Op deze blog vind je
1.) het dagboek van onze reis in Colombia, Guatemala, Costa Rica de Malediven, Sri Lanka, Maleisië, Zuid-Afrika en Namibië (zie rechts: Inhoud blog & Archief per jaar);
2.) het (oude) dagboek van ons jaar werken en reizen in Senegal in 2006 -2007 (zie rechts: Archief per maand);
3.) een link naar een (primitieve) website met de reisverslagen van onze vroegere reizen 1999-2000 en 2001-2002 (zie rechtsonder: oude reisverslagen Barbara & Serge);
4.) een link naar ons fotoalbum van Zuid-Afrika, Namibië, Maleisië, Sri Lanka, de Malediven, Costa Rica, Guatemala en Colombia (zie rechtsonder).
04-06-2013
Een leuke dag
'Mama, vandaag was een leuke dag!'
Kinderen zijn eerlijk, hé? Julie was dringend toe aan een rustig dagje. Geen lange autorit door prachtige landschappen in Addo Elephant of Mountain Zebra National Park op jacht naar olifanten en leeuwen. Geen vermoeiende wandeling naar watervallen en grotten in Drakensberge. Gewoon een rustig dagje. En ze heeft er duidelijk van genoten.
De 'birds of prey' show achter de hoek van onze kampeerplek was puur genieten van allerlei roofvogels die rond onze oren vlogen, op warme luchtstromen hoog in de lucht cirkelden en als bakstenen uit de lucht kwamen vallen om een 'prooi' te vangen. Je had Mateo en Julie moeten zien glunderen toen ze een valk mochten vasthouden!
De lunch in de tuin naast onze tent was opnieuw genieten. Voor één keer geen 'sponge bread' van de supermarkt, maar een lekker krokant baguette van de bakker achter de andere hoek. Je had Julie en Mateo moeten zien smullen met allebei een choco-baard tot aan hun oren.
En van het optreden van het 'boys' choir' een paar kilometer down the road hebben ze ook duidelijk genoten - met open mond. Mateo zat tijdens het optreden op het puntje van zijn stoel. En Julie demonstreerde bij het buitengaan hoe de jongens met hun benen in de lucht zwaaien op het ritme van de trommels 'Kijk, zo!' We zijn weer een CD met Afrikaanse muziek rijker - een goed alternatief voor de kinderliedjes!
De vorige keer waren we met de staart tussen de benen afgedropen. De Lesothiaanse wegen hadden ons klein gekregen. Maar deze keer zou het lukken! De vooruitzichten waren niet schitterend, maar dat hield ons niet tegen. Volgens de info was het slechts 7 km 'dirt road'.
Eerlijk? We zijn er geraakt. En het was dik de moeite. Maar het waren 7 lange kilometers. Nog nooit is een autorit zo spannend geweest! En wij hebben er echt al wel wat spannende achter de rug. We hebben er bijna anderhalf uur over gedaan. Te voet was waarschijnlijk sneller geweest. Toen we er bij onze aankomst iets over zeiden, was de reactie: 'I know. I wonder when the government will do something about it. We asked so many times!'
Éen keer dat we er waren was de erbarmelijke weg snel vergeten. Zo een mooie plek om te kamperen! De eigenaar had kleinkinderen van de leeftijd van onze mannen dus die konden zich uitleven op een trampoline en rondcrossen op loopfietsen, allemaal met prachtige bergen op de achtergrond. Het feest was helemaal compleet wanneer we een dag zijn gaan paardrijden (wij te voet zwaar afzien, onze kindjes prinsheerlijk met 2 op een wit paard).
En vlak voor het slapen gaan kregen we nog een optreden van onze 'horse man' zijn muziekgroepje 'Sotho Sounds': een bende jonge gasten die met zelf gemaakte instrumenten schitterende muziek weten te maken. Ze zijn zo goed dat ze zelfs en CD hebben!! Sindsdien luisteren we er dus in de auto naar. Sweet memories. Want ja... we zijn terug in Zuid-Afrika.
De grensovergang verliep weer super vlot. De man van de douane wierp zelfs kusjes naar onze kids - je moet niet vragen!
Hier moeten we nog eens terugkomen, maar dan wel met en 4x4 en een zee van tijd.
ik rijd braaf tegen de aangegeven snelheid. Allez ja... dat denk ik toch. In Lesotho zijn de verkeersborden zo afgeleefd dat het allemaal niet echt duidelijk is. Hetzelfde geldt voor de borden van de 'bebouwde kom'. De meeste dorpen hebben geen bord meer of het hangt met haken en ogen aan elkaar. De vreselijke 'humped zebra crossings' zijn de enige zekerheid dat je in een dorp bent. Plus uiteraard het feit dat er plots nog meer mensen (en dieren) midden op de weg lopen. Snel rijden is dan gewoon onmogelijk.
Deze keer is er een stopbord. Alweer. Het betreft politiecontroles van de busjes waar de mensen mee rondtoeren. Ik was al eens eerder gestopt, maar dat was dan om de weg te vragen. Of een andere keer deden we een gezellige babbel met een man die nog scheidsrechter was geweest. Tja... waar praat je zoal over wanneer een politieagent je onderweg stopt? Kei vriendelijke mensen die politieagenten! Al de andere keren reed ik er tegen een slakkentempo voorbij om even te waaien en een vriendelijke bonjour
terug te krijgen.
Ik vertraag dus, doe mijn raampje al open om te kunnen waaien en ben een beetje verbaasd wanneer de agent teken doet om aan de kant te gaan staan. No worries. 'Hello sir, how are you? I am ok.' Deze man is wat norser. Hij vraagt mijn rijbewijs. Geen probleem. Voor de rest zegt hij weinig. 'Did you see the STOP sign?' wil hij weten. Ja, vandaar dat ik aan het vertragen was. 'You should have stopped there.' zegt hij. Vorige keer heb ik dat gedaan, maar de agent zei toen dat ik had moeten verder rijden, vandaar dat ik nu -langzaam- ben verder
gereden. Hij doet moeilijk. 'I will put jou in jail.' zegt hij. 'That's not good.' antwoord ik. Terwijl
de man moeilijk blijft doen is een vrouwelijke politieagent aan het grappen en grollen met Barbara. Ze is ook vrolijk aan het doen over onze kinderen. Vreemde situatie! Ik weet niet echt hoe het verder moet en zeg dat mijn kindjes verdrietig zullen zijn. 'No problem. They can stay in another room.' Gelukkig heb ik mijn rijbewijs al terug. Ik steek dus alle papieren weg, zeg 'Good bye.' en maak aanstalten om door te rijden. De man geeft nog niet toe. Ik lach het weg en start de motor. Barbara zegt ook expliciet dag. Zijn andere collega waait ook. En we zijn weg.
We weten niet goed wat we er van moeten denken. Was het gewoon een flauwe grappenmaker? Of wilde hij echt moeilijk doen en hebben we geluk gehad dat de andere agenten ok waren? We'll never know...
Het is hoog tijd om eens te vertellen hoe geweldig onze kindjes wel niet zijn tijdens deze reis! Echt!
We hebben onlangs het begin van de Otter Trail gewandeld in het Tsitsikama national park. Het was een heuse klimpartij van bijna 4 uur. Mateo heeft dit helemaal op zijn eentje gewandeld zonder ook maar 1 keer te zagen, zuchten of zeuren - in tegendeel zelfs: toen we aankwamen stond hij nog te dansen van enthousiasme. Een koppel dat we onderweg waren tegengekomen reageerde verbaasd: 'Is he still running about?!' Julie hebben we een paar keer gedragen. Niet moeilijk: 't was écht wel hard labeur bij momenten! Haar beentjes waren gewoon te kort! Maar zij heeft ook niet één keer gereclameerd. Niet slecht voor een 3 en 4-jarige!
En eigenlijk moet het gezegd: ze zijn flexibel op alle vlakken.
Een paar uur in de auto zitten? Geen probleem: onze kindjes amuseren zich wel met verhaaltjes fantaseren. Het is echt kostelijk wat ze elkaar allemaal vertellen. Julie vertelt heel de tijd verhaaltjes. Mateo vindt het geweldig en lacht zich een kriek, zeker wanneer het over protjes, pipi, kaka en piemeltjes gaat! En wij zeggen dan wel streng dat alleen baby's heel de tijd 'pipi' en 'kaka' zeggen, maar eigenlijk gniffelen we stiekem mee.
Wat eten betreft zijn ze ook super gemakkelijk: hoewel ze thuis nog het liefst van al een boterham met salami, siroop of choco eten, moeten ze het hier doen met knalrose worst of confituur en dat vinden ze allemaal prima. Snoepen doen we amper. Ter compensatie starten we de dag altijd met een serieuze portie fruit. En onze kinderen? Die doen gewoon mee. Ze vinden het ook geweldig om alles mee te proeven: een stukje springbok, een struisvogelbilletje, biltong (gedroogd vlees), ...
De nachten in Mount Zebra national park waren bitter koud. Er lag 's morgens een laagje ijs op de tent! Wij waren wakker geworden van de kou, maar onze kids sliepen weer lekker klokje rond! Misschien moeten we hen gewoon altijd in een tent laten slapen? Maar ja... het zal ook wel te maken hebben met het feit dat ze 's avonds heel wat indrukken te verwerken hebben. Ook voor ons is het immers behoorlijk indrukwekkend. Je ziet niet elke dag een olifant
rakelings naast je auto voorbij wandelen (zweethandjes bij de mama!) of een leeuw op een paar meter afstand een karkas van een wildebeest voortslepen!
En het fijnst van al is dat wij door de flexibiliteit van onze kids eigenlijk bijna net zo ' à l'improviste kunnen rondreizen zoals vroeger, super!
Het is een tijdje geleden, we know! Maar we kunnen er niets aan doen. Er is gewoon geen internet! Maar vandaag wel, dus kunnen we nog eens iets op onze blog posten.
***
We naderen tegen een speed tempo Tele Bridge, de grensovergang tussen Zuid-Afrika en Lesotho. 's Morgensvroeg zaten we nog met een platte band. Maar gelukkig bleek het minder erg dan verwacht: het 'soepappeke' zat los en er zat stof in. Het euvel werd met de glimlach verholpen, gratis en voor niks. Het betekende echter wel serieus wat vertraging, want om aan het reservewiel te kunnen moest wel heel de koffer leeggemaakt worden. Die achterstand
werd dus goed gemaakt door een rit op Zuid-Afrikaanse wegen van topkwaliteit. In Lesotho zou het een ander verhaal worden! 'I would not go there with your car if I were you!' was het standaard antwoord van elke 'local' die we tegenkwamen... Dus dat wilden we toch even met eigen ogen zien, niet waar?
Plots staan we aan de grens, eigenlijk sneller dan verwacht. 'Hopelijk moeten we niet heel de
koffer uitladen!' zegt Barbara. 'Of al ons eten afgeven!' reageert Serge. Het is toch altijd een beetje spannend een grensovergang: gaan ze ons extra vriendelijk behandelen omdat we toeristen zijn of net extra vervelend doen?
Het is rustig. We weten niet goed waar naartoe. Normaal gezien word je kordaat richting douane gedirigeerd of kan je de massa volgen. Hier staan we een beetje verloren te draaien. Een man staat zijn auto te wassen. Een vrouw vult emmers met water onder het toeziend oog van een man in uniform. Een tiental mensen zitten op de grond tussen valiezen en zakken. Wanneer Serge richting slagboom rijdt doet de man in uniform teken te parkeren. En hoe moet het nu verder? Na wat zoeken vindt Serge het kantoortje van de douane. 'Where are the others?' vraagt de vrouw in uniform steng. Natuurlijk... ook Julie, Mateo en Barbara moeten er bij zijn - even niet aan gedacht. Van zodra ze onze kinderen zien gaat het echter allemaal snel, én met de glimlach. Voor we het weten zijn we de eerste controle gepasseerd - zonder controle van bagage, autopapieren of iets anders.
Aan de Lesdothiaanse kant verwachten we andere toestanden. De eerste vrouw die we tegenkomen is echter alweer enorm gecharmeerd door onze kids: ze neemt Julie onmiddellijk op de arm, streelt haar over haar bolletje en het ijs is weer gebroken. Ook de man van immigrations is heel aimabel. Hij stelt honderduit vragen over België en vindt het enorm tof dat we zijn land bezoeken. 'Anything else that we need to do? car papers, permit to enter Lesotho by car...?' Allemaal niet nodig. Gewoon nog een taks betalen en hopla, we zijn in Lesotho! Zo een eenvoudige grensovergang hebben we nog nooit meegemaakt! En het ziet er allemaal nog enorm idyllisch uit ook: schapen naast het douanekantoor, prachtige bergen op de achtergrond, ...
Maar dan krijgen we de lang verwachte 'dirt roads', zoals beloofd. We hobbelen tegen een slakkentempo over barslechte wegen. 'Als dit heel de tijd zo blijft zie ik het echt niet zitten.' zegt Barbara na 10 minuten. We geraken inderdaad amper vooruit. De omgeving is prachtig, de mensen geweldig (Iedereen die we passeren begroet ons. Ze stappen dan ook bijna even snel ), maar tegen 5km/uur gaan we er nooit geraken. Ondertussen vlamt er nu en dan een 4x4 voorbij. 'Ja. Zo kan ik het ook!' zegt Serge. Mateo vraagt waarom we zo traag rijden.
Julie wil weten wanneer we 'thuis' (= onze tent) zijn. 'We kunnen ook gewoon terugkeren.' oppert Serge.
Gelukkig staan we na een half uur op 'tarred road'. We kunnen terug doorrijden. Het is wel oppassen geblazen, want de weg zit vol met 'potholes' (serieuze kraters) of 'humped zebra crossings' (kanjers van vluchtheuvels) beide zonder aankondiging. Maar kom, we geraken terug vooruit. 'Het valt uiteindelijk nog wel mee!' zeggen we een beetje overmoedig. Overmoedig, ja, want de eindbestemming zullen we niet halen...
De laatste 10 km zijn weer 'dirt road'. En deze keer maken we ons echt belachelijk met onze 2 wheel drive. Wanneer we aan het stuk verschrikkelijk slechte weg beginnen staat er een viertal kinderen te waaien. Ze lopen met ons mee. Ze stappen met ons mee. Ze slenteren rustig mee terwijl wij de wagen millimeter per millimeter over grote stenen en door putten wringen. Na 500 meter geven we het op. Het is het niet waard om onze auto stuk te rijden. Hierdoor missen we iets wreed schoons, maar in het geval van een lekke band (in het
beste geval) missen we nog veel meer. Close but no sigar!
We keren helemaal terug naar af. Een andere weg nemen is geen optie, want het gaat naar 't schijnt van kwaad naar erger. We zullen eens moeten terugkomen met een 4x4! We rijden helemaal de andere kant uit en gelukkig wordt de weg steeds beter: om de 10 meter een gat in de weg i.p.v. om de 5 meter. We moeten wel ver doorrijden, want er is niets om te overnachten. We komen heel de dag dan ook niet 1 blanke tegen. We zien wel ontelbare schapen en koeien. Mateo en Julie houden een wedstrijd om ter meeste dieren zien, tot ze er ruzie over beginnen te maken. Ze zitten dan ook al lang in de auto, de arme dutskes. Dit was niet de bedoeling!
Noodgedwongen parkeren we de auto op een parking van een duur hotel. De prijs van een kamer komt overeen met ons budget voor een dag. Na onderhandelen krijgen we een kamer voor een redelijke prijs, maar het roept herinneringen op aan overnachtingsplaatsen toen we low budget met de rugzak rondtrokken. Even overwegen we toch de dure kamer te nemen, maar wanneer we onze kindjes vrolijk zien rondspringen in de kamer met slechts
drie bedden en Mateo gedecideerd horen zeggen 'Ik wil op een matje op de grond slapen!' beslissen we toch ons budget te respecteren. Het blijkt een goede keuze. We eten met het geld dat we besparen lekker pizza. En we slapen als een roosje (behalve Barbara want die heeft te veel gegeten)!
Het is allemaal even anders dan Zuid-Afrika, het is Lesotho style. And we like it! Morgen proberen we een andere mooie plek te bereiken.
Wauw! Wat is Zuid-Afrika prachtig! We hebben er al echt van genoten!
Enkele dagen geleden stonden we in het De Hoop Nature Reserve aan de zuid-west kust alweer op een prachtige plek met onze tent: op een bergkam met zicht op een rivier met honderden watervogels. 's Morgens bij het ontbijt moesten we onze boterhammekes in het oog houden of de locale krielkippen waren er mee weg - tot groot jolijt van Mateo en Julie. Overdag tuimelden we van metershoge zandduinen of zochten we schelpjes voor Julie.
's Avonds kookten we een lekkere maaltijd op ons MSR-stoofke bij een mooie zonsondergang. En 's nachts genoten we van het gekwek, getsjirp en gekwaak, eerst onder een schitterende sterrenhemel en daarna in onze warme slaapzak.
En net zoals op de andere kampeerplekken was er ook nu weer een dier om het voor onze kinderen memorabel te maken. In Driehoek in de Cederberg mountains was het de lokale herdershond die de grote speelkameraad was en 'Kwakkie' werd gedoopt. Hij vergezelde ons tijdens de trektochten en sliep 's nachts naast de tent. In het Beach Camp aan de West Coast was het de tarantula die ze op een paar meter van onze tent hadden gevonden Mateo zat uren later nog in een boekje over spinnen te bladeren. En nu was het dus 'nen aap'. Een baviaan om precies te zijn.
Het beest heeft om te beginnen een paar gaten in onze tent gebeten en is er daarna met de pot smeerboter vandoor gegaan. Eerst dachten we nog dat het de krielkippen waren die uit wraak omdat ze niet mee mochten eten twee gaten in onze tent hadden geprikt. Maar toen Barbara een dag later een baviaan uit de auto moest wegjagen omdat hij doodleuk in onze zak met eten zat te snollen, wisten we wie de dader was. Het arme beest heeft waarschijnlijk serieus op de wc gezeten als hij die pot boter op zijn eentje soldaat heeft gemaakt! Onze kinderen spreken er een week later nog over: 'Die aap moet nu heel de tijd kaka doen, hé mama?' We hebben er goed mee gelachen. Maar we moesten nu wel een paar dagen droge boterhammen eten en zaten met een kapotte tent. Vandaar dat we nu even noodgedwongen in een backpackers hostel logeren. Het komt op zich goed uit, want het regent voor de eerste keer en het is koud, dus kamperen zou sowieso wat minder leuk geweest zijn. Bovendien betekent dit eindelijk elektriciteit en wifi, dus tijd om nog eens iets op de blog te posten.
Voila. Is bij deze gelukt.
Ondertussen is de tent gerepareerd, dus morgen weer en route!
'We stegen met een zucht naar boven in de lucht...' De kinderliedjes galmen gezellig door de luidsprekers van de cd-speler in de auto. Onze kids vinden het geweldig: net zoals thuis in de auto. Het doet Julie zo sterk denken aan thuis dat ze heel de tijd vraagt:'Wanneer gaan we nu naar Afrika?' ook al zijn we al een week onderweg. Het feit dat de omgeving van Kaapstad erg op Europa trekt helpt natuurlijk niet. En we hebben ook nog geen olifanten gezien zoals beloofd!
Het is dus inderdaad al meer dan een week geleden dat we met een zucht in de lucht vlogen. Het was fijn om in de luchthaven uitgebreid afscheid te kunnen nemen van de grootouders. Zonder traantjes... dat viel mee! Julie bleef nog achteruit kijken en met haar kleine handje zwaaien tot de grootouders uit het zicht waren verdwenen en riep toen nog na 'Maar wij komen wel terug hoor!' alsof ze ons vertrek wilde vergoelijken. (Maar dat hebben de boni en de mamie niet meer gehoord.) Trouwens, merci nog eens, Sabine, om taxi te spelen!
De eerste vlucht (van Brussel naar Londen) verliep super vlot. Mateo en Julie waren super enthousiast en zo flink dat de man naast Serge zei: 'It's been a long time since I have enjoyed my flight so much. It's been a delight. Thank you!' Hij had ervan genoten onze kinderen te zien genieten. En ja... onze 2 deugnieten waren effectief in de wolken. Ze waren op bezoek geweest in de cockpit, ze kregen een zakje vol met verrassingen, een dubbele portie chips en de vlucht zelf was puur avontuur, ... Mateo plakte de vlucht lang met zijn neus tegen het raam.
Deel twee van de reis verliep minder vlot (vandaar: we stegen met een zucht). We hadden de drinkbusjes van Mateo en Julie in afwachting van de vlucht naar Kaapstad gevuld met water. Toen onze handbagage opnieuw door de scanner moest vroegen ze of we 'any liquids' in de bagage hadden. Zonder nadenken zeiden we 'neen' (helemaal niet meer aan gedacht). En Lap! We mochten alles (maar dan ook echt alles) uitladen. Och ja... Eigenlijk was dit nog wel grappig.
De bijna 2 uur vertraging was echter minder om mee te lachen, zeker omdat het al 22 uur was toen we eindelijk opstegen. Julie was ondertussen doodmoe en toen ze dan eindelijk kon gaan slapen was ze zo overstuur dat ze niet meer kon slapen. Met het nodige gezeur tot gevolg. Mateo lag al zalig te knorren. Maar ondanks een korte nacht waren onze kindjes goed gezind toen we aankwamen. Het zijn schatten!
Het echte avontuur kon beginnen! Alle bagage was goed aangekomen - check. De ATM gaf ons zonder morren Zuid-Afrikaanse Rand - check. Onze Toyota Corolla stond netjes klaar - check. Maar (een heel grote maar) hoe moesten we in godsnaam alle bagage in die te kleine koffer krijgen? Dju! Na lang puzzelen zijn we dan toch vertrokken, onze kids totaal geplet tussen de tent en onze dagrugzakken. Ocharme! Maar dat zouden we later wel oplossen...
En dat is uiteindelijk perfect gelukt. Het bewijs is dat we ondertussen al een mooi stukje Zuid- Afrika hebben ontdekt: Kaapstad en omgeving, Cederberg Mountains en de West Coast. Op 't moment zijn we in de wijnstreek. We staan voor de eerste keer op een camping met elektriciteit en wifi, dus kunnen we wat beginnen schrijven. Maar eerst een glaasje wijn en later meer details! We kunnen wel al zeggen dat het hier prachtig is en dat we het geweldig naar onze zin hebben!
De reacties op onze
geplande reis zijn heel uiteenlopend. Niet iedereen begrijpt dat we met 2 jonge
kinderen van 3 en 4 jaar (binnen een aantal maanden 4 en 5 jaar) meer dan vier
maanden gaan reizen in Afrika. Maar blijkbaar hebben andere ouders die ons zijn
voorgegaan dezelfde reacties gehad. En het heeft hen ook niet tegengehouden.
In Weekend Knack lezen
we een interessant en typerend artikel. Enerzijds wordt weerwerk geboden aan kritische
opmerkingen: De kinderen zijn nog te
jong om het zich later te herinneren, zeggen velen vooraf. Ook jong genoeg om
je van thuisonderwijs niks te moeten aantrekken, riposteren we. <Jan Sagers Weekend Knack
van 6 tot 12 februari 2013, bladzijde 39>. Anderzijds wordt reizen met kinderen heel eerlijk beschreven: De reis is
nog niet begonnen of de kinderen vragen al Zijn
we er bijna, mama? [Mechelen], jongen, we zijn op weg naar de luchthaven. <idem, bladzijde 38> De vlucht wordt als afmattend, horror soms.<idem, bladzijde 39> omschreven. En er worden geen doekjes om
gewonden: tijdens een lange reis zijn er geen grootouders of school [ ]. Dat
kan verstikkend zijn, ook voor kinderen. <idem, bladzijde 42>
Ja. We weten dat het
niet altijd eenvoudig zal zijn. Mateo en Julie zullen zich inderdaad niet al te
veel in detail herinneren. De kids zullen hun thuis (grootouders, neven en
nichten, vriendjes van school, ) missen. We zullen soms zot worden van het gezeur
en gezaag. Maar met of zonder kinderen:
reizen betekent avontuur en dus meeval en tegenslag.<idem, bladzijde 40> Op dat vlak zal het niet anders zijn dan
anders.
Bovendien beseffen we
maar al te goed dat we meer dan thuis- zullen leven op het ritme van de
kinderen. Ze dwingen tot traagheid, we
go with the flow. <idem, bladzijde 40> Maar in de plaats krijgen we DE VERWONDERING
VAN REIZEN DOOR KINDEROGEN. <idem, bladzijde 40> En hier kijken we écht naar uit.
Daarom, dus.
En tot slot. Dit geldt
ook voor ons: De reis kost ons zoveel
als een nieuwe auto. Maar wat we terugkrijgen is onbetaalbaar dichtbij. <idem, bladzijde 44>
Een jaar geleden (het weekend van 10 en 11 maart 2012)
zaten we met ons tweetjes een weekendje in de Ardennen zonder kids. Dat gebeurt
niet vaak. Het is altijd veel te leuk met Mateo en Julie erbij. Maar zonder
kinderen heeft zeker ook zijn voordelen. Zo is er de tijd om nog eens echt te
praten en plannen te smeden voor de toekomst. En waar praten Barbara en Serge
over als ze in de toekomstige tijd spreken: reizen, uiteraard. Het idee werd
geopperd om toch weer voor langere tijd te vertrekken. Waarom niet het westen
van Australië? Evident zou het niet worden met o.a. de job (Serge was ten
slotte toch coördinator van de school zo gemakkelijk zouden ze hem niet laten
vertrekken), de kinderen, het huis hier in België, de achterblijvers, Maar
dromen mag. Niet waar? Probleem is dat het bij ons nooit bij dromen alleen
blijft. De vorige dromen zijn ook uitgekomen.
Ondertussen is er weer veel gebeurd. Met misschien wel als meest
gunstig element: Serge is opnieuw gewoon leerkracht, dus langere tijd op reis
gaan is weer mogelijk! (Het had anders gekund. Hij had nu ook adjunct-directeur
kunnen zijn. Maar niet dus.) Eerste wapenfeit van het schooljaar 2012-2103 was
dan ook een aanvraag ouderschapsverlof. Je gaat veel te snel!, zei Barbara,
maar de eerste stap was dus gezet.
En daarna vloog de tijd voorbij zonder dat er veel gebeurde.
We vertelden al wel tegen familie en vrienden dat we plannen hadden om weer op
stap te gaan, deze keer mét kinderen, maar meer konden we ook niet vertellen. Nu
en dan zijn er echter van die triggers: een artikel in een tijdschrift over een
gezin met 2 jonge kinderen op reis in Namibië, onze kinderen die spontaan een wij gaan met
vakantie naar Afrika-spel spelen. Zuidelijk Afrika lonkte. Austalië was een
waardige concurrent. Griekenland en Turkijke waren ook een optie. Er werd
gewikt en gewogen. Een gesprek met ex-Zuid-Afrika reizigers met kinderen hielp
ons kiezen.
Half januari 2013 hebben we een ticket gekocht met als
reisbestemming Zuid-Afrika en Namibië. In reisverslagen die we lazen werd steevast
aangeraden alles één tot anderhalf jaar op voorhand te beginnen plannen. Wij
hadden nog drie maanden de tijd om alles voor te bereiden: reisroute,
transport, overnachtingen, materiaal, gezondheid, werk, geldzaken, Moet
lukken. Gewoon doen. zei Serge. En ja ergens eind februari lag alles min of
meer vast. Vooral min, want we houden er niet zo van om op voorhand te veel
vast te leggen.
We zaten goed op schema. Tot Serge 6 weken voor het
vertrek tegen de grond kwakte met zijn fiets en zijn sleutelbeen brak. Wat een
timing! We zullen de brommer die langs rechts op het fietspad kwam
voorbijgevlogen eeuwig dankbaar zijn. Gelukkig zei de chirurg dat op reis
vertrekken wel moest lukken. Sinds gisteren wordt er dus met kine gewerkt aan
een spoedig herstel. Want
We wilden terugkeren na een bezoekje aan een sfeervolle, kleurrijke veemarkt in Gao, in het noorden van Mali. Er stond een (old-timer) Landcruiser klaar, een gammel bakske dat klaar was voor de schroothoop. Nu was het enkel nog wachten op volk... Ik kroop er alvast in, naast twee oude vrouwtjes. Eén ervan, diegene die vlak naast mij zat, had een kartonnen doos op de schoot met een paar kiekskes in. Langzaam aan kwam er nog wat volk bij, en vooral ook veel geiten en schapen. Uiteindelijk lagen er een stuk of dertig klaar naast de auto. Ze werden één voor één op het dak gelegd, naast en op elkaar. Ocharme die beestjes, allemaal met hun pootjes en kopjes aan elkaar vastgeknoopt. Ze maakten serieus van hunnen tak, maar ge zou voor minder! Ook de laadbak werd goed volgestouwd: toen we vertrokken, zaten we met achttien man op elkaar gepropt in een ruimte van amper anderhalve meter op twee meter. En dertig geiten en schapen op het dak. Niet normaal. We moesten in gang geduwd worden en begonnen te bollen. Na een paar minuten stopten we plots: er was blijkbaar een geit van het dak gedonderd!! Hup, iemand ging het geitje halen, en zwierde het terug op het dak. Het beest moet half dood geweest zijn, dat kan gewoon niet anders. We reden verder. De kartonnen doos met kiekskes priemde in mijn ribben, en ik kon mijn benen en voeten niet bewegen. Plots voelden/hoorden we een waterstraaltje achter ons naar beneden lopen: de geiten waren aan het pissen, en de straal viel VLAK naast ons naar beneden. Aan de overkant rolden even later een hele reeks keuteltjes over een man zijn schouders, fijn...! Na een twintigtal minuten vielen we stil. Ze probeerden de auto terug in gang te duwen, maar er was geen beweging meer in te krijgen. Terwijl de geiten en schapen één voor één van het dak werden gehaald, viel er langs de andere kant eentje naar beneden. Het arme beestje hing echter nog met zijn kopje vastgeknoopt aan het dak, en werd met andere woorden half opgehangen. We hadden echt meedelijden met die beestjes. En hier stonden we dan weer, in the middle of nowhere... Niets aan te doen, dan maar te voet verder...
Mijn ergste nachtmerrie is onlangs werkelijkheid geworden. We waren tegen acht uur in het busstation in Ségou (Mali), het goot keihard, en alles stond blank. De bus had de nodige vertraging. Het was dik tien uur toen we doorreden. Net voor het vertrek spurtte ik nog snel even naar het toilet: een gat (Franse WC), maar gratis, dus ik wilde er nog effe rap van profiteren. Ik hoorde de bus buiten al starten en wilde snel maar voorzichtig (want sinds de smerige WC's in China heb ik een heilige schrik om in zo'n gat uit te schuiven of te vallen) het toilet verlaten. Het was er echter goed nat en ik had mijn sandalen aan. Van het moment dat ik één voet nog op de rand van het gat had staan en de andere voet op de grond zette, schoof ik toch wel niet onderuit zeker!? KLABATS, tegen de grond, op die vieze pis-vloer, BWEIK!! Ik had me nog goed bezeerd ook, mijn knie was tijdens mijn val tegen de grond geknotst. Supervies, ik was helemaal gedegouteerd. Alles was (zeik)nat, zelfs mijn gezicht, en ik STONK VOLLEDIG naar de PIS! Ik heb me met zo'n typisch plastieken gietertje nog wat proberen te wassen, en daarna met een stukje zeep staan schrobben, maar het moest allemaal veel te snel gaan, en ik ben dan maar stinkend op de bus gestapt. Ik rook mezelf heel de tijd en werd er zowaar ongelukkig van. En Serge maar beweren dat het helemaal niet zo hard opviel, yeah right... Soit, niets aan te doen. We hebben er tot overmaat van ramp nog veel langer over gedaan dan verwacht, want de bus stopte overal, het was precies een bus van de Lijn. Toen we eindelijk op onze bestemming waren (Mopti), ben ik een half uur met kleren en al onder de douche gaan staan, tot ik er een "ouwevrouwenvelleke" van kreeg...
"Monsieur", zegt de sympathieke agent, "viens ici!". Lap, 't is weer iemand die gewichtig moet doen. "Vous avez un problème". Wat zal het nu weer zijn?
Ons visum is één maand geldig. De datum van uitgifte is 21 juni 2007. Het is vandaag toevallig 20 juli, maw een maand later. De brave man denkt dus dat onze maand al voorbij is (we zijn echter nog maar een uur in Mali...). We wijzen hem op het feit dat de maand pas begint te lopen op de dag dat we het land binnenkomen.
"Oui", zegt hij, "et ça c'est le problème! Le visa est valable jusqu'au 20 septembre, aujourd'hui nous sommes le 20 juillet, alors ça fait 2 mois!" (?!)
Maar nee! Tot 20 september mogen we het land binnen voor een maand! Hij snapt het niet. Pas wanneer we hem zullen verzekeren dat we een verlenging zullen aanvragen, laat hij ons gaan.
<Serge> "Amigo!" Een man in legeruniform spreekt me aan en doet teken om mee te komen. Barbara wil gewoon doorlopen, maar ik roep haar terug: "Het is waarschijnlijk gewoon een paspoortcontrole." De militair gebaart met een air van "ik ben heel belangrijk" dat ik mijn rugzak moet openen. "Het is niet waaaar!", reageer ik misnoegd. ""J'éspère que vous avez un peu de temps!" "Dat het even gaat duren!" voeg ik er in het Nederlands aan toe, want de man spreekt enkel Creools. Geen probleem, de soldaat heeft een zee van tijd. Al mijn spullen moeten worden uitgepakt. Hoe meer ik tegenspruttel, onder andere over het feit dat er ondertussen al tientallen mensen zijn voorbijgelopen die niet werden gecontroleerd, des te meer aandacht toont hij voor domme details.
<Barbara> "Loop jij al verder," roept Serge vanuit de barak waar zijn rugzak binnenstenbuiten wordt gekeerd, "want anders moet jij straks hetzelfde doen". Ik loop vijftig meter verder en verstop me achter een klein winkeltje. Wanneer even later dezelfde soldaat om de hoek komt kijken en teken doet dat ook ik moet meekomen, voel ik me precies een klein kind dat betrapt wordt. Bovendien heb ik me nu wel extra verdacht gemaakt door me te verstoppen. Ik moet echt alles uitladen, elk zakje of potje openen, leegmaken en de spullen één voor één uitstallen. Het maakt me zo kwaad dat ik sta te trillen op mijn benen. Serge probeert me te kalmeren: "Maak niet dezelfde fout als ik, als je contrair doet, doet hij nog vervelender!". Hij heeft gelijk, het was niet echt verstandig om ostentatief een OB-tje in de man zijn gezicht te duwen en daarna expliciet te gebaren dat Europese vrouwen dit gebruiken als ze ongesteld zijn...
<Barbara&Serge> Wanneer we ruime tijd later verlost zijn van al het gezever, vragen we ons af waarom we zo stom zijn geweest om zo van onze tak te maken. Het is onze eigen schuld dat ze ons zo aan het lijntje hebben gehouden. We hadden beter moeten weten. Het is bovendien helemaal onze gewoonte niet om ons geduld te verliezen. Bizar! Zou het aan de malariapillen (Savarine) liggen? Het moet haast wel. We roepen herinneringen op aan een paar andere felle reacties van de voorbije dagen (oa tegen een klein lastig jongetje dat Serge op de heupen werkte) en moeten met onszelf lachen. Sindsdien is de term "Savarinesnauw" een vast begrip geworden tijdens onze reis.
Er staat een tof uitstapje op het programma: een boottochtje in een "canoa" van het eiland Boubaque naar het eiland Orango, met onderweg "dolfinos", joepie! Eerst was er nog twijfel of er nog een boot zou vertrekken, want er was er gisteren geen aangekomen, maar geen paniek, wanneer we iets voor 7 uur aan het strand aankomen, ligt de prauw braaf te wachten. We zijn niet de eersten. Het is enkel nog wachten op de kapitein. Rond 8 uur zou hij er wel zijn. Maar hij laat nog even op zich wachten. Om 9 uur wordt gemeld dat de kapitein er is. We verwachten dus dat we elk moment kunnen inschepen. Slecht nieuws: er is geen benzine meer te krijgen op gans het eiland. Maar geen probleem, men is op zoek naar petrol. Het is gewoon een kwestie van wachten. Tegen 10 uur komt er gelukkig schot in de zaak. Iedereen is klaar om te vertrekken. 1 probleempje: de canao zal slechts tot het eiland Uno varen, en niet tot Orango, waar wij naartoe willen. Ook dom, hebben we heel de tijd voor niets zitten wachten. "Is er een mogelijkheid om met een privé-pirogue te gaan?" Deze keer is het niet lang wachten op een antwoord. Voor 60.000 CFA is het in de sjakosj. "Alles inbegrepen?" Nee, uiteraard enkel voor de benzine, voor de pirogue is het nog eens 60.000 CFA. Het onderhandelspel kan beginnen. We doen een tegenvoorstel: 10.000 CFA en wachten op een reactie. Om elf uur is de deal rond: 25.000 CFA. Geduld is een schone deugd. Na vier uur wachten kunnen we eindelijk op pad. Maar wacht, onze privé-kapitein moet eerst nog benzine gaan zoeken... Dju, nog langer wachten ... Tot na twaalf uur. Er is echter nergens nog benzine te vinden. Enige oplossing: wachten tot morgen, tot er een nieuwe voorraad uit Bissau komt. OK, tijd voor plan B dan. Na vijf uur wachten willen we toch nog wat actie. We besluiten een fiets te lenen van één van de inwoners van het eiland. No problem, er wordt een jongetje weggestuurd en na een uurtje wachten zijn we trotse eigenaars van twee mountainbikes. Ze zien er echter beter uit dan in werkelijkheid het geval is, we moeten dus enkel nog wachten tot ze weer zijn opgelapt vooraleer we kunnen vertrekken. Na een bezoekje aan de plaatselijke fietsenmaker -het is echt wel lang wachten om een band op te pompen en een zadel recht te zetten- kunnen we dan eindelijk doorrijden. Het is dik twee uur in de namiddag. We zijn nog geen tien minuten later, en Serge rijdt lek... De achterband heeft de geest gegeven! Ondertussen zwiept het zadel van Barbara ook alle kanten uit. We wandelen te voet terug. Het is al voorbij drie uur wanneer we terug op de plaats van vertrek zijn. De verhuurder van de fietsen lijkt niet echt verbaasd wanneer hij ons terugziet. "Tja, dat was te verwachten" zegt hij, "de band is echter zo geplakt, als we nog even kunnen wachten"? Pfff...
Voilà, we kuisen ons schup af. Het was een ongelooflijk leerrijke werkperiode hier in Senegal. Helaas is het TSX-gedeelte in mineur geëindigd, dankzij een niet nader te vernoemen Nederlandse oplichter eerste klas. Het in se heel mooie project werd door deze man volledig om zeep geholpen, ook al zal hij het tegendeel beweren. Lies heeft de verstandige keuze gemaakt om alleen verder te gaan, maar moet nu alles opnieuw van nul opbouwen. Dit betekent spijtig genoeg ook wel dat al het werk dat wij hadden opgebouwd, voor niets is geweest. Maar we hebben er veel uit geleerd, dat is zeker! Details volgen mondeling. Wij hebben een paar weken vakantie verdiend: Guinee Bissau en Mali, here we come!
Een paar maanden geleden startte ik in ons project TSX de micro-jardin opnieuw op. Ooit stond er namelijk een klein groententuintje op het terras van het oude talibé-huis, dat jammer genoeg volledig werd kaalgevreten door de duiven van Ablaj, één van de oudere jongens. Maanden aan een stuk gebeurde er niets meer mee. De houten constructies stonden te verrotten op het dak, tot ik er genoeg van kreeg. Ik mobiliseerde Stefan om de houten bakken opnieuw in elkaar te knutselen. Na de verhuis in januari kocht ik met Ulrika, een Zweedse vrijwilligster, nieuwe grond aan, vulde samen met onze jongens de bakken en plantte samen met hen ook opnieuw een aantal zaadjes. Om te voorkomen dat de hongerige duiven zich opnieuw op de nog maagdelijke tuin zouden storten, spanden we een muskietennet over de constructie. Tot onze grote vreugde begonnen na enkele dagen de eerste groene sprietjes al te verschijnen: het lukte! Enige tijd later zagen we de eerste kleine tomaatjes en groene paprikaatjes aan de stengels groeien. Ik was zo fier als ne gieter.
Op de nationale Dag van de Talibé, net voor de ouders van onze kids op bezoek zouden komen, liep ik met Lies het terras op en nam haar trots mee naar onze ondertussen weelderig geworden micro-jardin, mijn pronkstuk! Amaaai, tof! Wat zijn dat? Aaah, paprikas! Amaaai, en salade, peterselie, tomaatjes! En, zeg Barbara, wat is dit hier? Wat juist? Mmmh, chôh, ik denk een soort pekes ofzo? Die hebben we onlangs ook nog gezaaid. Een bedenkelijke blik in mijn richting Pekes? Dat denk ik ni Barbara dit zijn plantjes die hier ni bepaald thuishoren! Haar woorden waren nog niet koud, of de drie tengere stengeltjes werden genadeloos uit de grond gerukt, nog eens grondig bekeken, vervolgens in stukjes gescheurd en op de grond gegooid, waar ze met een grote dikke hak de genadeslag kregen Ik stond er met een beteuterd gezicht bij, maar toen ineens viel mijne frang: Lies had zonet drie kleine marihuanaplantjes uit de grond getrokken die tot dan toe verscholen hadden gestaan tussen de groentjes. De stiekemerds!
Na een gesprek hierover met onze jongens bleek dat de dader zich niet onder onze kids bevond, maar een volwassene was, een vaste bezoeker en vriend aan huis. Onnodige paniek aan het Nederlandse front (Dakarkidz) dus, die de zaak hevig opbliezen, meteen een (onterechte!) beschuldigende vinger wezen naar onze vriend Amadou, en er een waar schandaal van maakten, terwijl zij als Nederlanders eigenlijk toch beter zouden moeten weten. Wij konden de zaak gelukkig relativeren (we zijn zelf toch ook jong geweest?), hebben aan de betrokken persoon duidelijk gemaakt dat zoiets echt niet door de beugel kan, en hebben er achteraf eens goe mee gelachen.
Onze tijd hier zit er bijna op. Het is mooi geweest. Begin juli pakken we onze rugzak en gaan we nog even rondtoeren in Mali en Guinee Bissau.
Wat Via Via betreft kunnen we met een goed gevoel vertrekken. Net datgene wat naar ons gevoel nog ontbrak, is nu ook gebeurd: een audit van de Via Via, of een doorlichting, zoals ze in het onderwijs zeggen (jaja het onderwijs zit me nog steeds in het bloed). Het was even wachten op wat hulp, met name van Helga Dhanis, een expert die werd geselecteerd door de organisatie Ex-Change (http://www.ex-change.be/). De verwachtingen waren hooggespannen, maar ze werden echt wel ingelost.
Barbara en ik hebben al het werk vanuit onze buik gedaan, d.w.z. instinctief beslissingen genomen, keuzes gemaakt, voorstellen gedaan en knopen doorgehakt. En het werkt blijkbaar. De reacties (op de bediening, de kwaliteit van de kamers en de maaltijden, de hygiëne, enz.) in het gastenboek van zowel anciens als kersverse ViaVia-klanten zijn positief. Ook het feit dat het personeel niet wil dat we vertrekken, bevestigt dat we goed werk hebben geleverd. Maar vooral de opmerking van Jan Baeten, directeur van Joker, tijdens zijn bezoek n.a.v. de verjaardag van Via Via was een hart onder de riem: Ik val hier van de ene verbazing in de andere. Het personeel werkt écht wel hard. Ze zien zélf wat er moet gebeuren, zonder dat er veel moet worden gezegd of gevraagd! De mensen zijn m.a.w. tevreden over ons werk. Op een 9-tal maanden tijd is er inderdaad veel veranderd.
Maar toch ontbrak er nog iets. We want more! We wilden niet zomaar vertrekken, zonder de nodige werkinstrumenten voor de toekomst achter te laten.
Gedurende 2 weken werd Via Via omgebouwd tot een crisiscentrum. Met de professionele hulp van Helga Dhanis werd de financiële situatie onder de loep genomen. Hier hadden we van gedroomd! Het was net wat we heel de tijd had willen doen. Door gebrek aan kennis, ervaring en tijd was het er niet van gekomen. En ook (en misschien vooral) omdat we de autoriteit en het vertrouwen niet hadden gekregen. Plots was er echter versterking van een ervaren persoon die duidelijk wel serieus mocht rondneuzen in de cijfers. Het leuke was dat net deze cijfers bevestigden wat we vermoedden: sinds eind vorig jaar was het aantal overnachtingen serieus gestegen en ging het weer in de juiste richting met de Via Via.
Na 2 weken hard werken lag er een mooi bedrijfsplan en kasplan op tafel en een visie om Via Via opnieuw financieel gezond te maken. Barbara en ik hadden met wat gezond boerenverstand de situatie al wat kunnen rechttrekken, maar dankzij de analyse met en door Helga is er nu bovendien ook een draaiboek voor de toekomst.
We kunnen met een gerust hart vertrekken. De bal ligt nu in het kamp van Lies en Daddy. Het is aan hen om het werk verder te zetten. Er moet nog veel gebeuren, maar er is hoop.
Het is een beetje een race tegen de klok in slow motion. We hobbelen vrolijk tegen een slakkentempo over een soort van karrenspoor door het nationale park Niokolokoba richting uitgang. De parkwachter was heel duidelijk geweest op het moment dat we ons toegangsticket kochten: Si vous êtes encore dans le parc après 9 heures le matin, vous payez pour une autre journée. Omdat we niet willen betalen voor slechts een paar uur extra in het natuurreservaat, rijden we zo snel als ons gammele autootje ons toelaat. Echt snel is dat dus niet. Rond half 10 rijden we door de poort van de controlepost. We zijn m.a.w. te laat, maar de slagboom staat omhoog. Er is niemand om ons te controleren. Geen probleem.
Wanneer Serge de gids bedankt voor bewezen diensten en het afgesproken bedrag overhandigt, valt er echter een stilte. Hij wil meer geld. We zijn nu dag 2, dus moeten we voor 2 dagen betalen. We staan perplex. Doe niet idioot! De sympathieke man heeft ons een dagje gegidst en is vandaag enkel en alleen een eindje met ons meegereden. We gaan écht niet nog eens betalen voor iemand die niets -maar dan ook niets- meer heeft gedaan. Vous avez même dormi dans la voiture! merkt Barbara op.
We willen de man het geld in de hand duwen en gewoon doorgaan, maar hij houdt de armen gekruist en geeft niet toe. Patrick is het beu. Hij beent een beetje overenthousiast richting kantoor om een klapke te gaan doen met de andere parc rangers. Serge roept hem nog toe kalm te blijven, maar veel helpt het niet dat zal later blijken. Omdat Serge de gemoederen wat wil bedaren en er verder niet te veel woorden aan wil vuilmaken, legt hij het geld op de bank naast de gids en zegt dat het zo wel ok is en à la prochaine!. Geen goede zaak dat zal ook later blijken. Al een chance dat Barbara en Ingrid er zich (voorlopig) buiten houden.
Tien minuten later staan we er nog. De gids is voor geen rede vatbaar. We stappen dus in de auto met de bedoeling gewoon door te rijden. De man dreigt echter ons aan te geven bij de gendarmerie en noteert de nummerplaat van onze auto. Onze Senegalese chauffeur NDeui trekt wit weg van de schrik (allez ja bij wijze van spreken dan) wanneer hij dit hoort en durft niet te vertrekken.
Ondertussen staat het halve dorp rond onze auto. Alle buitenstaanders mengen zich in het gesprek. We krijgen te horen dat ze de politie zullen vertellen dat we hen hebben beledigd (Vous nêtes pas compétents! had Patrick hen toegeroepen.) en het geld gewoon op de grond hebben gegooid (Foei, Serge!), enz. Daar staan we dan.
Maar god schiet ons ter hulp. Tussen de omstanders staat een ventje dat gekwetst is aan zijn vinger. Serge spreekt het jongetje aan: Doet het zeer? Wat is er gebeurd? De aandacht wordt afgeleid van de discussie. Ingrid en Patrick doen er nog een schepje bovenop door hun verbandkist boven te halen en médecins sans frontières te spelen.
Barbara is ondertussen opnieuw aan het babbelen met de gids. De discussie is herleid tot een grammaticaal misverstand: de gidsen tellen par jour, wij tellen par journée (zoals op de officiële tekst staat). We geraken er echter nog steeds niet uit en zijn allemaal een beetje te koppig om toe te geven. Uiteindelijk heeft Patrick een lumineus idee: laat NDeui betalen voor de extra dag! Of tenminste laat de gids geloven dat onze chauffeur betaalt. Op die manier kunnen wij (zogezegd) voet bij stuk houden en kunnen we toch vertrekken omdat de gids wordt betaald. Het lukt prima! NDeui slaagt er zelfs in nog wat af te bieden. Het zal dan toch wel weer niet helemaal officieel geweest
Content dat ik was om terug te zijn van onze reis! (En dat is echt wel de allereerste keer!) Gewoon om eindelijk nog eens wat nieuws te kunnen lezen over mijn petekindje! We waren een beetje afgesneden van de moderne wereld in de brousse van de Cassamance en hadden via sms al wat nieuwtjes doorgestuurd gekregen van Lieve & Yves via mijn ouders en terug, maar het was pas toen ik de foto's op de weblog zag, dat ik echt gerust was! JOEPIE! Catoo is gezond en wel! Merci uit naam van mijn broer en schoonzus (en uiteraard petekind) voor de reacties via e-mail, op Catoo's weblog en onze weblog.