de lokalen zijn veel te klein. s' Zomers is het er veel te warm en in de winter wil het dak al eens lekken. Maar er is beterschap op komst. Deze lente zijn de werken gestart die in een uitbreiding van de lokalen moeten voorzien.
De inzet van het het personeel maakt echter heel veel van de logistieke gebreken goed.
Dinsdag, donderdag en vrijdag is het kiné time bij Greet de fysiotherapeute. Zij plooit mijn armen en benen in allerlei bochten om alles een beetje soepel te houden. Door de verlamming heb ik veel pijn in de rechterhelft van mijn lichaam. Zij leert mij, met oneindig veel geduld en doorzettingsvermogen, step by step... een beetje stappen of zou ik het met een beetje cynisme voortkwakkelen noemen zoals kabouter Plop.
Nu even ernstig, bij aanvang had ik een doel voor ogen. Ik wilde zo kort mogelijk eindigen bij dit doel. Vandaag moet ik dat doel bijstellen en groeit het besef dat ik voor de rest van mijn leven aan een rolstoel gekluisterd zit. Ik zal dus nooit meer met mijn Ducatie over de snelweg kunnen zoeven of met mijn auto naar zee rijden.
Elke vrijdag doen we aan watertherapie. De waternymfen Anja en Greet laten mij op het waterbed dromen ven verre stranden aan zeeën van koraalblauw en een lucht die zinderdt van de hitte en in de hand een mojito. Mijn mojito beland plots in... het zwembad. Er komt er een eind aan die mooie droom en er wordt flink aan mijn verlamde arm getrokken en gesleurd. In vaktermen noemt men zoiets mobiliseren. The dream is over.
Maandag en dinsdag leert Nicole, één van de logopedisten van het centrum, mij opnieuw praten en schrijven. Door de behandeling kon ik de eerste twee maanden na de operatie nauwelijks praten en niet meer schrijven.
Het is de verdienste ven Nicole dat het praten lukt nu al aardig begint te lukken, zeker bij familie waar ik mij veilig voel. Het wordt een stuk moeilijker wanneer er meerdere mensen aan het gesprek deelnemen. Daarom wordt er op maandag met Nicole en Carine geoefend in groepjes van 4 patiënten. Iedere deelnemer bespreekt twee zelfgekozen krantenartikels van de voorbije week.
Wat het links schrijven betreft , ook dat begint al aardig te lukken. Iedere maandag oefenen wij met schrijven van woordjes en korte zinnen. Je kan het best vergelijken met schoonschrift uit het 1e leerjaar. Aan het tempo moet wel nog gewerkt worden maar men zegt mij dat het beter leesbaar is dan vroeger.
Ergotherapie is een behandeling die heel wat domeinen behelst zoals: zelfredzaamheid, het invullen van vrije tijd, aanpassen van woning, mobiliteit, enz.
Voor de periode van mijn ziekte had ik nog nooit van ergotherapeuten gehoord. De voornaamste taak van een ergotherapeut bestaat erin om mogelijkheden te onderzoeken om de patient te helpen moeilijkheden in het dagelijkse leven op te lossen.
Nu helpt Vera mij om kleine dingen die voor mij onmogelijk blijken toch mogelijk te maken. Neem eens de proef op de som en probeer zelf eens met één hand (linkerhand) aardappelen te schillen, je jas aan te trekken, een fles limonade open te maken, de knoop van je broek dicht te knopen of een t-shirt aan te trekken.
Af en toen spelen Vera en ik een spelletje dammen, kaarten of doen we een geheugentestje dit om het brein te blijven stimuleren.
Na de revalidatie keren wij met het busje terug naar huis. We rijden langs het dagcentrum "Eindelijk "een dagcentrum waar NAH patienten opgevangen worden. Het contrast met het revalidatiecentrum is groot. Een prachtig nieuw gebouw met een mooi aangelegde tuin. Wat een verschil!
En alsof dat alles nog niet genoeg is neemt Tomas, de huiskinesist, mij vier maal per week in de namiddag onder handen. Ik herinner mij nog goed de eerst stappen onder begeleiding van Tomas. Hij kroop op zijn knieen achter mij om bij elke stap mijn verlamde voet in de juiste stand te positioneren. Als het echt pijnlijk wordt vertelt hij me de Moesj Een dagelijk mop die verteld wordt door een gast in Peter Van De Veire's ochtenshow op Q Music. Soms lach ik daarbij wel een beetje groen!
Tussendoor komen daarbij nog allerlei doktersbezoeken, controle's en scans.