41 jaar en mijn beroep is hard werkende huisvrouw. Ik woon in Tessenderlo samen met mijn man en 2 kids. Mijn hobby's zijn: Lezen, babbelen, op de tablet 'tikken' en sinds kort naaien!
Hier op mijn blog kan je lezen over mijn leven met MS en
de dingen die me bezighouden.
Veel leesplezier en laat af en toe eens een berichtje achter.
gedichtjes
Tijd om de dagen met smaak te beginnen. Tijd om de zon te vermoeden achter vuisten mist. Tijd om een vogel vlakbij te horen zingen. Tijd om te ontdekken wat je reeds altijd wist. Tijd om de wereld heel mooi te verzinnen. Tijd om te puzzelen met stukjes verlangen of randjes moed. Tijd om aandachtig voor duizend en één kleine dingen de tijd te vergeten en verwonderd te zeggen: het leven is goed!
Leg liefde in wat je geeft en warmte in je gulle hand en in je ogen... je glimlach
Het gaat soms om een blik Om een simpel woord een lach zo zacht dat je hem anuwelijks hoort Het is simpel als water Je denkt, is het dat maar... Een beetje aandacht voor mekaar
Een beetje aandacht, een klein gebaar Een beetje aandacht voor mekaar Het hoeft niet steeds serieus te zijn Een lach is geen bezwaar Een beetje aandacht voor mekaar
Een zwaai, een hand Een zucht, een zoen Iemand die vraagt, kan ik iets doen? Iemand die klaar staat die ene zet Een dribbel die een leven redt
Het gaat meer om de intentie Of een beetje goeie wil Een warme blik Of een attentie En de planeet voelt minder kil
Bart Peeters - voor CM
Het potje Ik heb thuis een potje Op het potje staat "verdriet". Ik doe er vaak verdrietjes in, want als ze klein zijn . huil ik niet. Steeds als er iets tegenzit Er iets gebeurt wat ik niet wil Open ik het potje, Gooi het er erin heel stil. Maar gisteren was de laatste Druppel iets te veel Van al die stukjes klein verdriet Kreeg ik een brok in mijn keel. Mijn hand begon te trillen Verdriet vloog met golvenuit de pot Een traan begon te rollen, Ik voelde mij erg rot. Een onbedaarlijk snikken deed me trillen overal, Ik zat echt tot mijn haren In het diepste diepe dal Het was met rood omrande ogen Toen ik mijzelf weer rustig kreeg, Opgelucht keek ik naar mijn potje Het potje .Dat was leeg. Dus zie je iemand lopen, Rode ogen en heel bedeesd Dan vraag je niets meer, Dan weet je, haar potje is pas vol geweest.
Ik leef,’ zei ik, ‘ik leef’
en ik hoorde dat ik het zei,
maar plots’ling dacht ik: ‘neen, niet ik,
maar er leeft ‘iets’ in mij…’
Het is dat wonderlijke iets,
dat zorgt dat ik besta
en ik? Nou ja, ik ben er wel,
maar ach… ik kom en ga.
Want als mijn ‘tikje’ niet meer slaat,
dan staat mijn ‘ikje’ stop,
maar het grote iets, dat blijft en blijft,
het ‘iets’ dat houdt niet op.
En of ik zing of fluit of fiets,
rechtop zit in mijn bed,
ik voel vanbinnen steeds dat ‘iets’
mij in beweging zet.
(T.H.)
Een nieuwe lente en een nieuw geluid: ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit, dat ik vaak hoorde voor een zomernacht in een oud stadje, langs de watergracht - in huis was't donker, maar de stille straat vergaarde schemer, en aan de lucht blonk laat nog licht, er viel een gouden blanke schijn over de gevels in mijn raamkozijn. Dan blies een jongen als een orgelpijp, de klanken schudden in de lucht zo rijp als jonge kersen, wen een lentewind in't bosje opgaat en zijn reis begint;
(uit 'mei' - H. Gorter)
Hij schreef een klein gedichtje, het had niet veel om handen, maar het had iets van een lichtje, dat in het donker brandde.
(Toon Hermans)
Het is onzin, zegt het verstand. Het is wat het is, zegt de liefde. Het is tegenslag, zegt de berekening. Het is alleen maar pijn, zegt de angst. Het is uitzichtloos, zegt het inzicht. Het is wat het is, zegt de liefde. Het is belachelijk, zegt de trots. Het is lichtzinnig, zegt de voorzichtigheid. Het is onmogelijk, zegt de ervaring. Het is wat het is, zegt de liefde. (Erich Fried)
Bé's Blog
mijn eigen leuke webstek dagbedenkingen van een optimist met MS
17-06-2009
bloggen
Amaai!!!!
Zo 3 blogs bijhouden en tegelijkertijd nog graag facebooken ook... Er kruipt heel wat tijd in. Vlak na de start van mijn blog ben ik ook gestart met het aanmaken van een blog voor de oudervereniging van de vrije basisschool Wereldwijzer in Hulst (de school van mijn kinderen). http://www.bloggen.be/oudervereniging_wereldwijzer Op dit blog probeer ik een verslagje te zetten van de activiteiten die we doen. Daarnaast komen er uiteraard foto's, zodat ouders en kinderen ook thuis een beetje sfeer kunnen opsnuiven. Nu het bloggen al wat beter gaat, heb ik er zelfs onze nieuwsbrieven gepost. Zo kan iedereen ze daar nog eens nalezen. Voornamelijk dat laatste was een hele uitdaging en een voldoening toen het eindelijk lukte zoals ik het wilde. Naast het OC-blog vond ik het ook nog eens nodig om een blog aan te maken voor de Vormselcatechese, waar ik catechiste ben. Dit blog moet uiteraard elk jaar vernieuwd worden, omdat er elk jaar weer nieuwe vormelingen mee op weg gaan. Ook op dat blog lees je de verslagen van de bijeenkomsten en vind je vooral veel foto's. De vormelingen kunnen er in het gastenboek hun mening over de bijeenkomsten kwijt. Het blog van dit jaar http://www.bloggen.be/vormselcatechese2008_2009/ heb ik net stilaan afgesloten, tijd om weer een nieuw aan te maken.
Allé, om maar te zeggen dat het niet altijd even simpel is om hier op tijd en stond de boel nog eens te updaten. In deze tijd van examens en 'bijna'-vakantie, probeer ik er nog eens tijd voor te maken. Ik zal al vast beginnen met de nieuwtjes en dan volgt één van de volgende dagen het MS-vervolg verhaal. Iets om naar uit te kijken
Op algemeen verzoek ben ik nog eens aan't schrijven gegaan. Het wordt er jammer genoeg niet gemakkelijker op. Jammer dat ik een paar jaar geleden niet beslist heb om wél alles te blijven opschrijven. Nu moet ik het doen met mijn geheugen. Gelukkig werkt dat nog behoorlijk, tenminste het lange termijn geheugen toch. Vandaar dat jullie er hieronder weer een stukje bijkrijgen van mijn MS-verhaal. We zitten ondertussen van november 2006 tot november 2007. Het komt dichterbij en binnenkort kan ik dan EINDELIJK alleen in de tegenwoordige tijd schrijven Als ik het me goed herinner waren we gebleven bij de start van het revalidatieprogramma op de PHL in Hasselt.
Het revalidatieprogramma dus:
Zoals gezegd las ik erover in het Belang van Limburg en babbelde ik er daarna even over met andere PmMS op het forum van de Vlaamse MS-liga. In ieder geval had ik kort daarna contact met Geert Alders. Toen nog een nobele onbekende, tegenwoordige ne toffe bekende, waar ge fijn mee kunt lachen.
Vrij snel na dat eerste contact volgde een eerste informatievergadering waar het opzet van de studie uit de doeken werd gedaan. Het kwam hierop neer: beperkt onderzoek had uitgewezen dat de spierkracht en het spiervolume bij PmMS in loop der tijd duidelijk afnam. Wat men met de studie wilde vaststellen was, of ook PmMS door regelmatige training hun spierkracht zodanig zouden kunnen opbouwen, zodat dit een gunstige invloed zou kunnen hebben op hun algemeen functioneren. Men zou dit doen ahv een 4-tal trainingsgroepen en 1 controlegroep. Een 1e trainingsgroep moest oefeningen op spierkracht doen ahv fitnessapparatuur. Een 2e groep zou dezelfde oefeningen uitvoeren, maar dan met elektrostimulatie. Een 3e groep zou zijn spierkracht trainen ahv trilplaatoefeningen en een 4e groep zou zichzelf thuis enkele keren per dag elektrostimulatie moeten toedienen. Een 5e groep zou dan functioneren als controlegroep en moest zijn gewone dagdagelijkse bezigheden en eventuele kiné e.d. gewoon verder zetten.
Ik was uiteraard direct bereid om hieraan mee te werken en wat oefeningen zouden me sowieso geen kwaad doen. Ik koos zelf om ingedeeld te worden in de trilplaatgroep en dit lukte ook. Voor we evenwel met de studie konden starten, volgende er een heel aantal onderzoeken om onze beginsituatie te bepalen. Deze onderzoeken zouden dan na 3 en na 6 maanden herhaald worden, om zo de eventuele vooruitgang te kunnen vaststellen. We moesten een keer op consultatie bij de neurologe van de studie. Er werden krachtproeven afgenomen waarbij onze beenspierkracht gemeten werd. Er waren functionele test waarbij reactiesnelheid en coördinatie getest werden, we moesten een wandeltest afleggen en verder een hele hoop vragenlijsten invullen.
In de loop van november 2006 gingen de trainingen van start. Ik werd eerst ingedeeld in de namiddag groep, maar dat zag ik volledig niet zitten. Ik zou dan 2 van de 5 dagen Noor niet van school kunnen halen en zou er vaak niet meer zijn op woensdagnamiddag. Verder wist ik op dat moment reeds dat mijn energiepeil in de vroege namiddag nauwelijks iets voorstelde. Geen ideale uitgangspositie om te gaan trainen wel? Gelukkig begrepen ze mijn bekommernissen en na 2 oefensessies, mocht ik overstappen naar de ochtendgroep. We trainden de ene week op maandag en vrijdag en de andere week op maandag, woensdag en vrijdag. Telkens moest ik op die dagen om 9u in Hasselt op de PHL zijn. Daar was een heel gebouwtje ingericht als fitnesslokaal. We startten steeds met een opwarming van 10 minuten fietsen op de hometrainer, zonder weerstandniveau. Daarna deed ik mijn oefeningen op de trilplaat, stilaan opbouwend in moeilijkheidsgraad en frequentie. We sloten af met een 10-tal minuten samen stretchen. In die ochtendgroep zat ik samen met Leen, Anita, Karin, Karina (die altijd haar partner Daniëlle bij had) en Herman. Al snel leerden we elkaar beter kennen en babbelden en lachten we wat af. Nog wat later gingen we op vrijdag geregeld nog een pintje pakken in t cultureel centrum vlakbij.
Het was een fijne maar intensieve periode in mijn leven. Ik vond mensen waarbij ik mijn verhaal kwijt kon en die me met een half woord begrepen. Ze maakten immers dagelijks hetzelfde mee als ikzelf. De meesten onder hen hadden duidelijk meer last en handicap van hun MS, maar er werd mijn nooit het gevoel gegeven dat ik nog niet te klagen had. Daarvoor alleen al zal ik hen altijd dankbaar blijven. Het sociale contact bleek, aan het einde van de studie, voor de meeste deelnemers ook het meest positieve aspect.
Na 3 maanden werden al de test van in het begin nog eens herhaald om een eerste evaluatie toe te laten. Tegen die tijd voelde ik ondertussen dat de trainingen me erg zwaar vielen. Ik was veel meer moe dan voor ik aan de studie begonnen was en mijn lichaam voelde alles behalve beter. Voornamelijk mijn hoge rug- en schouderspieren ondervonden veel last en ook mijn linkerknie dreigde overbelast te geraken. Hierover maakte ik me best wel zorgen. En mijne Patrick nog meer. Als het aan hem gelegen had, was ik op dat moment met de studie gestopt. Maar daarvoor was het sociale contact voor mij té belangrijk.Bij de tussentijdse evaluatie besprak ik één en ander met de neurologe en zij stelde voor om te stoppen met de trilplaattraining en over te stappen naar de krachttraining. Zo zou ik beter mijn eigen grenzen kunnen aangeven en pijnvrij verder trainen. Mijn trainingsresultaten zouden dan evenwel niet meer volledig kunnen meetellen voor de studie. Ik vond dit eigenlijk een opluchting en zette vol goede moed de training verder. Ondertussen had onze groep ook uitbreiding gekregen van Rudi en Cécile. Zij waren 3 maanden later dan wij allemaal, ook nog met de studie gestart en zouden 3 maanden langer dan wij verder werken.
Tegen het einde van de vooropgestelde 6 maanden, werd de algemene sfeer een pak triester. Iedereen vond het jammer dat de trainingen zouden aflopen. De meesten voelden zich er lichamelijk erg goed bij, maar vooral het psychische voordeel dat we ervoerendoor onder lotgenoten te zijn, wilde niemand graag missen. Vanuit REVAL (de studiegroep van de PHL die verantwoordelijk was voor de hele studie) werd dan ook beslist om de studie met 3 maanden te verlengen. Rudi, Cécile en nog enkele anderen, moesten immers ook nog 3 maanden verder trainen.
Met veel spijt in het hart, maar eindelijk nog es met mijn verstand beslist, heb ik besloten om deze 3 maanden niet meer mee verder te trainen. Ik was een van de weinigen die geen voordeel had bij deze manier van trainen. Ik had voornamelijk veel meer pijnlast en ook mijn algemene energiepeil was lager dan voorheen. Hoe dit precies kwam is niet vastgesteld. Ik vermoed dat het energiepeil ook wel sterk beïnvloed werd door de verplaatsingen die ik voor de studie moest maken. Toch ook zeker niet te onderschatten.
Tegen de tijd dat ik mijn blog opstartte, was voor mij de studie dan ook zo goed als afgelopen. Maar de vriendinnen en de contacten met de mensen van de PHL, zijn gebleven. Gelukkig!!!
IK zal er zeker nog ooit over vertellen.
Toen de studie dus afgelopen was, bleef ik wel met mijn pijnen zitten. Mijn rug en schoudergordel waren altijd pijnlijk. Het zeurde constant, zonder me écht te belemmeren in mijn activiteiten. Verder bleef mijn knie serieus opspelen en dit was/is vooral lastig bij het autorijden. Maar zeker zo vervelend waren de aanrakingspijnen. Zo noem ik ze maar, voornamelijk om het aanschouwelijk te maken (neuropatische pijnen zou waarschijnlijk correcter zijn, maar wat zegt dat nu aan een leek ). Het kwam erop neer dat ik het liefst had dat niemand mij teveel aanraakte. En zacht een knuffel geven, dat ging nog wel. Maar een vriendschappelijk klopje op mijn rug, een por tegen mijn been of kinderen die komen aangevliegen voor een knuffel het doet weer pijn alleen maar door eraan te denken.
Daarbij kwam dat ik nog steeds niet echt een neuroloog had waarbij ik het gevoel had dat ik met deze en andere problemen terecht kon. Naar Genk wilde ik immers niet meer terug en dr. Vanroose werkte nog steeds in Nederland. Van MS-vriendinnen had ik al veel tips gekregen over neurologen die zij wel goed vonden of waar ze zelf in behandeling waren, maar ik bleef het moeilijk vinden om de juiste keuze te maken. Na een deugddoend gesprek met Veerle van de MS-liga, besloot ik uiteindelijk om maar eens naar Melsbroek te trekken. Meer bepaald naar het Nationaal MS-centrum aldaar. Ik maakte een afspraak met Dr. DHooghe en was er helemaal gerust in.
Een 1e consultatie bij haar viel goed mee en gaf me wat meer zicht op de werking van het MS-centrum. De dokter stelde voor om in vroegbegeleiding te komen. Deze manier van begeleiding bestond er in 2 vormen: een opname van minstens 3 weken of een ambulante begeleiding van 4 vrijdagvoormiddagen. Vermits ik, gelukkig, nog steeds in het beginstadium van mijn MS zit en ik ook nog erg goed ben, zou de ambulante begeleiding volstaan. Deze begeleiding zou er in bestaan mij in contact te brengen met de verschillende disciplines die voor PmMS iets kunnen betekenen. Om dan te zien met welke discipline ik op dit moment geholpen zou kunnen worden of waar ik een meerwaarde uit zou kunnen halen. Het betrof hier dan voornamelijk kinesitherapie, ergotherapie, logopedie (ja, raar maar waar), psychologie en sociale assistentie. De 4 vrijdagen zouden zo opgedeeld worden dat ik bij elke discipline enkele keren zou kunnen langsgaan. Bij de kiné kreeg ik tips ivm oefeningen die ik thuis zou kunnen doen, ik mocht eens proeven van het voordeel van hydrotherapie en kreeg de uitleg over het trainen van je bekkenbodemspieren. De ergotherapeute zocht samen met mij naar een manier om mijn energie zo efficiënt mogelijk te gebruiken. We maakten samen een dag- en weekindeling op. De logopediste stelde een beginsituatie van mijn spreekcapaciteiten op, maar dat viel gelukkig wel mee . Verder werd er een testje afgenomen om mijn longcapaciteit te meten en dat viel heel wat meer tegen . Met de sociaal assistente bekeek ik mijn huidige werksituatie (die er dus niet was) en ze gaf heel wat kritische opmerkingen over de mogelijkheid terug aan het werk te gaan, eventueel in een andere werksituatie. Bij de psycholoog mocht ik dan gelukkig het vorige gesprek weer even gaan herkauwen om er een goed gevoel aan over te houden. Hier werd nogmaals duidelijk dat bij het terug kunnen werken, het fysische en het psychische aspect duidelijk niet in evenwicht zijn bij mij. Verder stelde ook de psychologe een beginsituatie op door een uitgebreide IQ- en concentratietest af te nemen. Ook deze viel reuze mee en ik kan niet zeggen dat ik daar niet tevreden mee was .
Behalve de verschillende disciplines van de vroegbegeleiding, kon ik Melsbroek ook terecht bij de revalidatiearts dr. Ilsbroeckx. En op dat moment was hij, minstens tijdelijk, een geschenk uit de hemel. Hij ging na vanwaar mijn pijnen kwamen. Wuifde een eerder gestelde diagnose van mogelijks fibromyalgie weg en gaf mij een uitgebreide uitleg over neuropatische pijnen en de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen daarvan. Ook stelde hij hiervoor medicatie voor die voor verlichting zou moeten zorgen.
Voilà, jullie kunnen er weer een tijdje tegen. Over hoe het verder verliep met mijn contacten in Melsbroek, schrijf ik de volgende keer.
Ik sta dus MEGA-achter met mijn MS-verhaal. Ik kom er blijkbaar gewoon niet aan toe om op tijd en stond mijn verhaal verder te vertellen. Os Marian zou nochtans stillekesaan eens aan haar boek willen beginnen zegt ze.
Ik beloof, aan al mijn trouwe lezers, dat ik mijn best zal doen de komende tijd eens wat verder te schrijven (en misschien best ineens een héél stuk)
Tot die tijd heb ik nog even een sappig verhaal dat ik jullie niet wil onthouden.
Afgelopen zondag kreeg ik het in mijne kop om nog eens te gaan paardrijden. Ondertussen heb ik dat al heel wat keertjes gedaan en ben ik stilaan aan galop toe. Tot nu toe had ik dat al 2 keer, met redelijk succes, geprobeerd. Ik belde voor een afspraak en ikke dus paardrijden. Zoals gewoonlijk op Witte en met dr Elly en Ilse van de fruitwinkel als compagnons en Angelo als super-lesgever
Alleen verliep deze keer de les iets anders dan verwacht. Met 5 keer opstijgen in plaats van de gebruikelijke 1 keer en logischer wijze ook 2 keer er afvallen dus . Zo ging het:
Opstijgen 1 (want anders kunde dus nie vertrekken hé )
Veel figuren rijden en oefenen op de 'halve ophouding' en dus ook zo: afwenden bij A over de middenlijn naar C en dan om beurt, den 1ne naar links en den andere naar rechts draaien. Op ne gegeven moment ikke dus naar rechts. Maar Elly, die achter mij reed, reed iets te snel en wilde da dus óók en kwam dus naast mij rijden. Witte verschiet kei-hard en begint met z'n gat te slagen. Ikke uit mijne stijgbeugel, mij in alle bochten wringen om mijn evenwicht te houden, maar tóch het pleit verloren Nikske pijn, nikske schrik, maar wél een vlaai aan mijn broek (ook bijna figuurlijk ).
dus... terug opstijgen 2 en en avant. Na 1ne halve toer gereden stijgbeugel riempke kapot. Snikske zegt den Angelo. Komt er maar af, ik zal em in een andere kotteke doen en dan lukt da wel weer.
Dus... opstijgen 3, voet in de stijgbeugel, riempke helemaal over! Hilde haalt ne nieuwe beugel en ikke dus weer afstijgen om da ding aan Witte zijn zadel vast te maken. Hè, hè, eindelijk.... opstijgen 4
Verder figuren rijden, oefenen op doorzitten en dan in galop. Lekker op kop met Witte, ging goe, weinig probleem om 'm in galop te krijgen (toch flink hé ) Linkse galop dus, da kunnen Witte en ik het best. Was écht leuk!!!!
En dan van kant wisselen hé om ook nog e stukske in rechtse galop te rijden.
Maar toen..........
Ter hoogte van de middengang hoor ik ineens ne serieuze slag, Witte vliegt het midden van de piste in en ikke binnen de halve seconde de grond op. Los op mijne rug, vooral de rechterkant. En ik weet nu ook waarom we dieje tok dragen, want mijne kop sloeg ook serieus tegen de grond. En ECHT WAAR, het deed niet écht pijn. 'k Was wel ne seconde al mijne lucht kwijt en 'k moest uiteraard ffkes bekomen.
Allé, om een lang verhaal kort te maken, alles kwam dus omdat ik met Witte te kort tegen de kant reed en hij met zijn hoef tegen de bak had geslagen.
In ieder geval had/heb ik er gene schrik aan overgehouden, dus toen ik bekomen was.... opstijgen 5 (hihi)
Na afloop hebben we dan nog een tiental minuutjes in draf verder gereden en uitgestapt en zijn daarna met z'n 3-tjes een goei pint gaan drinken voor't verschieten.
In de loop van den dag begonnen mijn spieren natuurlijk serieus tegen te stribbelen en de volgende nacht was ook nie zon succes. Heel mijn rug was 2 dagen flink pijnlijk, met uitstralende hoofdpijn en het gevoel of ik geradbraakt was. MAAR
Ondertussen ben ik het al bijna vergeten en ik heb er mijn goede humeur nie bij verloren en ben dus van plan om zo snel mogelijk weer terug op Witte te klimmen
Aan de calvarietocht die er voor moest zorgen dat ik kreeg waar ik vond dat ik recht op had: een billijke vergoeding voor het feit dat ik (minstens tijdelijk) niet kon werken door MS.
Op aanraden van de MS-liga, maakten we opnieuw een afspraak met dr. Viaene. De neuroloog die mijn sinds mijn laatste opstoot opvolgde. Op 20 december 2006 kan ik bij hem terecht in het ZOL te Genk.
Ik leg hem de situatie uit: dat ik er psychisch flink onderdoor zit en dat ik het fysisch erg moeilijk heb met de lange uren die ik als logopediste klop. Dat ik verder erg moe ben en veel moeite heb om mijn concentratie bij het werk vast te houden. Er volgt een klinisch-neurologisch onderzoek. De typische testjes die ik ondertussen stilaan gewoon begin te worden: reflexen testen, wandelproef, kracht van handen, armen en benen nagaan, nystagmus-test, Zijn conclusie: hij begrijpt wel dat ik op dit moment een time-out nodig heb op het werk en vindt dit zelfs een goed idee, MAAR verder vindt hij ook dat mensen van mijn leeftijd beter zo snel mogelijk weer terug aan het werk gaan. Het verslag dat hij schrijft heeft duidelijk deze ondertoon.
(Objectief bekeken kan ik zijn standpunt écht wel volgen. Alleen mis ik de menselijke kant aan zijn verhaal. Op dit moment is stress het allerlaatste dat ik nodig heb en vind ik dat ik vooral zelf moet kunnen bepalen óf en wanneer ik terug aan het werk ga. Daarnaast is het zeker niet zo dat ik het type mens ben dat zich thuis gaat opsluiten en zitten verpieteren en op die manier nauwelijks van nut zal/kan zijn in deze maatschappij. Vraag maar aan mijn vrienden van het oudercomité en de catechese.)
Dit verslag moeten we dus wel bezorgen aan de adviserend geneesheer van de verzekering. Na wéér enkele weken wachten en veel telefoontjes later, krijgen we het verdict: mijn economische invaliditeit wordt verhoogd naar 35%!!! Patrick en ik zijn sprakeloos en behoorlijk woest. Stress is our middelname en we vinden dat we het hier niet bij moeten laten. Nog een aantal telefoontjes later vernemen we, of the record, dat we blij mogen zijn met die 35%, want dat men, zuiver op basis van het verslag van de neuroloog, mij eerder op 10% had willen zetten!!!
Onze calvarietocht is dus bijlange na niet ten einde. Wat nu gedaan?
Na opnieuw overleg met de MS-liga en na enkele slapeloze nachten beslissen we om eens terug langs te gaan bij dr. Vanroose. Ik ben er ondertussen ook uit dat ik niet verder naar het ZOL wil gaan voor mijn behandeling en opvolging. Er is daar té veel mis gegaan en mijn vertrouwen is volledig zoek.
Ik vind het niet gemakkelijk om terug naar dr. Vanroose te gaan, maar uiteindelijk had ik bij hem wel een goed gevoel en we proberen gewoon zo eerlijk mogelijk ons verhaal te doen. Als altijd heeft hij weer meer dan voldoende tijd om naar ons te luisteren en vooral om ons raad en uitleg te geven. Hoe doet ons inzien dat die 35% voor verzekeringmiddens niet al de onrealistisch is en dat we wel kunnen hópen op meer, maar er niet te zeker van moeten zijn. Volgens zijn informatie krijgen mensen die aan een auto-ongeval een whiplash overhouden, ten hoogste een economische invaliditeitsgraad van 5 à 6%. Terwijl we van bekenden weten hoe lastig en overheersend deze pijn toch kan zijn. In ieder geval is dr. Vanroose wel bereid een verslag op te maken waarvan hij verwacht dat het de verzekering zal aanzetten tot een verhoging van de invaliditeitsgraad. Hij bouwt daarbij een mogelijke stapsgewijze werkhervatting in. Ik ben hier héél blij mee en weet dat hij voor mij altijd belangrijk zal blijven in mijn hele MS-beleving, ook als hij niet mijn behandelend neuroloog zal blijven. Het verslag van dr. Vanroose maakt inderdaad iets meer indruk, en na nog een consultatie bij die vervelende dokter van de verzekering, wordt de invaliditeitsgraad opgetrokken naar 50%. Voorlopig zijn we daar meer dan tevreden mee en wat de toekomst brengt zullen we wel weer zien.
Er valt in ieder geval een hoop stress van mijn schouders en eindelijk kan ik écht beginnen bekomen en genieten van een nieuw dag- en levensritme. De lente komt er stilaan aan en ik ben heel tevreden dat ik er nu meer ben voor de kinderen en dat ik mijn vermoeidheid beter onder controle heb.
Ondertussen was ik in de loop van november 2006 ook gestart met een bijzonder revalidatieprogramma.
In Het Belang van Limburg las ik een artikel over de PHL (Provinciale Hogeschool Limburg). Men zou daar willen starten met een studie die het effect wil bekijken van spierkrachttraining bij PmMS. Ik ben wel geïnteresseerd en ga dus naar de informatievergadering. Voor de studie zou ik 2x/week naar Hasselt moeten, om daar dan oefeningen op beenkracht te doen gedurende een uurtje. Ik zie het helemaal zitten, ondanks het feit dat ik op het moment van de vergadering nog gewoon fulltime aant werk ben. Ik ga dat er wel eventjes bij doen. Mis gedacht dus.
Gelukkig ben ik op het moment dat de studie start, gestopt met werken en kan ik mij er volledig voor inzetten.
Hoe deze periode precies verloopt das weer voor een volgende keer.
Ik moet dringend nog eens wat schrijven over manege Den Dries!!! Ons Hilde verdient die eer.
Sedert september 2007 gaat ons Noor paardrijden in manege Den Dries in Ham/Kwaadmechelen. Je kon er een tijdje geleden al eens wat over lezen op mijn blog. In het begin moesten wij, zoals je toen ook kon lezen, een beetje wennen aan de gang van zaken daar. Maar ondertussen
Elke zondag zitten we (vooral Marian, Christel en ik, met onze aanhang) een uurtje achter het glas naar onze paardrijdende dochters te kijken. Ze doen het als maar beter en zitten momenteel al in de galoples.
Toen we enkele maanden geleden een mama-les volgden, kregen ook wij de smaak te pakken. Paardrijden is dan ook, ondanks het fysieke en mentale werk, een erg rustgevende bezigheid. We maakten dan ook de afspraak om elke maand een mama-les in te richten en vormden een groepje van een 5 à 6-tal vaste amazones.
Sinds die tijd is manege Den Dries ons 2e thuis. Hilde en hare Michel zijn dan ook zàlige mensen. We hangen er elke zondag aan een tafelke achter onze thee of warme chocomelk. Tenminste, het eerste half uur, want daarna vliegen we meestal in de witte wijn. Voor ons ventjes is er uiteraard Duvel, als het even kan in een écht Duvelglas met hun eigen geboortejaar op. De 1971 is in ieder geval àltijd voor Wouter. Onze kids genieten ondertussen van hun les en daarna vaak nog van het helpen in de manege: af- en opzadelen, verzorgen en paardensnoepjes geven. Een droom van een hobby als je kind bent.
Als we onze eigen les hebben, meestal op zaterdagavond, is het zo mogelijk nóg gezelliger in de manege. Ons mannen die achter het glas naar ons kijken, ons beklappen en ondertussen nog maar wa Duvel heisen. En wij, die van Hilde leren hoe paardrijden nu écht moet, waar de G-plek zit, af en toe naar onze donder krijgen omdat we niet goed genoeg opletten én onze mannen terug beklappen. Na het rijden, is de café van Michel, nog een paar uur onze vaste stek. Klagen over hoe stijf we morgen weer gaan zijn, van tomaatkleur weer gewoon blank worden, 4 chocolaatjes bij de koffie vragen en potjes nootjes met véél van die lekkere in. Ondertussen geen last hebben van zeurende kinderen, want die amuseren zich in de stallen en hangen bij goed zomerweer gewoon buiten rond.
En dàn, als we eindelijk naar huis proberen te vertrekken. Iedereen zijn rommel en al zijn kinderen bij elkaar heeft gezocht. Is er tóch weer iemand die aan de bel trekt om er nog ene te drinken van de patron
Ik meen dat de gezelligheid gewoon van bovenstaand stukje afdruipt! Als je t zelf eens wil ervaren, kom dan gerust eens kijken, daar in Den Dries. Maar ik wil je waarschuwen: geef het genoeg tijd. Net zoals wij deden. Om er dan nooit meer weg te gaan.
Het vervolg van mijn verhaal wordt een pak moeilijker. Tot hiertoe had ik alles mooi opgeschreven in een soort van dagboek-schriftje, maar vanaf hier is mijn leven een pak minder geordend. Opschrijven moest ik niet meer, vond ik, want ik zou alles wel even onthouden. En trouwens, ik zou het toch op mijn blog zetten en dan had ik een aandenken. Alleen is dat alles al wel 2 jaar geleden en heeft mijn geheugen mij flink in de steek gelaten.
t Zullen dus wat grotere lijnen worden en als ik éindelijk eens bij vandaag uitkom, zal ik mijn best doen gewoon geregeld verslag uit te brengen van mijn leven met MS.
De 1e tijd nadat ik stopte met werken was een verademing. Tenminste op gebied van de rust die mij overviel. Eindelijk leven op een ritme dat mijn lichaam aankon. Genieten van de dagen, van de kinderen, zelfs van koken. Wie had dat ooit gedacht. Op gebied van werk zijn de zorgen dan nog niet helemaal voorbij. Ik moet namelijk iemand vinden die de praktijk voor mij, al dan niet tijdelijk, wil verder zetten. Ik wil graag de materialen, patiëntenbestand en knowhow behouden. Enerzijds omdat ik het jammer zou vinden als dit allemaal verloren zou gaan, maar anderzijds ook om iets te hebben om naar terug te keren. Ik kan namelijk nu niet voorspellen of ik over een half jaar niet snak naar terug gaan werken. Als zelfstandige logopediste, sta ik natuurlijk voor alle beslissingen zelf in, en dat maakt dat de psychische rust er nog niet helemaal is. Elke, die tot nu toe op dinsdag en donderdag werkte, kan er eventueel wel een paar patiënten extra bijnemen. Maar de echte redding komt er in de persoon van Evi. Ne schat van een collega die bereid is mij tijdelijk uit de nood te helpen. Ze wil een aantal maanden inspringen tot ik iemand gevonden heb die de praktijk kan overnemen. Een hele opluchting.
(Ondertussen zijn we 2 jaar verder en is die lieve Evi de definitieve logopediste in de Tushoekstraat 25 in Hulst. Ze is nu zelfs al mama van een schattige dochter, Fleur en heeft er ook al een nieuwe collega, Liese, bij. Het draait hier goed. Dankjewel Evi!)
Eens de vervanging een feit is, kan ik het werk helemaal los laten en interesseert het me zelfs helemààl niet meer. Telkens Elke of Evi mij om raad komen vragen, moet ik me forceren om me te concentreren en hoop ik dat ze me zo snel mogelijk weer met rust laten. Wie had dat ooit kunnen denken van mij, die dacht dat ze met gemak tot haar 60e een enthousiaste logopediste zou blijven. Die afkeer van alles wat met mijn werk te maken heeft, duurt toch zeker een half jaar. Gelukkig kan ik op dit moment al weer wat genieten van de verhalen uit de praktijk.
Het stoppen met werken bracht nog wel meer problemen met zich mee. Als zelfstandige ben je immers een pak minder beschermd als het op sociale zekerheid aankomt. Voor de sociale zekerheidskas dien ik te verklaren dat ik mijn werkzaamheden volledig heb neergelegd. In het andere geval moet ik blijven sociale zekerheidsbijdragen betalen. Het ziekenfonds, met een fantastische adviserend geneesheer, doen gelukkig niet moeilijk. Alléén, als zelfstandige is de ziekte-uitkering wel een pak minder dan als werknemer. Om die reden had een verstandige Bea al 12 jaar een verzekering gewaarborgd inkomen. Fantastisch! Een geluk bij een ongeluk, denk je dan, als je zon kl*te ziekte als MS aan je lijf krijgt. Alleen lees je als 20-jarige natuurlijk de kleine lettertjes niet altijd. Om een lang verhaal iets korter te maken: het kwam er op neer dat ik slechts 30% van het verzekerde bedrag uitgekeerd zou krijgen. De adviserend geneesheer van mijn verzekering vond immers dat ik slechts 30% economisch werkonbekwaam was. En daar hadden we uiteraard niet op gerekend. En nog minder wilden we ons daarbij neerleggen. Een telefoontje met de sociaal assistente van de MS-liga bracht wat meer duidelijkheid. Er waren al wel meer zelfstandigen geweest die met dergelijke problemen te kampen hadden gehad. Een goed, door de neuroloog onderbouwd dossier, zou redding moeten brengen. En daar begon een ware calvarietocht (maar das voor de volgende keer).
Afgelopen weekend waren we nog eens op stap met de MS-Liga. Voor de 3e keer al namen we deel aan één van de informatieweekends die de liga jaarlijks inricht voor PmMS. In de eerste 7 jaar dat je lid bent van de liga, kan je 4 van zulke weekends meemaken. We zijn volgend jaar dus al ons laatste toe.
We waren al eens te gast in Blankenberge en in Retie, maar dit jaar trokken we op vrijdagavond naar De Ceder in Deinze. Voort eerst namen we ook Noor mee op weekend. Er is altijd de mogelijkheid om de kinderen mee te nemen op weekend. Er wordt dan door de mensen van de liga gezorgd voor opvang tijdens de dag. Maar onze Sam zag zoiets natuurlijk nog nooit zitten. Toch niet een heel weekend optrekken met vreemde mensen zeker . Maar Noor is nu eenmaal een heel ander kind en dus vonden we dat we het met haar maar eens wel moesten proberen.
We zouden dus op vrijdag al vertrekken naar Deinze, zodat we ons op zaterdagochtend niet te veel moesten rushen. Ook Nancy en Eve zouden dit jaar weer van de partij zijn en dan konden we alvast wat socializen vóór het weekend begon.
Na een flink stuk file en een lekker frietje onderweg, kwamen we aan in De Ceder. Eerst even kamer installeren en daarna op zoek naar Nancy en Eve. Die vonden we uiteindelijk in de taverne en daar hebben we dan tot half 11 nog wat bijgebabbeld. Noor vond het best wel leuk tussen al die grote mensen, met de Nintendo DS binnen handbereik .
Op zaterdagochtend werden we tussen 8u en 9u aan het ontbijt verwacht en om 9u45 in de congreszaal voor de eerste uiteenzetting van de dag. Ondertussen had Noor al kennisgemaakt met Taike, een vriendinnetje dat de rest van het weekend zou meegaan. Taike was al 13 en aan haar 4e en laatste weekend toe, dus die kende de routine alvast. Verder kwamen er ook nog 2 jongens van 8 en 12 en peuter Joke van 15 maanden. Noor was in haar nopjes en had ons hoegenaamd niet meer nodig. Dat was best wel een hele geruststelling, want het blijft wel spannend om je kinderen mee te nemen naar iets wat zowel voor hen als voor jou nieuw is.
Om 9u45 begon voor ons het weekend-programma met een uiteenzetting over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van medicatie bij MS. Het feit dat men hét medicijn dat MS geneest nog steeds niet gevonden heeft, was niets nieuws onder de zon. Toch waren er weer enkele studies gebeurd met bemoedigende resultaten. Misschien geraken we toch nog ooit van die stomme spuiten af .
Tijdens het middageten, dat trouwens héél wat beter was dan vorig jaar in Retie , zagen we Noor nog eens even verschijnen. Even maar, want haar nieuwe vriendinnekes waren al lang veel belangrijker dan wij. Gelukkig verliep het eten ook wat vlotter dan op de vorige weekends en dus had ik nog een uurtje tijd om wat te slapen en weer wat fitter te worden voor de rest van de dag.
Voor de namiddag stond er groepswerk op het programma. Vooraf hadden we kunnen kiezen over welke onderwerpen we in kleine groepjes wilden praten en of we dit al dan niet samen met onze partner wilden volgen. Wij dus wel, en gelukkig Nancy en Eve ook. We zaten samen in een eerste groepje rond ouderschap. Enkele ervaringsdeskundigen (zo noemen wij andere personen met MS die al wat te vertellen hebben) kwamen eerst hun verhaal doen en daarna konden we dan zelf onze eigen ervaringen aan elkaar kwijt. Zoals steeds is er veel herkenbaarheid op zon weekend en ook nu konden we ons vinden in wat de anderen te vertellen hadden. Dat doet steeds weer deugd.
Na het avondeten is er zoals steeds gelegenheid om in de bar nog wat na te praten, maar voor één keer waren wij eens verstandiger dan de rest . We zijn dus gewoon tegen achten naar onze kamer gegaan en hebben samen met Noor (en wat chips) naar de Kampioenen op tv gekeken. Om half 10 waren we alledrie onder zeil. Dat was zonder onze Sam gerekend, want die wilde om 11u toch nog even onze stemmen horen, voor hij, in Marians huis, in zijn bedje kroop. Terug wakker dus, maar voor de kinderen alles hé.
Op zondag was het weer vroeg dag. Weerom ontbijten tussen 8u en 9u, maar ditmaal om 9u15 al starten en dan nog vóór 10u de kamers opruimen. Wij wisten wel waarom we vroeg naar bed gingen.
De eerste spreker van de dag was een jonge uroloog. Hij kwam een hele uiteenzetting doen over sexuele problemen die zich kunnen voordoen tengevolge van MS. Hijzelf vond dit niet echt een onderwerp voor de zondagochtend, maar wij weten wel beter . Gelukkig bracht hij één en ander met de nodige humor. Heel erg interessante lezing, bij momenten toch wel confronterend. t Heeft me nog maar eens bevestigd in mijn gevoel dat ik dieje goeie Wouter voort eerst nog niet kan missen.
Na het sexy uurtje een saai uurtje. Een sociaal assistente van het MS-centrum te Melsbroek, kwam dan een uiteenzetting geven over alle mogelijke sociale voorzieningen voor PmMS. Alleen is de situatie van PmMS zó uiteenlopend, dat het onmogelijk is om even snel te vertellen wàt er allemaal mogelijk is. We hadden er dus weinig boodschap aan.
Na het middageten was er dan nogmaals groepswerk voorzien. Ik had er in eerste instantie niet zoveel zin in. Zondagnamiddag is dutjestijd en dan nog zo hard werken. Ik zag het niet zitten en had verwacht dat ik bijna in slaap zou vallen (zoals Eve ). Maar het was fijn en het ging me goed af. Ditmaal hadden we als thema partnerrelatie en ook nu weer waren er ervaringsdeskundigen die ons mee op weg namen. Wat Patrick en ik toch altijd fijn vinden, is dat we op zon weekend meestal bevestigd worden in hoe goed we het doen. Dat voelt goed en geeft onze kracht en moed om door te gaan.
Het was dus weer fijn op het weekend. We hebben er alledrie van genoten. En alhoewel hij het zelf nog niet ziet zitten, willen we op ons volgende en laatste weekend, ook Sam meenemen. Wij zullen er in ieder geval weer zijn en hopelijk nog een aantal oude bekenden.
12 oktober 2006 Donderdag was dus de laatste cortisonedag en vrijdagavond zouden we met de Miezeriken op weekend vertrekken.
Ik vind het verschrikkelijk om dit te moeten missen, dus beslis ik gewoon om alsnog mee te gaan. De krukken zijn al afgehaald bij het witgeelkruis, maar een rolstoel meenemen lijkt me er toch wat over.
Vrijdag slaap ik de hele dag om alvast voorbereid te zijn op de drukte van het weekend en s avonds rond 17u vertrekken we dan richting Duitsland . Het is zoals steeds weer erg leuk. Op de heenweg in de bus zit ik naast mijn liefste zusje en kunnen we een paar uurtjes bijkletsen, iets waarvan we allebei nogal kunnen genieten. Na het inchecken is mijn kaarske uit en maak ik het niet te laat. Op zaterdag moeten onze heren Miezerik in de namiddag hun matchke sjotten. De supporters en supporteressen zullen naar het voetbalplein wandelen, maar daar pas ik toch maar voor. In plaats daarvan slaap ik een ganse namiddag zodat ik de avond toch wel héél leuk vind. Eerst lekker eten en dan wat genieten van DJ Rony en co. Ik hou het goed vol, want ben natuurlijk het meest uitgerust van allemaal .
Op zondag maken we in de namiddag nog een uitstapje naar Monsschau. Met een gids het stadje bezoeken; het duwde mij weer flink met mn neus op de feiten. Ik kan uiteraard niet volgen met mijn krukken, maar bijt serieus op mijn tanden. Iedereen is erg bezorgd en toch voelt niemand, behalve Patrick, aan hoe erg het écht is. Het is ook zó moeilijk om over te brengen hoe totaal óp je lijf soms kan voelen als MS het in zijn greep heeft.
Al bij al heb ik wel genoten van het weekend. Ik was gewoon blij dat ik er bij kon zijn. Me zo gewoon mogelijk voelen.
Maandag is er weer een werkweek en dat valt al heel wat minder mee. Ik ben zo aan het einde van mijn latijn. De MS zit ondertussen al bijna een jaar in mijn lijf en buiten 2x een paar dagen hospitalisatie, heb ik eigenlijk nog niet de kans gehad (genomen) om er van te bekomen. Noch lichamelijk (als zelfstandige kan je je werk immers niet te lang achterlaten) noch psychisch (want daar ben ik gewoon nog niet aan toe gekomen).
Aan de psychische kant van de zaak proberen we wat te werken door mee te gaan op weekend met de MS-liga. Het weekend valt vlak na het Miezeweekend, dus erg uitgerust begin ik er niet aan .
We vertrekken op vrijdagavond richting zee, Floreal-club in Blankenberge. Als we aankomen, wacht sociaal assistente Veerle ons op en kunnen we nog een hapje eten in het restaurant. Later op onze kamer, vragen we ons af hoe dit weekend zal verlopen. Het is toch wel spannend zon eerste echte confrontatie met je ziekte. Ik heb afgesproken met enkele mensen die ik reeds ken van op het forum van de liga en dat is toch ook wel een spannend idee.
Maar gelukkig verloopt het weekend goed en we ontmoeten er veel fijne mensen. Het doet goed om lotgenoten te zien en met hen van gedachten te wisselen. En vooral te merken dat humor de meesten onder hen niet vreemd is. Het enige minpuntje aan heel het weekend is, dat het zo ongelooflijk vermoeiend is. Door het drukke programma, de lange wandelafstanden en de verschillende emoties die het oproept.
Ik heb nu weer wat meer begrip voor mijn vrienden Miezeriken. Als mensen die verondersteld worden PmMS te begeleiden soms al zoveel moeite hebben met het inschatten van hun beperkingen, dan moet ik mijn vrienden waarschijnlijk wat meer krediet geven.
De 2 afgelopen weekends hebben me wel één belangrijk iets duidelijk gemaakt. Ik ben het laatste jaar flink over mijn grenzen gegaan, heb véél te weinig aandacht besteed aan mijn psychisch welzijn en daar moet dringend verandering in komen.
Op 27 oktober schrijf ik in mijn dagboekje: Vandaag stop ik officieel met werken. Hoelang? Da weet nog niemand, maar voor nu is het écht wel nodig. Ik ben op, lichamelijk en geestelijk. Dringend tijd om es effen aan mezelf te denken.
Ik ben gisteren naar de startvergadering geweest van de APmMS. Wat is dat? hoor ik jullie al vragen. APmMS lees je als Adviesraad voor Personen met MS. 't Is eigenlijk een patiëntenraad voor MS-patiënten, maar omdat wij eigenlijk hélemaal niet graag 'patiënt' zijn, klinkt APmMS heel wat beter. Dergelijke adviesraden bestonden reeds in al de Vlaamse provincies, en er was ook al een overkoepelende Vlaamse adviesraad, maar in Limburg hinkten we weer wat achterna. De meeste andere adviesraden waren rechtstreeks of onrechtstreeks ontstaan uit verschillende zelfhulpgroepen of patiëntencomités, maar bij ons 'in't bronsgroen eikenhout' stond dat alles op een wat lager pitje. Sinds een tijdje hebben we nu ook bij de Limburgse MS-liga weer enkele gespreksgroepen. Ikzelf zit in de gespreksgroep 35+ (al vond ik die naam in het begin maar niks :)).
Enkele maanden geleden vroeg onze sociaal assistente, Veerle, of er zich niemand geroepen voelde om mee te werken aan de oprichting van de Limburgse APmMS. Eeuwige duivel-doe-al die ik ben, voelde ik me UITERAARD geroepen :) En daarom zat ik gisteren dus op de startvergadering. 't Zal in het begin wel een beetje zoeken worden, want iets nieuws oprichten is niet zo evident. De bedoeling is dat we ons oor te luisteren leggen bij de achterban (m.a.w. bij andere PmMS die we kennen uit de gespreksgroepen en elders) om te weten wat er leeft onder hen, welke problemen ze ervaren, waaraan zij vinden dat iets veranderd of verbeterd kan worden, enzomeer. De bedoeling van dit alles is, dat de raad van beheer van MS-Liga Vlaanderen constant kan toetsen of ze goed bezig zijn en kan bijsturen waar nodig is. Zodat ze een ook écht een vereniging voor en door PmMS is.
Dus als jullie nu of in de toekomst bepaalde bedenking hebben, of dingen je graag aangekaart zou zien, mag je mij altijd een seintje geven, dan neem ik ze wel mee naar onze APmMS.
Tot voor kort wist ik niet eens dat het bestond. Tot een vriendin me (meermaals) een mailtje stuurde met de vraag of ik haar vriend wilde worden op facebook.
Ik heb er nu dus eentje. Zon internetpagina waar je wat informatie en een eventuele foto van jezelf achterlaat om zo met zoveel mogelijk vrienden in contact te kunnen staan. Je kan er ook wat chatten of reageren op elkaars opmerkingen of fotos.
Maar wat ik het leukst vind, is op zoek gaan naar lang verloren gewaande vrienden. Je geeft hun naam in, of een e-mailadres of de naam van de school waarop je zat, en dan maar hopen dat je iemand van vroeger vind waar je nog wel es mee zou willen bijbabbelen, herinneringen ophalen,...
Bleek dat ik nogal een saai verleden had. Niemand te vinden. Alleen nen hoop hedendaagse vriendinnen of bekenden. En das ook wel leuk, maar die zie ik ook vaak in levende lijven. Maar voor mij dus geen oude klasgenoten ofzo weggelegd.
En toen is het tóch gelukt.
1ne vriend van vroeger. Toevallig gevonden. Gezellig mee gechat.
En nu maar hopen.
En wachten.
Dat al die anderen ook nog es hip worden. En dat ik ze toch nog es terugvind.
Ik vind het niet leuk! Op momenten als deze krijg ik de f*ck van mijne stomme ms.
Waarom?
Wel
Ik voel me al een hele tijd goed en doe (zoals ze me in Melsbroek aangeraden hadden) flink mijn best om actief te zijn en mijn spieren wat te trainen. Ik ga 2x/week naar de kiné om mijne rug te laten loswerken en mijn armspieren te trainen, sinds kort nog 1x extra om oefeningen voor mijn bekkenbodemspieren aan te leren, ik probeer op dinsdag met de kinderen te gaan zwemmen en ga nu al 6 keer naar de bodystyling (Daar krijg ik lichtjes aangepaste oefeningen zodat ik me niet hoef te forceren) én we gaan met de mamas 1 keer per maand paardrijden.
Ik hoor het sommigen van jullie al denken: ze wilt weer teveel. Maar ik moest toch actief blijven, en ik voel toch dat ik de oefeningen aankan, en hoe moet ik anders ooit al die kilos eraf krijgen én ge moet maar niet denken dat ik dat paardrijden laat vallen.
Maar het resultaat is dat ik dus weer niemeer kan stappen. Mijn linker liesspieren zitten in de vernieling en het doet ook nog eens pijn ook.
En t is ook zo frustrerend, want de 1e week van september was ik nog helemaal groggy van de vakantie, en de 2e week van september moest ik nog steeds wat bekomen en daarbij proberen al mijne was weg te werken en de 3e week van september was mijne Patrick ziek en moest ik toch nét wat meer in huis doen dan anders. En nu ist dus de 4e week van september en krijg ik weer maar eens het gevoel dat dieje stomme ms écht f*ck is.
Af en toe een beetje zelfbeklag móet kunnen. t Is gelukkig ook al weer lang geleden.
Oh ja, ik heb nu ook een facebook aangemaakt, dus ga me daar ook maar eens zoeken.
Vinden jullie vakantie ook zo vermoeiend Je vindt dit misschien een rare vraag zo op het einde van de 2e septemberweek, maar ik voel ze nog altijd.
Vakantie is natuurlijk zàààlig. De drukte van 'einde-schooljaar' valt weg, het mooie weer komt eraan, Looi kermis in't vooruitzicht, lekker doen waar je zin in hebt zonder tijdsdruk, buiten leven en veel zwemmen, met vakantie naar het buitenland,... Er valt veel voor te zeggen dat het àltijd vakantie zou zijn. En toch ben ik altijd weer blij als 1 september er weer aankomt. Want vakantie is óók: àltijd de kinderen in huis en de daarmee gepaard gaande drukte, wegvallen van een regelmaat waarin ik het best functioneer, veel meer hooi op mijn vork nemen (en dus vaak té veel), veel leuke dingen doen en daar nu eenmaal ook erg moe van worden.
Dit jaar gingen we dan ook nog eens tijdens de laatste 10 dagen van augustus met vakantie. Maar dié vakantie, da's de moeite om wat over te vertellen. 9 Dagen 8 nachten kamperen op een franse camping nabij Montpellier. Wij in een behoorlijk grote iglotent (9-persoons), Marian en Wouter (onze reisgenoten) in een ruim 7m lange mobilhome, naast ons. Elk met ons eigen sanitaiblok. NOG NOOIT heb ik op 9 dagen tijd zóveel gelachen . Het was echt een super-vakantie met super-gezelschap. We hebben vooral genoten van het prachtige weer (ik wilde namelijk 'chocolat' weer naar huis), het gigantisch mooi én propere zwembad, de warme avonden met een overvloed aan wijn, de uitstapjes naar Montpellier en de zee, de zoektocht naar een artisanaal marktje ( ) én (daarin voorgegaan door de heren van het gezelschap) de topless zonnende schoonheden . Het was echt een heel leuke vakantie en de camping een absolute aanrader. We zijn nu al voorzichtig plannen aan't maken voor meer van hetzelfde, volgend jaar.
MAAR
Blij dus dat het eindelijk september is. Ik ben de afgelopen 2 maanden flink over mijn grenzen gegaan. Ik ben dan ook al 2 weken bezig met 'bekomen' en uitrusten, maar het wil nog niet echt lukken. (Ik dacht dat vakantie diende om uit te rusten en je batterijen terug op te laden, haha). Daar komt nog bij dat ook september een behoorlijk drukke maand is: ouderavonden op school, 1e vergadering van het oudercomité met daarbij de nodige voorbereidingen voor't bestuur, start van het catechesewerkjaar. 't Zal wel eens beteren denk ik dan. Maar ergens in mijn achterhoofd zit toch, een heel klein beetje, die angst voor een nieuwe opstoot. 't Is nog al wel eens geweest, zo vlak na de zomer. Ik probeer dan ook geregeld overdag te rusten en me niet té erg te storen aan die bergen was en strijk die er nog steeds liggen. Die lopen toch niet weg (jammer genoeg )
Ik heb er lang op gehoopt en een hele Woensdag en Donderdagvoormiddag op gewacht, maar nu is hij er eindelijk. En ik ben er van overtuigd ik ga er mateloos van genieten
EINDELIJK terug computeren en internetten tegen een normaal tempo, EINDELIJK draadloos internetten vanuit mijne luie zetel of van op mijn terras of misschien zelfs van in mijn bed. Met dit fantastische kleinood ga ik ook mijn uiterste best doen, mijn blog terug met fatsoenlijke tussentijden te updaten.
Voilà, ge hebt em nu allemaal gezien en ik ga proberen er nu nie meer (teveel) over te zagen (hihi)
Blijkbaar ben ik in al mijn chronologie toch nog een stukje van het verhaal vergeten. Dat wil ik jullie ook niet onthouden, maar ik zet het wel daar waar het thuishoort. Dus blader maar een beetje terug en zoek naar zomervakantie 2006 zit er bijna op.
t Schijnt dat er nood is aan een vervolg op mijn MS-verhaal.
Ik weet het, ik heb al diegene die mijn schrijfsels graag lezen weer véél te lang op hunne honger laten zitten, maar Ge weet dat het steeds hetzelfde en nooit een goed excuus is ..
Ik kan wel zeggen dat het gebrek aan tijd ditmaal veel te maken had met het feit dat ik me behoorlijk goed voelde en dat, mede daardoor mijn sociaal leven op volle toeren draait.
Na meer dan 12 jaar is Hulst nu, meer dan ooit, thuis. Het is ons dorp, onder onze kerktoren, kort bij onze school, met al onze vrienden kortbij, en vooral dat laatste voelt héél fijn. Bedankt aan iedereen die vindt dat em daarbij hoort . Als je alvast een beetje van die leuke sfeer wil opsnuiven, ga dan maar es kijken op www.bloggen.be/oudervereniging_wereldwijzer
Maar nu dus het vervolg van 8 oktober 2006, toen ik na de verkiezingen, samen met Patrick, naar het ZOL in Genk reed.
Omdat ik er dus aan twijfelde of ik inderdaad een nieuwe opstoot doormaakte, had ik op aanraden van Geert Alders van de PHL, contact opgenomen met dr. Ysewijn, neuroloog in het ZOL. De man bleek vreselijk overbevraagd en zag het niet zitten mij op korte termijn zelf te zien. Hij stelde voor dat, indien ik twijfelde, ik maar moest binnenkomen op spoedgevallen en dat ik dan daarna alsnog hem als behandelend neuroloog zou kunnen zien.
Vermits het zondagdienst is, zien we die 8e oktober op spoedgevallen de dienstdoende neuroloog dr. Deraedts. Hij bevestigd mijn vermoeden van een opstoot en stelt meteen een cortisonekuur voor, t.t.z. 5 dagen solumedrol. Daarbij vindt hij het noodzakelijk dat ik minstens een nachtje in het ziekenhuis blijf omdat hij me, als nieuwe patiënt, toch even van dichtbij wil opvolgen. Tegen 14u lig ik dan ook op een kamer mét kamergenote. De éénpersoonskamers zijn allemaal bezet en dus zal ik het even met een roommate moeten doen. Daar ben ik écht wel toe bereid en ik vind mezelf niet eens zon moeilijk iemand, maar deze vrouw is écht een RAMP. Ze babbelt de ganse dag door, meestal 10x over t zelfde, óók als ik aangeef dat ik moe ben en mn ogen dicht doe. Ze gaat zelfs ongevraagd met Patrick mee naar het cafetaria. JAKKES! Ik zou er toen een boek over hebben kunnen volschrijven, en eerlijk gezegd, als ik het nu teruglees in mijn dagboek-schriftje komt het gevoel weer helemaal boven, maar dat stukje verleden laten we beter voor wat het geweest is .
Op maandagochtend wordt ik wakker na een slechte nacht. Ellendig van de medrol, zware pijnlijke en tintelige benen en een ziekenhuisbed zijn niet bepaald bevorderlijk voor een goede nachtrust. Tegen de middag komt dr. Deraedts langs en zoals afgesproken met de verpleging, leg ik hem uit dat ik graag verder behandeld zou willen worden door dr. Ysewijn. OEPS!!!! Was dat een misvatting. Blijkbaar lagen de heren doktoors al geruime tijd in de clinch met elkaar. Mijn vraag wordt me dan ook allesbehalve in dank afgenomen en dr. Deraedts laat me meteen weten dat hij zijn handen dan van me aftrekt en dat dr. Ysewijn het dan maar moet oplossen. Ik wordt verder aan mijn lot overgelaten, al dringt dat pas in de loop van de namiddag mondjesmaat tot me door: ik heb barstende hoofdpijn, maar omdat de dokter niets meer heeft voorgeschreven, krijg ik van de verpleging hier ook niets voor. Een koud washandje brengt een beetje verlichting.
In de loop van de namiddag vraag ik zowat om het half uur aan de verpleging of dr. Ysewijn al in de buurt is om eens langs te komen. De antwoorden evolueren van: hij is nog niet op de dienst, hij is nog druk bezig op de gang, hij komt er zo aan tot hij is alweer vertrokken. Tegen 16u (na nog een hoop oeverloos gezeur van mijn buurvrouw) zit ik er helemaal door en bel ik Patrick dat hij zo snel mogelijk moet komen, ZONDER kids. Ook hij vraagt aan de verpleging nog een aantal keer wanneer we nu eindelijk dr. Ysewijn eens kunnen zien. Ik wist wel dat hij het druk had, maar dit is er toch een beetje over!
Om 19u zijn we het allebei vreselijk beu. Ik begin vocht op te houden en voel me daardoor erg vervelend. Gelukkig heeft de brufen die Patrick meebracht de hoofdpijn al wat verlicht. We vinden dat we nu EINDELIJK recht hebben op wat uitleg. En dan komt dr. DeVoogd langs. Hij is de assistent neurlogie en een heel aardig man. Hij neemt de tijd om ons goed te informeren en komt daarbij nog even terug op, wat dr. Deraedts ook reeds opperde, de mogelijkheid dat ik toch iets anders zou hebben dan MS. De ziekte van Shuegere (ofzo). Het is een eerder zeldzame aandoening die erg op MS lijkt, zelfs in behandelingswijze. Het wordt o.a. gekenmerkt door droge ogen (die ik altijd heb) en letsels enkel op het ruggenmerg. De dokter stelt voor om hier tóch wat verder naar te kijken, om naar de toekomst toe toch wat meer zekerheid te krijgen.
Ik vraag hem of ik de rest van mijn cortisonebehandeling via daghospitaal kan krijgen, zodat ik verlost kan zijn van mijn fantastische kamergenote en de slechte ervaringen die ik hier in het ZOL al gehad heb. Vermits het ondertussen al tegen 20u is, is het volgens hem echter te laat om de dagkliniek daarvan nu nog op de hoogte te brengen. Dat maakt dat ik nog minstens een nachtje langer zal moeten blijven. Dit vinden we, gezien het voorbije dagverloop, VERSCHRIKKELIJK nieuws!!! Anderzijds voel ik me al iets beter omdat er in dit stomme ziekenhuis EINDELIJK iemand is die zich een beetje om mij lijkt te bekommeren.
De nacht van maandag op dinsdag verloopt dan ook al iets beter. Wat emotionele stabiliteit doet immers veel goed en de buurvrouw heeft blijkbaar een béétje begrepen dat rust ook al eens goed kan doen. Maar het beste nieuws komt van dr. DeVoogd: de dagkliniek voor woensdag en donderdag is in orde. En na zijn werk komt Patrick me dan EINDELIJK halen, weg van hier en terug naar mijn 3 schatten thuis. Op woensdag brengt Inge me vóór haar werk naar het ZOL en voordien gaan we even bij het wit-geel kruis langs, om krukken uit te lenen. Met het oog op het Miezeweekend dat we voor de boeg hebben, leek me dat toch een handig hebbeding. Terwijl de solumedrol langzaam inloopt, komt ook dr. DeVoogd nog eens langs. De bloedresultaten i.v.m die eventuele gekke nieuwe ziekte, zijn voorlopig nog niet binnen. Toch is er maar een kleine kans op deze ziekte, voornamelijk omwille van mijn afwijkende bandjes op mijn ruggenmergvocht. Mijn medisch dossier werd ondertussen ook opgevraagd bij dr. Vanroose. Verder stelt dr. DeVoogd voor om een overstap naar dr. Viaene te overwegen. Dat is de jongste neuroloog hier die ook erg gedreven met zijn job bezig is, maar wel wat meer ruimte voor me heeft dan dr. Ysewijn. Deze laatste zou ik ten vroegste over een paar maanden te zien krijgen, dr. Viaene kan ik morgen al zien.
Donderdag is dan de laatste cortisonedag. Samen met ma Dora , rijdt ik nogmaals naar het ZOL. Daar wordt al vrij snel de solumedrol aangehangen en na een goed half uur is die al driekwart leeg. Mijn hart gaat als een razende tekeer en ik krijg het super-warm. Ons Dora raadt me aan om er toch maar even iets van tegen de verpleging te zeggen. Die valt uit de lucht wanneer ik zeg dat er solumedrol aan het infuus hangt. Ze dacht dat het ging om een zoutoplossing die gewoon de leidingen even moest spoelen. MOET MIJ WEER OVERKOMEN, precies of ik had hier nog niet genoeg geluk gehad de voorbije dagen. De rest van de solumedrol loopt dan ook een pak langzamer in en als alles achter de rug is worden we bij dr. Viaene verwacht. Op deze eerste consultatie blijkt de man wel mee te vallen. Hij biedt me in ieder geval een luisterend oor en belooft zich zo snel mogelijk in mijn dossier in te lezen. Op 9 november wil hij me graag terugzien voor een eerste evaluatie.
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad (en geloof me, in zo'n manegepiste ligt heel wa aarde), maar vorige week zaterdag was het een feit: mamas paardrijles.
Sinds afgelopen september gaan onze dochters(Marian, Christel en mijn) paardrijden. Ze doen dit in manege Den Dries in Kwaadmechelen en sinds ze geleerd hebben dat juf Hilde meer blaft dan bijt, doen ze het ook nog graag.
Ze zijn ondertussen ook al behoorlijk bedreven in de edele sport van het paardrijden. De helft van ons dochterskwartet rijdt ondertussen (bijna vlot) in galop. De andere 2 hebben de draf ook al ferm onder de knie en moeten nauwelijks onderdoen.
Het leek ons als mamas wel leuk om ook eens een keertje te ervaren wat onze meiden elke zondagvoormiddag daar deden in Den Dries en zo kwam het idee van de mamas rijles. De afspraak was dat we zelf een groepje zouden samenstellen met minstens 5 mama-amazones en dan wou Hilde ons wel een uurtje les geven.
Wie mijn vriendinnekes Marian en Christel kent, weet dat deze ladys voor geen kleintje vervaard zijn en het was voor hen dan ook piece-of-cake om zon groepje bij elkaar te krijgen.
Uiteindelijk werd alles vastgelegd op zaterdag 31 mei om 20u en waren we zelfs met zn 9en : ikke, Marian, Christel, Greet, An, Nancy, Tilly, Greta en ? Vooraf kregen we via mail al enkele instructies mee van ons Christel. Over goei BHs en olifantenvel J. En dus waren we er helemaal klaar voor.
t Was nét echt. Briefing vooraf, paard van stal halen en ermee door de piste stappen, opstijgen, oefenen op sturen en daarna draf.
En het lukte ook helemaal. Ik had enorm veel schrik om op te stijgen, want geloofde nooit dat me dat zou lukken. t Viel best mee. De rest was ik blijkbaar nog niet helemaal verleerd van mijn eerdere paardrijdavontuur van ongeveer 22 jaar geleden. En Klaartje was natuurlijk ook een schat van een paard dat het mij niet al te moeilijk maakte.
Het lukte zo goed, dat ik er zelfs in slaagde breeduit te smilen, telkens we voorbij onze mannen en kinderen in de kantine reden J.
Achteraf bekeken was het moeilijkste van heel de onderneming, met de teugels in de hand rondstappen. Dàt ging namelijk véél te snel voor mij. Tegen zon tempo ben ik niet meer gewoon van te stappen en tegen de tijd dat ik op mijn paard zat, was mijn eerste kaarske al uit. Gelukkig heb ik er tegenwoordig redelijk wat op reserve en zodoende konden we na de rijles nog mee voor een mini-hamburgerfestijn met gans de kliek.
Ik heb GENOTEN!!!
En daarom ga ik, bij leven en welzijn, op 5 juli wéér paardrijden!
Want het is óók nog eens goed voor mijn bekkenbodemspieren!!!
Stilaan kon ik wennen aan tintelingen in handen en benen die er áltijd zijn, wennen aan een langzaam staptempo waardoor ik de mensen zelden nog kan volgen, wennen ook aan een nieuw dagritme waarbij ik geregeld rust moet inbouwen, wennen aan het idee dat een leven met MS toch voor altijd anders is dan het leven daarvóór.
In die 7 maanden zijn er 2 belangrijke zaken die, op vlak van mijn leven met MS wat zullen doen veranderen. Eerst en vooral laat dr. Vanroose weten dat hij zijn werkzaamheden in België op een laag pitje zal gaan zetten. Hij heeft een nieuwe functie aanvaard als neuroloog in Heerlen en zal daardoor niet meer in het St. Franciskusziekenhuis in Heusden werken. Zijn privé-praktijk in Houthalen blijft hij wel nog doen, maar hij zal daar enkel op woensdag bereikbaar zijn voor zijn patiënten. Dit nieuws gooit mijn zekerheden toch wat overhoop. Ik kon me erg goed vinden met hem en had het gevoel dat ik met hem kon praten over wat me bezig hield en terecht kon met mijn, nog o zo vele vragen. Enkel op woensdag bereikbaar voelde voor mij net zo goed als niet meer bereikbaar.
Ook in die 7 maanden, lees ik in het Belang van Limburg een artikel over een nieuwe studie die men op de PHL wil opstarten. Men wil er nagaan in hoeverre het trainen van spierkracht bij personen met MS (PmMS), hun levenskwaliteit kan verbeteren. Het lijkt me wel iets en ik neem dan ook contact met hen op. Geert Alders, die ik achteraf zal leren kennen als ne kei-toffe pee J, legt mij het één en andere uit. Men zal werken met 5 groepen die gedurende een 6-tal maanden zullen gevolgd worden. De studie start met een testmoment, waarbij men zowel je beenspierkracht, je algemeen coördinatievermogen als je psychische gesteldheid in kaart wil brengen. Deze tests zullen na 3 en 6 maanden herhaald worden. Daarna worden de deelnemers verdeeld over 5 groepen. 1 groep zal trainen op spierkracht aan de hand van fitnesstoestellen, een 2 groep zal exact dezelfde oefeningen uitvoeren maar dan met behulp van elektrostimulatie op de spieren, groep 3 traint spierkracht met behulp van trilplaatoefeningen, groep 4 moet zichzelf thuis elektrostimulatie toedienen zonder verder extra te trainen en groep 5 is de controlegroep. Na nog een informatieavond, waar ik samen met Patrick naartoe ga, beslis ik om aan deze studie mee te werken. Ik zou dan 2 à 3 keer per week naar Hasselt moeten om te trainen, maar vermits ik niet elke dag werk, zie ik dat wel zitten (haha, wist ik veel toen).
Op zaterdag 7 oktober 2006, 1 dag voor de verkiezingen, schrijf ik het volgende in mijn dagboek: 7 maanden ging het goed. Allé, goed met ups en downs, maar meer ups dan downs. De grote vakantie was bij momenten zwaar. De kids vroegen veel aandacht en dat kostte veel energie. 7 maanden dus, maar nu ist naar de knoppen. Iets meer dan een week geleden kreeg ik last van mijn knie. Pijn, last bij teveel zitten, een zeurderig gevoel. Maar, ja, ik dacht dat het wel over zou gaan.
Ondertussen ben ik er al bijna van overtuigd dat ik terug een opstoot heb. De afgelopen dagen zijn ook mijn tintelingen weer verergerd en nu, zaterdagavond, zitten ook allebei mijn handen vol tintels. Ook mijn linkerarm tot bovenarm heeft last, en das al héél lang geleden. Verder voelt mijn linkerknie stijf en licht pijnlijk en is heel mijn linkerbeen doof en tintelig.
Het levert weer een flinke dosis stress op. De eerste symptomen werden woensdag/donderdag duidelijk. Te laat dus om nog op consultatie te kunnen bij dr. Vanroose. Maar met mijn nog maar korte MS-verleden, vind ik geen geruststelling in wat ik al weet, en heb ik dringend behoefte om mijn klachten met een neuroloog te kunnen bespreken. Maar wie??????
Omdat ik na onze 2 eerste gesprekken een erg goed gevoel had bij Geert Alders van de PHL, bel ik hem op om raad te vragen. Zij werken immers veel samen met PmMS en hun artsen, en zullen me misschien wel kunnen doorverwijzen. Geert vertelt me dat zij zowel met VirgaJesse als met het ZOL in Genk goede relaties onderhouden. Maar dr. Ysewijn in het ZOL zou bekend staan als jong en zéér bekwaam op vlak van MS.
Ik bel hem op en krijg te horen dat hij het érg druk heeft, en dat is dan nog een understatement. De enige manier om op korte termijn door hem gezien te worden is naar het ziekenhuis komen via spoedgevallen. En dat doen we dan maar, omdat ik me anders teveel zorgen maak.
Op zondag 8 oktober ga ik tóch nog eerst kiezen. Het zijn verkiezingen voor de gemeente en provincie en anders moet ik daarvoor nog papieren vragen, dat lijkt me te lastig. Met al mijn pijn, last en kopzorgen, trek ik, gewapend met mijn wandelstok, naar de Griffel J
Maar als mijn burgerplicht vervuld is, gaat het richting ZOL in Genk.
Mijn 1e grote vakantie met MS. Schromelijk onderschat heb ik ze. Zolang de kinderen braaf naar school gingen en iedereen zijn vast dagritme had, liep het hier in huis best vlot. Ik was wel steeds moe na mijn werkdagen, maar dat kon ik er dan de volgende dag weer afrusten. Nu is elke dag ongeregeld: soms werken, soms niet, maar dan willen de kids graag wat samen doen. En zo komt er van rusten vaak niet veel in huis.
Tegen het einde van de vakantie ben ik écht oververmoeid. Daarbij komt dat mijn hart raar doet: ik heb een erg hoge polsslag en, voor mijn doen, te hoge bloeddruk. Ik voel mijn hart de hele tijd keihard kloppen (ik weet wel dat dat de taak is van een hart, maar meestal doet het dat toch wat rustiger ) en vaak slaat het ook een slag over. Ik maak me erg ongerust en 3 dagen voor het nieuwe schooljaar begint ga ik op consultatie bij dr. Vandezande. Ook zij vind één en ander onrustwekkend en belt voor een afspraak naar het medisch centrum. t Is daar blijkbaar ook zomertijd, want ik zou er pas over 3 weken terecht kunnen. Dat vindt dokter Elly ook wel wat te lang en ze raadt me aan om ook dit maal dan maar naar de spoedgevallen van het St.-Franciskusziekenhuis in Heusden te rijden. Daar hebben ze me de vorige keer immers ook goed kunnen voort helpen.
Daar gaan we dus weer. t Is maar niks zo op de sukkel zijn.
Het is al een hele tijd geleden en blijkbaar was ik toen te moe? ellendig? gestresseerd? om alles in mijn MS-dagboek op te schrijven, maar snel samengevat kwam het hierop neer:
Ik werd in het ziekenhuis opgenomen ter observatie. Eerst werden allerhande cardiologische tests uitgevoerd: inspanningstest, cardiogram, EEG en wat nog meer. Om dan tot de conclusie te komen dat mijn hart gewoon STRESS had J. t Voelde niet leuk. Wéér bedrogen door je eigen lichaam!!! Maar het was wel duidelijk dat heel die MS een duidelijke en blijvende invloed zou hebben op àlles in mijn verdere leven. Misschien dat ik het tot op dat moment nog niet helemaal besefte. Maar vanaf toen werd het meer en meer duidelijk en liet het me niet meer los.
(maar dat lees je dan maar verder na oktober 2006 )
* ik stel vast dat mijn leven er behoorlijk anders uitziet dan toen ik hier de laatste keer iets neerschreef. *ik tik dit nu in op mijn tablet, want dat is mijn nieuwste hebbedingetje waar ik heel blij mee ben :)