OVER LEVEN EN OVERLEVEN EN GOD EN SATAN EN RECHT EN ONRECHT EN WAARHEID EN LEUGENS ENZOVOORT ENZOVOORT (HEEL VEEL TEKSTEN)
10-12-2012
42. Het ego
Voor elk klein stukje tekst dat ik publiceer op mijn blog, schrijf ik er wel 3,4. Het is met literatuur als met muziek, als met elke kunstvorm: "Alle dingen die goed zijn, komen van God; en wat slecht is, komt van de duivel. " (Moroni 7,12) Jezus Christus leert ons weliswaar om niet te oordelen: "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt, want met het oordeel dat gij velt, zult gij geoordeeld worden en de maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken. " (Matteüs 7,1-2) Het is inderdaad zo dat de mensen in veel gevallen beter niet zouden oordelen, omdat ze verkeerd oordelen. Brede lagen van de bevolking proberen immers elk geschil op te lossen met gevoel. Dat is immens populair, bij de mensen, maar bij God bestaat dat niet. Maar een ander citaat zegt: "Een geestelijk mens kan alles beoordelen. " (De eerste Brief aan de Korintiërs 2,15)
In het Boek van Mormon schrijft de profeet Mormon: "Welnu, ziet toe, mijn geliefde broeders, dat gij hetgeen slecht is niet aan God toeschrijft, noch hetgeen goed is en van God, aan de duivel.
Want zie, mijn broeders, het is u gegeven te oordelen, zodat gij goed van kwaad kunt onderscheiden; en opdat gij het met volmaakte kennis zult weten, is de wijze van oordelen even duidelijk als het verschil tussen het daglicht en de donkere nacht.
Want zie, de Geest van Christus wordt aan ieder mens gegeven, opdat hij goed van kwaad zal kunnen onderscheiden; welnu, ik toon u de wijze van oordelen; want alles wat uitnodigt om goed te doen en overreedt om in Christus te geloven, wordt door de macht en gave van Christus uitgezonden; daarom kunt gij met volmaakte kennis weten dat het van God is.
Maar alles wat de mens overreedt om kwaad te doen en niet in Christus te geloven en Hem te verloochenen en God niet te dienen, daarvan kunt gij met volmaakte kennis weten dat het van de duivel is; want op die wijze gaat de duivel te werk, want hij overreedt geen enkel mens om goed te doen, neen, niet één; en zijn engelen evenmin; en evenmin zij die zich aan hem onderwerpen.
En nu, broeders, aangezien gij het licht kent waarmee gij kunt oordelen, welk licht het licht van Christus is, ziet toe dat gij niet verkeerd oordeelt; want met datzelfde oordeel waarmee gij oordeelt, zult ook gij geoordeeld worden.
Daarom smeek ik u, broeders, zorgvuldig onderzoek te doen in het licht van Christus, opdat gij goed van kwaad kunt onderscheiden; en wanneer gij al het goede aangrijpt en het niet veroordeelt, zult gij zeker een kind van Christus zijn. " (Moroni 7,14-19)
't is toch simpel hè; goed en kwaad. Maar jammer genoeg, blijkbaar niet voor iedereen. Menig mens heeft de naam van Christus vanaf zijn wederopstanding, en tot op de dag van vandaag met klem ontkend, en wanneer zijn naam ten volle zal geopenbaard worden, zullen veel mensen verlangen een aandeel te hebben in zijn naam, en ze zullen tot de bittere vaststelling komen dat ze geen aandeel hebben in zijn naam; daarom, herinner u de goede tijden die u samen met Christus beleefd hebt, want als u dat vergeet, dan zal u dat zuur opbreken. Vaak stuit u in het u herinneren daarvan op een hindernis, die de naam "ego" draagt.
Wie zijn ego niet kan afleggen voor de mensen zonder te verpinken, die wandelt in ijdelheid. Want wie voor u zijn ego aflegt; gij zijt niet bereid hem zijn deel van de koek te laten, noch zijt gij bereid u met uw deel van de koek tevreden te stellen. Het kan u niet schelen alleen boven de rest achter te blijven, erger nog, iemand alleen onder de rest achter te laten. Maar al eindigt u nog boven al de rest, ja, boven gans de wereld, God zal de wereld op zijn kop zetten en al wie onder u staat zal boven u komen te staan. Want het is God die de kaarten van het leven uitdeelt, en wie God niet erkent is als een waterskiër zonder motorboot om hem voort te trekken. Hij mag nog de mooiste uitrusting hebben, om te vertrekken zal hij een radicale koerswijziging moeten maken. Wie zonder geloof is, is niemand anders dan iemand die in hoogmoed wandelt, maar uit zichzelf uiterst zwak is, en in een (gedachten-)wereld vertoeft waarin de realiteit afwezig is. Wie zonder geloof is, brengt zichzelf aan het dwalen door zijn eigen bezwaren, irritaties en scrupules. Maar wie inziet dat het God is, die de kaarten uitdeelt, wat God van hem verlangt, die zal deelnemen aan een spel dat groter uitvalt dan hij zelf had durven dromen. Wie bescheiden is kan zich toch beter openstellen, om zich door Jezus te laten dienen? Ik lees in het evangelie volgens Matteüs (20,28): "Zoals ook de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen." En als God nu de gave van de gave heeft, welke zin heeft het dan om zich voorbarig te verhogen? En daarbij, als een eerste persoon dubbel zoveel bewerkstelligt als een tweede persoon, uitgerekend op het gebied waarover die zich verijdelde, maar de eerste, daarentegen, verijdelt er zich niet over, dan maakt de tweede zich toch belachelijk? Want vroeg of laat valt die door de mand. Ja, als die eerste persoon niet bestaat.
De rechtvaardiging van zijn doen en laten staat los van de beleving op zich, het leven zelf. Het organische leven is alles wat het meest grillig, onzeker en wisselvallig is. Zich gerechtvaardigd voelen staat boven zich - voor zichzelf - moeten rechtvaardigen. Soms gebruiken de mensen een afgebakende structuur van dogma's - criteria en principes - om hun gedrag te kunnen rechtvaardigen. Maar dat lukt niet zo goed hè. Schuld is een manier om zichzelf niet te veel bloot te stellen aan de vrijheid, om zijn leven kleiner te maken. Maar de bedoeling moet juist zijn om het leven gróter te maken. God rechtvaardigt uw daden, of niet. En naargelang God meer of minder van uw daden rechtvaardigt, kan je meer of minder doen. Maar wat God rechtvaardigt is slecht in de ogen van de mensen. En God rechtvaardigt zo veel van mijn daden, dat ik zo veel kan doen, dus ja, dan moet je jezelf maar eens afvragen hoe slecht ik wel niet ben hè.
Beschouwen we even het kwaad als onbestaand. Dan zou je kunnen zeggen: het kwaad is waar de mensen zich onderling van betichten. Het kan mij niet schelen, al de machten, waarden, dogma's, criteria en principes die valse beschuldigingen rechtvaardigen. Ik bedoel, ik heb het er wel altijd over, maar ik blijf gewoon mijzelf, want ze zijn allemaal slecht. Ik heb ze ook niet nodig, ik heb genoeg aan de geest van God. Ik heb ze niet nodig om mij te troosten, daar heb ik wel de heilige Geest voor, de Trooster. De mensen weten niet wat het is; kwaad. En dan ben ik het die van goed en kwaad geen notie zou hebben. Maar ik weet wel dat je tegenwoordig de toestemming van Satan nodig hebt om je kwaad te maken. En dat je op zijn commando kwaad móet worden.
Overal waar je komt is er een soort gemeenschap, een onderlinge verstandhouding, zoals de Vlaamse gemeenschap, of welke dan ook, en ik hoor daar niet bij, bij zo een gemeenschap. Zo een gemeenschap bestaat uit een rangorde van klassen. En dan moet je bij de persoon of het gezag dat hoger in rang staat dan jou slijmen om zelf hoger in rang te komen, maar als je aan het gezag niet gehoorzaamt, dan daal je in rang. Het is een onrechtvaardige gemeenschap want de schuld, de principe's, de waarden en het gezag zijn allemaal kwaad. Een kwade manier om beschuldigingen te rechtvaardigen. Het is allemaal één grote soep, maar uiteindelijk komt het allemaal samen in één groot simpel eenvoudig ding.
Mensen houden ervan anderen ter verantwoording te kunnen roepen. Daarom doen ze het nog niet, maar de wetenschap dat ze het zouden kúnnen, dat kunnen ze niet laten. Neen, onderdanigheid is een kunst die ze niet machtig zijn. Mensen zouden zich niks moeten aantrekken van het oordeel van een mens over hoe zuiver hij is in zijn daden, zelfs niet als dat het oordeel is van een hele hoop mensen. God zal wel bepalen of de mensen al dan niet zuiver zijn in hart en ziel. De wereld denkt: "Zeg wat wij willen en we spreken u vrij. " Maar de wereld kan u niet vrijspreken. Ze bezit die macht niet. U bent vrijgesproken op basis van uw geloof. "Een geestelijk mens kan alles beoordelen, maar niemand oordeelt over hém. " (De eerste Brief aan de Korintiërs 2,15) Als gij maar een eigen houding ten opzichte van ieder mens afzonderlijk had i.p.v. zo verwerpelijk te zijn u aan te sluiten bij het oordeel dat de wereld over de mensen velt. "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Want met het oordeel dat gij velt, zult gij geoordeeld worden en de maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken. " (Het evangelie volgens Matteüs 7,1-2) Hiervoor zult u uw loon ontvangen.
Maar als de duisternis zal vallen, en de liefde tussen de mensen zal afkoelen, die binding tussen de mensen, die maakt dat ze denken: "wij zijn de goei, " en waarmee ze elkaar wederzijds bevestigen, als die binding wegvalt, is hun einde aangebroken. Ze zijn als vlinders die het juiste seizoen om te ontpoppen niet afgewacht hebben, en hebben in hun verblinding, en de zwelling van hun hoogmoed, de wijze, en geduldige, en verdraagzame, ja deemoedige rupsen het nakijken gegeven met veel "tralala". Ze hebben hun pijlen verspeeld, en zijn niet meer dan een flets afkooksel van wat ze ooit waren, en gaan ten onder. Voor de enen is de winter aangebroken, maar voor de anderen de zomer. Ze ontpoppen en dragen het waarachtige licht van waarheid, rechtvaardigheid en openheid met een goddelijke evidentie waar geen oog ter wereld zich kan aan onttrekken. En wie heeft dan nog van de onrechtvaardige gehoord? Zijn naam wordt verzwegen. Zijn naam zwijgt.
"En alles wat in de wereld is, hetzij door mensen verordonneerd of door tronen of prinsdommen of machten of zaken van naam, wat die ook mogen zijn, wat niet uit Mij of uit mijn woord is, zegt de Heer, zal worden neergeworpen en zal niet blijven bestaan nadat de mensen dood zijn, in noch na de opstanding, zegt de Heer, uw God. " (Leer en Verbonden 132,13)
Domineren is tegelijkertijd zich opdringen en zich onbenaderbaar maken. Domineren vraagt van de dominante mensen geen oog te hebben voor het feit dat wat ze opdringen onaangenaam en dus ongewenst is, en daartoe het opdringen zelf voor zichzelf te ontkennen. Inderdaad, er bestaat geen enkel ander teken dat iets niet gewenst is dan dat het moet worden opgedrongen. Dominante mensen scheppen zogezegd plezier in "de anderen plezier gunnen" - wat niet altijd kan natuurlijk - en ontzeggen het zichzelf in ruil voor macht. Ja, anderen "plezier gunnen" om hun eigen naam zuiver te houden natuurlijk. Ze kunnen niet accepteren dat ze niet stelselmatig vriendelijk worden bevonden, vandaar dat ze een buitenkant gebruiken om hun innerlijk te verbergen. Hun façade laat hen immers toe om zichzelf voor te liegen, want als ze dat niet deden, dan zou hen duidelijk worden dat ze kassant zijn, uitgerekend op dat vlak waarop ze zichzelf altijd hadden wijsgemaakt dat ze vriendelijk waren. En daarom zouden ze, als ze met de façade zouden stoppen, nergens meer staan, dus maken ze het zichzelf moeilijk om ermee te stoppen. Dominante mensen zijn dan ook kampioenen in de verbloemende wijs. En met een gefolterde ondertoon spreken is daarvan een voorbeeld, want dat gaat goed samen met "vriendelijk zijn". Mensen met het alleenrecht op lijden hebben een enorme macht. De manipulerende kracht van die mensen is gekmakend omdat er niets tegenin te brengen is. Die twee laatste zinnen heb ik uit een interview van Manon Uphoff gehaald. Domineren is dus frustrerend, omdat het de andere mensen niet gelukkig stemt, terwijl ze voortdurend de schijn moeten ophouden dat dit juist wel het geval is. Men kan alleen van ze winnen als men zich door hun verleidingen niet laat afleiden. En God weet dat ik aldoor gewenkt word, ja zoals men door een hoer gewenkt wordt. Wie daar aan toegeeft zadelen ze met hun eigen tekortkomingen op. Ja, opdringerige mensen willen altijd dat hun avances beantwoord worden hè. Bij hen is alles eigenlijk avances hè. Geven zonder iets terug te verwachten is meer verblijdend dan iets terug te verwachten en het risico te lopen gefrustreerd achter te blijven. Trouwens, als er iets terug verwacht wordt kan men al niet meer van geven spreken.
Men zegt: "Je moet kunnen loslaten. " Maar... er is een maar. Het is noch vasthouden/controleren noch loslaten dat van belang is, maar de wisselwerking ertussen. Samen zijn ze allebei plezant, apart geen van beide. Loslaten is onaangenaam als men er een stuk van zichzelf bij verliest. En hoe langer men dat kan uitstellen hoe beter, maar men moet zich tegen de natuurlijke gang van zaken niet verzetten. Wie niet kan loslaten zal het plezier niet verlengen, maar frustratie bekomen. Wat men wel moet doen is een goed beheer van de wisselwerking tussen controle en loslaten respecteren. Men moet zich onderdanig kunnen opstellen in de situatie die dat vereist. Dwangmatig domineren, vasthouden en controleren is voor niemand nog plezant. De mensen die zoiets doen zouden zich beter voelen door van zich af te zetten, maar hebben constant de goedkeuring van de andere mensen nodig, en miskennen het nut van de slechte kanten van de mens. Als wat ze de andere mensen vragen als een verplichting wordt ervaren, en ze beweren hen toch een dienst te bewijzen, dan strookt hun bewering absoluut niet met de realiteit. Integendeel: dan zijn ze niet vriendelijk maar onkuis. Mensen zijn "eigenlijk tegen" (vanalles eigenlijk). Voor en tegen moeten in evenwicht zijn, zo simpel is het, want anders klopt men niet, overdrijft men met onszelf te beteugelen, en komt men iets tekort. Wie begrensd is, is wie zijn grenzen achterhoudt. Niet het "tegen zijn" zelf is het levenselixer, maar de kunst van het niet verdringen van het "tegen zijn". Dat is niet hetzelfde, maar een derde perspectief. Zoals ik al zei, wie die kunst niet beheerst komt iets tekort, dus dat "slechte kanten van de mens", en "van zich afzetten" moet men met een korreltje zout nemen, want als een bepaalde manier van handelen voor de auteur ervan zelf zo heilzaam is, komt het iedereen ten goede. En dat is precies de gedragsmodus die de dominante en opdringerige mensen niet beheersen.
Ik sta zij aan zij met een andere wagen aan de start van de race, en ik kijk naar de auto van mijn rivaal. En ik bedenk: mijn ploeg is niet de beste. Het prestatievermogen van mijn wagen is belabberd. Als mijn rivaal geen flaters begaat is hij de onbetwiste winnaar. En dan denk ik: maar wie kan zoiets op voorhand met zekerheid weten? Eerst die race uitrijden, en dan zien we wel. Die race is voor mij althans uitgereden, en mijn vermoeden is bevestigd. Hij heeft gewonnen en heeft de zege in ontvangst genomen. Maar, er is een maar. De mensen van de winnende ploeg voelen zich benadeeld en denken dat ze minder kansen gekregen hebben. Niet in de race, maar in het leven. Dus iemand moet betalen. En die iemand is ik. Die mannen hebben weliswaar de wedstrijd gewonnen, maar ze zijn niet bevredigd. Neen, ze zijn niet bevredigd, want diep vanbinnen hadden ze eigenlijk gehoopt dat daarmee het pleit zou beslecht zijn, en dat is dus niet het geval, en dat valt tegen. Hun rivaal is niet alleen in de race de "te kloppen man", maar ook in het leven. En het enige dat ze beslecht hebben, is een koers. Nu zitten ze nog steeds met die frustratie opgescheept, en er moet iemand betalen om hun "nood" te lenigen. Ze zijn zoals mij weet je wel: benadeeld, minder kansen gekregen, wagen bekaaid. Mensen die het niet zo moeilijk hebben zijn niet zo leuk op dat vlak: het volstaat dat ze iemand de loef kunnen afsteken, of ze moeten hem al direct door het slijk halen om hun ontevredenheid te botvieren. Maar wacht even: mensen door het slijk halen om je ontevredenheid te botvieren is juist niets voor mij, dus dat ze zoals mij zijn, dat klopt al niet meer. Ik, wij, kunnen met een ander meedenken, zodanig dat we zoiets nooit zouden doen. We weten hoe het is. De genade. Iedereen heeft het nodig als de omstandigheden beroerd worden. Dus wie is van zó hoog gevallen dat hij het een ander mag ontzeggen? God, voor de rest zie ik niemand. En voor al de rest is een minimum barmhartigheid tonen een plicht, wat zeg ik: een gebod! Ik was te waardig voor de nederlaag? Laat de waardigheid van uw tegenstander ongemoeid, ook al is hij een verliezer. Wie zo weinig bestand is tegen de prikkeling die louter van de waardigheid van zijn tegenstander uitgaat, moet er dringend wat aan doen. U ziet, dit zijn de winnaars, dit is wie ze zijn. Want het onderscheid tussen de race en het leven is in feite fictief, en beide zijn perfect inwisselbaar. Mijn blogske is geen love-story, maar daar gaat het momenteel nochtans over. Wat er gebeurd is is het volgende: ik ben aan de start vertrokken met een halflege batterij (onze motoren krijgen batterijvoeding [we zijn vooruit op onze tijd]), want ik had mijn auto vóór de race al nodig om persoonlijke redenen. En om te bereiken dat ze niet worden voorgestoken, deinzen mijn tegenspelers er niet voor terug om hun voordeel te halen uit vuile concurrentievervalsing, zelfs al worden ze daarbij van buitenaf een handje geholpen. Wat hen overigens niet van alle blaam onterft, alles behalve; laat dat duidelijk wezen. Ze hebben het spel vuil gespeeld, met het credo "Ieder voor zich, " om zo hun eigen hachje te redden. De tweede alinea helpt om dat te plaatsen. Maar eerst nog even dit. Ik wil de wereld veranderen, en ik zal zeggen waarom. Niet iedereen verdient liefde. Hoe vaak heb ik al gehoord: "Op elk potje past een dekseltje? " Het spijt mij, maar er zijn genoeg mensen die hun leven alleen doorgebracht hebben en alleen sterven. Als ik nu mijn rivalen een hak had gezet, in navolging van hun voorbeeld, om toch als winnaar uit de strijd te komen, dan had ik mogelijk het lot in mijn voordeel kunnen tarten, maar ondertussen blijft liefde een privilege, die niet iedereen verdient. Dus dan blijft de wereld nog altijd onrechtvaardig, en verandert er aan de wereld niets. Daarom doe ik niet zoals hen.
Ooit al op TV gezien hoe ze een appartementsgebouw opblazen? Ze hechten hun dynamiet aan de voet van het gebouw, en brengen het dan tot ontploffing. De explosieven blazen enkel de onderste verdieping(en) van het gebouw weg. Dan zakt gans het gebouw weg, maar het is steeds de onderste laag die de klappen moet opvangen. Alsof de hoger gelegen verdiepingen de lager gelegen verdiepingen om hulp roepen: "Red mij! Red mij! " Het gebouw is het beeld van de wereld, en de wereld is een hiërarchische ladder waarvan de hoger gelegen trappen het gewoon zijn het recht te hebben te worden beklaagd, en de lager gelegen trappen, ja, dat zijn de Ethiopiërs die naast de voedselpaketten grijpen hè. West-Europeanen zijn voorstekers, ik dacht dat ik dat in de eerste alinea had verduidelijkt. Maar hun lot is ook bezegeld natuurlijk. Wie niet weg is, is gezien; dat geldt ook voor de inwoners van de bovenste verdiepingen van ons gebouw, die denken hun einde te kunnen uitstellen door de klappen te laten opvangen door al wat lager gelegen is. De enige overlevenden echter zijn de inwoners die al lang het gebouw uit gevlucht waren, vooraleer het begon in te storten. En nu vraag ik u: was mijn situatie daar niet beroerd genoeg, onderaan het instortende gebouw? Of lachte het leven mij soms toe? And now, my crush is crushed. Crushed under the rocks. Niemand beklaagt wie persoonlijk getuige is van de ondergang van zijn jeugdliefde, maar iedereen beklaagt de idioot die zo'n kras in zijn plaat heeft gemaakt, dat ze onbeluisterbaar is. PRIORITEIT. Wie incasseert de slagen? De wereld denkt: "Als ik het niet ben is het goed. " SOEVEREINITEIT.
"Met zijn medewerkers heeft de duivel die ketterijen en kerkscheuringen veroorzaakt, die het geloof omverwerpen, de waarheid vervalsen, de eenheid verbreken... Hij scheidt mensen van de Kerk en terwijl deze zich inbeelden dat ze het licht genaderd zijn, omgeeft hij hen met een diepere schaduw, zodat ze, ofschoon ze noch aan het Evangelie vasthouden noch de verordeningen en geboden van Christus volgen, zich toch Christenen noemen, in het duister wandelen terwijl ze zich inbeelden licht te hebben. " (Cyprianus)
Het spijt mij, maar zowel voor mensen die het geloof belijden, als voor mensen die dat niet doen, is Jezus Christus dood in hun hart. Het geloof van deze of gene mag nog zijn wat het wil in (het oog van) de wereld, en wie dan ook mag nog wat dan ook ophangen over het geloof van deze of gene, of zelfs van het geloof van een gans volk, het aanzien van iemand in de wereld heeft geen invloed op het oordeel dat God over hem velt, of niet velt. Maar het is juist dat aanzien in de wereld, dat een plaats oplevert in de Kerk, die door velen zo fel gegeerd is. Zo fel, dat het een heilig huisje is, maar dan wel een heilig huisje, van mensen die gelijk zijn aan lasteraars. Ze zijn doornen in het oog van God; ze hebben zich nog nooit laten leiden door de Geest van God, maar het geloof belijden, dat kunnen ze wel. Dat zijn mensen die bezinning tot iets verwerpelijks maken. Ze stoppen als het ware het geloof af, voor de mensen die er oprecht naar op zoek zijn, en laten deze mensen gedesillusioneerd achter.
Ik schep het grootste behagen in het gepast te schande maken van heilige handelingen en would-be-heiligen. Eigenlijk ben ik niet meer dan een lastige vlieg, die de rituelen door en door kent en dan ook (consequent) op het slechtst mogelijke moment haar in de boter gooit, maar dan wel een lastige vlieg waarvoor veel geld zou neergeteld worden om hem te zien verdwijnen.
Ik zou moeten zeggen "roet in het eten gooien", om het in correct Nederlands uit te drukken, maar ik gebruik bewust de uitdrukking "haar in de boter", want al die would-be-heiligen zijn als boter voor de gemeenten: zo zacht, en je kan het overal op smeren. Het maakt zelfs de droogste korst brood zoveel smakelijker. En de mensen hoeven nog maar naar iets op te kijken en ze zijn al bevredigd; maar ik ken een aantal would-be-heiligen van dichtbij, en het is eigenlijk eerder stront met een gele kleurstof er in. Met dien verstande dat het wel als boter verkocht wordt natuurlijk, want anders zouden de mensen nergens meer naar kunnen opkijken, en dan zouden ze wel erg teleurgesteld zijn.
Het zijn echt medewerkers van elkaar, die would-be-heiligen en hun aanbidders. Haal uw kop maar uit het zand, want daar heerst de duisternis. We leven niet meer in de middeleeuwen, jongens, de zaken zijn er valser op geworden, en de wegen van de duivel zijn eens zo listig en sluw. Mensen die het stigma van een heks zouden moeten tornen, geven wekelijkse lezingen in de kerk, en zetten zich in voor pastorale activiteiten, wat hen van alle blaam onterft. Sterker nog, ze zwaaien met scepters. Ik noem ze grote hoeren, jullie noemen ze koninginnen, maar dat is jullie recht.
De mensen die naar die gele stront opkijken, sorry dat ik het moet zeggen, maar die kan ik nog het best vergelijken met ramptoeristen: die mensen, dat is een ongeluk bij een ongeluk. Ze belemmeren anderen, die er nochtans zijn om levens te redden, hun werk te doen. En zo vertragen ze ook mijn interventies. Niet moedwillig en wel moedwillig! Het systeem is vergelijkbaar met het systeem van de maffia: Hoe dichter je bij de top komt, hoe meer bloed aan hun handen kleeft, maar om daar in de beperkte kring van de padrone iemand te vinden die bereid is om zijn praktijken op te hoesten wens ik je veel succes. Dan maak je meer kans om in de woestijn een Hollandse schlagerzanger aan te treffen. Dat ben ik dus: een Hollandse schlagerzanger in de woestijn. Tot uw dienst.
De dag dat je zal beseffen dat het leven niet minder is dan een (psychologische) machtsstrijd tussen de goeden en de slechten zal je al een pak minder naïef zijn. Wie u erkentelijk zullen zijn, zijn de mensen die in de vuurlinie zitten, het zijn de mensen die scheuring veroorzaken daarentegen die school maken, en dat zou niet mogen. We moeten eendrachtig zijn om er voor te zorgen dat niemand met de rug tegen de muur komt te staan. Maar het zijn de mensen die verdeeldheid zaaien, die succes oogsten en gevolgd worden, zonder mij uit te spreken over de vraag of hun aantal in stijgende dan wel in dalende lijn is. Het lot van deze onrechtvaardigen is bekend. Deze mensen nu, die met hun rug tegen de muur staan, worden in het vergeethoekje geduwd, precies door die mensen die scheuring veroorzaken en verdeeldheid zaaien, onder andere door het SUCCES van deze laatsten. Ja, het aanzien. Is dat rechtvaardig vraag ik u? Het antwoord is u bekend. Deze mensen plaatsen het volk in de ban van de afvalligheid. En: "De leerling staat niet boven zijn meester. " (Het evangelie volgens Matteüs 10,24)
Het enige dat mij interesseert is: mijn glorie hebben, en mijn heerlijkheid. En ik wil dat iedereen die in mijn buurt komt, er mee van profiteert, maar de vraag zal altijd blijven: "Hoe kom je in mijn buurt? " Want zolang we een soort van annexen zijn van elkaar is er van eenheid geen sprake.
Ten eerste: Vooreerst oordelen jullie over de mensen via hun uiterlijk, nog voor dat ze hun mond open gedaan hebben; en zo worden jullie misleid. En ten tweede: Als de mensen dan hun mond open doen, is dat om met hun tong de afgod te vleien van het land, van de groep, van de voetbalploeg, van de partij, van de dag, van het moment, en om te zeggen wat op dat ogenblik het meest opportuun is, en om jullie te vleien; en zo worden jullie nog eens misleid. Met hun tong staan ze dichtbij u, maar met hun hart staan ze heel ver weg van de enige God, trouwens van ENIGE God die van enige betekenis zou KUNNEN zijn. Waarom? Want de een zijn dood is de ander zijn brood.
Jullie rekenen mij af op mijn zwakheden, terwijl jullie mij op mijn talenten zouden moeten beoordelen. En jullie eigen talenten, die stellen jullie goed zichtbaar in het daglicht, zodat ze overvloedig in de hemel geprezen worden, maar jullie zwakheden hebben jullie al lang begraven. Waarom? Want de een zijn dood is de ander zijn brood.
Dat is de reden waarom de stad mij naar het bos verstoot. Ik ben Ambrosius, inwoner van het bos, en jullie zijn de beschaafde mensen. Ik schrijf niet over de mensen die in het bos wonen, maar over de mensen die in de stad wonen. In het bos wonen geen mensen hè, in de stad wonen wel mensen. Wat wilt ge? Het is míjn leven. Nagel mij aan de schandpaal. Náááám! Ademruimte...
De mensen beweren altijd dingen aan de rand van wat ze eigenlijk achterna jagen, en als ze zich dan eindelijk hun buit willen toe-eigenen, staan ze versteld dat ik hen van het begin af aan niet geloofde, en dat ik mijn kasteel in het midden bouw van wat ik hoog acht, en mij niet inlaat met hun randbekommernissen. Vliegtuigen die "over" mijn hoofd vliegen zijn het laatste waar ik mij druk over maak. Die mensen in die vliegtuigen denken dat er in de lucht meer waardevolle dingen te rapen vallen dan op de begane grond.
"Oei, nee, God, daar geloof ik niet in. Maar ik ga wel naar de Kerk hè. Ja. Voor de buitenwereld, OK, maar er is toch niemand die dat ziet hè. Ja, God, ja, maar als ik God niet zie ziet God mij ook niet hè. "
En altijd dat nemen en nooit geven... en niemand ziet dat? Als je niets kan geven ben je maar een triestige mens ze. OK, ik geef ook niet altijd maar ik probeer het tenminste niet te maskeren. En altijd dat vechten maar niet echt hè, helemaal niet echt. Natuurlijk niet er is helemaal niets echt in dit leven. Dat geef ik u op een blaadje.
Ik ben een goede schrijver. En ik schrijf over al wat ik wil. En ik schrijf wat ik wil. En mijn wereldbeschouwing is een persoonlijke keuze. Ik heb een eigen wil, you know. En mijn criteria om mijn leven te leiden verschillen van die van de grote massa, so what? Ik heb het gehad met uw waarden. Laat mij maar stikken, ik heb u niet nodig. Ik bouw mijn leven op Jezus Christus. Dat is het verschil. Gij zijt gebonden aan satan. Als ge door het omhulsel heen kijkt.
Gij refereert u aan uzelf, of aan uw kliek, of uw familie, of uw status. "Wie vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig; wie zoon of dochter meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig. " (Het evangelie volgens Matteüs 10,37) Maar gij hebt uw familie lief boven Christus want gij hebt de duivel als vader en wilt de begeerten van uw vader doen. (Het evangelie volgens Johannes 8,44)
Om de eer, daar gaat het om. Om het feit dat het bij u geen concrete toepassing vindt Jezus te beminnen boven uw naaste familie, daar gaat het om. Om het feit dat u kinderen van satan zijt, daar gaat het om. Om het feit dat er geen rechtvaardigheid is in deze wereld, daar gaat het om. Denk het kwaad weg, en de wereld is een komedie. Reken het kwaad erbij, en het resultaat is allesbehalve een komedie. Eerder een schijntoneel zonder einde. De geest van ongehoorzaamheid heeft de proporties van een mythe aangenomen, is dat duidelijk? Een mythe het begrip schandaal nog niet waardig. De mensen die er spijt van zullen hebben zijn niet te tellen. Kan je dan niet voor één keer het onderscheid maken tussen goed en kwaad? "Neen, want de ultieme rechter is ver weg. " Yeah right.
Sommigen onder u zijn in geen enkel opzicht integer, en zouden er alles aan doen om hun fragmentatie zo te houden. Bekering is een zonde geworden. Zonder ironie nu, liefde is de waarheid. Niet de schijn, maar de ware liefde hebt gij nodig. Veel mensen onder u zijn zogezegd deftig. Welnu, dat zijn zij allesbehalve. Liefdeloos heeft niets met deftig te maken.
It changes the past, it changes the past by making me fit in the past, and by making me fit in the past, it's aligning me with the future. It changes my perception, and by changing my perception, it changes everything. It seems to be chaos, but it's not, it's not chaos, it's organized, and it fits my braincells. A lot of laws and rules are very organized, and this seems to be chaotic, but it's not. A lot of laws and rules are very well organized, but they're chaotic in my brain, but this video and this text is organized in the sense that it fits my brain, and there have never been rules and laws that are organized in a way that they fit my brain before. That's why it changes everything. I analyzed each and every word, each and every sentence of this text on a very cloudy, stormy day, and there are a lot of thoughts that touch moral issues and anger and stuff like that, but deep down I know I think: YEAH, WHATEVER... and that's what stops me from avoiding the ideas that are linked with those moral issues and anger and whatnot, and that's what saves me. Everybody who makes creative decisions or creative artwork will reflect their own identity and authenticity, even without knowing, and everyone's gonna fail to a certain degree, and I also fail to a certain degree. In the name of Jesus Christ, amen.
A ja, als ge veel afgezien hebt in uw leven dan is dat toch des te meer eer? Ik mis mijn vrienden. Dat is dus gewoon ongelovig zijn hè. Ge moogt de wereld verzet hebben, de mensen lopen gewoon door bewerende dat ze niks gemerkt hebben hè. Als mijn binnenkant u meer interesseert dan mijn buitenkant, draai dan alles om hè. Ja, OK. Ik ben teneergeslagen. Ja ik ben een beetje verlegen. Naar het schijnt. Eerst en vooral this is a man's world. I am Ambrosius. Ik ben een voorwerp. Meat! Het vlees is zwak. Un nom n'est pas un moi(s). Dat ge ze uwe man zo laat vernederen. Ik ben middelmatig. Ik ben niemand. Nochtans, ik spreek Nederlands. Ik ben een hoopje ellende. En gij zijt alles. Laat ze mij maar vernederen. Uw vrouw. Hoe laat is het? Tijd om te vereenzamen. De situatie is idyllisch noch platonisch. Ik ben leeg. Ja ik weet het, ik geloof er niet in. Het is precies een schandaal, wie ik ben. Nee maar serieus. Mijn identiteit is goed toegedekt. Dat mag niet aan het licht komen. De mensen zijn geallieerden geworden. Ja 't is goed, ik ben een schizofreen. Als de wereld op zijn kop staat, laat mij er dan nog een schepje bovenop doen. Gruwelijk, mij gewoon psychisch laten sterven. Ik ben op alles fier. Mijn geloof is zoals de hel. A ja, als ge veel afgezien hebt in uw leven dan is dat toch des te meer eer? Ik mis mijn vrienden. Dat is dus gewoon ongelovig zijn hè. Ge moogt de wereld verzet hebben, de mensen lopen gewoon door bewerende dat ze niks gemerkt hebben hè. Als mijn binnenkant u meer interesseert dan mijn buitenkant, draai dan alles om hè. Ja, OK. Ik ben teneergeslagen. Ojooj azo van uw oren maken. Daar ligt Krypton. Karma, karma, karma. Pchchchchch ... Gewoon, fonteintjes doen pchch ... Wash away, wash away. I'm not the man I used to be. Tu vois ce que je veux dire? J'ai passé 30 ans dans la poubelle. En dan zie ik altijd een boerinneke. Oui, une fille! Ja, ik ben Ambrosius. Ik ben precies een reptiel. Met reptielen weet je nooit. Nobody loves me. No more! Ploef. T'as du feu? Ja, ik ben de finale loser. Geplukt. De val van Wesley Snipes. Geven, en vallen. Ik moet toch altijd vrij baan krijgen? Eerst moeten de abnormalen, de ongelovigen, de klotezooi en de cons van mij gescheiden worden. De slijmballen, de conservatieven en de primairen daar spreek ik ni over. Ik ben uw vrouw en gij zij mijne man. Het enige dat ge nu moet doen is alles omdraaien. Ik snap niks meneer, het enige dak nog snap is kaka pipi. Het enige dak nog moet zeggen is "business" en "Het enige dak nog snap is kaka pipi". Trouwen dat komt er toch ni van. Als ge ne gebroken man wilt hebben, ja, als dat uw wens is. Het ziet er wel naar uit dat ge dat zult hebben. Waarom? Er heeft nog nooit iemand zijn oog naar mij uitgestoken. Besluit: Het ziet er naar uit dat ge ne gebroken man zult hebben. Ja ge kunt wel mirakels verrichten, misschien tot 1 jaar, ma ni tot 28 jaar hè. Die 27 resterende jaren zal ik wel fiksen. Heiligschennis. Ja, gans mijn leven is heiligschennis, dus ja. Laat zo iemand zich wreken. Eén ding kan ik met een vrij gemoed zeggen: I don't remember a thing, behalve heiligschennis bij de vleet. Ik voel mij geweldig. Laat maar lekker vallen. Der is maar één ding da zwart is en dat is mijn leven. Dat viel niet op maar ik was daar ook. Awel ja ergens bij horen hè. Omdat het gezelschap voor mijn ogen weggegrist wordt. A new beginning, a new life. Als ik weet dat ik dadelijk ga trouwen ben ik onsterfelijk. J'ai un dikkenek. I remember. Children shouldn't play football, at least they should not run after the ball, especially not boys. Ik moen altijd op 't zelfde tegelke staan, ik mag geen voet verzetten of 't is "Weueueu!" Some like it hot, some don't. Fijn, mijn bijbel schrijven. Altijd! Ik ben pas tevreden als alles om mij draait. De doelstelling van mijn vrouw is precies het tegengestelde. Of hoe dat ge de paus tegen mij kunt opzetten. Voilà, nu is de paus ne figurant in mijn bijbel. Ja, ik ben hard tegen mijzelf. Wil ik dat ook opschrijven? Daar wil ik voor vechten, het recht om daarover na te denken. Just could you stop the noise, I'm trying to get some rest. I'm a creep. I will never be a creep anymore. Ah ja, Isobel, ge gaat zeer hebben. Ik ga u in een ring smijten met Shakira. Maar ik zal wel voor u supporteren. Ze zal wel snappen dat ze het moet afbollen. In mijn omgeving is het altijd dikken ambiance. Onder verstaan dat ge niet op mij zou letten hè. Mmm, ik ben de heer des huizes. Bij deze daag ik Johnny Rotten uit om op zijn punkst "Do you mind" te schreeuwen. Johnny Rotten. In the name of love. My happy life. Laetitia dat is daar boven hè. OK that's it? Dat is mijn bijbel? Ik begon juist warm te worden. Ik ben gans mijn leven een boer geweest, en op het einde van mijn leven word ik tot Nomenclatura bevorderd. Thanks but no thanks. What else could I say. Als ge geen vrienden hebt verliest ge uw geheugen. We zullen het daar maar op houden dat dat een grote uitspraak is. Dan moet ge zo ne keer sierlijk buigen. Loop niet te hoog met uzelf op want anders zinken we. No point asking who's to blame, no point asking who's to go, no point asking when it is. No point asking what's at stake! Persoonlijk ben ik meer voor de uitdrukking: U vraagt wij draaien, als: En ga zo maar door. En dat is omdat ik een chefke ben. Ja ik kan daar niet aan doen, dat is onbreekbaar. Ge zult begrijpen waarover mijn leven gaat. It's my favorite game. Un club au jambon est toujours un service. Dat is de koning: actie en sensatie. Net als op de kermis. Morgen is het kermis in Linkebeek. Het spookkot is een niet te missen attractie. Ik weet het niet, met echo's en zo. Maar het rad is mijn vaste stek. Such a nice place to make a move. Mij kan dat niet schelen ze dat ik dat nooit heb kunnen doen. Ik ben de mindere. Ja waarom maak ik mij ook dik. Ik moet toch een uitdrukking kunnen afmaken zonder dat ik naar de keel gegrepen word? Of is het woord soms een monopolie van de zondaars? Hoe zondiger hoe prettiger. Ik ben de grootste dikkenek uit de hel. Death can always wait. De symfonie van de dood. In mijn hoorn vallen de noten stil. Zichtbaar stil. Ik ben hier toch? Morgen stoppen. Mij goed. Met wat? Met mij af te breken natuurlijk. En de aperitief staat al klaar voor morgen.
The sacrifice is dead. Never leave without a cross. En de rest is braakgrond. Ik ben professor Helsing. Transylvanië, verga! Ik ben zoals een kat met een diadeem. Mijn ziel is een tempel. Onder de grond is de dungeon. Vanbinnen ben ik voornamelijk powerslave. The sacrifice is dead. And only hunger remains.
Je ne peux pas m'exprimer. Mes fleurs disparaissent. Mes vêtements ne sont pas convenables. Mes mots se retournent contre moi. Ma tête noircit. Mes jeux font la guerre. Mijn hart verwelkt. Ik krijg geen gehoor. Ik ben iemand anders. Ja knikken. Nee knikken. Gij zult spreken. Gij zult creatief zijn. Bergaf gaan is moeilijker dan bergop. J'ai des couilles Lourdes. S-amen. Quand tu montes toujours, tu termines en bas. L'alcool dégrise. Je suis indépendant et prisonnier tout à la fois. Je vis de mes complexes. J'ai mal à la tête et toujours pas de Jésus. Je ne sais pas. Lack of comprehension. Génération désenchantée. Namen zijn vluchtig. Iedereen heeft een probleem met mijn tenen. Ik moet slechtgezind worden. Het is om te huilen van plezier: mij zien afzien. Ik ben mama's kindje. Schreeuw hem de huid vol. Ik word onder geslijmd. Ik braak. Ik heb een zwarte schim gezien en een zwarte gedaante, en 't ben ek ik. De maffia verdient wat. De waarheid is een vod. Les enfants doivent se taire. Ik hou van u. Dat is zo raadselachtig als rood en blauw samen. Jezus verwerken is heilig. Waren dat niet mijn vrienden? Het doet er niet toe. Liefde is straatvechten. The world is a rogue trooper. Ik ben in de put. Stamp mij er nog wat dieper in. Why don't you weep when I hurt you, don't you weep? And the anger? Flauw is ternauwernood. You don't know who I am. My soul is right at the Markey. The shrinking of the gigantic. Een zekere dood sterven is geen ironische uitdrukking meer. De schuifaf is mijn vriend. Het woord is een mankement. De eenzaamheid, dat is het woord. Naar een film kijken en de indruk hebben dat ge zelf in een film speelt. Het toppunt van onwaarschijnlijkheid is mij niet vreemd. Het besef dat de verlossing altijd een tegel van mij verwijderd is. Kata guruma valt niet op. Verlegen zijn is niet meer aantrekkelijk. En wat is een kat zonder privacy? Een zaag, een zielepoot, een vluchteling. Allee allee, fuss fuss fuss! Als ge gedrogeerd zijt van woede wordt er tegen u gezegd: Ge zijt precies aan het slapen. Hoe kan je stille waters observeren? Door er in te springen. Ik heb een gevoelige snaar: Het is verboden te lachen. Mijn voorouders: een leger kannibalen. En dat zijn dan mijn wortels. Ik schil geen appel. Zich schamen is een kunst. Ge denkt daar over hoe dat ge wilt hè, ik mag dat niet doen, grappen maken. Jawel? Ja, maar als de mensen er niet mee kunnen lachen ... Dat is hier het territorium Radu Radu, als het u niet zint. Denk dan aan een maxi-cola. Ik ben dronken van wraaklust. Waarom staat mijn aartsvijand daar te paraderen? Anyway, satan moet er als eerste aan geloven. Laat mij niet dood. En waar is de pijn? A bij Hitler natuurlijk. Jah is iedereen. Daar ligt ergens iets begraven. Ik zal u een tip geven: I like the P; I LOVE the V. Ge denkt daar over hoe dat ge wilt, maar een doodskop is een doodskop. Dat komt van een of andere grand jeste. Cherish the truth. Death can always wait. Wat ernst betreft: ik hoop dat al het vocht uit mijn lijf is. Verraad. Ge weet het best wel. Dat ik dat ben. Dat dat iets is dat op vervolging lijkt. En dat ik niet gezond ben. Dan moet ik altijd eens lachen, als ge mij vraagt of mijn toorn nietsontziend is. Een jonge tornado, dat is magnifique, maar dat is rap voorbij. Een volwassen tornado begint ook als zo een kleine draaikolk in het zand, maar dat is niet rap voorbij. Ge moet u maar eens inbeelden dat gans Brussel een onwetend kind gepoept heeft, zodanig dat zijn ontwikkeling beknot geweest is. En dat vanaf zijn geboorte. Daar knap ik altijd op af, als ge mij vraagt hoe het met mij zit, en ik zeg: "goed", en ge gelooft mij niet. Een ruzie die uit de hand gelopen is. Resultaat: een mee-eter recht in mijn adamsappel met bloed omgeven, paars en daarrond bordeaux. We're all motherfuckers. Bestje in mijn levensontwikkeling. Nog nooit gehoord van platentektoniek? Soms scheurt die platentektoniek werelddelen uit mekaar. Iedereen laat graag een erbarmelijk mens achter. Hij lacht? Ja, hij lacht niet. Sex!!! Tu te débrouilles. Une fois pour toutes: hoe wil de poepen, dat kan mij niet schelen. Bidden. Voilà, ik heb gebeden. De man waardoor ik opgehouden ben met bidden. It's how we spell success. Normaal moet ge bij het woord God een keer slikken. God, ik wist niet dat ge dat dubbelzinnig kon opvatten: HOT!! Een bestje en een varkentje. Jajajajaja. Als ge iemand kunt doen bloeden, dan zijt ge volwassen. Ik zal het zo uitdrukken: we zijn elkaars leven. Ik daag u gemakkelijk uit. God of niet God. Hel of niet hel. Uw identity kunt ge niet verliezen. Mijn leven is toch om zeep. Dat is zinvol: er spoed achter zetten. Een berg van verlangen, een zee van bloed. En dat moogt ge ook goed weten ze: ik ben niet verlegen. Het is gewoon dat ik de mensen niet wil bruskeren met mijn onoverkomelijk voorkomen, want dan ben ik er zelf het slachtoffer van. Is daar iemand? Nee. Ik ben juist gedumpt. Daarom dat er niemand is. That's the way I get up. This is planet earth. Ze weten zelf niet wie ik ben. Ik ben in gans mijn leven nog niemand tegengekomen die goed wijs is. Ik ben goed wijs. Dat is mijn rijkdom: de assen in mijn schaal. Zo met uw sigaret zo. Nee niemand doet dat, de schijn ophouden. Er geld inleggen. Sorry, excuseer mij, maar satan is de baas. Genietbaar, sappig zelfs. Laat maar zitten. Ironischer kan ik niet zijn. Mijn rijkdom is teksten schrijven. Ik kan blijven schrijven. Dat is de ware uitdaging: het bewustzijn bewaren. Mijn geloof is onklopbaar. Niet iedereen kan de Mount Halleluja beklimmen hè. Ik moet sex hebben. Dat doet zeer. Maar vraag mij niet waarom. Dat is mijn kop: a walking deadline. Toch iets dat we gemeen hebben. Het is een beetje haar kop en mijn deadline. Ik ben in de sfeer om een saaie oude film te bekijken. I'm not even sure they were talking English. Diefje. Mietje. Zo ben ik toegelaten om de mensen te beledigen. Voor de rest: zwijgt. Ja ik appreciëer dat: mensen die kunnen zwijgen. Mijn vrouw, ze zwijgt als ik zwijg, en ze spreekt als ik spreek. Al naar links en naar rechts gaande tegelijkertijd is het moeilijk om zijn standpunt duidelijk te maken. Maar ik vind dat niet zo belangrijk. Mijn vrouw heeft veel invloed. Te veel om goed te zijn. Ja dat is een vicieuze cirkel. Maar ik ben goed (uiteindelijk). Dat is mijn kop: O honey! Mijn verhaal is bloed, bloed en nog eens bloed. Na autopsie kan men ontdekken dat ik geestelijk gestorven ben aan het gebrek aan de mogelijkheid om mij uit te drukken, en een overdosis "liefde". Bad. Mijn leven was sowieso wat bucht bij elkaar geraapt. Needs reparation. Aanvaarding is de enige oplossing (voorlopig). Ik kom van de planeet Venus. Goeiendag. Dat is mijn tish. Het is toch altijd ik. Ja ik ben een beetje verlegen. Naar het schijnt. Eerst en vooral this is a man's world. I am Ambrosius. Ik ben een voorwerp. Meat! Het vlees is zwak. Un nom n'est pas un moi(s). Dat ge ze uw man zo laat vernederen. Ik ben middelmatig. Ik ben niemand. Nochtans, ik spreek Nederlands. Ik ben een hoopje ellende. En gij zijt alles. Laat ze mij maar vernederen. Uw vrouw. Hoe laat is het? Tijd om te vereenzamen. De situatie is idyllisch noch platonisch. Ik ben leeg. Ja ik weet het, ik geloof er niet in. Het is precies een schandaal, wie ik ben. Nee maar serieus. Mijn identiteit is goed toegedekt. Dat mag niet aan het licht komen. De mensen zijn geallieerden geworden. Ja 't is goed, ik ben een schizofreen. Als de wereld op zijn kop staat, laat mij er dan nog een schepje bovenop doen. Gruwelijk, mij gewoon psychisch laten sterven. Ik ben op alles fier. Mijn geloof is zoals de hel. Dat is het enige dat ik nog heb: patijt. Ik heb een dwangneurose. Het zou wel een goede dwangneurose zijn als het geen dwangneurose zou zijn. Maar als het van mij komt heeft het een natuurlijke afkomst, deep down. Geluk ken ik niet. Als dat mijn leven is is er met mij toch iets aan de hand ze. Wil niemand mij verlossen? Ja, één persoon misschien. Stoken hoort er ook al niet meer bij. Dat is het enige moment waarop ik mag lachen: met mijn eigen miserie. Dat is mijn lief en mijn leed. Dat is een fameuze uitdrukking. Die bewuste nacht was de nacht dat de wereld in elkaar stortte. Ik schrijf zomaar wat. Een lelijk overblijfsel van een vergane maatschappij. Mijn pijn is zoals een bloedvat dat vrij leegloopt. Mijn vrijheid is: pretty vacant. Dat is mijn lievelingswoord in het Nederlands: GENOEG!, maar dan op commanderende toon. Als ik alleen onthoud dat er geen "er" voorkomt in "Wil niemand mij verlossen?" is het goed. Ik ben malheureus! Malheureus! Ge moet gewoon mijn val breken. Vooropgesteld dat ge van mij houdt natuurlijk. Ik schrijf voor mijn nageslacht, en voor mijn vrouw. Als mijn niveau gek wordt, dan wordt het moeilijk. Intelligent zijn is ook een beetje gek. Ik ben een baas. Een baas die om de haverklap verraden wordt. Awel ja, ma ja, dat is liefde. Dat is het hardste, dat ik omsingeld ben. Maar het grootste verdriet komt van de banden die ge al dan niet hebt. Ze zal mij wel achterna lopen. Ik voel mij misschien rap gesteund, maar ik ben zelfstandig. Felt like hell, but the idiot hell. Ge snapt er niks van, met wat moeit ge u dan? Oorlog moet toch een naam hebben? De mensen zijn geallieerden geworden. Geniet maar zonder mij. Oorlog moet een naam hebben. God's house. Het is dat wat ik wou zeggen: ge gelooft er niet in. Merci voor de stem. Tanks but no tanks. Ja dat was ik, de pest is niet de oorzaak. Ik denk meer dat gij aan de basis ligt. Niks gemerkt? Ik zal het proberen vriendelijk te zeggen. Dat ge mij een tijdje gerust moet laten. Om hetzelfde te bereiken als gij moet ik duizend keer zoveel inspanningen doen. Ik ben zelf ook bezield, wist ge dat, dat ik zelf ook bezield ben? Ik wil uw clitoris zien. Dat gaat niet. Dan is het goed. Ja van uw zus ja. Ik moet al 28 jaar van mijn leven in de grauwste treinhalte doorbrengen. Dat is wat de mensen mij serveren. En de trein komt nooit toe. Eerste klas, tweede klas, geen van beide. Als ge neukt kunt ge niet denken. Naar boven naar beneden, naar boven naar beneden. Open spleet, ja zo een dingske in mijn cassetterecorder. Elle m'a trahie! Les saints/seins ne font que trahir. Non, je ne crois pas. (Et ensuite?) "Nom!" - "Je suis insomnia." - "Et alors? Ton pas!" - "C'est quoi ça ici? Un PD." Clash! How can I leave my body? En Vagin. Oui oui, oui oui, oui oui! Je n'aime pas, vulgaire! Remettre. Tout court en liberté. Elle bais(s)e. Je ne comprends plus rien. J'en ai marre. Non je ne comprends pas. Eh bien c'est une terrible bagarre hein. Vite, oui, c'est la bagarre, terrible. C'est la guerre. Cool off man. Schuif mijn tish niet onder de fauteuil. Ja tish een spelleken. Ik ben kreupel. Orange kan mijn kloten kussen. Een sinaasappel hebben? Ze kan mijn kloten kussen. Tic? Ja dat is de vermoeidheid. Moet ge een tic hebben? De trein is daar. Ja de A is de meest voorkomende letter van het alfabet. Het leven is een spelleke, en Bioukaratch en Madariatzu zijn toverspreuken. VJ Cat ain't got no but(t)s. Ah oui, ça ne sont pas mes oignons hein. Ah oui j'ai oublié, on DORT! Je re-pète: Pamela est bonne à rien. Laquelle? Mais toutes les filles s'appellent Pamela. Sssssssss ... watt! Soit. Ah ça fait mal! Ah ça fait mal! Ah ça fait mal! T'as du feu? MAGNI-FIK! Cannibal Corpse. C'est les surdoués des nons. The Cult of Snap. Ja ik Snap het ja. World Power. I've got the power. Un zinzin. Glimlach, verdwijn. Aaaah the trenches! Mad? Dwijs? Yes you can. Ik ben vulgair. Ma NU? Je crache quand je parle. Het gaat vooruit: de ene klant na de andere (le bijoutier). Angst! Maak uw Testament! Moet dat met een hoofdletter? Ja natuurlijk, dat is heilig. Ik weet het niet, ik heb precies een cutje zo, een cut-termeske. Waar zijn mijn gedachten? Say your prayer. Ik ken dieje van toet noch tiet. Whatever. Kim zit in mijn gat. Kim, ik ga mij kwaad maken. Ze verstopt haar hoofd in mijn gat. Ne kop is voor beesten. Ja dat is flauw. Het is om te sterven van het lachen. Sang plus? Positif. O négatif. Ik voel mij te plus voor mij. Ja ik voel mij niet goed. Naam! Naam! NaaaaM! Ge moet uzelf eerst onthoofden voordat ge een naam krijgt. Galg en rad. La loi est formelle: chaque meurtrier sera condamné à mort. De même pour les bourreaux. Ah ja, ik ben Ambrosius. Ca suffit. C'est bien comme ça. Je suis vulgaire. Je ne suis pas catholique. Qui va me contredire? Le monde entier. Je suis un chien. Highlights of the day: 1. Ik ben Ambrosius. 2. Gij kunt mijn kruis naar de hemel dragen. 3. If you don't care, I don't care either. Ik loop altijd de trappen op en de trappen gaan altijd naar beneden. Als gijle god zijt, legt gijle dan uit hoe ge uw leven moet herpakken. Liefde kent geen geheimen. Ik herinner mij wel wie ik ben maar ik moet seks hebben om daar boven te geraken. Ik zit vastgespijkerd en niemand wil mij naar de hemel dragen. Schaam u. (Maar dat zegt ge niet: ) Ik ben niet gelukkig en ik wil het zo graag zijn. Daar sta een piket (God), maar ik ben gevallen en ik moet altijd achteruit gaan, dus... Ik ben een verschrikkelijke mens. Ik ben een hoopje ellende. Dus... Dieu. Ca c'est mon seul but. Open gaan als ge alleen zijt is daarom nog niet slechter. Ze gunt mij nog geen blik. Des te meer eer voor mij. Nevermind. Je déraille de solitude. Ik ga zo heen en weer zo. Nu kan de wereld maar instorten. Het moest al lang het laatste oordeel geweest zijn. God is ook een aura. Ge moet altijd zo van een beetje psychologie omgeven zijn. Op zich is dat ook al psychologie. De geschiedenis van mijn psychologie is grotendeels mijn aandacht proberen naar buiten te verleggen. Psychologie is persoonlijk. Ik mag alles op psychologisch vlak. Mijn methode is: ik wijk geen millimeter van mijn piket. Een bloot meiske, goed gezegd hè. I'm not happy. Cut. Ik weet toch goed wie dak ben. Hou op met aan mijn oren te trekken. Losse flodders? Ik zal uw gat eens vol losse flodders proppen. Doe het dan. I will. Er bestaat geen toverformule om fier te zijn. Björk heeft een naam. Maar God is wel God (zijn positie). Dat weten we allemaal. Dedadde? Dat is niet mis te verstaan. God is boven allen. Iedereen is aan iemand ondergeschikt. Ik ben anders, ik schik mij niet onder andere mensen. Een uitdaging? Ja maar ja, ik ben een dikkenek. "Jesten" is my middle name. De wilskracht van de dikkenek. Durango-style. Ik heb een gat in mijn handschoen. Ik heb een kogel in mijn hand gekregen. Zelfs de besten verliezen ook wel eens. Alleen door een mirakel hou ik van slijmballen. C'est le bled. Dat wil zeggen dat de inspiratie wegzinkt. Spreken of zwijgen is hetzelfde in sommige gevallen. Allee ge moet nu niet overdrijven hè. Ik ben precies een kwakzalver. Dat zou een meisjesnaam kunnen zijn: Dannida. Er zou meer respect moeten zijn voor God. What more can I say? Ik bedoel, what more can I say? Ik ben de onverschilligste. Will Smith kent het verschil niet tussen onverschillig zijn, en buikpijn hebben. Ik ben een echte prof in sur-place doen. De magie is precies weg. En als het u niet zint kunt ge mijn vagina kussen. Jawel, mijn vrouwelijk geslacht. Ik denk aan liefde. God is wet. Ik kan het niet helpen. Kom, doe maar, 2000 Volt. Volt, spanning. Als er 2000 Volt door uw lijf gaat zit er geen spanning meer in uw lijf. Welke freak heeft de waarheid begraven? Ik ben zijn ergste nachtmerrie, reken maar. Het vloeit eruit, het bloed. Waarom? Diep. Ik word boos. Wat een tegenwoordigheid van geest zeg. Ik ben Ambrosius? Het kan mij geen ballen schelen. Ja maar ik ben een holletje in de grond. Ik moet mij kalmeren in plaats van mij op te winden, dat is nog een stadium verder. Zoals een vulkaan. Die slaat zijn magma op tot als hij uitbarst, die moet zich ook kalmeren. Qui s'est épris de ma femme? De man waarvoor ik opgehouden ben met bidden. Die bestaat? Nu nog. Ik ben bijzonder irriteerbaar, dat weet ge toch? Ik weet niet wie ik ben ze, leg het zelf maar uit. Mijn leven is een beetje bucht bij elkaar geraapt. Let it be, Marijke. Nagel mijn linkervoet niet aan de vloer, dat is zwartgallig. Ze verwarren mij met een pijp, en maar rook blazen. En waar rook is is vuur. Een man is vuur, en een vrouw is water. Maar ik verzeker u dat als gans Afghanistan in de assen ligt, ik nog nooit één vrouw gezien heb. Eens dat ge bezig bent, gaat ge gewoon door hè. Succes? Verstand op nul en poepen maar... Mijn shuriken is een ster en uw dadelopening is befaamd, en samen weergalmen we tot in Parijs. Awel ja. En als ik morgen niet naar de hemel ga dan... Naar het schijnt zijt gij mijn vrouw hè. DAN GA IK NAAR DE HEMEL GAAN! Maar dan interesseert het leven mij niet meer. Gewoon, zet hem ergens waar ge van hem geen last hebt, en laat hem dan achter. Dat volstaat om een zwakke te overwinnen. Maar dan zonder hem gerust te laten. Dat is het ware probleem van de psychiatrische patiënt: dat hij niet gerust gelaten wordt. Ik hou van gewaagde spelletjes. Ik ben een kei in opstoppingen veroorzaken. Oppervlakkigheid is mij niet vreemd. Ja ja, ik ben een slet, zo één met een vagina. Een vrouw. Ja ja ik heb het al veel gedaan, MA ZO! Dat is niet gezond! En wat moet ge dan doen? Alles behalve een orgasme met een ander natuurlijk. J'emmerde mon monde. Je ne connais pas ça, un respirateur. Een adem-toe-stel. Ik ben een slet. En dan? Dat is het ware probleem. Ge hebt mij gekraakt en nu ben ik niet interessant meer, behalve voor in de peepshow, maar dat wisten we al langer. Zie, dat moet the seventh son of the seventh son zijn, die is overal behalve waar ik ben. Ja, ik ben een slet. Dat is iets special. MTV news! Jezus Christus heeft een zij. Nee serieus, Jezus Christus heeft een naam, hij is geen marsmannetje. Ik verga. Pervers. Vader is pervers in het bijzijn van haar dochter. Un fils de pute, wat is dat? Dat is een mysterie. Bij mijn weten is dat nog altijd: le fils d'une pute (sensible, et c'est tout). Niet zeiken. Ik ben een slet, maar niet eendert dewelke. Make room for me. Ik ben een slet. Ja ja een travestiet, nee een dragqueen. Succes? Waarom is The Eminem Show? Ik heb een dikkenek. Mijn naam reikt tot Papua Nieuw Guinea. Maar ik ben een slet. Dat is een lang verhaal. Ik krijg geen bevrediging. Om een lang verhaal kort te maken, goed aftrekken, met een bibberknuppel, een vibrator. Dat is een mysterie: waarom een vagina oordeelt. Doe gewoon rustig verder zoals ge bezig zijt. Als een meisje moet pissen mag ze dat toch zeggen? Aan tafel kunnen de feministen hun handen in onschuld wassen, en... I'll never forget it: een slet is niet deftig. Als een genie zich opwindt gaat dat gepaard met seksuele opwinding, dus sletten en genieën moet ge scheiden. Voor de vrouwen is er altijd onmiddellijk aanzien: the untouchables. I'm taking my day off. Als het het einde van de wereld is, herbegin ik. Is het nog niet het einde van de wereld? Ola! Il y a un ik, et ce n'est pas un hittentit. Little Earthquakes... Ik ken dat. Geef mij uw elixir en sterf. Give me life, give me pain, give me myself again. A ja ik leef, hebt ge het al gemerkt? Ik leef. I have the image of a clairvoyant, I have the velocity of Dracula, I have the sharpness of Chucky. Celebration is in sight. Wanneer is het laatste oordeel? Binnen 24 uur, en er zijn er al 12 gepasseerd. Dat is gearrangeerd: ik ga met die heks trouwen. Die bezemheks. I don't have peace of mind without you, no I don't. Marijke. Hebt ge gezien wat ik gedaan heb? En ik word daarvoor niet geëerd? Dat is om mijn afschuw duidelijk te maken, als ge wilt kunt ge hondebrokken uit mijn hand eten, zoals de kippen. I'm Dracula, the avenger, I'm unstoppable. En Chucky is gek. Ge moet er niet in geloven, maar ik ben een onbekende. Well alright, I admit it, I can't stand it no longer. Quand Ambrosius ouvre ses yeux, when Ambrosius opens his eyes. Ja wat is 't daar van? On the Alcove Hill, you don't give a damn about me. The Lord weeps over my situation, maar ik neem het hem niet in wraak af. Vaar wel, en de groeten. Heil zij met u.
Je denkt misschien dat je exact kan zeggen wat je wil, maar het is niet omdat je weet wat je voelt dat je er woorden op kan kleven. Veel te veel is veel te moeilijk om in simpele woorden te vatten. Ik heb in mijn leven al een hoop mensen gekend, maar mijn pogingen om aan de mensen te zeggen wat ik van hen denk zijn allemaal zinloos. Hoewel er over het thema van dit manuscript niet veel te zeggen valt moet ik mij wel tot de tanden wapenen om mijzelf verstaanbaar te maken. Waarschijnlijk zullen veel mensen niet snappen wat ik schrijf. De wereldsmart is verwoord noch uitgedrukt.
Ik ken u, u zal misschien denken dat God mij zal veroordelen voor al wat ik in dit boek geschreven heb. Ik zeg wat ik denk; als God mij dus moet veroordelen voor wat ik zeg, of schrijf, moet hij mij veroordelen voor wat ik denk. Want wat ik niet uit overtuiging geschreven heb, heb ik níet geschreven. Al de mensen die wat ik schrijf, absurd en belachelijk vinden maken mij tot een leugenaar. Doch ik behoor niet tot het soort mensen dat in een leugen leeft. Ik koester de waarheid, zelfs al zou ik de enige zijn. Al moet ik heel mijn leven tegenwind trotseren ter wille van de waarheid, het is voor mij geen punt. Eerder een genoegen. Dus ik bundel mijn gedachten en laat mij dan maar eens zeggen wat ik denk. De rechtvaardigen zullen er wel bij varen. Dat God mij hiervoor zou veroordelen is wel het laatste waar u zich op dit ogenblik zorgen over moet maken. Kent u geen mensen die steeds zeggen: "Dat kun je niet zeggen. Dat kun je niet weten. "? Wel, die mensen zeggen niks, en weten niks. Maar onderzoek uzelf eens... wat zegt u? Wat weet u? Want de mensen worden zich van hun angsten en tekortkomingen bewust in wat ze geloven, wat hun geloof ook moge inhouden, en daar vluchten ze voor... Ik schrijf voor liefhebbers van de waarheid. En God behoede mij voor valse uitspraken. Ik ben intelligent en mentaal sterk, maar ook: ik ben zo verstandig om mijn taak bitter ernstig op te nemen.
Want hoe ben ik er in geslaagd om dit manuscript te schrijven, denkt u? Omdat ik er het talent voor heb, goed, want zonder het talent gaat het niet, maar het is niet alleen talent, het is een combinatie van talent en iets anders. En met dat "iets anders" belanden we opnieuw bij wat ik net hierboven geschreven heb: ik ga namelijk de confrontatie met gedachten die confronterend zijn omdat ze mijn positie in de wereld in vraag stellen niet uit de weg. M.a.w. ik vlucht niet voor waar ik in geloof. Want hoe kan je je eigen leven overstijgen als je de wereld rondom jou niet in vraag stelt? En dat is nu net het onderwerp van mijn wil - mijn leven overstijgen - en tegelijkertijd het onderwerp van angst voor de wereld: de wereld in vraag stellen. Want om de wereld te veranderen is veel energie nodig. Want het klinkt allemaal goed en wel, de wereld in vraag stellen, maar wie het doet komt plots in een verlammend kluwen van belangen, partijdigheid en hechte banden terecht. Allemaal zeer emotionele aangelegenheden, met name "waar de klepel hangt". Het zijn beslissende factoren, als u begrijpt wat ik bedoel. En als u het niet begrijpt: het zijn die factoren die de basis vormen van waaruit elk individu uiteindelijk al zijn beslissingen treft. En veel futiele beslissingen samen, ik maak u er op attent, zijn ingrijpend!
Stel uzelf een doel dat onbereikbaar is en begin er dan over te filosoferen. Dat is wat filosofen doen. Mijn ideeën hebben niks met filosofie te maken. Mijn ideeën hebben alles met de realiteit te maken. Ik praat over de realiteit. Ik pretendeer weinig, maar één ding pretendeer ik wel: dat ik de mensen naar beneden trek, met hun beide voeten op de grond, en met hun neus op de werkelijkheid duw - laat dat desgevallend stinkende materie zijn, het draait hoe dan ook altijd om sterke gevoelens en emoties - en veel filosofen doen het tegengestelde. Wat is groot? Datgene waarvan je elke dag vindt dat het groot is, geen fantasie, geen illusies!
Ik hang mijn schriftelijk materiaal niet op aan bestaande literatuur, noch steun ik er op, afgezien van het Nieuwe Testament. De inhoud van mijn teksten op zich is zuivere geestelijke ontwikkeling, het loon dat ik gekregen heb voor de geestelijke arbeid die ik verricht heb van kindsbeen af, waarvoor ik God dank. Het is mij nooit gelukt om van al wat ik in mijn boek schrijf ook maar één iets tegen iemand te zeggen. De gedachten die ik neergeschreven heb in mijn boek zijn gereserveerd voor de mensen die mijn boek lezen en die de moeite doen om het te begrijpen.
"Elke goede gave, elk volmaakt geschenk daalt neer van boven, van de Vader der hemellichten, bij wie geen verandering is of verduistering door omwenteling. " (De Brief van Jakobus 1,17) Dit werk is mijn broedsel, mijn oogst, dat ik verkregen heb door het jarenlang bewaren van mijn integriteit, mijn scepticisme en in-vraag-stelling van wat ik gezien en ervaren heb in mijn leven, in een wereld die zich per slot van rekening niet au sérieux kan nemen. En ik kan ermee meewerken aan de éénwording van de mensen. Om maar te zeggen dat het niet vergeefs is, de levensstrijd waarin iedereen verwikkeld is.
Een wereldbeeld en levensbeschouwing dat op twijfels gebaseerd is, is een wereldbeeld dat er geen is! Hoe algemeen verspreid is het wel niet om geen wereldbeeld te hebben? Weiger pertinent uw ziel te verkopen aan de matigheid van de wereld, want het is een matigheid die met kwaad behept is, ja, met kwaad van duivelse oorsprong!
Vergeet niet dat wolven altijd in schapenvacht naar u toe komen, en u zal niet de eerste zijn, die op het eiland der illusies achtergebleven is. Boze wolven hebben geen plaats in een structuur die enigerlei macht belichaamt, behalve onderaan, en dan nog. Aan de ene kant heb je de zonde, en aan de andere kant de toorn, die er het gevolg van is, maar het rijk van de wolf, aka het eiland der illusies, zal op de dag des Heren als een ballon doorprikt worden, en dat geldt evengoed voor de armen als voor de rijken.
Laat u niet meeslepen en afdwalen door mensen die u spreken over ófwel de spelregels, ófwel de pionnen, ófwel het spelbord. Ik spreek u over én de spelregels, én de pionnen, én het spelbord, en dat is de enige manier om een volledig wereldbeeld uit te bouwen. Wie niet gedifferentieerd kan denken kan niet over het kwaad spreken, en tegelijkertijd bewust zijn van het licht. Wie niet gedifferentieerd kan denken kan niet ontmoedigd zijn, en ondertussen het rechtschapene onderstrepen. Wie niet gedifferentieerd kan denken is niet erg complex!
"Hoe lieflijk zijn de voeten van hen die het geloof verkondigen? " (De Brief aan de Romeinen 10,15) Veel mensen vinden het gek als iemand een afwijkende mening heeft aangaande de wereld, en daarmee iemand anders durft tegen te spreken. Want allebei kennen ze hun wereld, en weten ze wat not done is om te zeggen en wat niet. Want de gelovige verkondigt het woord vanuit zijn naam, die aan God toebehoort, hij behoeft de eer van de wereld niet, maar zoekt de eer die van de enige God komt. Want hoewel de meesten onder jullie de wereld als referentie gebruiken - de meesten onder jullie zijn niet erg bewust - toch zullen jullie in de hemel jullie erfdeel niet ontvangen, ongeacht hoe talrijk jullie zijn. De referentie van de mensen is een wereld die op het randje van ziek is, en dat is de wereld die ze verheerlijken. Niet zoals hij die gemeenschap heeft met Jezus Christus, en wiens overtuiging van een andere kant komt; want hij zal zijn erfdeel wél krijgen, ongeacht hoe fel de wereld hem isoleert. In dat opzicht mag hij zich gelukkig prijzen dat hij geïsoleerd is. Ik ben beter af alleen, met God, dan allemaal samen, met de duivel.
Wee degene die tegen de haren van de gangbare mening, tegen de haren van de trend, durft in te strijken. Terwijl u zichzelf onderwerpt aan een ondervraging, tot op het bot, opdat u voor de volle honderd procent van uw mening overtuigd zou zijn, staat er gegarandeerd een half leger lichtzinnige mensen zich te verdringen om de buit binnen te halen, hun gelijk te halen, d.w.z. het gelijk van de gangbare mening, de trend. In deze wereld zitten mensen op de hoogste schavotjes die zich meer zorgen maken over de invloed die ze zullen winnen of juist verliezen als ze ditgene zeggen, of datgene beslissen, dan over de WERKELIJKE invloed die ze uitoefenen. Ik geef veel meer om mijn gedacht te zeggen, dan om gelijk te krijgen, en ik voeg er nog aan toe dat elke rechtgeaarde mens er dezelfde voorkeur op nahoudt.
Het collectief bewustzijn staat in het rijtje naast gemoedelijke sferen, kille sferen, aura en liefde. En het collectief bewustzijn beïnvloedt de mensen, omdat ze contact hebben met het collectief bewustzijn. Vandaag is het verschrikkelijk moeilijk om het geloof te vinden omdat het volk niet meer in God gelooft. De mensen geloven sommige dingen op basis van illusies die anderen gecreëerd hebben. Het ware probleem is dat als de geloofwaardigheid een leven op zich begint te leiden de gangbare mening geboren is. Dat gaat zo: eerst neemt de schijn vaste vorm aan náár de realiteit, en dan verbergt de schijn de realiteit. We raken met onze gedachten verwikkeld in de weg die de andere mensen afleggen. Tel daar nog bij dat het altijd de strekking is, die telt voor de mensen, en dat het, onder slechte invloed, moeilijk is de nagel op de kop te slaan. De schuld van de buitenwereld en zijn gangbare moraal aan de teloorgang van levensbeschouwelijke inzichten die reeds als kind opgedaan worden, het afvlakken en in de kiem smoren ervan zodanig dat men op sommige van deze inzichten niet meer kan terugvallen, tot dit inzicht zelf, is revolterend. Om te bloeien moeten je wortels in goede grond steken. Iemands leven wordt gericht door de mensen uit zijn omgeving. Als de mensen een etiket op u kleven ben je voor die mensen te reduceren tot wat dat etiket ook moge inhouden. Plus dat je rekening moet houden met de tijdsgeest. Ofwel denk je zo veel mogelijk zelfstandig na, ofwel kunnen de andere mensen u wel gebruiken. Maar de mensen die vandaag hun ideeën afhankelijk stellen van andere mensen rijden zichzelf klem. Als je anders kan denken dan het geijkte stramien heb je een geestelijk leven, anders ben je een dier, een dier zeg ik u. Nu, het is juist moeilijker om op zichzelf vanzelfsprekend te zijn dan om een deel van het geheel te zijn.
Hoe meer iemand onrecht bedrijft, hoe minder hij zijn gedrag als onrechtvaardig gaat ervaren, en omgekeerd: als je iemand altijd van onrecht beschuldigt, gaat hij het op den duur geloven. Er zijn overál vicieuze cirkels. Alles went. En één van de oorzaken daarvan is dat gedachten in een maalstroom kunnen geraken, zodat men rondjes blijft lopen in een bepaald stramien. Nochtans overleven sommige gedachten omdat ze niet in vraag worden gesteld, of omdat de oplossingen niet onder de aandacht worden gebracht. Gelijk hangt ook niet van overtuigingskracht of verleidingskracht af. De waarheid hangt niet noodzakelijk van argumenten of gevoelens af.
Waaraan denkt u gans de dag? Aan uw persoonlijke kleine zorgen, of aan geld, of aan uw geloof? Meent u het echt goed met de mensen? Dat zijn allemaal vragen die over u veel zeggen. Want waaruit maak je je leven? Vanuit datgene wat je in je leven centraal stelt natuurlijk! Dus wie elke zondag naar de kerk gaat, bijna om zich eraan te herinneren dat hij tijdens de week geen enkele gedachte aan God besteedt - zijn gedrag zal geen vruchten afwerpen, zolang hij God in zijn leven niet centraal stelt! Wie God niet centraal stelt zakt geheid in hebzucht en zelfzucht af; wie over al wat hij doet, niet zegt "Ik doe het voor God. ", doet het geheid voor persoonlijk gewin en eerzucht.
Et si je perds mon boulot ? Et si je deviens malade ? Et s'il y a un tremblement de terre, et mon appartement s'écroule ? Ou s'il y a le feu, et mon appartement est mis en cendres ? Je dois donner mon argent et je reçois des bénédictions en retour ? Oui, c'est toute une histoire, tout un cirque, les cieux s'ébranleront et tout, vous n'avez qu'à sonder les écritures. Et les gens qui meurent de faim, les cieux ne s'ébranlent pas pour eux hein ! Et les gens qui n'ont pas de toit au-dessus de leur tête, les cieux ne s'ébranlent pas pour eux hein ! Moi je ne comprends pas ça hein, je suis trop bête ! Il ne suffit pas que Dieu dise que celui qui donne son argent bénéficiera de bénédictions ! Il faut des explications ! Il ne suffit pas que Dieu dise qu'il ne faut pas se faire de soucis pour avoir à manger, et avoir des vêtements, et que les oiseaux aussi ont à manger et tout ce qui leur faut, et qu'on vaut beaucoup plus que les oiseaux. Ces pauvres gens n'ont pas à manger, et ils n'ont pas de vêtements, alors à quoi la parole de Dieu leur sert ? Il ne suffit pas de dire que Dieu dise cela, il faut des explications ! Je ne comprends pas ça, je suis trop bête ! Vous allez me dire, les missionnaires : "Tu n'es pas bête! " Alors c'est ça, ce que vous me dites : "Tu n'es pas bête! " ? Alors c'est ça, ce que vous faites : vous me faites des louanges, comme ça je vous donne mon argent... pour des louanges !
De volwassene denkt dat hij goed is, en het kind denkt dat het goed is. Maar de volwassene heeft de macht om te doen wat hij wil, dat is het probleem. Ik ga niet zeggen dat als de volwassene zich met het kind bemoeit, het om zeep is, maar in dit geval is dat wel zo. De voet van de volwassene past niet meer in de nauwe schoentjes van het kind, en hij laat dan ook een grotere voetafdruk achter. Als de nauwe schoentjes van het kind hem nog zouden passen, zou hij zo nederig zijn om te beseffen dat hij het kind voor een situatie van damage control plaatst, een situatie waarin het kind gedwongen wordt de schade te beperken, schade waar het kind zelf geen verantwoordelijkheid in draagt. De volwassene creëert eerst een monster, en levert vervolgens het gif aan het kind om het monster met dat gif te verschalken. Het kind wil niemand vergiftigen, maar het monster moet weg. Damage control. Dat zei ik toch in de bovenstaande alinea: Jullie zendelingen (volwassenen dus) verwachten van mij dat ik jullie betaal om mij te prijzen. Maar wacht eens, waarom moet ik geprezen worden? Juist, ja: omdat ik dom ben. Dat waren niet de zendelingen die het gezegd hadden, maar mijn psychiater, ook een volwassene. Ja en dat ik dom zou zijn, is dat dan niet het monster? En het geld dat dient om mij te prijzen, is dat dan niet het gif om het monster uit te schakelen? Ik dacht van wel. Geestesziekte is een handicap. Ja, als ze zeggen dat ik geestesziek ben is dat een handicap als ik het wil maken in het leven, dat is waar. Een geesteszieke is een slaaf, een schizofreen, en een antichrist tegelijk. Nu stel ik u de vraag: Wie moet een slaaf gehoorzamen? Sorry, ik moet de vraag anders verwoorden. Wie moet een slaaf niet gehoorzamen? Dat is veel beter. Nu vraagt de prediker mij om geld en belooft mij als wederdienst de zegen van God. Nogmaals: Eerst ben ik dom, en dan moet ik mijn portefeuille bovenhalen om geprezen te worden? Ik wil het niet te ingewikkeld maken hè. Was het niet eenvoudiger geweest als de dokter van mij gewoonweg geen lelijk monster had gemaakt? Het tweede gebod zegt: "Bemin uw naaste zoals uzelf. " Sorry, Jezus had moeten zeggen: "Bemin uw naaste zoals uzelf, en maak van hem geen lelijk monster. " Als de regels niet op iedereen van toepassing zijn, is mijn aandeel in het leven ook maar een waardeloos stuk papier. En ik nodig iedereen met open armen uit om mijn aandeel over te nemen. U hoeft er nog geen eurocent voor te storten. Integendeel, u krijgt er gratis voor niks de groeten bij. De groeten uit de hel. Als iedereen de regels niet naleeft, moet ik daar dan voor boeten? A ja natuurlijk. Dat is mijn fout.
Vraag: "Hoe lang gaat dat verhaaltje van schizofrenie nog duren? " Men zou van mij kunnen verwachten dat ik tegen mijn psychiater moet zeggen: "Ik begrijp het. De psychiatrie is een godsdienst, die u in haar greep heeft, en u bent niet vrij om te zeggen en te doen wat u wilt. " Maar ik heb geen code nodig om mijn vrijheid terug te winnen. Dus wat gebeurt er: Om de x aantal dagen begeef ik mij naar de psychiater. Die verwacht van mij dat ik een sleutel in een slot steek of zoiets (een code) om aldus de deur naar mijn vrijheid te openen. Wat doe ik: Ik negeer hem, ben alsnog weer vrij, en de hele lobby van de psychiatrie vervolgt haar weg, regelrecht de waanzin tegemoet. Twee vaststellingen: Ten eerste; I don't need a code. Ten tweede; What sick demented contest did I enter? Als men mij vraagt om dingen te doen die tegen mijn geloof indruisen, en mij wil laten geloven dat daar het licht aan vasthangt? Ik hoef helemaal geen dingen te doen die tegen mijn geloof indruisen om tot bij het licht te geraken. Ik moet wel dingen doen die tegen mijn geloof indruisen, maar die brengen mij niet tot bij het licht. Als u mij belet om tot bij het licht te komen, komt het licht tot bij mij, psychiater. Hoera!
Mijne plaid valt altij van mijne ligstoel bovenaan. Ma allee, da valt wel mee. Ik heb meer dan 300 goeie CD's. 300km/u. Tegen 300 per uur over den beton scheren me uwe moteur en me uwe smoel tegen ne verlichtingspaal smakken. This is no heaven... This is no heaven... This is no heaven... Het idee dat ik dit op het internet kan zetten. Een ander boek, hetzelfde, maar een ander. Ja, 't is allemaal sympathiek, op het werk. Enfin, ni allemaal. Of da's allemaal normaal zijn dat is wat anders. Ik moet eum... stoppen met roken hè en... ik mag het leven niet beëindigen. Hebt ge't gelezen? Wat ik belangrijk acht heeft een aanvang genomen. Dat is belangrijk. Dat er meer in mij is. Dat moet ik Jezus zeggen als ik hem zie. Mijn God. Le pigeon blanc, tu le sais bien, il apporte le bon message. Ik herinner het mij als was het gisteren. Ja, het waren zware dagen. Er was weinig activiteit op de radar te zien. 't is da roken altijd hè, waarvoor dak goesting em. Mais... no stress. Pas de problems. Why wouldn't you be able to do it when you've done it before. Huh? Just give ur self a good squeeze and massage your penis. No worries. 't is beter da'k blijf schrijve op da klote papier dan dak een sigaret opsteek. Mille just! Wat doen ik? Ik leg mijn bic neer en ik denk aan een sigaret. Ik ga alleszins geen maanden aan een stuk zeiken over stoppen met roken zoals die ene keer in het zothuis. Geen gezeik. 't moet gewoon den tijd nemen dat het moet nemen, dat is alles. 't is nog maar blz.3 van 240 blz. of zo en der zal nog meer fuck en shit in voorkomen. YOUBETCHA. Dat er nog meer fuck en shit in zal voorkomen. Maar sigaretten niet. Neen, dat, dat gaat niet. Omdat ge het leven niet moogt beëindigen. So just go... go and find some other shit. And he went... Ja da zou nen titel kunnen zijn. 't zal maar euh... 120 blz. ne meer telle. Da's al maar den helft ni meer. Da's al meer in de richting van mijn eerste boek, en minder in de richting van mijn tweede boek. Ge moet ni zo verlegen zijn over uw boeken. Ouai... j'ai écris deux livres, et c'est terriblement magnifik.
Ik begin het al moeilijker te hebben. Ik heb ondertussen een sigaret opgestoken en ne keer van mijne coca gedronken, en ik voel er mij ni beter van. BOOM. This is something like what is being known as a writer's block. But no worries. Shit goes on. Tougher as ever. Brighter as the stars. It's not like I should quit bcz it's not interesting. It is interesting. It's worth far more than that. Ter zake. Nee, ik moet ni hebbe van den drugs en alles en sigarette en alcohol en psychoactieve medicijnen. Dad is allemaal veel minder belangrijk dan de geest. Dad is nog is een woord: de geest. Dad is belangrijk. En toen zette ik Moby op. Nee, er zit meer in mij dan dat. Ik herhaal het nog is. En dat het dat is dat belangrijk is. Niet dat je verondersteld bent in een onderwereld u goed te houden. So it's just craving and doing nothing and a eigen kas op fretting. A crappy situation. Even though nothing bad is happening. In mijn vorige boek heb ik geschreven: "'t is goe ma 't is ni genoeg. " Dat is waar. 't moe ni goe zijn ma 't moe meer zijn. Évidemment, là, j'écris, j'allume ma deuxième cigarette, alors que j'ai allumé ma première il y a deux pg. à peine. C'est bien ça, le no.5, à l'aise... I fly so high... & fall so low..." Dan moet ik dat zeggen... als ik zeg dat ik verondersteld ben het in een onderwereld wel te stellen... dan moet ik zeggen in een geestelijke onderwereld. No.6... I like. "One of these mornings... won't be there alone... you will look for me. " In't zothuis, liefde... ge verstaat mij wel zeker. No.7: "You leave your home for days and days... you leave ur home for days and days... " Dat heeft veel betekenis. Ge zou peizen dak expres de tracks met de blz-en heb laten gelijk lopen ma dat is ni zo. Ik zit op blz.8 en no.9 is aan het spelen. Wat is dat dat opstaat? An, Moby. "Sunday was a bright day, yesterday... dark clouds come... into the way. " No.11: zalig... the truth. It's just me and you and my sigaret... mijn glas Canada Dry, mijn boekje en mijn cigarette. This is my sex & drugs & rock 'n' roll... or it's supposed to be. "Oh my baby say goodbye... oh my baby don't cry... " How the idea of a woman would keep me on my feet. That's when you say it in English: geestelijk = spiritual. It's not a bad message. Telling u. And I mean it from the bottom of my heart. It's not bad. I'm not bad. Ik zou kunnen in een middeleeuwse geest zijn, maar ik ben niet in een slechte geest. Ik ben niet de heks die op de brandstapel moet. Ch'uis pas comme ça... pauvreté... richesse... en parler. Je suis peut-être bien obsédé par l'Évangile du Christ, ouais, peut-être bien. Jésus-Christ est le point lumineux dans mon existence. Il le restera toujours. "I don't worry... all the way. " No.18: mais c'est l'Évangile! Dieu existe, et je le sais. Le Saint-Esprit me l'a révélé, et aussi que Jésus-Christ est le fils premier-né et unique du Dieu vivant, et qu'il est mon rédempteur et mon sauveur, et celui du peuple. Et Jésus-Christ est mort pour prendre nos péchés et nos souffrances sur lui, et nous sommes réconciliés par le sang de son sacrifice expiatoire, et ainsi nous obtenons le pardon par sa résurrection. C'est dans ma tête, la croix. Ce qui n'est pas dans ma tête, c'est d'arrêter de fumer. Ik moet vechten tegen de schuld... vanonder in mijn buik zo... Ik doe mijn sigaret uit en op dezelfde moment heb ik goesting om een nieuwe op te steken. Ma geen zorgen. God zal deze clochards krankzinnig goed maken. De clochards van geest. Ik wandel niet in de leugen. Mijn ideeën zijn goed op orde, niet zoals de duistere wolk die boven de mensen hun koppen hangt. Ik probeer geen boek te schrijven waar zever in staat, ik probeer een boek te schrijven waar de bloedige waarheid in staat. Ik ben sterker. Ik ben sterker geworden met het geloof in J.C. Je suis le maître des plaines. De onderwereld in het collectieve bewustzijn... daar was ik. Grauwe facetherinneringen, met een kort zicht door de sneeuw. En in Linkebeek dan, waar de roestige asgeest mijn gezel was. Dat is waar de naam Ambrosius op gebaseerd is; een identiteit die de roestige lagen verdrukking op zijn schouders torst. De geest die in de ogen van de nachtuil nog geen leven ziet. In de grauwe ongevoelige geest brengen we barmhartigheid. Het licht in/uit de duisternis. Dat zijn wij: de gelovigen. "Tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en Zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf. " (Joh. 6,53) En dood zijn is niet aan ons besteed. Cuz we're the Church of Jesus Chr.
Het publiek imago van de meesten stemt niet overeen met hun werkelijke persoonlijkheid, de dag van vandaag. Het is verkeerd om zichzelf bloot te stellen met de grote middelen, zoals die van de media nu zijn, met al de show die er rond hangt, want dan lijd een deel van de persoon aan "overexposure", en wordt het ware potentieel van de persoon verwaarloosd en ondergewaardeerd. Er wordt van de mensen verwacht dat ze voor een beetje vuurwerk zorgen, voor meer vuurwerk dan ze eigenlijk klaar zijn, maar om correcter te zijn: eigenlijk niet precies MEER vuurwerk dan waarvoor ze klaar zijn, maar wel EEN ANDER SOORT vuurwerk. That's right: Satan wil de spelregels bepalen, het kader uitlijnen, of de lijnen (dus: de grenzen) bepalen waarbinnen de mensen hun ding moeten doen, waarbij hun geestelijke brandstof, en - zuurstof in rook opgaan. Ze worden gepusht door de big brother van de media totdat ze er hun kleren aan scheuren, en het resultaat is aangebrand. En dan is Satan in zijn list geslaagd: als de mensen hun geestelijke grondstoffen niet ten dienste van God inzetten, en DUS geen vruchten afwerpen. Neen, de mensen moeten zich laten inspireren door de waarheid, en laten leiden door de Heilige Geest, de Geest van de waarheid. DAT is het kader dat de hemelse Vader geeft, via zijn Zoon, aan alle mensen die zijn evangelie AANNEMEN, ja, WILLEN AANNEMEN. Het kader binnen hetwelk de mensen aan hun huis, dat is hun wereldbeeld kunnen bouwen. Binnen hetwelk hun inspanningen niet in rook opgaan. Binnen hetwelk ze correct kunnen oordelen, dat leren; goed van kwaad onderscheiden. Binnen hetwelk ze kunnen ZIEN wat dat is; een wereld waarin allen de kinderen van God met liefde bejegenen. The love generation: het klinkt mooi, maar het staat deze generatie niet duidelijk voor ogen wat dat betekent! Dát is erg! Maar op zich is er niets verkeerd aan een publieke mens worden met zachtere middelen, zoals die vandaag bijvoorbeeld bestaan op het internet. Het is beter zijn persoonlijkheid stap voor stap tot ontwikkeling te laten komen, en daarmee gelijktijdig zichzelf te outen, en zo gewaardeerd te worden om wie men écht is. In het koninkrijk Gods worden de mensen graag verafgood, geïdoliseerd, maar ze verraden zichzelf, want om de liefde Gods kan je niet heen.
Verraden worden is eigenlijk zélf als verrader aanzien worden. Of nog: het is pas wanneer je zelf als verrader aanzien wordt, dat je weet dat ze jou hebben verraden. In de voorgaande alinea zei ik: "De mensen worden gepusht door de big brother van de media totdat ze er hun kleren aan scheuren, en het resultaat is aangebrand. " In werkelijkheid worden ze gepusht om de weg van de dood, de weg van de duivel in te slaan, en die weg niet te verlaten, en wat volgt is daar en mooie illustratie van. En daar gebruik ik het volgende beeld voor: Je bent zoals een kogel in een geweer, en jouw geweer is een instituut van de duivel. Het wapen afvuren is een samenwerking tussen kogel en geweer. Dan kom je er achter dat het buskruit in jouw kogel de naam van Jezus Christus draagt en droeg. Wat doe je? Je neemt de naam van Jezus op jou, zoals elke leerling van God, die naam waardig, zou doen. Van zodra dat gebeurd is, wordt de lader uit de kolf van het geweer gehaald, en jouw kogel door andere vervangen. The thing is: onder degenen die het geweer afvuurden werden van het begin af aan vijanden van Christus geteld, mensen die God loochenen. En vanaf het ogenblik dat je zijn evangelie had aangenomen, konden dezen zich niet langer met jou verzoenen (in de hoedanigheid van: de kogel in hun wapen). En daaruit blijkt de zonde van deze handeling: uit het feit dat ze meer wisten dan jij, en die kennis in hun voordeel lieten uitdraaien, door jouw onkunde te gebruiken om jou te misbruiken; namelijk jouw onkunde, of hun kennis, over het feit dat ze op een bepaald gebied, in combinatie met het aanhangen van valse overtuigingen, sterker stonden dan jij; en die voorsprong tegen jou uitspeelden, door "samen te werken". Vandaar dat ik zeg dat degene die verraden wordt, áltijd de verrader is. Zijn vuurwerk is van het verkeerde soort. Hij beweegt zich in een kader, conform Gods geboden; die hem op hun beurt bescherming geboden hebben. "Het hart van een mens overdenkt zijn weg, maar Jahwe richt zijn schreden. " (Spreuken 16,9) De vat die de duivel op hem heeft is verzwakt. Zijn wandel wordt niet langer gedoogd in de gangen van de instituten van de duivel. De duivel is veroordeeld om tegen zijn zin toe te kijken hoe hij vooruitkomt. Machteloos.
In het koninkrijk Gods verkopen de mensen graag veel show om niet verraden te worden, maar de enige persoon die ze verraden, zijn zij zelf, want God ziet hun ware ik. Hun publiek imago stemt niet overeen met hun zelven, omdat ze op een gegeven ogenblik in hun leven hun vuurwerk binnen het kader van Satan verschoven hebben, waar deze hen met zijn spelregels heeft verraden, en ze zijn gevallen. When all they needed was a little integrity...
Ik heb die eeuwig weerkerende droom waarin ik mij in een duistere omgeving bevind, waarin gans de wereld met de stelling dat het mensdom in zijn geheel gevallen is, heeft ingestemd, maar waarin ik, desondanks geapprecieerd word omwille van de woorden die ik vertegenwoordig. En het treffende in die droom is dat ik niet geapprecieerd werd vooraleer dat de duisternis te goei gevallen was. En hetgeen mij daarin ontstelt is dat er eerst een oeverloos gepalaver nodig was, vooraleer de mensen uiteindelijk hun frank zou vallen dat de heersende klasse, de mainstream en de gevestigde waarden zelfvernietigend zijn, terwijl dat al lang duidelijk was. Die duisternis in de droom stoort mij ook helemaal niet. Tja, ik zal een eeuwig slachtoffer van de glorie zijn zeker. Dit is geen tijd om te gloriën hè, dit is een tijd om de strijd aan te gaan en alles op alles te zetten om niet ten onder te gaan, ja, om te bestaan, te leven. Één ding is zeker: Als de wereld zich zou voordoen zoals ze is, dan was ze veel grauwer, veel donkerder, en veel zwartiger, en ik zeg u: dan zou ik mij veel beter voelen. En dat komt alleen omdat de realiteit over-over-over-over-over-over-oververbloemd is! De realiteit is dusdanig ingepakt dat het gewone volk door de soevereine klasse een sprookje voor de ogen gehouden wordt. En een sprookje, het woord zegt het zelf, is niet de realiteit. Met dat verschil dat dit geen onschuldig sprookje is. Het is geschreven om de wortels die nodig zijn om een behoorlijk leven te leiden dusdanig te verduisteren en te doen vergeten, dat er in niemand nog de vraag zou opkomen: "Hadden wij deze wortels niet nodig? " Want er is geen evenwicht tussen rijk en arm. En wie wil het idee om het gewone volk een sprookje voor ogen te houden handhaven? De soevereine klasse, want voor haar betekent het gedijen van dat idee, het gedijen van haar bevoorrechte positie. De armen willen dat idee aan mootjes hakken, maar zij hebben niets te zeggen, noch in de pap te brokken. Want wil je invloed hebben, dan heb je hetzij geld nodig, hetzij aanzien, hetzij gezag. Dus de weegschaal is uit balans, en ze blijft uit balans. Dat betekent dat de scheiding tussen rijk en arm een feit is, en dat daar geen goed woord over te zeggen valt, en dat is nu net wat in de kiem gesmoord moet worden met alle mogelijke middelen die het daglicht schuwen: dat woord dat NIET GOED IS! O WEE wie zich daar durft aan te wagen: wie dan ook van het idee af te brengen, dat bepaalde mensen een sprookje voor de ogen moet worden gehouden. "Niet te kritisch zijn, " zegt Satan. En dat is dat, maar niet voor mij. Vervang nu het woord "rijk" door "succesrijk", en "arm" door "succesarm", en vorm uzelf een idee van het beheer van de straling van uw sprookjesfiguren. De straling van respectievelijk de succesrijke, en de succesarme. Want straling is groot geld! Ik wil eigenlijk alleen maar bereiken dat als de verpakking of de schone schijn, de werkelijkheid niet zo'n geweld zou aandoen, en niet zo zou verhullen, men onder het grote publiek kon zeggen: "Kijk daar: de vernietiging waar ze niet behoort, " en dat daar dan een gepaste reactie zou kunnen uit voortvloeien. Dat er komaf gemaakt zou worden met de bast voor onze ogen. Dat men onder het grote publiek zou zeggen: "Kijk daar: de vernieling waar ze niet behoort, " en dat daar dan ECHTE barmhartigheid van zou voortkomen, zonder egogeladen bijbedoelingen. Met een handvol zand in je benzinetank kom je ook niet ver natuurlijk. Dan helpt het niet om te zeggen: "Ja maar er zit toch benzine in! " Friedrich Nietzsche is er zo mooi in geslaagd er een stempel op te zetten: De herwaardering van alle waarden. Ik ben ook zo hoor; als ik mij niet super voel is dat al direct een ramp. Maar wie herwaardering van alle waarden zegt, zegt ontwaarding van alle slechte waarden. Dat heeft een REDEN!! En als ik mag besluiten dat ik zou opteren voor een beter leven en een hogere levenswaarde onder een donkere hemel, eerder dan voor een slecht leven en een lage levenswaarde onder een stralende zon. Ik ben niet meer wie ik was boven de oppervlakte, met dank aan de vuiligheid en onreinheden van de wereld, maar onder de oppervlakte ben ik des te sterker. De spinnenwebben in de riolen vangen geen insecten uit de riolen zelf, maar wel zij die van boven de oppervlakte achteloos komen aangefladderd. De rioolbewoners kennen de spinnenwebben; ze worden niet meer verrast, ze hoeven geen uitleg meer. En dat komt doordat ze dezelfde leider delen: Jezus! De mensen die het credo "soevereiniteit boven alles" eren, die raken hogerop. Paradoxaal genoeg, zijn ze niet op de hoogte.
54. Ik dacht al dat het internet niet met postbodes werkte
Een ster is de laatste waar Satan last van heeft, want een tevreden klant is namelijk geen lastige klant. Tussen een ster en een gewone man is de tweede met voorsprong de grootste spelbreker van de plannen van Satan. Een gewone man die desondanks hedendaagse afgoden domineert - die qua grootte niet moeten onderdoen voor afgoden zoals Farao in de tijd van de Egyptenaren - stelt de opzet en de machtsverhoudingen (die eigen zijn aan het kerkhof) van Satan volledig ter discussie. Die gewone man is geen gewone man meer. Hij wordt gesust, een bemoederend woordje, een beetje medelijden, en hij domineert geen afgoden meer, en stelt niets ter discussie. Gesteld dat die gewone man geen gewone man meer zou zijn maar een ster, dan zou ie evenmin stokken tussen Satan's wielen steken. Integendeel, hij zou hem nog een handje toesteken. De reden daarvoor is heel eenvoudig: omdat bij een ster bewegingen plaatsvinden bovenaan (op die plaats die ik de [boosaardige] hemel noem), en die ster niet in de hand heeft wat er qua bewegingen van het kwaad die onderaan plaatsvinden (onder de gewone mensen) gaande is. Omdat hij volledig, of alleszins in te grote mate opgeslorpt wordt door wat zich in zijn hemel afspeelt. Want daarboven is de waas, die de ogen van de mens verblindt; want er is hoger, maar wie hoger zegt, zegt meer. Meer misleidingen, meer verleidingen, meer onzuivere voorstellen en meer druk. Daar laat het leeuwendeel van de sterren zich aan vangen. Ook ik ben momenteel de grootste lastpost voor Satan die ik mogelijk kan zijn. In deze situatie wel te verstaan: nu dat ik onbelangrijk, onbetekenend en onbekend ben. Ik heb de potentiële macht om de Farao's van deze tijd te veroordelen, en dat is de reden waarom mijn boek mij uit handen wordt genomen.
Er zijn natuurlijk genoeg mensen die hetzelfde kunnen als de sterren, maar dan 10 keer beter, maar niemand mag die situatie omdraaien om haar recht te zetten, want boven moet boven blijven, en beneden moet beneden blijven. Bij de sterrenstatus vinden de bewegingen van het kwaad bovenaan plaats, en die moeten ten gunste van de sterren, de complotberamers en de maffiosi uitdraaien. Die luchtbel mag niet openspatten. Normaal zou ik zeggen: "Zie daar; de duistere krochten van het universum. En zie de maden! En dat is al wat de mensen mij misdaan hebben in mijn leven. " Daarom verklaren ze mij zot! Omdat de schuldigen niet verantwoordelijk willen gesteld worden. Daarom zetten ze mij op een zijspoor. En ik blijf maar schrijven. Straks is het WC-papier op. En hoe gaat ge dan uw gat nog afkuisen? Ik heb goed WC-papier, maar ja, als mijn WC-rollen op miraculeuze wijze verdwijnen, dan zal je het op een andere manier moeten oplossen. De schuld kan je niet laten verdwijnen, maar degene die de schuld aanwijst wel. Maffiosi! Complotberamers! Satansgebroed! Voor hun voeten ligt de diepste put die ze zich kunnen inbeelden, en die is speciaal voor hen voorbereid. En toen kwam de waas voor hun ogen. En toen haakten ze af. Alles kon en alles mocht. En de absolute wetteloosheid heerste. Alles was in één oogwenk verdwenen en vergeten. En er was niks gebeurd. En er is geen enkel relaas van de feiten achtergelaten. Maar dat maakt niet uit. Het WC-papier kan je wel laten verdwijnen, maar de stront niet. Dan zeg ik: "Wie zijn dat, die mij mijn boek uit handen nemen? Wie zijn dat? " En het antwoord luidt: Dat zijn democraten! De democraten van de Radu Radu.
Dat alles doet niets af aan het feit dat mijn taak imperatief is, u in te lichten en te waarschuwen voor de heerschappijen van vandaag, die zich spiegelen aan de heerschappij van Farao, en met name voor het feit dat hun ondergang op handen is. Zoals de ondergang van het rijk van Farao. Ten tijde van de Egyptenaren. And I did it again! Ik zeg: Nul vertier, alleen WC-papier. A ja, want het enige vertier dat er is, is WC-papier. In een democratisch land heeft iedereen een stem. Waar is het mijne dan? Ik heb geen stem. Als het aan mij lag, dan zou de brief wel aankomen.
Vertrouw niet op wat normaal is voor de wereld, maar niet normaal is voor God, want wat is normaal waard, als het niet normaal is voor God?
Ik heb deze brief geschreven om een en ander misverstand te doorprikken, aangezien het beeld dat de mensen van mij hebben niet fraai is.
Ik denk dat ik er in geslaagd ben om iets dat op zijn zachtst gezegd zeldzaam is nauwkeurig te beschrijven. Om een overzichtelijk geheel te bekomen ben ik strikt binnen het kader van mijn onderwerp moeten blijven.
Anderzijds zou ik er willen op drukken dat ik een gewone jongen ben zoals iedereen.
Het klinkt tegenstrijdig maar mijn identiteit en mijn gevoelens zijn meer opgenomen in Mini-Me dan in mij, ondanks dat Mini-Me ver weg van huis is, zo ver weg van huis. Mijn echte ik is natuurlijk de organisatie tussen mijn twee sub-ikken.
Ik zou wel onmiddellijk alle twijfels over Mini-Me willen wegnemen: men zou hem een volwaardige mens kunnen noemen behalve dat hij in de beschrijving van deze brief past (ik maak geen grappen). Mini-Me is onafhankelijk van mijn andere sub-ik en zelfstandig. Hij is zoals alle mensen: je mag hem of je mag hem niet. Misschien ga je nu zeggen dat ik volgens deze beschrijving gewoon Mini-Me ben en dat de kous daarmee af is, maar niets is minder waar: ondanks de voorgaande beschrijving zijn Mini-Me en mijn andere sub-ik onvergelijkbaar. Mijn andere sub-ik en Mini-Me hebben een gewone relatie zoals een gewone relatie tussen twee mensen.
Men zou de mening kunnen toegedaan zijn dat ik gewoon Mini-Me ben plus mijn andere sub-ik en het bestaan van mijn overkoepelende organisatorische ik als mijn echte ik ontkennen want inderdaad, waarom zou ik nog iemand anders zijn dan Mini-Me vanaf het ogenblik dat mijn identiteit en mijn gevoelens meer opgenomen zijn in Mini-Me dan in mij? In ieder geval zou de mens die zou verklaren dat ik Mini-Me ben zich schromelijk vergissen.
OK maar hoe is dan de relatie tussen mijn sub-ik en Mini-Me? Zijn ze niet de dikke en de dunne of zo? Laat mij daar het volgende antwoord op geven: de kwestie sub-ik/Mini-Me is hier niet aan de orde. Dat wil zeggen dat ik mij buiten het kader van deze beschrijving begeef als ik Mini-Me en mijn ander sub-ego wil vergelijken. Het is zo al ingewikkeld genoeg. Voor alle duidelijkheid: ik beschik nog altijd over de volle honderd procent van mijn verstandelijke vermogens. Ik heb ze alle vijf trouwens verdomd goed op een rijtje.
Ik beantwoord aan geen enkele wetenschappelijke beschrijving en ik heb geen gespleten persoonlijkheid, noch een multipele persoonlijkheid. Als je mij zou vragen waarom ik zo ben en niet anders, dan zou ik mij genoodzaakt voelen om te antwoorden dat dat gekomen is door het leven zelf. Misschien ga je zeggen dat ik dat zeg om er van af te zijn, dat het te gemakkelijk is om dat te zeggen. Maar daarop zou ik het volgende antwoorden: dat dat gekomen is door het leven zelf is het belangrijkste. Het belangrijkste is het belangrijkste, of hoe moet ik dat eigenlijk anders uitdrukken?! Ik zou willen dat de aandacht niet van het voornaamste afdwaalt. Wat hier geschreven staat ligt vlak naast mijn identiteit, dat is alles.
De klasse waartoe iemand behoort laat u blijken door hem/haar liefde te geven. Of eerder door te snoeien in de liefde die u hem/haar geeft. Hij/zij is fysiek van anderen gescheiden door zijn stand, en die stand wordt hem onder andere opgelegd door boze krachten. En dan staat u versteld hoe erbarmelijk de lagere klasse is.
Als je op geen enkel van Satans voorstellen ingaat, kan je niemand meer onder je vrienden rekenen. Dan behoor je tot een soort mensen waar zelfs geen naam voor bestaat, want die naam is al in gebruik genomen door de mensen die Satan wél volgen: de katholieken. Ze leveren andere mensen uit aan Satan door over hen de baas te spelen, om in de gunst van de duivel te komen, en om een tijdelijk onderkomen en beschutting te vinden tegen datgene waar ze die andere mensen aan overleveren; en daarbij laten ze zich door angst drijven, en laten ze elke vorm van solidariteit prompt vallen, zonder zich daar verder nog één enkele vraag over te stellen. Dus dat is de deal die ze met Satan sluiten: "Ik geef je meerdere zielen in ruil voor mijn eigen vrijheid. "
Ze zijn in de gunst van de duivel, en misleiden de mensen, met als doel dat dezen zich bij hen zouden aansluiten, om hen op die manier geestelijk te laten inslapen en ooglappen op te zetten, omdat ze op die manier veel herinneringen laten wegglijden. Satan is hun beschermheer, en ze staan sterk genoeg om - als tegenprestatie - het bewijsmateriaal van de daden van hun beschermheer te laten verdwijnen. De mensen die zich bij de dienaars van de duivel gevoegd hebben, krijgen dezelfde ooglappen op als degenen die hen in bekoring geleid hebben, zodanig dat de doos wordt dichtgehouden, doos die dezelfde ketterij inhoudt dan die van de duivel zelf. Want als hun ooglappen zouden verwijderd worden, en de doos zou opengaan, zou haar inhoud aan het licht komen, en zouden ze om deze reden - samen met de doos - open staan voor vervolging, door dezelfde geest die daarvoor hun beschermheer was. Hij heeft ze nu al in zijn greep, ze zijn nu al geketend, dus als ze transparant worden inzake de dingen die deze demon op zijn kerfstok heeft, kan deze hen niet langer beschermen, en bescherming genieten ze overigens verder van niemand, bij gebrek aan een tastbare geloofsovertuiging. Dus dat is wel duidelijk dacht ik. Door het verduisteren van bewijsmateriaal, is er gebrek aan bewijsmateriaal, en bij gebrek aan bewijsmateriaal, is er geen schuld, en geen dader. De hulpkreet van de man en de vrouw botsen op een obstakel. Het woord wordt niet verspreid, en de mensen raken niet overtuigd van de noodzaak om tot inkeer te komen. Dat zijn twee punten die recht uit de doctrine van Jezus Christus komen: het woord verspreiden, en tot inkeer komen. Het woord verspreiden betekent niet enkel het woord van God verspreiden, maar kan over het getuigen van de meest uiteenlopende dingen gaan, waar deze mensen dus tegen zondigen, door gebrek aan transparantie.
Satan leidt de mensen gemakkelijk in bekoring. Het volstaat om hen te zeggen dat ze ergens geraakt zijn op de maatschappelijke ladder, en de ander niet. Zo'n mensen verdienen geen betere behandeling te krijgen dan de mensen die niet zo ver geraakt zijn op de maatschappelijke ladder. Maar dat werkt in beide richtingen: iemands status kan door hem niet alleen verhoogd worden, maar ook verlaagd. Het verlagen van de status van de dienaar van God, om hem of haar op die manier de strijd te doen opgeven, daar is het Satan om te doen. Het beroep dat de gelovige uitoefent geniet bijvoorbeeld weinig appreciatie. Of hij houdt hen bijvoorbeeld aan het lijntje in de psychiatrie. Of allebei. En daarbovenop kan de duivel het ook omgekeerd aanpakken: door de gelovige in de waan te laten dat hij juist goed bezig is, en hem zo de ondergrond van onder zijn voeten weg te grissen. Ja, diep kunnen zakken is een kwaliteit, net zoals zweven. Het ene is hoog, en het andere is diep, maar de duivel is er even hard op gebrand ons het ene te ontzeggen, als het andere. En dat zijn maar een paar voorbeelden van statusverlaging. In beide gevallen wil ie jou zodanig verlagen dat als je van beneden naar boven kijkt, jouw wereldbeeld zodanig verkleind is, dat wanneer de dienaars van Satan dan hun troeven uitspelen - troeven die nochtans zeer flets en middelmatig zijn - je daarmee al bevredigd bent, zodanig dat ze een punt kunnen scoren. Ze geven niet om gewogen billijkheid, recht (wat recht is), of met gelijke munt betalen. Daar malen ze niet om. Gods' rechtvaardigheid, het oordeel van God: ze malen er niet om. Ze willen niet doen wat goed is in Gods' ogen, maar wat goed is in de ogen van de mens. Ze willen bij God niets bereiken of niets verkrijgen, maar bij de mensen des te meer.
Je hebt de kroon, en de kroon is van de koning. En dan heb je de nabijheid van de kroon, en de nabijheid van de kroon, dat is de omgeving van de koning. En de dienaars van de duivel willen in de nabijheid van de kroon blijven en in de omgeving van de koning blijven, omdat daar voordelen aan verbonden zijn. En daarom willen ze de dienaars van God uit de nabijheid van de koning verwijderen, en uit de nabijheid van de kroon verwijderen. Waarom doen ze dat? Om hun status en hun ego te behouden. Hun status en hun ego is onrechtmatig, dus hoe behouden ze dat? Door leugens en bedrog. Hoe doen ze dat? Door de dienaars van God aan de ketting te houden. Door de wereld te misleiden, ter wille van het kwaad. Hoe doen ze dat? Door de waarheid te vervalsen. Daarom mogen er geen getuigen achtergelaten worden.
Goed nieuws is zacht. Als het zacht is is het naastenliefde. En is het naastenliefde, dan is het goed. Dat is een zacht lentebriesje. Mijn boodschap is geen zacht lentebriesje. Dus is het geen naastenliefde, dus is het niet goed. Maar ik zeg u: Bad news doesn't get any better than this. Je kan goed nieuws zacht laten klinken, en dat is heel gemakkelijk. Dan mag je nog de grootste stommiteiten zeggen; het blijft zacht, en dus barmhartig. En mensen die het gemakkelijk hebben vertellen goed nieuws, maar mensen die het moeilijk hebben vertellen slecht nieuws hè. Slecht nieuws mag je altijd proberen zacht te laten klinken. En als je daarbij honderd keer zoveel moeite doet dan degene die het goede nieuws zacht probeert te laten klinken, het resultaat is en blijft mijlenver uit elkaar liggen. Dus ik denk onwillekeurig: ik heb geen naastenliefde. Maar het zijn jullie die geen naastenliefde hebben, en die niet zacht zijn. Ik ben geïsoleerd, ja en alleen, ja en eenzaam; en mijn boodschap is dan ook geen zacht lentebriesje. Maar als ik ermee mensen zou kunnen bereiken, zou ik ermee mensen kunnen verenigen; uiteraard mensen die zoals mij zijn; voor wie het leven geen zacht lentebriesje is. Maar dan moeten die mensen nog wel bestaan ook natuurlijk; mensen die niet bestaan, kan ik niet bereiken, en nog minder verenigen. En die mensen zijn er blijkbaar niet. Dus ik verenig mij met mezelf. Er valt dus bijgevolg niets aan mijn alleenstaande toestand te veranderen, sinds je geen negatieve boodschap, maar enkel zachte lentebriesjes überhaupt aan de man kan brengen, waaruit ik besluit dat aan de basis reeds NIET ALLEEN zijn de conditio sine qua non is om zich met anderen te verenigen. Want ben je niet alleen, dan is je boodschap positief, kan je ze aan de man brengen, en meer bondgenoten vinden. Maar ben je wel alleen, dan is je boodschap negatief, kan je ze niet aan de man brengen, en blijft jouw enige bondgenoot jezelf. Ja, nu is het wel duidelijk welke mensen geen naastenliefde hebben.
Want de mensen die het gemakkelijk hebben vertellen het goede nieuws, en de mensen die het moeilijk hebben vertellen het slechte nieuws, en daar luistert niemand naar. "In de hoek, hè. En zwijgen, hè. En de vuile was niet buiten hangen, hè. " En de vuile was, van wie is die? A van de mensen die het gemakkelijk hebben hè. Alle tekenen wijzen in hun richting, maar daar zal een ander beslist anders over denken dan mij. Hoe kan iemand die het moeilijk heeft nu geen naastenliefde hebben? Dat is moeilijk, want hij wordt er toe gedwongen. Geen naastenliefde hebben is een luxe die hij zich niet kan permitteren. Il suffit de sonder la prochaine Parabole du roi Un-Oeil. Iemand die het gemakkelijk heeft veegt daar zijn kloten aan natuurlijk hè. Het allereerste dat hij doet op de eerste dag dat het hem voor de wind gaat, is tegen zichzelf zeggen: "Nu hoef ik naar niemand nog te luisteren (want niemand kan er mij nog toe verplichten). " Hij neemt zich die dag alleszins (vooral onbewust) voor om niets meer in te leveren (lees: niets meer te geven), want daar is het hem om te doen, op die bewuste dag: de controle waar hij controle over gekregen heeft. De macht om zijn eigen persoontje te plezieren, niet meer dan dat. Een ander, pfff... Nee, puur egoïsme, daar gaan we voor. In deze maatschappij zijn het de mensen die het gemakkelijk hebben die naastenliefde hebben, en de mensen die het moeilijk hebben niet, juist? Correct is het allerminst. Dat is de geloofwaardigheid die de leugen wegspoelt. Liefde bedekt tal van zonden, maar daarom praat ik dat nog niet goed hè. Dat laat ik aan de samenleving over.
Ja ja, goeie dingen zijn er om te begraven. Slechte dingen zijn er ook om te begraven. De mensen die het gemakkelijk hebben begraven hun eigen goeie dingen, opdat niemand ze hen zou kunnen afpakken, en begraven hun eigen slechte dingen, opdat niemand ze aan de grote klok zou kunnen hangen. Daarnaast begraven ze de goeie dingen van de mensen die het niet gemakkelijk hebben ook. En daarnaast begraven ze de slechte dingen van de mensen die het niet gemakkelijk hebben, ook al. Eigenlijk is er niets wat ze niet begraven. Er zijn diverse redenen waarom de ware mens van de laagste klasse moet verborgen blijven met een waas van onduidelijkheid, die elke vorm van aandacht angstvallig schuwt. De tegenstelling tussen de hoogste klasse en de laagste klasse gaat uit van premissen. Met name de premisse dat in de laagste klasse goede kwalitatieve waarden alleszins ontbreken, of tenminste dat die waarden daar zo zwak vertegenwoordigd zijn, dat er natuurlijk geen haar op ons hoofd nog maar zou overwegen of deze in competitie zouden kunnen treden met hun evenknieën uit de hoogste klasse, of niet. Daar is natuurlijk geen sprake van. In de realiteit is de hoogste klasse BANG om de strijd met gelijke wapens aan te gaan. De dag dat die strijd met gelijke wapens effectief zal aangegaan worden, dan ZAL de laagste klasse in bepaalde gevallen het heft in eigen handen nemen, en dan ZAL in bepaalde gevallen de zege aan de laagste klasse zijn. Dat is, ik herhaal, als er met gelijke wapens gestreden wordt. En als dat gebeurt, valt de premisse, waar de tegenstelling tussen de hoogste en de laagste klasse van uitgaat en op gestoeld is, volledig in het water. T.t.z. dan valt de premisse weg, en kan niemand nog een geldige verklaring geven voor hoe het komt dat de ene behoort tot de hoogste klasse, en de andere tot de laagste klasse. En boven moet boven blijven, en beneden beneden. Dus: begraven die boel! Begraven de goede en kwalitatieve waarden, en begraven de waarheid. En willen ze in de hoogste klasse die positieve waarden van die andere klasse begraven, dan moeten ze de onduidelijkheid, en de waas rond die mensen hun persoon, tot zo'n hoog niveau tillen (wat ze niet gemakkelijk valt), dat ze elke vorm van enquête over deze "individuen" pertinent moeten staken. Want de aandacht is de vriend van de enquête. Ze moeten hen letterlijk constant ongemoeid laten, en moeten ten allen prijze vermijden de bodem van de zaak om te spitten, want wie weet op welke geheimen ze dan nog uitkomen. Geheimen die tegen hen getuigen, begrijp je? "Deze mensen met een correcte en rechtvaardige veroordeling belasten is onnodig, want ze zijn zo al zielig genoeg, " is de manier van denken die ze als methode aanwenden om dit te bereiken; methode die op weinig tegenstand stuit, wegens: de gemakkelijkste weg. De verklaring voor het begraven van de slechte dingen van de laagste klasse is daarmee ook gegeven.
Voor de rest zijn de mensen die het gemakkelijk hebben, of noem ze de hoogste klasse als je dat verkiest, zo open als maar kan zijn. Zo open als een monopolie. Daar hoef ik geen markt bij te betrekken.
Je vais vous raconter la parabole du roi Un-Oeil. Il était une fois trois rois. Le premier, c'était le roi du souterrain. C'était un obscure. Le second, c'était le roi du morbide. C'était aussi un obscure. Le troisième, c'était le roi Un-Oeil, le roi de la solitude. Lui n'était point obscure. Et vous savez pourquoi pas ? Parce qu'il ne pouvait pas se permettre ce luxe ! Il y avait de la lumière, certes, mais c'était par pure nécessité, et ça, le roi Un-Oeil le savait mieux que quiconque d'autre.
Ik zet mijn zinnen op de vraag: "Hoe kan ik overleven in mijne kop? " Dat kan je goed zien aan mijn werk: de oorlog is nooit veraf. Zelfs al is het "maar" psychologische oorlog. Kunstmatige vrolijkheid is niet aan mij besteed. Ik leef niet in een kunstmatige luchtbel waarin ik alle mensen vlei en sus. Ik ben niet naïef. Purple rain is purple rain. Dikke shit is dikke shit. Ge kunt een hele lijst grieven schrijven, of ge kunt een heel boek vol grieven schrijven. En ge kunt zo blijven door gaan hè, in deze wereld. Er is materiaal genoeg. En ik kan nog wel een tijdje door gaan ze. Ik ben nog niet uitgeschreven. Dat zijn allemaal misbruiken. Machtsmisbruiken. De mensen haken af als ze bepaalde dingen lezen. Ze zeggen: "Nu lees ik niet verder. Dat lees ik niet. " Het is allemaal rechtmatig, wat ik schrijf. Sterker nog: het móet geschreven worden. Ik mag het klein gespuis omver kegelen, die van het ongevaarlijke soort, maar het satansgebroed, de mensen die écht van belang zijn, die van het gevaarlijke soort, daar mag ik niet aan raken? Dan ben ik link. Bloedlink. What's the matter, my dear? Mijn blog is in werkelijkheid gecreëerd voor de mensen die zich daar tegen willen afzetten. In mijn blog voer ik het woord alleen, you know what I mean? Het Belgische internet is zoals een grootstad, denk ik, in ieder geval denk ik dat er genoeg mensen zijn die met geen enkele mens een alliantie aangaan. Ik denk dat er genoeg mensen zijn die voor zichzelf oordelen. Ik blijf altijd mijzelf, ongeacht in welke omgeving ik geplaatst word, ongeacht de strekking van die omgeving, en doe nooit beroep op een leider, van welke clan dan ook. Ik ben maar een graffiti in een tunnel in Brussel. Mijn eigen, en mijn eigen oordeel is veel meer waard dan eender wa, dus ik voel mij ook gerechtvaardigd. Het draait allemaal om het verbond dat de leiders hebben met Satan, dat de mensen moet vastketenen. En als de mensen ervan overtuigd zijn dat ze Satan niet meer kunnen overwinnen, geven ze zich over aan de drang om anderen in hun val mee te sleuren. Ik hou van de tunnels. Bovengronds vrezen de mensen de ondergrondse tunnels omdat de maskers en luchtbellen daar wegvallen, en de burgemeesters er gelijk zijn aan de arbeiders; zonder hun persoonlijk legertje kunnen ze niet meer van achter het behang kruipen, staan ze blootgesteld, en moeten tot de bittere vaststelling komen dat ze, als het om een strijd met gelijke wapens gaat, tekort schieten. Onder de grond breng je alles in rekening van de schuldenaar, in de plaats van alles op de rekening van een ander te schrijven. De man die voor een hongerloon werkt heeft geen schulden, de miljardair daarentegen... doorstaat de test niet.
Het evangelie Volgens Marcus 10,25: "Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijke het koninkrijk Gods in te komen. "
Mensen die alles voor u doen, zodanig dat je zelf niets meer hoeft te doen, zullen u zeker niet groot en sterk maken, integendeel: ze hebben iets VAN DOEN, en het komt hen goed uit als ze de eer kunnen opstrijken. De eer opstrijken, zegt u? Hoezo? Ja, de eer opstrijken. De gulle gevers kan je niet zwart maken, je kan ze enkel bestoeffen. Dus als je iets negatiefs over hen durft te zeggen, hetzij tegen henzelf, hetzij tegen de anderen, dan ben je ondankbaar, en blijf je geïsoleerd achter, want je vaart tegen de stroom in. Dat is de reden waarom ze alles voor u willen doen. Is het leven nog niet triestig genoeg, dat ze ook nog moeten denken dat ze moeder Theresa zijn? Blijkbaar niet. Je verricht al het werk, en de anderen proberen de vruchten te plukken van al dat werk. Ze willen doorgaan voor mensen die alles voor u doen. Ze willen dat er over hen gezegd wordt dat ze alles voor u doen, om met de eer te gaan lopen. Alleen: door het feit dat jij het bent die al het werk heeft verricht, die de oogst voortgebracht heeft, zijn ze zich niet van de waarde van die vruchten bewust. Dat is een mooi voorbeeld van het gezegde: "Parels voor de zwijnen gooien. " Dus ze grijpen iets waar ze niet wettelijk toe gemachtigd zijn (toch niet volgens de wet van God), maar hun buit glipt hen uit de handen, want de uiteindelijke bestemming van hun buit is immanent (inherent) aan het gewonnen goed zelf, en ze zijn niet in staat om deze aanwinst te gebruiken, aan te boren, noch te exploiteren, omdat God hen de werktuigen die daartoe dienen niet heeft aangereikt. Dat is een mooi voorbeeld van de uitdrukking: "Dat was buiten de waard gerekend. "
Gelukkige mensen zien overal de schoonheid in, en hechten zich aan de schoonheid. Ongelukkige mensen zien overal de lelijkheid in, en hechten zich aan de lelijkheid. Je kan je afvragen of dat wel mogelijk is, ik bedoel zich aan de lelijkheid hechten, maar, ja, toch is het zo. Want ik ben aan de lelijkheid gehecht. Ik zal je een voorbeeld geven. Er zijn mensen die zeggen: "Brussel is mooi. " Als je mij vraagt of Brussel mooi is, dan zeg ik: "Ja, Brussel is mooi, omdat het lelijk is! " Architectuur is zoals politiek voor mij, dat, pfff... Hoe heet dat woord? Politiseren... ik ben niet gepolitiseerd. Een huis, of een gebouw... ik vind dat niet schoon! En Brussel is zo lelijk... als je dat niet ziet, dan ben je toch een beetje blind. Dat vind ik toch. Bruxelles, c'est moche. C'est beau pcq c'est moche.
De mensen straffen maar om zich heen teneinde de emotionele kredietwaardigheid van anderen schade toe te brengen, maar staan er niet bij stil dat het krediet van sommigen al lang opgebruikt is. De straf- en tuchtmaatregelen staan niet in verhouding tot de draagkracht van de geviseerden. Als je blind bent voor de draagkracht van de geviseerden blijft het rad der vernieling draaien. In principe heb ik niks tegen uw dromen, maar wat is uw droom? Iedereen is gelijk? Behalve de mensen die niet gelijk zijn, dan, zeker? Dat is een droom die ik bij de idyllische taferelen moet onderbrengen, en vandaag zijn idyllische taferelen alles.
Je moest eens weten hoe weinig redders er zijn, als ze achteraf geen groot verhaal kunnen opzetten. De verschoppeling zou ook best een moeder Theresa kunnen gebruiken tegen al de bloedzuigers die rond zijn hart krioelen, maar de verschoppeling heeft geen groot verhaal. De moeder Theresa's van vandaag zien een mooie hoofdstad met Europese instellingen, maar zien weinig heil in de wet van God. De rol van zorgdragende redder van de echte wordt overgenomen, en haar plaats wordt ingenomen. Men geeft het mandaat aan de verkeerde, en een tweede mandaat is er niet. En wie zijn dat, die het mandaat aan de verkeerde geven? Dat zijn zij die zich, als men ze nodig heeft, uit de voeten maken zo gauw ze kunnen, en zodoende de plaats vrijmaken, en het pad effenen, voor al de moeder Theresa's die mij onder mijn kluuten komen geven.