Balenais eenEverson 33, een 10 m lange zeilboot, met vaste
zomerligplaats in Wolphaartsdijk (NL). In voor- en najaar beleven we vooral
leuke zeiltochten op het Veerse Meer en de Oosterschelde. DeBelgische en Nederlandse Kust
en de Westerscheldestaan
eveneens regelmatig op het programma.
In de vakanties gaan we verder : Denemarken (in 2009 en
2010), tot Edinburgh (Schotland in 2011), naar Jersey en Guersney, tot St Malo
en St. Cast (in 2012), de Engelse Oostkust, Londen, Chatham en dan zuidelijk
tot Weymouth (in 2013), Bornholm en zuid-Zweden (2014) en de Duitse Hansesteden en Rügen in 2015. Vakantie 2016 was 2,5 week Veerse Meer wegens motorproblemen, en nadien nog tot de Engelse Oostkust en Wells-next-the Sea ! 2017 werd het Kopenhagen, met heenreis via de Eider en het Kielerkanal.
2018 staat onze neus opnieuw richting de Oostzee... om samen met vrienden retour te komen naar Zeeland.
Zoeken in blog
Zeiljacht Balena
Zeilavonturen dichtbij en verder weg met onze Everson 33
30-06-2013
We will style the Nation
Vrijdag 28 juni : Chatham
Een overwegend grijze maar warme dag na ontbijt en douche,
halen we de fietsen boven en leggen de bijboot op het voordek om vanavond vast
te binden.
Eerst betalen bij de havenmeester voor 3 nachtjes Chatham Marina, morgen gaan we dus naar Londen We hebben al een plaats geboekt in St.
Katrins Dock voor zaterdag.
Maar vandaag dus nog eerst met de fiets naar Rochester,
bekend als stad waar Charles Dickens lang woonde. Even zoeken voor de
fietsroute N°1 en gewoon worden aan het links rijden, hoewel dat altijd
moeilijk blijft. Via de Dockyards en Chatham Bus Station, zijn we snel in het
stadje Rochester. Eerst naar de toeristische dienst voor een kaartje en de
vraag : wat moeten we hier bezoeken ? We maken een toer in de Guide Hall, het
oude Gildenhuis dat soms nog dienst
doet als gemeentehuis en waar nog gehuwd kan worden. De uitleg staat zelfs in
het Nederlands.
Verder bezoeken we de tweede oudste kathedraal van de UK,
Romaanse periode, met eigenlijk 2 kerken, en een klooster met een mooie
rozentuin. Vlak daarbij het Rochester Castle, met omwallingen, en een mooi
zicht op de rivier de Medway Het motregent zo wat een hele dag, maar eigenlijk
is het niet zo erg, het is zacht wat temperatuur betreft.
Rond 16 u rijden we nog even het stadje Chatham binnen :
hier is het echt tamelijk pover in de autovrije winkelstraat High Street, vele
kleine winkeltjes met veel prullaria, het grootwarenhuis Debenham publiceert
de slogan : we will style the nation: als ik dat zo zie, zullen ze hier nog
HEEL veel werk hebben, iedereen loopt er tamelijk marginaal bij We fietsen
verder, en rijden via het Historic Dockyards Museum terug naar de supermarkt
bij de haven, kopen vers avondeten, en zijn tegen 18 u op de boot terug
Fietsen demonteren, de bijboot is ondertussen wat platter
geworden en we binden hem vast op het voordek, zodat we die niet moeten slepen
morgen op de Thames. Mediterraans diner aan boord, en nog wat voorbereidingen
treffen voor onze tocht morgen tot Londen.
Na douche en ontbijt : op het programma een bezoek aan het
Historic Dockyard van Chatham, een museumsite op de plaats van de oude
scheepswerven van Chatham : hier werden vele zeilschepen en later stoomschepen
en submarines gebouwd, ondermeer de HMS Victory, het zeilschip waarmee Lord
Nelson zegevierde. Een klein model van de Victory bevindt zich hier, maar een
replica op maat hebben we 8 jaar geleden bezocht op die andere grote museumsite
in Portsmouth.
Als eerste bezoeken we de, sinds dit jaar, nieuwe experience Hearts of Oak, een
belevings-tentoonstelling over het belang van het hout (vnl. eik) dat nodig
was voor de bouw van de honderden zeilschepen in de 17de en 18de
eeuw. In dit digitaal theater worden we meegenomen in de tijd, in het verhaal
van een grootvader en kleinzoon, op bezoek in de scheepswerf in de 18de
eeuw. Hoe de meeste matrozen, later mariniers, vaak eerst als hulpjes in de
scheepswerf een job hadden als houtbewerker. Een zeer mooie voorstelling.
Op de site kan je 3 schepen bezoeken, het Victoriaans
zeilschip Gannet, het oorlogsschip Cavalier en de onderzeeër Ocelot. Alle drie
schepen die op deze werf ooit gebouwd zijn geweest.
Een andere verzameling, die zeker de moeite is, was de RNLI
Historic Lifeboat Collection, in één van de vele oude loodsen van de werf. Eén
van de grootste collecties reddingsboten van de Britse RNLI met een 20-tal
schepen, zowel oude zeilreddingsboten als roeisloepen en modernere versies.
The Victorian Ropery is de touwslagerij die nog steeds
actief is. Hier reserveer je voor de rondleiding, en word je geïnformeerd over
het materiaal en de techniek van het touwslagen. Op de traditionele manier
maakt de gids met de oude houten materialen een touw van zon 30 m. Het gebouw
van de Ropery is zon 400 m lang, de lengte die nodig was om de lange
ankertouwen te maken.
De hele site is heel mooi gerenoveerd en opgebouwd, veel
ruimte, er is ook een tuin die je kan bezoeken, en er zijn nog enkele andere
tijdelijke of permanente expositieruimtes eigenlijk te veel om in één dag te
doen. Maar je inkomticket blijft een heel jaar geldig, dus je zou eigenlijk ook
2 of 3 halve dagen kunnen spenderen op deze site.
Wij sluiten mee rond 18 u, en wandelen via de supermarkt
naar de haven het was een zonnige dag, maar als we bijna thuis komen, begint
het te druppelen, net op tijd binnen En nu, rond 22 u begint het goed te
regenen
Vannacht zijn we enkele keren wakker geworden, van de
gierende stroom die langs de bootromp scheerde, Kurt hoorde ook zeewier
langsschuiven. Het was verder superrustig, niemand gezien of gehoord. We staan
vroeg op, en vertrekken meteen om 06u45. Bijna geen wind, toch even op zeil bij
vertrek om mogelijk wier van de schroef te spoelen.
We hebben uitgerekend dat we bij dit vroege vertrek, een
volledige tij mee zuidelijk hebben, ttz, de eb nog vanuit de Roarch en de
Crouch tot aan de Whitacker Boei en Spit, daar is het dan laagwater, even
opletten aan de ondieptes, maar er zijn geen golven, dus dat moet lukken.
In het eerste deel van de rivier zien we opnieuw vele
zeehonden, ze kunnen zich veel beter bewegen op de modderige oevers dan wij
gisteren. Dan ziet Kurt voor de boot iets zwemmend de rivier oversteken : het
is zeker geen zeehond, wat het heeft lange oortjes we denken allebei aan een
konijn (??) maar kan dat zwemmen, bovendien te klein voor wat we zien. Als het
beestje aan de andere oever is, zien we een bamby-tje wegrennen, zo lief, en we
hebben er een unieke foto van !
Vanaf de Whitacker-boei verleggen we koers naar het
zuidwesten. We kunnen nu even zeilen, er staat wat meer wind, en aandewinds
gaat het lekker. Het is niet koud, af en toe wat zon, wel bewolkt soms, maar
een droge dag. Na een uur, toch terug de motor op want er is te weinig
vooruitgang op zeil.
Als we dichter bij de aanloop van de rivieren Thames en
Medway komen, moeten we enkele coasters in het oog houden. Moeilijker dan
Vlissingen is het zeker niet, integendeel, 2 boten lopen de Thames aan, en dat
kunnen we gemakkelijk volgen. Nu varen wij de Medway op, een brede toegang, een
heel ander type van rivier dan de Orwell, enkele containerterminals aan de
ingang bij Sheerness. Maar verder ook mooie oevers, en na enkele bochten
krijgen we de havens van Chatham en Hoo in het vizier. We roepen de Chatham
Marina op, en vragen om te versassen. Samen met een motorjacht mogen we meteen
de sluis is, waar we ook een box toegewezen krijgen. Om 14.15 u liggen we vast:
we zijn dus ruim voor hoogwater binnen, een snelle tocht.
We ruimen op, en gaan een verfrissende douche nemen. En dan
ontspannen in de kuip met wat lezen en een dutje. Nog een kleine wandeling na
ons avondeten aan boord, morgen meer actie.
Dinsdag 25 juni :
Burnham-on-Crouch Paglesham : 6 M
Mooi en zonnig weer, en het zou de volgende dagen alleen
maar warmer worden : de barometer is akkoord, die gaat in stijgende lijn.
In de voormiddag gaan we betalen bij de havenmeester, die in
een piepklein kotje aan de steiger van de jachthaven zit. En Kurt blaast de
bijboot op, een hele klus want de hele achterkajuit moet daarvoor leeggehaald
worden.
We wandelen via de River Walk tot het stadje, een mooi
aangelegd pad. Aan de oever vele woonboten, waarvan er velen niet uit zien, je
vraagt je af of het schroot is maar sommigen zijn wel degelijk bewoond. Burnham-on-Crouch
wordt het Cowes van de Oostkust genoemd, maar daar is op een dinsdag in juni
niet veel van te merken: het is zeer rustig. Bij de lokale chandler vinden we eindelijk een nieuwe katoenen wiek voor onze
olielamp, het is een nogal ouderwets winkeltje vandaar dat ze zon ouderwets
kleinood nog in voorraad hebben. In de andere winkels zegden ze allemaal: oh, dat
verkopen wij nu niet meer hoor, alles in LED vandaag de dag
Lunchstop bij de Star Inn, lekker op het terras.
Terug op de boot, spoelen we even al het oude zout weg, en
rond 16u30 vertrekken we, stroom mee en op de fok Er is bijna geen wind, maar
de stroom alleen trekt ons met 3 kn stroomafwaarts. Het is vandaag dan ook
springtij. Na 2 mijl, gaan we de rivierarm in, die de rivier de Roarch is een
klein stroompje, waarover Kurt gelezen heeft in De Magie van de Kreken (Maurice
Griffith) een oud boek maar nog steeds erg geapprecieerd hier aan de Oostkust.
We willen dus 4 mijl verder tot Paglesham, waarvan beweerd wordt dat het zeer
authentiek is, en veel rustiger dan de Orwell. Hier moeten we motoren want het
tij zit volop tegen. Binnen een 4-tal uren is het pas laagwater. Op de modderige
oevers zien we vele zeehonden, dikke en grote, en ook moeders met jongskes,
heel grappig om te zien is een moeder die haar jong aan het leren glijden is
op de modder, hopelijk zijn onze fotos met de telelens gelukt !
Bij Paglesham gearriveerd zoeken we een mooring (een
meerboei, om te nacht te kunnen doorbrengen) na een beetje gefrutsel, het lukt
nooit direct bij de eerste keer natuurlijk, liggen we aan de overkant van de
landingsplaats (de hard zoals de
Engelsen zeggen). Kurt monteert het kleine elektrische motortje en de batterij
op de bijboot, en we kunnen naar het dorp, waar een beroemde en oude Inn
gelegen is, The Plough and Sail (weer volgens Griffith). In en uitstappen in
de rubberboot is weer een kunst, alles OK, en we varen naar de wal. We stappen
de werf af en na een kwartiertje zijn we bij de pub we hoopten dat die nog
bestond, maar blijkt dat ze meer dan levend is, meer nog, er zit veel volk, en
we hebben nog net een tafeltje voor twee. We hebben hier lekker gegeten ! Nu
alleen nog terug op de boot geraken.
Ondertussen zijn enkele uren gepasseerd,
en het is laagwater : onze bijboot ligt droog in de modder, en we moeten hem
dus verslepen naar enkele meters lager. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan,
ik stroop mijn jeanspijpen naar boven, en we doen allebei onze waterschoentjes
aan. Als ik in de modder stap, zak ik 40 cm diep, dus tot aan mn knieën weg eens
ik mn ene been naar boven heb
getrokken, ben ik mn rechterschoen al kwijt, en zeggen dat ik die schoentjes
droog bijna niet kan aantrekken. We proberen verder te stappen, maar er liggen
natuurlijk in de modder schelpjes en zo, en we moeten dus wat voorzichtig doen.
Soit, traag en vuil gaat het dus tot de waterlijn we proberen daar onze benen
wat te spoelen maar die modder is zo vuil en plakkerig, dat gaat nog niet zo
snel. Dan terug met het bootje, dat ondertussen natuurlijk ook onder de modder
zit, een behoorlijk vuile boel dus. Als we aan boord zijn, eerst enkele emmers
water aan dek trekken om schoenen, broek, motorke te spoelen dan binnen met
zoetwater nog eens wassen en de schelpwondjes wat ontsmetten. Maar het was de
moeite. Ook is de boot ondertussen gedraaid aan de mooring, we liggen nu zalig
stil op de Roarch Een rood gloeiende maan op de achtergrond.
Maandag 24 juni : Tollesbury Burnham-on-Crouch : 28 M
Grijs, droog, nog voldoende wind wekker om 7 u om de
weerberichten te horen op de VHF, we hebben geen internet in Tollesbury.
Wat hier wel is in de haven : een overdekt zwembad, en daar
ga ik van profiteren terwijl Kurt brood gaat halen in het dorp. Lekker verwarmd
zwembad, en ik ben hier helemaal alleen. Nadien via de club meteen de douche
in. We maken nog een klein wandelingske samen, en rond de middag maken we alles
klaar voor vertrek.
We kunnen nu (bijna springperiode) een uurtje voor hoogwater
vertrekken, om 12u45 gooien we inderdaad los, en nu staat er voldoende water om
buiten te kunnen. Wind is noordwest, dat is goed, het eerste stuk, ca. 10 mijl,
is wel ruim en voordewinds (de gekende kwakkelkoers) maar Kurt boomt de fok uit
zodat het wat stabieler zeilen is. Dit stuk hebben we nog tij mee; aan de
Wallet Spit en de Swin Spit zitten we op een zeer ondiep deel dat we moeten
oversteken, slechts 1,5 mijl, maar ja, je moet er wel over, ofwel een stuk van
ca. 7 mijl rondvaren. We zijn hier echter op tijd, ca. 2 uur na hoogwater, en
dat is OK. Dan zuidelijker koers, en nadien zuidwestelijk, de rivier Crouch
tegemoet, dus halve en aan de windse koersen Het is grijs, soms donkergrijze
wolken, maar het blijft droog, en het is niet koud. Wel hebben we vanaf de
Spitway de stroom tegen, en dat is hier bij momenten wel 3 knopen ! dus hoewel
we mooi 6,5 tot 7 kn zeilen, hebben we soms maar een vooruitgang van 3,5 kn
maar het is rustig hier, we zien op het traject vandaag enkele zeilboten, en 2
motorboten. Het zeilseizoen is ook nog niet echt begonnen dus.
Rond 19 u is de wind op, en bovendien moeten we het laatste
stukje pal in de wind varen, dus nog een halfuurtje de motor op. We varen de
Burnham Marina Harbour binnen en leggen ons vast op E28 De zon komt even
piepen, en we kunnen nog buiten een apertiefje nemen en aansluiten eten !
Een rustige zondag, veel wind nog altijd, gales op Thames en
Humber, en we blijven liggen hier.
Opnieuw gaan we een wandeling maken langs de kreken, nu is
het hoogwater, en een heel ander gezicht natuurlijk : de boten die gisteren
allemaal vastgeplakt zaten in de modder, drijven nu allemaal, en het ziet er
allemaal veel normaler en properder uit. De lokale kleinzeilerij is erg actief
nu. Men sleept kleine zeilbootjes naar de rivier, en één voor één razen ze de
haven uit, ze gaan supersnel, en zon 2 uur na hoogwater zijn ze allemaal terug
binnen. We wandelen langs de sea wall
en dan terug via the village... De
pub daar, weer een Kings Head, serveert geen eten, en zodoende wandelen we
terug naar de haven.
In de yacht club is ondertussen de traditionele Sunday Roast geserveerd dat smaakt ook
ons : een buffet van geroosterde kalkoen, roastbeef, en varkensrol, met warme
groentjes en aardappeltjes.
In de namiddag wordt het wisselvallig, soms veel regen, en
dus amuseren we ons aan boord met lezen en fotos kijken het is niet voor
niets zondag.
Net frisser dan normaal in de kajuit als opstaan, even wat
bijverwarmen tijdens het ontbijt. Het is behoorlijk aan het blazen 5/6 bft ZW.
Ons doel voor vandaag is Tollesbury, al lang op het lijstje
van to visit: volgens ons fotoboek Where land meets sea is het idyllisch
gelegen in kreken en salt marshes maar het is via een droogvallende kreek van
ca. 1,5 mijl aan te lopen, dus enkel bij hoogwater mogelijk voor kieljachten
zoals wij met 1,85 m
Als we klaarstaan om te vertrekken, horen we via de VHF 16,
een mayday (een noodoproep dus) van iemand die in het water gevallen is vanaf
het jacht Mystère : de persoon heeft geen reddingsvest aan en aangezien de
zeilboot bij de ondieptes in de kreek van Bradwell is, kan die er niet meer
bij. We gooien meteen los, misschien kunnen we iemand helpen of bijstaan
Adrenaline dus op hoge toeren. Maar we zien niets, of niemand, alleen de
reddingsboot die van West Mersea voorbij komt razen, men doet teken naar ons
dat alles ondertussen in orde komt. Het is verder in de kreek te doen.
Wij zeilen Bradwell op fok buiten, het is voordewinds voor 3
mijlen slechts, maar het gaat heel snel. Eigenlijk teveel wind. Aan de Nass-boei moeten we een bijna haakse bocht nemen, en
moeten we verder op motor wegens te smal en te ondiep om op te kruisen. Het is
trouwens van boei naar boei uitkijken, en bovendien de diepte nauwlettend in
het oog houden, we kunnen hier niks permitteren en nochtans staan er wel wat
golven. We hopen dat dat sebiet betert als we beschut zijn Maar eigenlijk is
daar alles zo plat als iets, dus van beschutting is er geen sprake. Na de
boeien is er een vaarwater tussen moorings, en dan zouden we whities (boomstaken die stuur- en
bakboord aanduiden) moeten zien, doch niets daarvan. We roepen de havenmeester
van Tollesburry op en hij stelt ons gerust : gewoon het midden van het
vaarwater houden. Tja, we zien nu onze diepte zakken tot 2,5 m we zitten hier
immers op de droogvallende gronden bij laagwater (tot 2,1 m zandbanken dus) En
dan zien we eindelijk de haveningang, ttz de drempel waarover we binnen moeten
varen komt vrij. De havenmeester zwaait en wijst ons de box waarin we kunnen
aanmeren, en helpt ons hiermee.
Een korte maar pittige tocht. We ruimen even op, en gaan
maar eerst even naar het havenkantoor en de yacht club voor een broodje. Daar
komen we gauw aan de klap met een koppel die vanuit West Mersea (op slechts 4
mijl) bijna gelijk met ons binnenvaarde. Ze namen deel aan een clubtocht maar
blijkt dat ze de enigen zijn die tot hier gekomen zijn met hun kleine zeilboot
van 22 voet vanwege teveel wind De andere clubleden druppelen nadien binnen,
maar ze zijn dus met de auto gekomen. Ze hebben wel de drank bij en gaan dus
met zn allen aperitieven op de aanwezige boot.
We gaan wandelen in de salt
marches, een landschap van zoutmoerassen en kreken, zeer speciaal. Het
water is aan het afgaan, en zelfs in deze kreken liggen zeiljachtjes en
motorbootjes in de modder te zakken deze boten zijn enkel te bereiken via een
doolhof van plankenweggetjes die zon halve meter of meer boven de veengrond
getimmerd zijn, een beetje zoals op sommige plaatsen in de Hoge Venen. Er ligt
ook een oud rood lichtschip, zeer fotogeniek te wezen. Rond de haven zijn
enkele kleine zeilclubs, en er is ook de Mud Club of Tollesbury, die allerlei
activiteiten plant met of in modder, en daar is er hier genoeg van
Na diner aan boord, gaan we nog wat drinken in de yacht
club, waar live music (akoestische gitaar) voorzien is.
Ontbijt in de kuip, op de langste dag van het jaar (of zoals
de Fransen blijken te zeggen, de kortste nacht van het jaar) op ons programma
vandaag, een wandeling naar St. Peters Chapel, het op één na oudste kerkje van
Groot-Brittannië, gebouwd in 654, op de resten van een Romeins fort.
We vertrekken met de regenjasjes in de rugzak, want het zou
veel regenen vandaag echter, en gelukkig, geen druppel gezien. We wandelen
langs de seawall heen, voorbij één
van de oudste kerncentrales in het land, dat nu ontmanteld wordt : er schijnt
nu meer volk te werken dan toen de centrale actief was. De dijk is begroeid met
grassen en bloemen, en alles staat geel van de pollen, Kurt is aan het vechten
tegen zijn hooikoorts, geen preventief pilletje genomen onze broeken zien
gewoon geel. Na een tijdje kunnen we gelukkig op het schelpenstrand wandelen.
Het kapelletje wordt mooi onderhouden en s zomers zijn er regelmatig diensten
en concertjes. Via Bradwell Village belanden we in de Kings Head, voor een
fris glas, want het is best warm nu. Keuken is gesloten, en er kan zelfs geen
broodje meer af. Nog even binnen in de local
shop, die wordt uitgebaat door vrijwilligers omdat een echte winkel er
niet meer rendabel was.
s Avonds worden we eerst verwacht bij David en Theresa
thuis, ze willen ons enkele oude Engelse zeilboeken laten uitkiezen ; en de
langgezochte Magic of the Swatchways van Maurice Griffith (die we al wel in het
NL van Inge en Erik konden lenen) kunnen we ook in het Engels lezen nu ! En dan
diner in The Green Man, de pub die op vrijdagavond behoorlijk vol loopt.
Donderdag 20 juni Woolverstone Bradwell : 32 M
Bij het ontbijt, weer twijfel plan om noord te gaan, hadden
we al naast ons neergelegd, en zodoende moeten we ons s morgens niet haasten. Maar
nu blijkt het veel rustiger te zijn dan voorspeld, en had Lowestoft toch
mogelijk geweest zijn.
We maken ons rustig klaar, bestemming Bradwell gekozen,
omdat die haven lang aan te lopen is, ca. HW -/+ 4 u. Het is vanavond pas om
22.30 u hoogwater, dus we vertrekken om 13 u, en hebben geen haast. De rivier
Orwell met het tij afgaand, op het fokje tot Felixtowne. Aan de zeemonding ziet
het er heel grijs uit, enkele druppels vallen, maar eigenlijk geen naam regen
waardig. Wel trekken hele fog patches
de regio binnen. We zijn nu op vol zeil, met ruime en halve wind, want het is
nogal variabel, en sturen eigenlijk enkel op de elektronische kaart. Gelukkig
is dit een rustig gebied, bovendien kunnen we in het ondiepe gedeelte varen,
ca. 5 tot 10 m, omdat de zee zeer slight is, en al goed. Kurt gooit zijn vislijntje
uit, tevergeefs; wel komen enkele zeehonden hun kopje boven steken. Na een
tijdje toch de motor aan, want de wind valt volledig weg. We kunnen gemakkelijk
ons avondeten klaarmaken.
We lopen dus, nog steeds in een dichte mist, Bradwell aan.
Sommige boeien zien we slechts op een afstand van 90 m !! Er staat voldoende
water in de kreek, en zo meren we tegen 20 u aan in de gereserveerde box.
Bradwell heeft een zeer leuke pub, op zeer korte afstand van
de haven, en daar gaan we natuurlijk naartoe. We hebben er 6 jaar geleden David
ontmoet, en we smsen even naar hem : Are you in for a pint in The Green man ? 2 seconden later
antwoord : yes ! en 2 minuten later was hij er, verrast natuurlijk omdat we
niet eerder gebeld of gemaild hadden. Ook zijn vrouw Theresa is later nog
gekomen, een leuk weerzien natuurlijk.
Woensdag 19 juni Levington - Woolverstone : met een omweg, toch 6 M
Grijs bij het ontwaken, maar later klaart het open in B en
NL zo het vandaag heel warm zijn, naar
het schijnt.
In de chandlery van de haven kopen we de kaarten van de
Wash, een soort waddengebied ten noordwesten van Lowestoft, we weten het nog
niet zeker, maar moest het lukken met weer en getij, willen we al voorbereid
zijn met de juiste kaarten.
We vertrekken met bijna windstil, en varen de Orwell-rivier
verder op. Op motor, want het is afgaand water, het is een mooie en rustige
rivier, 1 of 2 keer per dag zien we een coaster die tot Ipswich vaart. Verder
honderden bootjes achter hun mooring wiegend met tij of wind mee. We varen
voorbij Pin Mill en Woolverstone tot aan de Orwell Bridge, en draaien 180 °, nu
tij en wind mee, fokje open, en met een snelheid van 0,5 kn door het water en 2
kn over de grond, scheuren we naar de marina van Woolverstone. Hier moet je
dus op stromend water aanleggen, en dat gaan we zonder brokken proberen te
doen. Op de kopsteiger zien we een ruime plaats, en dat lukt zonder problemen.
We gaan meteen betalen bij de havenmeester,
en ze zegt dat we in een box moeten gaan liggen, dus we mogen meteen ons
maneuver nog eens opnieuw ten beste geven. No problem, we liggen nu naast een Nederlandse
boot, diegene wiens plaats we gisteren in de Suffolk Yacht Harbour innamen. Het
is een schipper uit Hellevoetsluis, en hij wacht op nog 2 andere bevriende zeilschepen.
We lagen nog nooit in deze marina, en van hieruit is het een
must om tot Pin Mill te wandelen, naar de beroemde zeilerskroeg The Butt &
Oyster. Langs een mooi kustpad tussen velden en bossen kom je in 20 /30
minuutjes bij de oude werven van Pin Mill. Hier hebben we 6 jaar geleden met
Christel en Stéphane, en met de vorige boot Bussola, ook geweest, maar toen
hebben we de natte landing beleefd, met de bijboot van de Saltwater ook
speciaal natuurlijk. Veel volk op het terras, en het is ondertussen zo heet dat
we verkiezen om binnen een hapje te eten.
Als we terug op de boot komen, is het al wat afgekoeld, we
kunnen nog wel buiten zitten, beetje plannen voor de volgende dagen, maar niet
te ver, want het weer is eigenlijk zo onstabiel, en verandert met elke keer dat
we de gribfiles binnenpakken, of de weerberichten bekijken dus van dag tot dag
Om 6 u wakker van 2 meeuwen die op het raam van onze slaapkooi aan het vechten en krijsen zijn: Kurt smijt het venster open, ik dacht dat een van die meeuwen naar binnen zou schieten, zo vrank was die !
English breakfast op de Balena, onder een stralende en warme zon !! we liggen voor de ingang van de haven en zien op de rivier al de zeilbootje voorbij glijden. Ook zon mooie oude Thames Barge met zijn bruine zeilen. We rommelen wat op, en verhalen de boot naar de plek vanwaar een Hollandse boot net vertrokken is. We liggen naast een Engelsman en die trakteert met thee en zijn maat met een andere boot presenteert er zelfgebakken scones bij. Ze komen van Lowestoft, en vertrekken naar Ipswich straks. En wij blijven liggen vandaag.
Na douche en bezoek bij de havenmeester, gaan we lunchen in de yachtclub, gevestigd in het lichtschip.
Wekker staat net voor 5 uur, zodat we nog het nieuws en
weerbericht kunnen horen. Het is nog rustig in Breskens we maken brood voor
onderweg en drinken zoals gewoonlijk voor een lange tocht, geen koffie maar
thee, en maken een thermos met kokend water klaar.
Om 6 uur gaan de trossen los. We hebben een reef in het
grootzeil want het zou 4/5 wellicht tot 6 bft waaien, NO-wind is goed voor onze
bestemming Lowestoft. Vanaf Breskens vertrekken we genoodzaakt tegen de stroom,
maar onze snelheid door het water is al gauw 6,5 tot 7 knopen. Aan de kop van
Walcheren veel minder wind, de reef gaat er uit, maar dat is slechts voor even,
want eens vrij van het land, terug veel wind. Het is zonnig weer, uit voorzorg
hebben we toch maar onze thermische onderkledij aangetrokken, en maar goed ook.
Ook muts en handschoenen komen tevoorschijn.
We zeilen voortreffelijk, wel wat schuin natuurlijk, maar
comfortabel. De stuurautomaat kan de koers tot het waypoint aan de Traffic Lane
goed houden. De wind blijft wel aanwakkeren, toch al 6 bft, en de zee wordt ook
wat ruwer, dus de tweede reef erin. In het verkeersscheidingsstelsel is het
eigenlijk rustig, enkele boten glijden rustig voorbij, wij achter hen door. Als
we bijna het stelsel achter ons hebben, rond 14 u, waarschuwt de Britse
weerdienst via de marifoon, voor gale
warning, 8 bft, soon in de regio Thames (waar we ons dus bevinden) oei,
dat hebben we gehoord De wind is ondertussen ook gekrompen, dus nu NNO en ons
doel is dus steeds scherper (en met deze wind ook schever) bezeild. Wat gaan we
doen ? Terug heeft geen zin, we zijn ongeveer halverwege; naar Lowestoft, nog
ca. 45 M, wordt misschien te scherp; en als er werkelijk 8 komt, is Harwich wel
een veilige grote haven om binnen te varen. We beslissen dus om de koers te verleggen
(dan is het ook terug halve wind, en iets minder schuin), maar we moeten wel
voorbij het Gabbard-windmolenpark en terug zuidelijk (en tegen de stroom
Harwich aan lopen) en dat duurt langer dan voorzien. Om 23.30 lopen we,
uiteraard in het donker, de haven van Felixtowne/Harwich binnen. De havendienst
van Harwich volgt alles goed op, we varen nog door tot het haventje van de
Suffolk Yacht Harbour in Levington. Daar is het reuze uitkijken om de 4
onverlichte staken te vinden die het geultje aanduiden: het is net nu laagwater
dus veel extra zullen we niet hebben. Gelukkig hebben we de gale niet op ons
dak gehad, wellicht was het in het zuidelijkere deel van de Thames-regio. Hier
op de Orwell-rivier is het nu rustig, een stuk beschut natuurlijk, en om 00.15 u
leggen we vast aan het eerste ponton dat vrij is (dat is wel de dieselpomp),
maar dat kan ons nu even niks schelen. We zijn allebei stikkapot, alleen brood
en ham gegeten overdag, wegens niet te veel zin, en enkele koeken wat thee en
water. Een pintje kan nog net, en dan diepe slaap.
Zo, na ontbijt en douche en afscheid aan bekenden op de steiger, gooien we los om 11 u, het is zonnig, maar frisjes (waar hebben we dat nog al eens geschreven) - en toch korte broeken aan !
Met de ZW-wind is het opkruisen op het eerste stuk van het Veerse Meer, vanaf Arnemuiden bezeild tot aan de sluis in Veere. Op het Kanaal van Walcheren pikken we in Middelburg in op de "Blauwe Golf", een pilootproject om op drie tijdstippen per dag, het kanaal in konvooi te passeren - telkens worden de bruggen op elkaar afgestemd. Aansluitend mogen 8 zeiljachten de grote sluis van Vlissingen binnenvaren. Daar doen we "mooi" sluismaneuver, en we eindigen ongedeerd, maar wel tegenovergesteld dan normaal aan de sluismuur. Soit, het is 13 jaar geleden dat we dat nog eens deden, ... en overkomt iedereen wel eens.
De Westerschelde ligt er tamelijk rustig bij, het heeft geen zin meer om een zeil te hijsen want Breskens ligt in de wind, en het is maar 3 mijltjes te gaan. Om 16u30 meren we aan op steiger S.
Even betalen, en een rustig avondje aan boord : straks nog even de kaarten voor de UK bekijken, en vroeg het bed in !
Om 7 uur nog geen zuchtje wind, een half uur later waait het tot 5/6 bft, ZW... en dat zal volgens de knmi nog aanwakkeren in de loop van de dag. Even wat regen en nadien een stralend zonneke, ons besluit staat vast : dit is onze (ondertussen traditionele) verwaaizaterdag. We hebben trouwens nog een en ander te doen : reddingsvlot en lifelines monteren aan dek, de grabbag vullen, olie nakijken, de achterkooi en inhoud zeevast zetten, enz... en nog inkopen wnt vanavond gaan we BBQ-en, tzal wel met een fleecevest zijn maar als het droog is, zal dat wel lukken.
Vrijdag 14 juni - Wolphaartsdijk -... Wolphaartsdijk - 0,2 M
Een hele onderneming - we verkassen van onze vaste box naar... de passantensteiger van de WSVW, de haven naast ons dus. Gewoon om toch al in een andere haven te liggen. Een mooie zonnige avond waarbij we zelfs buiten kunnen eten. In de latere avond: bezoek van enkele crews, in de kuip is net plaats voor 9 man, dat weten we dan ook weeral.
Het Veerse Meer is spiegelglad als we rond middernacht gaan slapen... stilte voor de WIND ?
Een weekend van bevoorraden en wedstrijd : Kurt vaart met de Idefix de Schelderegatta van Hansweert tot Antwerpen mee. Er is behoorlijk wat wind, dus het is een snelle tocht tot 't Stad...
Ik ben dus "vrij" en kan op m'n tempo inkopen doen ('droge" voeding en drinken), en alles aan boord hijsen... dat gaat nog het snelst, want dan is het kunst om alles een "zeewaardige" dus niet beweegbare plaats te geven. Tot zover alles OK , maar de plannen om vanavond nog terug naar huis te gaan, worden overboord gegooid als ik verneem dat een bende in WSVW gaat BBQ-en : dus snel nog even naar de Spar voor enkele stukjes vlees en groentjes...
Zondag zeilt Kurt, na een korte nacht, terug richting W'dijk...
Eindelijk wordt een droog weekend voorspeld. Tijd om naar De Heen te gaan. Vrijdagavond met Alcyone- en Jest-bemanning briefing bij ons aan boord. Saltwater gaat ook mee, we brengen hen op de hoogte van ons vertrekuur. Kapp Linné is nog ergens aan het feesten, die zullen we morgen wel ergens zien opdagen...
Zaterdag 1 juni : droog maar bewolkt, en frisjes. We vertrekken om 10 u, kunnen meteen de sluis invaren. Op de Oosterschelde worden de zeilen gehesen, en is het eerste stukje scherp aan de wind, tij mee, tot aan de Keeten, waar het mooi tot halve wind gaat. Wel wat bumpy, en we hebben wel wat buiswater, lekker zout gezicht ! Jest hebben we uit het vizier, maar met de Alcyone kunnen we goed samen blijven. Bij de Krammer meren we even aan, niet evident aan de hoge wal, maar het lukt. Dan vaart ook de Saltwater binnen, goede timing. Via de marifoon horen we bovendien dat de Jest ook de professionele sluis mag binnenvaren, dus toch nog na ons. De jachtensluisjes gaan echter vlugger terug open, en op het Volkerak zetten we de kof nog even tot we de Vliet binnenvaren. Hier valt de rust !
Iedereen krijgt van Marc, de tijdelijke havenmeester, een box toegewezen, en zo zijn we om 16 u. allemaal klaar voor de koffie !!
en natuurlijk aansluitend... aperitief, BBQ, en lekkers. Ines en Luc komen dus niet met de boot, maar zijn toch van de partij.
Hier heb je geen groot clubhuis met restaurant en vertier nodig. Tussen het riet kan het ook.
Zondag 2 juni : E I N D E L I J K de langverwachte zonnige ochtend, en dag ! Appel om 7 uur, douche en koffie om 7u30. Om 8 uur de natuurwandeling - we zijn met 7, en Annick gidst ons door het domein... we zien de highlandrunderen en ook een grote kudde kleine zwarte paarden, die hebben we vorig jaar niet gespot, zeer mooi ! Aansluitend ontbijten we met spek en ei, en rond de middag komt er terug beweging in de haven... We vertrekken rond 12u30, onder een stralend zonneke, maar er is toch genoeg wind. Opkruisen tot de Krammersluis, en meteen aansluiten om binnen te varen. Zo hebben we dat het liefst. Op de Oosterschelde hebben we nu het lange stuk tot de Zeelandbrug mooi bezeild, aandewinds, met Alcyone, net voor ons, net achter ons, net naast ons... Saltwater en Jest zijn iets eerder vertrokken en zijn ons voor... Totdat we ineens de Jest vlak achter ons zien naderen : ze hebben veel tijd verspeeld aan de grote sluis, en zo komen we toch met 3 terug samen bij de Zandkreeksluis. Nog even een tandje bijsteken bij de aanloop, en zijn we weer snel versast. Op de motor verder tot Wolphaartsdijk. En we voelen dus nog steeds een trilling/beven als we op motor varen... Zeer vreemd.
We hopen dat het niets met de keerkoppeling te maken heeft, want dat zou spijtig zijn, nu 2 weken voor onze vakantie. Kurt belt even met onze "motorconsultant", den DJ, en die oppert ook om eens naar de schroef te gaan kijken... Tja, niet zo aantrekkelijk met een watertemperatuur van 13/14 ° maar Kurt trekt toch zijn shorty aan, en springt het water in : jaja hoor, er hangt een hele prop plastic visnet rond één van de schroefbladen. Met de schaar is die er vlug af, en zo zijn we dus klaar voor ons grote vertrek !