ik rijd braaf tegen de aangegeven snelheid. Allez ja... dat denk ik toch. In Lesotho zijn de verkeersborden zo afgeleefd dat het allemaal niet echt duidelijk is. Hetzelfde geldt voor de borden van de 'bebouwde kom'. De meeste dorpen hebben geen bord meer of het hangt met haken en ogen aan elkaar. De vreselijke 'humped zebra crossings' zijn de enige zekerheid dat je in een dorp bent. Plus uiteraard het feit dat er plots nog meer mensen (en dieren) midden op de weg lopen. Snel rijden is dan gewoon onmogelijk.
Deze keer is er een stopbord. Alweer. Het betreft politiecontroles van de busjes waar de mensen mee rondtoeren. Ik was al eens eerder gestopt, maar dat was dan om de weg te vragen. Of een andere keer deden we een gezellige babbel met een man die nog scheidsrechter was geweest. Tja... waar praat je zoal over wanneer een politieagent je onderweg stopt? Kei vriendelijke mensen die politieagenten! Al de andere keren reed ik er tegen een slakkentempo voorbij om even te waaien en een vriendelijke bonjour
terug te krijgen.
Ik vertraag dus, doe mijn raampje al open om te kunnen waaien en ben een beetje verbaasd wanneer de agent teken doet om aan de kant te gaan staan. No worries. 'Hello sir, how are you? I am ok.' Deze man is wat norser. Hij vraagt mijn rijbewijs. Geen probleem. Voor de rest zegt hij weinig. 'Did you see the STOP sign?' wil hij weten. Ja, vandaar dat ik aan het vertragen was. 'You should have stopped there.' zegt hij. Vorige keer heb ik dat gedaan, maar de agent zei toen dat ik had moeten verder rijden, vandaar dat ik nu -langzaam- ben verder
gereden. Hij doet moeilijk. 'I will put jou in jail.' zegt hij. 'That's not good.' antwoord ik. Terwijl
de man moeilijk blijft doen is een vrouwelijke politieagent aan het grappen en grollen met Barbara. Ze is ook vrolijk aan het doen over onze kinderen. Vreemde situatie! Ik weet niet echt hoe het verder moet en zeg dat mijn kindjes verdrietig zullen zijn. 'No problem. They can stay in another room.' Gelukkig heb ik mijn rijbewijs al terug. Ik steek dus alle papieren weg, zeg 'Good bye.' en maak aanstalten om door te rijden. De man geeft nog niet toe. Ik lach het weg en start de motor. Barbara zegt ook expliciet dag. Zijn andere collega waait ook. En we zijn weg.
We weten niet goed wat we er van moeten denken. Was het gewoon een flauwe grappenmaker? Of wilde hij echt moeilijk doen en hebben we geluk gehad dat de andere agenten ok waren? We'll never know...
|