Het rendez-vous met de olifanten en de neushoorns staat nog op ons netvlies gebrand wanneer we 's avonds in ons bedje kruipen. Op een bepaald moment stonden we echt wel dicht bij de neushoorn! Het beest had ons nog niet in 't snuitje, want we stonden tegen de wind in. Bovendien zien neushoorns heel slecht. Het was dus een kwestievan er heel stilletjes naartoe sluipen. En dat was dus niet simpel. Er was weliswaar een prikkeldraad die het
wild moet tegenhouden, maar een Belgische koe zou zich daar niet veel van aantrekken, laat staan een neushoorn van 'kweet ni hoeveel kilo. Amai, we stonden er toch wel met een klein hartje te luisteren naar het gesnuif en gegrom en voelden ons hart plots heftig bonzen toen de rhino ons toch in de mot kreeg. We zijn wijselijk wat verder gaan staan. Al een chance dat onze kindjes een honderd meter verder in de zandbank aan het spelen waren.
En 's avonds in bed beleef je alles in gedachten dus nog eens opnieuw... Maar blijkbaar met iets te veel fantasie. Of toch niet?
Barbara maakt me wakker: 'Er zit een groot beest vlakbij onze tent!' We blijven muisstil liggen, maar spitsen onze oren. Vlak naast ons hoofd horen we gesnuif en gegrom. Een neushoorn? We horen een dier grazen. Iets groot beweegt zich door de struiken naast de tent. We horen takken afbreken. Verdorie. 't Is echt wel een groot beest. We houden onze adem in. Hopelijk worden onze kinderen niet wakker van het lawaai!
Plots horen we Julie. Ssst! We fluisteren dat ze stil moet zijn. 'Ik heb dorst!' We fluisteren streng dat ze moet slapen. Maar ja... Julie heeft een koppige periode. Soms helpt enkel echt streng toespreken. Of gewoon toegeven... zoals nu. Het gekraak, gesnuif en gegrom rond onze tent gaat gewoon door. Heel stilletjes ritsen we de binnententen open en laten we Julie drinken. 'En nu flink slapen!' Wij zijn allemaal terug stil, maar het beest blijft vrolijk verder amok maken. Het komt bij ons over alsof alle bomen in de buurt het moeten ontgelden. 'Ik vrees dat morgen onze was overal in de bomen hangt,' fluistert Barbara.
Na een tijdje verwijdert het geruis door het struikgewas zich wat verder van de tent. Ik ben al bijna terug aan het snurken. Barbara is vertrokken voor een slapeloze nacht. En dan is Julie er weer! 'Ik moet pipi doen!' Wat een timing. Onze kinderen zijn tot dan nog geen enkele keer 's nachts wakker geworden om te plassen. Maar net nu moet ze dringend. En om eerlijk te zijn: wij ook! Maar ja... het 'beest' circuleert nog wel in de buurt van de tent! Het is echt geen goed idee om bij het licht van de sterren onze poep te showen naar de olifant of neushoorn die de boel aan het verbouwen is. Gelukkig hebben we overdag een waske gedaan. 'Het badje
ligt buiten naast de tent. Ik zal het wel halen.' Ik kruip met een kloppend hartje naar buiten en hoor Barbara boos fluisteren dat ik naar binnen moet komen wanneer ik (toch een beetje nieuwsgierig) even rond kijk.
Gelukkig maken wilde beesten zelf ook veel lawaai wanneer ze pipi doen, want ons geklater in het plastieken wasbakje moet tot ver goed te horen zijn geweest! Er is in ieder geval niemand woest onze tent komen plat lopen.
Julie is braaf gaan slapen. Mateo heeft er allemaal niets van gemerkt. En wij hebben nog liggen luisteren naar het gebrul van leeuwen...
En weet je wat? (Dat zeggen onze kinderen altijd als ze iets vertellen.) De volgende morgen, toen we de tent aan het inpakken waren, stond er ineens een olifant op 10 meter van onze tent!! Dat was dus de snoodaard die ons had wakker gehouden. Hij was doodleuk even over de prikkeldraad gestapt! Alleen al het gedacht dat die gust vlak naast onze hoofdjes was
gepasseerd enkele uren voordien en als een pletwals over ons heen had kunnen lopen...!
We zijn braaf op een afstand gebleven en hebben een tijdje gewacht tot hij was verder gewandeld vooraleer we verder hebben ingepakt.
Vanaf nu staat er dus standaard een 'potje' in de tent.
|