Ik ben Jozef, en gebruik soms ook wel de schuilnaam cheverrant1.
Ik ben een man en woon in Antipolo City (Filipijnen) en mijn beroep is internetverkoper van boeken, cd`s, video`s, dvd`s.
Ik ben geboren op 20/01/1957 en ben nu dus 68 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: literatuur, films, muziek, strips.
Zoeken met Google
forum
Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum
Desondanks of dankzij de barre weersomstandigheden buiten, vind ik tijd genoeg om te schrijven. Lectuur of literatuur, het doet er weinig toe.
Enkele weken geleden zond ik een kort verhaal in naar het literaire tijdschrift Tirade, uitgegeven door Van Oorschot in Nederland. Dit was de reactie: "Hartelijk
dank voor het toesturen van kopij. Wij ontvangen wekelijks steeds meer
ongevraagde bijdragen, die allemaal gelezen en beoordeeld moeten worden.
Inmiddels vragen we ons af of de stijging van het aantal inzendingen
evenredig oploopt met de daling van het aantal nummers dat we verkopen.
Het beeld dringt zich op van een groeiende menigte achter de coulissen,
terwijl het in de zaal opvallend leeg blijft. Omdat we willen zorgen dat
Tirade meer gelezen wordt, en het dus ook voor u interessanter
wordt om op het podium te gaan staan, verzoeken we u om via onze
website, www.tirade.nu,
het laatst verschenen nummer te bestellen of het ons te melden wanneer u
abonnee bent. U krijgt dan van ons ongeveer vier weken later een
reactie op uw inzending. Die reactie zal, anders dan voorheen, vergezeld
worden van een beknopte motivering van ons besluit. Met deze nieuwe aanpak doen we een beroep op uw klaarblijkelijke overtuiging dat Tirade een mooi en waardevol literair tijdschrift is. Wij weten vanaf nu zeker dat onze schrijvers ook onze lezers zijn." Tja, als de literaire tijdschriften in Nederland ook al niet meer zo lekker lopen... Het zijn mijns inziens niet de schrijvers die voor meer abonnementen of voor meer los verkopende nummers moeten betalen, maar promotie-campagnes vanwege de uitgever. Als men er niet zeker van is wie wat leest, tja, dan waarom er mee doorgaan?
Dat
men wekelijks steeds meer zogenaamde ongevraagde kopij ontvangt, mag
geen verrassend nieuws zijn. Hoe anders kunnen schrijvers beginnen dan
door "ongevraagde" kopij in te leveren? Als een schrijver onbekend is,
vraagt niemand hem om kopij...
Het
fenomeen van "abonneer u op ons tijdschrift en dan zullen wij uw
"ongevraagde" kopij wellicht gunstig beoordelen voor publicatie",
herinner ik mij van dertig jaar geleden toen ik regelmatig publiceerde
in Vlaamse literaire tijdschriften. Vaak hadden die tijdschriften maar
enkele tientallen abonnees en kregen weinig of geen subsidies van de
overheid. Het fenomeen schijnt zich ook al verplaatst te hebben naar
Nederland, waarschijnlijk omdat er zelfs daar weinig abonnees komen
opduiken en niettegenstaande de overheidssubsidies die toch wel uitgedeeld worden.... Een jaarabonnement op een literair tijdschrift
kostte dertig jaar geleden iets tussen tweehonderd en vierhonderd
Belgische franken (de EURO was nog niet uitgevonden). Het waren
tijdschriften met namen zoals Creare, 't Kofschip, Kruispunt, Schuim,
Dimensie, Noodrem... Die zijn allemaal allang van de literaire bodem
verdwenen. Enkele tijdschriften uit die tijd bestaan nog altijd: Yang,
Deus Ex Machina, Dietsche Warande en Belfort oftwel DWB, Vlaanderen...
Een jaarabonnement op laatstgnoemde tijdschriften kostte dertig jaar
geleden al minstens vijfhonderd Belgische franken, alhoewel zij met het
leeuwenaandeel van de overheidssubsidies aan de haal gingen. Reden
waarschijnlijk waarom zij nog altijd bestaan. Een jaarabonnement op een
van laatstgenoemde nemen kost thans al vlug twintig, vijfentwintig of
meer EUR.
Hugo Claus, naar men vaak beweert, hoopte de Nobelprijs voor Literatuur in de wacht te slepen. "Men" beweert dat, maar wie is "men"? Ik heb respect voor Hugo Claus als een der grootste schrijvers in het Nederlandstalig gebied, maar ik denk toch wel dat hij verstandig genoeg was om in te zien dat de Nobelprijs voor Literatuur vooral een politieke beslissing is vanwege de Nobelprijs-academie. Men keert elk jaar Nobelprijzen uit aan vooraanstaanden van allerlei wetenschappelijke richtingen; niemand, behalve specialisten in het genre, herinneren zich hen ooit; literatuur-nobelprijswinnaars evenwel worden onmiddellijk wereldberoemd als zij die prijs winnen, ook al waren zij nooit vooraf wereldbekend. De Nobel-prijzen die effectief worden toegekend, vooral dan voor literatuur, lijken altijd het gevolg van beslissingen door de jury die ingegeven worden door politieke ontwikkelingen die op zichzelf geen uitstaans hebben met literatuur maar waarmee een bepaald land en de literaire vertegenwoordiger ervan in de bloemetjes worden gezet. Het Belgenlandje, waarvan Claus dan de literaire vertegenwoordiger had kunnen zijn, heeft politiek beschouwd weinig opzienbarends gedaan en komt niet in aanmerking voor de eer.
In de maand november 2012 slaagde ik erin om een 20tal verhalen en 4 gedichten gepubliceerd te krijgen in Nederland, op een website die 120w heet. Het levert geen financieel voordeel op, misschien kan ik een boekenpakket winnen als alles meevalt... Maar dat is niet belangrijk; van belang is om mijn naam onder de aandacht te brengen. In de maand december 2012 publiceerde ik een kort verhaal op een Nederlandse website, genaamd ikvertel.nl. In januari 2013 publiceerde ik 4 verhalen op storees.net (een gelijkaardige website, maar dit keer van Belgie). In december 2012 ontving ik bericht van de Nederlandse website, genaamd 120w, dat een door mij ingezonden kort verhaal, getiteld Jacht de derde prijs won in de literaire competitie georganiseerd door die website. Ik won een boekenpakket. In januari 2013 ontving ik bericht van een Nederlandse website, genaamd Imazed.nl. dat een door mij ingezonden kort verhaal van 700 woorden, getiteld Het verhoor de eerste prijs won in de literaire competitie georganiseerd door die website. De prijs bedroeg 25 EUR.
De prijzen op zichzelf zijn niet belangrijk; het is vooral de erkenning die telt. Er zijn andere literaire competities, zowel in Belgie als in Nederland, waarbij de winnaars meer aanzienlijke prijzen kunnen winnen. Van I-Pads tot geldprijzen van 2.500 EUR en meer. Uiteraard ga ik door met deelnemen en inzenden van korte verhalen en gedichten aan allerlei wedstrijden in Nederland en Belgie alsook met het insturen van (ongevraagde) kopij naar allerlei tijdschriften.
Categorie:leven in een ander continent
20-01-2013, 00:00 geschreven door cheverrant1
02-01-2013
Oudejaarsavond
2013 is alweer gestart. Oudejaarsavond is achter de rug en het ging met een ongelooflijk lawaai gepaard! Het lawaai was oorverdovender dan in de voorbije vijf jaren sinds ik hier ben. Geknal van vuurwerk (zowel georganiseerd door de stad of gemeente als vanwege particulieren), geronk van opgefokte motorfietsen, getoeter van auto's, jeepney's en andere gemotoriseerde voertuigen, muziek luid schetterend uit stereoketens en vooral geschreeuw uit menselijke stemmen. Op 01 januari 2013 raadpleegde ik even de internationale nieuwsberichten op internet. In Belgie vermeldde men zelfs de Filipijnen (voornamelijk omdat er meer dan 400 gewonden vielen en enkele doden bij het gefeest: de Belgische nieuwsberichten staan altijd in de eerste rij om tragiek te rapporteren en laten het altijd klinken als heuglijke feiten...). Wat mij opviel was de vermelding (in het Nederlands) dat er op Oudejaarsavond zoveel lawaai gemaakt wordt in de Filipijnen enerzijds om het nieuwe jaar te verwelkomen en anderzijds om zogenaamde boze geesten te verdrijven. Ik raadpleegde daarna het locale (Filipijnse) nieuws op internet en las daar een gelijkaardig bericht (in het Engels). Blijkbaar was het Belgische Nederlandstalige bericht min of meer gecopieerd van het Filipijnse Engelstalige...
Gewoontegetrouw (want geintrigeerd) deed ik wat navraag bij Filipijnse familieleden van mijn vriendin over het geloof in boze geesten. Het blijkt best te bestaan. Traditiegetrouw en door overlevering van generatie op generatie. Evenzeer gewoontegetrouw maakte ik wat tegenopmerkingen over leven in de eenentwintigste eeuw, over het religieuze feit dat de Filipijnen toch een rooms-katholiek land is, over het maatschappelijke feit dat de Filipijnen een vooraanstaande plaats bekleden in Azie mbt het gebruik van GSM's en internet en dus technologisch geavanceerd zijn in het midden van ontwikkelingslanden. Ik vroeg dan ook hoe mensen dat allemaal met elkaar kunnen vermengen. De antwoorden bleven veelal vaag. Weinigen kunnen er een afdoende verklaring voor geven. De technologie van de twintigste en nu al eenentwintigste eeuw is er en wordt gretig gebruikt, het geloof in de rooms-katholieke kerk is alomtegenwoordig maar sluit het bijgeloof in primitieve boze geesten niet uit.
Ik zou kunnen besluiten met op te merken dat de tegenstellingen het land interessant maken, maar dat klinkt als een tekst op een toeristische brochure. Het verdient wat meer aandacht en meer diepgang. Ik ga proberen het wat intenser te onderzoeken.