Zaterdag 22 juni : Bradwell Tollesbury : 5 M
Net frisser dan normaal in de kajuit als opstaan, even wat
bijverwarmen tijdens het ontbijt. Het is behoorlijk aan het blazen
5/6 bft ZW.
Ons doel voor vandaag is Tollesbury, al lang op het lijstje
van to visit: volgens ons fotoboek Where land meets sea is het idyllisch
gelegen in kreken en salt marshes
maar het is via een droogvallende kreek van
ca. 1,5 mijl aan te lopen, dus enkel bij hoogwater mogelijk voor kieljachten
zoals wij met 1,85 m
Als we klaarstaan om te vertrekken, horen we via de VHF 16,
een mayday (een noodoproep dus) van iemand die in het water gevallen is vanaf
het jacht Mystère : de persoon heeft geen reddingsvest aan en aangezien de
zeilboot bij de ondieptes in de kreek van Bradwell is, kan die er niet meer
bij. We gooien meteen los, misschien kunnen we iemand helpen of bijstaan
Adrenaline dus op hoge toeren. Maar we zien niets, of niemand, alleen de
reddingsboot die van West Mersea voorbij komt razen, men doet teken naar ons
dat alles ondertussen in orde komt. Het is verder in de kreek te doen.
Wij zeilen Bradwell op fok buiten, het is voordewinds voor 3
mijlen slechts, maar het gaat heel snel. Eigenlijk teveel wind. Aan de Nass-boei moeten we een bijna haakse bocht nemen, en
moeten we verder op motor wegens te smal en te ondiep om op te kruisen. Het is
trouwens van boei naar boei uitkijken, en bovendien de diepte nauwlettend in
het oog houden, we kunnen hier niks permitteren en nochtans staan er wel wat
golven. We hopen dat dat sebiet betert als we beschut zijn
Maar eigenlijk is
daar alles zo plat als iets, dus van beschutting is er geen sprake. Na de
boeien is er een vaarwater tussen moorings, en dan zouden we whities (boomstaken die stuur- en
bakboord aanduiden) moeten zien, doch niets daarvan. We roepen de havenmeester
van Tollesburry op en hij stelt ons gerust : gewoon het midden van het
vaarwater houden. Tja, we zien nu onze diepte zakken tot 2,5 m
we zitten hier
immers op de droogvallende gronden bij laagwater (tot 2,1 m zandbanken dus)
En
dan zien we eindelijk de haveningang, ttz de drempel waarover we binnen moeten
varen komt vrij. De havenmeester zwaait en wijst ons de box waarin we kunnen
aanmeren, en helpt ons hiermee.
Een korte maar pittige tocht. We ruimen even op, en gaan
maar eerst even naar het havenkantoor en de yacht club voor een broodje. Daar
komen we gauw aan de klap met een koppel die vanuit West Mersea (op slechts 4
mijl) bijna gelijk met ons binnenvaarde. Ze namen deel aan een clubtocht maar
blijkt dat ze de enigen zijn die tot hier gekomen zijn met hun kleine zeilboot
van 22 voet vanwege teveel wind
De andere clubleden druppelen nadien binnen,
maar ze zijn dus met de auto gekomen. Ze hebben wel de drank bij en gaan dus
met zn allen aperitieven op de aanwezige boot.
We gaan wandelen in de salt
marches, een landschap van zoutmoerassen en kreken, zeer speciaal. Het
water is aan het afgaan, en zelfs in deze kreken liggen zeiljachtjes en
motorbootjes in de modder te zakken
deze boten zijn enkel te bereiken via een
doolhof van plankenweggetjes die zon halve meter of meer boven de veengrond
getimmerd zijn, een beetje zoals op sommige plaatsen in de Hoge Venen. Er ligt
ook een oud rood lichtschip, zeer fotogeniek te wezen. Rond de haven zijn
enkele kleine zeilclubs, en er is ook de Mud Club of Tollesbury, die allerlei
activiteiten plant met of in modder, en daar is er hier genoeg van
Na diner aan boord, gaan we nog wat drinken in de yacht
club, waar live music (akoestische gitaar) voorzien is.
|