We zitten in Swaziland, een Afrikaans koninkrijk dat half zo groot is als België. De wegen zijn ok, maar in de nationale parken zijn het eigenlijk allemaal 4x4 tracks. In het Hlane Royal National Park is het zo triestig gesteld dat we noodgedwongen de auto een dagje rust gunnen. Jammer maar helaas. Maar niet getreurd: er is een drinkplaats op een boogscheut van onze kampeerplek waar volgens goed ingelichte bronnen à volonté dieren komen drinken. Er ligt inderdaad een koppel nijlpaarden in het water. Tof, maar in Saint Lucia hebben we ze van
op een tiental meter gezien, dus echt onder de indruk zijn we niet! (Och, hoort ze bezig!)
's Morgens voor dag en dauw kruipen we uit onze tent om te gaan kijken. Mateo en Julie slapen nog. Door de dichte ochtendmist zien we geen lap. Een paar uur later placeren we ons vlakbij het meer voor ons ontbijt - ondertussen mét Julie en Mateo. De mist is opgetrokken, maar we zien nog steeds niks. Dit blijft zo. Heel de dag. Om beurten gaan we kijken. Als grap vertellen we dan wat de ander heeft gemist: tien olifanten die kwamen drinken, een neushoorn die kwam voorbij geparadeerd, ... Onze kinderen trappen er telkens in. De goed ingelichte bronnen hebben ons in ieder geval goed liggen.
Maar dan... Plots begint het spektakel. We zien een olifant, en nog één, en nog één. Uiteindelijk is het heel de familie die bonjour komt zeggen. En de neushoorn is ook van de partij, twee zelfs, en zoals beloofd vlak voor onze neus. Het is wreed indrukwekkend om dit van zo dichtbij te zien. We hebben lang moeten wachten, maar ons geduld wordt beloond. En eigenlijk is het misschien al wel één van de meest magische momenten met dieren tot hiertoe!
En onze kindjes? Die komen eventjes kijken, maar spelen dan weer gewoon verder in de geïmproviseerde zandbak. Hun geduld is duidelijk op!
|