OVER LEVEN EN OVERLEVEN EN GOD EN SATAN EN RECHT EN ONRECHT EN WAARHEID EN LEUGENS ENZOVOORT ENZOVOORT (HEEL VEEL TEKSTEN)
25-12-2012
27. Op het gemakske
Pracht en lof zijn verdovende roesmiddelen, surrogaten voor de good stuff. Er zijn mensen die vol pracht en lof zijn, en denken dat ik niks van het leven snap. Het nadeel daarvan is dat ik geen erkenning krijg, maar het voordeel daarvan is dat ze hun verdediging laten zakken, en bijgevolg een vogel voor de kat zijn. Mij erkennen of herkennen, nooit, maar mij onderschatten als tegenstander, altijd. Story of my life. Ze graven voor mij een put, maar ik heb in die put leren overleven. Teneinde voor mij een put te graven, snoeien ze in de pracht en de lof, zaken die al geen deel uitmaakten van mijn inventaris van bij het begin.
Honger en verdriet zijn een geregistreerd merk, waar enkel de meer gefortuneerden een patent op hebben. Ik heb nooit geweten dat mijn honger, of mijn verdriet, van een bepaald merk waren, maar kom, indien dat zo was waren het beslist niet de juiste merken. Ik zeg dat omdat teneinde aanspraak te kunnen maken op barmhartigheid, het merk van honger, of het merk van verdriet, compatibel moet zijn met wat de wereldse afgoden naar voor schuiven. Ik ben dus van een andere parochie, want mijn verlangens en mijn kwetsuren zijn in Jezus Christus. Dat merk van emoties verdampt in het nirvana. Niemand begrijpt mijn verleden. Vergelijk het met een zwart gat, en al wat in de buurt van dat zwart gat komt verdwijnt, zowel kwetsuren, als bewijzen, als sporen. Dat is de grote verdwijntruc, en deze laatste trekt mij, en alles en iedereen waarmee ik in contact kom naar beneden, en het enige dat overblijft is de eenvoud. En een lege aula. En ik overleef dat zwart gat omdat ik al wat ingewikkeld is niet nodig heb, noch de pracht, noch de lof, en ik heb geen van beide ooit gekend. Op het gemakske, dat bestaat niet voor mij. En zo blijven wij bewaard.
De situatie is als volgt. De meerderheid bindt onveranderlijk de strijd aan met de oppositie. De afvalligen zijn de meerderheid. Ik ben de oppositie. 95% leert er niets uit. 5% wel.
Ma confiance en mes amis a pris un coup. Oui, un coup assez sérieux. Ils prétendent me connaître, c'est-à-dire l'homme que j'étais avant, qui n'était pas habité par l'esprit de Dieu, pas comme maintenant, que je suis bien habité par l'esprit de Dieu. Pour eux, l'esprit qui habite en moi, est une espèce de démon.
Mes pensées, ce sont toutes des imaginations. Ce sont toutes des fantaisies irréelles. Déjà, quand un copain que je connais depuis vingt ans, me demande si personnellement, je crois que je suis schizophrène ou non, je trouve ça ahurissant. Ca doit être les idées que je me fais. Ca doit être mon monde, dans lequel je vis. Ca doit être ma schizophrénie.
La persécution des chrétiens n'est toujours pas terminée. Comme moi, qui ai été déclaré schizophrène. C'est de la pure persécution. Pourquoi ? Parce que Satan a certaines armes que je désarmerais si l'on me déclarait sain d'esprit. Il me déclare schizophrène par l'intermédiaire des gens qui m'entourent. Mais je m'en fiche pas mal. Il le fait pour voler mon honneur, parce que je suis tellement formidable.
J'ai toujours été quelqu'un d'anormal. Je suis trop pieux pour ce peuple parmi lequel je suis né. On pourrait dire que ma gentillesse irrite les gens, mais c'est pire. Ma gentillesse est une INSULTE pour les gens. Les serviteurs de Satan sont gentils, moi, avec ma piété, je suis méchant. Ma piété est de la méchanceté accompagnée de folie, c'est simple.
Je me souviens de l'enfant que j'étais avant. Maintenant je ne peux plus devenir comme lui. Il est complètement brisé. Mon esprit était comme les chants de cent anges. Maintenant c'est le silence qui règne. Le silence de la nuit.
Het valt de mens gemakkelijker om een hele instelling uit de grond te stampen, dan een eenvoudige blik te werpen, een eenvoudig gebaar te maken... Terwijl dat alles is wat de mens nodig heeft. Dat bewijst wel hoe oneindig nietig de mens is.
Zolang ik zal doorgaan voor een stomme, zal ik niet veel zeggen. Het hangt er weliswaar van af wanneer. Anyway, dat is wat ik al wie tegen mij al gezegd heeft: "Ge zegt ni veel hè, makker! " toewens: dat hij voor eeuwig doorgaat als een stomme. Dan zal ik tegen hem zeggen: "Rejoyce! Rejoyce! " Stille mensen of mensen die niet veel praten worden niet meer geapprecieerd. Iemand de mond snoeren is gemakkelijker dan iemand aan de praat te krijgen. Zachte mensen worden zonder pardon in het hoekje gedrumd. Maar als een zwakke succes heeft staan de afgunstige mensen meteen om het hoekje om een graantje van zijn succes mee te pikken, en liefst zo veel mogelijk. L'opposition, fou, muet, welcome to the club!
Ik zeg: "You can't tell who's a bitch and who's not. " Maar je zou het wel moeten kunnen. Zien wie een hoer is. Of een bitch. Maar blijkbaar kunnen de mensen dat niet. De bitch denkt dat de normale man een lappenpopje is dat ze in haar armen kan nemen en vertroetelen, en dat haar een goed gevoel over zichzelf kan geven. Want een pop heeft geen eigen verlangens. En dus doet ze haar ding, ja, haar toneelopvoering: "Kijk! Ik buig mij vertederend over een popje dat niks doet, niet meer dan een stukje stof dus. Ik ONTFERM mij over hem. " Haar goede reputatie als vredestichtster is veilig gesteld en in één tijd is haar ontfermelinge in haar armen doodgeknepen en uit de weg geruimd, met "de beste bedoelingen". Ik snap ook wel: Als een anders prima appel opeens onderaan de mand floept, dan is dat omdat ze van een prima staat in een rotte staat is overgegaan, en haar bederf onder de gezonde appels tracht te verbergen. En de obligate toneelopvoering claimt alles te laten zien in een spetterend schouwtoneel van ongekend medeleven, dat dient om de vermoedens dat ze een bitch zou zijn weg te nemen. Dat hoort er bij. Ik ben ondertussen al zo wijs om niet anders te verwachten. Is ze erin geslaagd om mijn vermoedens weg te nemen? Nee. Is de witwasoperatie geslaagd? Ja. In de ogen van de wereld is ze zo doorzichtig als een opgepoetste lens.
Maar zo doorzichtig is ze niet. Dat een man een pop kan zijn zonder eigen verlangens strookt niet met de werkelijkheid. En dat hij niet meer doet dan een stukje stof strookt niet met de werkelijkheid. De man achter de pop is veel virieler, en de bitch schildert hem af als een mietje, waar je bij staat. De bedoelingen van de bitch worden in het proces aan uw oog onttrokken. En dat proces maken zowel de dieperliggende bedoelingen van de bitch als de man achter de pop ondoorzichtig. De man achter de pop is net zomin een mietje als ik, en de wereld dwaalt. Zodanig dat het "mietje" ook onderaan de mand floept, net zoals de bitch, maar deze keer niet om zich te verbergen onder de gezonde appels, maar om te worden verborgen. Want de bitch heeft iets te verbergen, maar de man niet. Ik ben wie ik ben, en daar kan niks aan toegevoegd worden, en daar kan niks van weggenomen worden, en daar kan niemand omheen. Ja, de wereld dwaalt. Zodanig dat de man achter het popje niet gekend is door de mensen. En toch blijven ze bij de gratie van hun opgezwollen dikkenek in de waan dat ze hem wel kennen. En toch berusten ze er in hun naïviteit in dat mijn vijand(en) voor mij wel publiciteit zullen maken.
Wat gebeurt er als de bron van alles wegvalt? Wat gebeurt er als het vertrouwde lichtbaken waar men zich aan vastklampt het plots laat afweten? Als men zich aan het goede lichtbaken vastklampt, dan laat ie het niet afweten? Ofwel klampt men zich wel aan het goede lichtbaken vast, maar het zijn de anderen die het licht uitdoen? Een tweesprong.
Als de expert de zaak niet meer in handen heeft, valt er een zekere bescherming weg bij de kleine, die niet zo'n mooie erfenis heeft gekregen, en aan wie het niet allemaal gegeven is. Dan heb je de grote, die wel een mooie erfenis heeft gekregen, en aan wie het wel allemaal gegeven is. De kleine moet ervoor opdraaien, maar de grote ziet dat helemaal niet als een tegenslag, doch wel als een nooit geziene opportuniteit. Die grote is bevoorrecht getuige, niet enkel van het wegvallen van de expert, maar van het wegvallen van zijn functie in het ministerie van expertise, en vooral van de voordelen van die functie. De bron van alles valt weg, en er vallen dingen uit mekaar, maar er komt wel een plaats vrij. En hij maakt van de verwarring gebruik om de situatie naar zijn hand te zetten, en zich de grootste rijkdommen toe te eigenen. Als de topexpert die de boel doet draaien wordt geschrapt, komt er een zeer lucratieve leegte, tot groot jolijt van de opportunisten vlak onder de top. M.a.w. Ze zeggen: "Goed, de expert was de bron van alles, maar nu de expert er niet meer is, zullen wij de bron van alles spelen. " Jammer echter voor bijvoorbeeld het ministerie van kansarmoede, dat te ver bij de top verwijderd is, veel te ver om op een erfenis aanspraak te kunnen maken. Welke erfenis? Als de expert de zaak nog in handen had, zou het ministerie van kansarmoede op de hoogte zijn gebracht, van het feit dat de kansarme mensen recht hebben op een deel van de erfenis van het ter zielen gegane ministerie van expertise. Zo ver zou de boodschap zijn doorgegeven. Maar nu zegt de kansarme mens: "Welke erfenis? " Hij is door de corrupte ratten die zich als eerste in lijn bevonden opzettelijk in het onwetende gelaten. Want ratten houden liever alles voor zichzelf. De ratten bouwen een vals plafond, om er hun grootste rijkdommen, te weten de autoriteit die aan het ministerie van expertise vast hangt, verborgen te houden voor de kansarmen die er onderdoor lopen. Eenmaal de bron van hun autoriteit goed verborgen is, staken ze prompt elke vorm van nuttiging van het desbetreffende gezag. Wat zijn ze blij dat ze niet meer zoals kinderen moeten zijn, en hun arm vooruit steken, en zeggen: "Ik ga ervoor. " Nee, wat ze wel doen is: ze richten zich tot de kansarmen onder het vals plafond, en zeggen wat anders: "Er zijn geen geheimen, er zijn geen bronnen. " De gezagsdragers in West-Europa zijn allemaal zo: Ze doen alsof ze open kaart spelen en eerlijk zijn, maar ze houden hun bronnen geheim. Hun eerste voorzorg is de sociale immobiliteit, en onmiddellijk daarna schreeuwen ze van alle daken dat alles mogelijk is. Het ministerie van expertise dient om de weefsels die het volk samenhouden te vrijwaren en te beschermen, door het correct gebruiken van de kennis, de expertise, en de solidariteit. Het ministerie van expertise is niet gemaakt om te worden misbruikt, of om er zichzelf mee te verrijken. Het is ook niet ontworpen om zoals de Mona Lisa van Leonardo Da Vinci in een museum te worden tentoongesteld, zodat het onder lof kan worden bedolven, en er verder niks mee te doen. De experten zijn verondersteld goede mensen te zijn, maar nu hebben wij experten die beweren dat ze altijd 'ja' zeggen, maar in werkelijkheid zeggen ze altijd 'nee'.
Het Evangelie volgens Marcus 12,41-44: Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek toe, hoe het volk koperstukken daarin wierp, terwijl menige rijke er veel in liet vallen. Er kwam ook een arme weduwe die er twee penningen, ter waarde van een cent in wierp. Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak: "Voorwaar, Ik zeg u: die arme weduwe heeft het meest geofferd van allen die iets in de offerkist wierpen; allen wierpen ze er iets in van hun overvloed, maar zij offerde van haar armoe al wat ze bezat, alles waar ze van leven moest. " Het leven is zo: Iedereen wordt belast en moet iets bijdragen voor de kas, de collect(iev)ebus. De rijken geven van hun overvloed, en de armen van hun armoe. Maar ik wil het niet over kapitaalkracht hebben, maar over eerkracht. Zonder v. Eerkracht waarvan de waarde gaat van verering, over lofbetuigingen, tot eenvoudige complimentjes. De grote legt simpele complimentjes in de kas, evenals de kleine, maar alleen de grote houdt de eer aan zichzelf. En dus de kleine valt echt in een gat, want in de kas liggen helemaal geen lofbetuigingen, laat staan verering, en het is hij die zich daarvoor op de kas moet beroepen. "Want hij offerde van zijn armoe, alles waar hij van leven moest, " dat zegt Jezus toch. "Hij heeft het meest geofferd van allen die iets in de kas gelegd hebben, " dat zegt Jezus toch. Hij heeft vruchteloos getracht een comfortabele sociale situatie te creëren. Hij is de kleine, de onbelangrijke. De grote, de belangrijke is dan weer degene die zijn comfort echt heeft zitten opstapelen, en tot zulk een niveau verheven dat de mensen van hem bang zijn. Hij is zoals de Germans uit wereldoorlog II. De kleine heeft getracht zijn comfort op een solidaire manier te bereiken, de grote heeft naam en faam gebruikt om de belastingen langs hem heen te laten passeren. Dus hang die solidariteitsvaandel maar halfstok, en bejubel de kas een beetje minder. Het gebrul van de Vlaamse leeuw is een verhaal dat ik al lang ken ze. Tast eens in uw eigen buidel, en kijk eens in uw eigen hart. Maar als je dat zegt wordt de Vlaamse leeuw plots zo klein als een pasgeboren kuiken. Piep. Piep. Krenk mij niet. Ik heb niet.
Ik zal het eens over een andere boeg gooien. Als de eer oneerlijk wordt verdeeld, worden de talenten misschien wel eerlijk verdeeld. Niets is minder waar. T.t.z. Hoe God de talenten verdeelt laat ik aan Hem over, maar zoals gewoonlijk is het weer de mens die hier alles moet verkloten. Als een halsketting van 30 talenten in een juwelierszaak voor 1euro wordt verkocht, zou de kandidaat-koper kunnen zeggen: "Ik doe hier en goede zaak aan, want ik betaal 1euro, maar verkoop de talenten voor het dertigvoudige... " Maar nee! Want de 30 talenten kunnen niet voor meer dan 1euro verkocht worden, want niemand betaalt er meer dan 1euro voor! De diamanten die door de juwelier worden verkocht, worden door een expert geschat, maar om de talenten te schatten heeft hij geen expert, alleen om de diamanten te schatten. Er is geen expert, en de talenten van deze halsketting zijn volledig ondergewaardeerd en zwart gemaakt, wat de spectaculaire devaluatie van hun marktwaarde heeft veroorzaakt. Dan rest er alleen nog de vraag: Wie heeft ze ondergewaardeerd om hun marktwaarde te devalueren? De concurrent! De concurrent heeft namelijk halskettingen van anderhalve talenten en wenst de marktprijs van deze halskettingen te doen stijgen door de marktprijs van de halskettingen van 30 talenten te kelderen. Hoe kan dat, als het verschil tussen 30 talenten en anderhalve talent zo groot is? 30 talenten is maar liefst het vijftienvoudige van anderhalf! Ja, maar er is geen expert om de waarde van de talenten te schatten, en bij gebrek aan een expert is de waarde van de talenten volledig overgeleverd aan de willekeurige vervalsing, gepleegd door mensen die kansen gekregen hebben, die anderen niet gekregen hebben. In deze wereld krijgt ge bepaalde dingen, op basis van bepaalde verwezenlijkingen. Maar als ge op een bepaalde plaats geboren zijt, en bepaalde ouders hebt, krijgt ge de KANS NIET om die bepaalde dingen te doen, die er toe leiden dat ge bepaalde dingen krijgt. Ge krijgt de KANS niet!! Maar de mensen die kansen gekregen hebben, wie zijn zij? Ze zijn geboren in een afdeling die aan het gewezen ministerie van expertise grenst. En dat dat ministerie dient om de weefsels die het volk samenhouden te vrijwaren en te beschermen, en niet om er zichzelf mee te verrijken, daar hebben ze lak aan. Het ministerie van expertise mag dan wel niet meer bestaan, maar hun vader is Sinterklaas, en dat was een minister van expertise. Dus ze zetten zijn mijter op hun hoofd, en nemen zijn staf, om zijn gezag uit te stralen, en hun woorden kracht bij te zetten. En zo gebruiken ze hun erfenis als hun persoonlijke melkkoe. En dan zeggen ze: "Alles is mogelijk! " Maar er is helemaal niks meer mogelijk! De kennis van het ministerie van expertise, dat is broodnodig! Dat is het licht! In het ministerie van expertise waren tenminste experten die de juiste waarde van talenten konden schatten. Zo veel dingen zijn zo vanzelfsprekend. Maar wat ben je er mee!? Je hebt zo'n talenten! Maar wat ben je er mee? Soms heb je de indruk dat de mensen liever hebben dat je je talenten niet gebruikt, in plaats van dat je ze wel zou gebruiken!
De belijdenis van de keizer en zijn volk is een ander type belijdenis dan de belijdenis van mensen van het religieuze type, want het volk van de keizer en religieuze mensen zijn twee verschillende type mensen. De belijdenis van het volk van de keizer is beetje bij beetje dichter bij mensen komen om op die manier een gelofte van trouw te bekomen bij die mensen, en dus dat is de manier waarop zij denken.
Ik doe er alles aan om mij in hun gang te integreren, maar eigenlijk willen ze met mij niks te maken hebben. Het leven lacht ze meer toe dan mij, en als ze zich met mijn leven inlaten, kunnen ze niet vermijden om met hun schoenen in dezelfde smurrie te staan als ik. En ze zijn bang dat ze dan niet meer "de goei" zouden zijn. How is that? Hun plan was van bij het begin heel duidelijk: annexeren of dumpen - either way, ze zouden zich niet vuil maken. Ja, de weg die ik bewandel is niet met soevereiniteit aangelegd, vandaar dat ze van bij het begin nooit met mij een eindje wilden meelopen. En dat is vervelend, ook voor hen: het komt namelijk verkeerd over. Dus om voorbij dat euvel te geraken is er maar één oplossing: het verstoppen. En daartoe hebben ze een hulpmiddel: de spanning aanzwengelen. En hoe doen ze dat? Middels de volgende methode: de gelofte van trouw. Ja, de gelofte van trouw is als een verborgen net van koperdraden dat ze onder de oppervlakte van hun local territory uitgespannen hebben. En ze behouden zelf de controle over het aantal ampère's dat ze door het netwerk (van draden) wensen te jagen, want de gelofte van trouw is onzichtbaar voor de mens die gewoon zichzelf is als hij met de gang kennismaakt. Ik was een van die mensen. Ze waren een stel vrienden voor mij, maar het ging niet zo goed met mij; maar ze waren daar wel. En vreemd genoeg waren ze vanaf het ogenblik dat het met mij beter ging met de noorderzon verdwenen. Maar daarover vertel ik later verder. Ik was bezig met mijn uitleg over hoe een gelofte van trouw de spanning aanzwengelt, wat hen toelaat het feit dat ze met mijn ware ik niks te maken willen hebben te verduisteren. Zie het als een beest: het beest sluipt dichter en dichter bij mij, en zo dichter bij de spanning die er tussen hen en mij in zweeft, spanning die potentieel tegen hen kan getuigen. Want ik kom zoals ik ben. Ik heb mijn broeders en zusters lief. Niet zozeer bewust omdat het tweede gebod dat van mij eist, maar wie dat gebod niet respecteert is een overtreder. Dat is het bewijsstuk dat hen ten laste zal gelegd worden ten gepaste tijde. In afwachting verorbert het beest het bewijsstuk, zogezegd zonder dat iemand wat gemerkt heeft. La pièce à conviction verdwijnt in de maag van het beest. Zo is de gelofte van trouw, en ook zo: De gelofte van trouw geeft hun territorium dat extra zetje dat het nodig heeft om de spanning voldoende hoog te laten oplopen, zodat ze een overgewicht kunnen behouden tegenover elke potentiële indringer. Dat is hun methode om het overgewicht te laten voortbestaan: de ene spanning heft de andere op. Waar ik eigenlijk moet zeggen: hun spanning heft mijn energie op. Dat is een methode die in hun nadeel pleit, en die voor mij niet verborgen blijft, vandaar het label "indringer", of "infiltrant". Maar goed, de ene spanning heft de andere op, zodanig dat ieder potentieel conflict op voorhand onder tafel "geregeld" wordt. Op die manier komt de sjerp van de vrede hun kant uit. Maar dat betekent ook dat open kaart spelen er bij hen niet aan te pas komt. De ene spanning heft de andere op... even denken. Wat bekom je dan? Juist: nog meer spanning! Want de geschillen zijn niet opgelost, alleen maar verdrongen. Binnen de grenzen van hun territorium kunnen ze de vrede doen heersen met een streng uitwijzingsbeleid, dat er uit bestaat de rijkdom onder het eigen volk te verdelen, en de rest mag stikken. Maar vrede doe je niet heersen, vrede laat je heersen. In andere omstandigheden ligt dat wellicht anders, maar als ik als vriend kom, zie ik niet in... Op hun territorium voelen ze zich sterk, maar ze zien er tegenop als ze hun veilige thuishaven moeten verlaten. Dat is de moeilijkheid bij deze gasten.
Liefde is geen bezit. Voor hen komt liefde gevaarlijk dicht bij bezit, en het beste bewijs daarvan is dat ze getracht hebben mij in te palmen, maar toen dat niet lukte, lieten ze mij gewoon vallen. Hun oorspronkelijke plan was om mij te annexeren, wat eigenlijk daar op neer kwam dat ze mij wilden veranderen. Maar toen dat plan te ambitieus bleek te zijn, en ze zich genoodzaakt zagen om het op te bergen, hebben ze mij gelaten voor wie ik ben. Zelfs op een zwak moment had ik het in mij om geen slaaf te worden van een gelofte, ook al ging die uit van een gang die in die periode het overgewicht tegenover mij wist te verzekeren. Wat is er dan gebeurd? Ik ben sterker geworden. Gevolg: Ze verdwenen met de noorderzon, op zoek naar een nieuwe prooi die ze zogezegd konden louteren, om van hem of haar stiekem een slaaf te maken van de gelofte van trouw, het beest te voeden, en zich boven de nieuwe broeder of zuster te kunnen positioneren.
Het geloof is het geraamte van het leven. Geloven is zoals denken, want als we geloven in de heilige Geest, vloeien onze gedachten uit de heilige Geest voort. Het geloof moet op de realiteit geënt worden. Het geloof is niet als het ware een bedachte creatie, maar wel een spiegel van de concrete realiteit van ons leven. Uw leven hebt gij te danken aan God, en daarmee bedoel ik niet uw leven als geheel genomen, maar het feit dat gij van uur tot uur ademt, en daartoe in staat zijt. Ik bedoel het figuurlijk: uw geest die ademt, niet zoals uw lichaam maar uw geest die ademt om te zien, te denken, te voelen, te reageren en bewust te blijven, daartoe stelt God u elk moment van de dag in staat.
"Zij zeiden tot Jezus: Wat moeten wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken? Hij antwoordde: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, die Hij gezonden heeft. Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt. " (Het evangelie volgens Johannes 6,27-29)
Bidden voor zingeving is een soort piramide. Dan moet je eerst en vooral zien dat de piramide niet op zand gebouwd is, maar op rotsen. Die rots is het geloof in Jezus Christus. Dus wat houd uw geloof in Jezus Christus allemaal voor u in? Dan moet je daarop bouwen en kijken hoe je je leven met dat geloof kan invullen. Als je in God gelooft kan je vanuit je geloof vertrekken, en zo verder werken aan jezelf, en je leven. Je moet iemand hebben die in jou blijft geloven, zelfs als je iets zou misdoen, en waarin jij blijft geloven, zelfs als die persoon iets zou misdoen.
Want van God zijn de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid, en niet voor niets. Maar de kracht, waarvoor u uw hals zo uitstrekt, om er een splinter van te bemachtigen - het lijkt alsof zijn kinderen het doen om hun Vader te beschamen - die kracht is aanwezig in pure vorm en in overvloedige mate. U gaat misschien zeggen: "De schrijver is gek, hij loopt op grote voeten. " Neen, de ware toedracht luidt: ik ga niet voor minder. En dat zou u ook moeten zeggen.
Dat geloof brengt de motivatie op om het leven te leiden dat God specifiek van u verlangt, en bepaalt tegelijkertijd de taak die God u geeft. God helpt u om beslissingen te nemen in uw leven; beslissingen naar dewelke u op uw beurt de anderen kunt helpen.
En het geloof is niet alleen belangrijk voor UW leven, maar ook voor wat u aan een ANDER leven geeft, en daar put u dan weer bevrediging uit.
Maar wie dient er de gemeente Gods? Te veel mensen doen het niet, integendeel, ze vervolgen de gemeente Gods voor de goede werken die ze verrichten. Doch, boze werken brengen schade toe, en schade, daar is geen baat bij, ook niet volgens het luisterrijk oordeel van God, dat rechtvaardig is, teneinde ons tegen de boze te beschermen.
Iedereen heeft een finaliteit in zijn leven, en die is hetzij goed, hetzij boos, hetzij de behoeder, hetzij de boosdoener. Nu, u bent niet geschapen om zondermeer boos te zijn. De kwestie is uw leven aan de juiste handen toe te vertrouwen, die zich over u ontfermen. Ik vermag niks te bewerkstelligen in vergelijking met wat God mij bij machte is te schenken. Als u de juiste beslissingen neemt zal de heilige Geest uw leven tot zijn recht laten komen.
De mensen ondergaan elke dag hun dagelijkse beslommeringen, maar ze beseffen niet hoe gelukkig ze zouden zijn als ze de enige God in hun armen zouden sluiten, en God hen in zijn armen zou sluiten, en hoeveel intelligenter ze dan zouden zijn. Prijs de Heer. Hij laat u een werktuig van uw persoonlijke verlossing zijn. Mama, waarvan maak ik deel uit! Hoe klein je ook bent. Wat voor een klein deel dat je daarin ook bent, in het lichaam van Christus. Daar waar de mensen elkaar in de steek laten, laat Hij hen niet in de steek. Hij verlaat hen nooit, maar vangt hen op. God is rechtvaardig. God is de ader waardoor het leven naar de mensen toestroomt. Hij verjaagt naïviteit. Hij onderhoudt de gaven. Hij wijst ons steeds de weg in de savanne. Zie er dan ook op toe dat je niet voor het minste van het juiste pad en in bekoring geleid wordt. Draag er zorg voor dat uw geloof groot is, dan zal het leven alras meer om het lijf hebben.
Je moet naar de innerlijke toestand van jezelf gaan, en niet naar de innerlijke toestand van de wereld. Je moet niet naar het aardse kijken, maar naar het geestelijke. Je kan alleen maar dingen binden hier op de wereld, zodanig dat ze in het koninkrijk Gods ook gebonden zijn. En je kan alleen maar nalaten dingen kapot te maken in de wereld, zodanig dat ze in het koninkrijk Gods ook niet kapot zijn. (Zie het evangelie volgens Matteüs 16,19)
33. Vijandschap met God, vriendschap met de wereld
Wat is het beste? De slechtste zijn in het beste licht (geëerd worden), of de beste zijn in het slechtste licht (onteerd worden). Maar die vraag is overbodig, want ja, God heeft toch altijd het laatste woord, dus als je voor het altaar des doods staat heb je niets te zeggen, tenzij je God zelf bent.
"Trouwelozen, weet ge niet dat vriendschap met de wereld vijandschap met God betekent? Wie met de wereld bevriend wil zijn, maakt zich tot vijand van God. " (De Brief van Jakobus 4,4) Uw (vriendschap met de) wereld is bevredigend voor u, niet voor mij. "Indertijd, toen ge God niet kende, hebt ge goden gediend die niet werkelijk goden zijn. Maar nu, nu ge God hebt leren kennen, of liever, door God zijt gekend, hoe kunt ge u nu opnieuw keren tot die zwakke en armzalige krachten? Wilt ge weer van voren af aan hun slaven worden? " (De Brief aan de Galaten 4,8-9) Ik weet dat wat u bevredigend noemt slechts valium op een wonde is.
Ik begrijp dat velen zich onledig houden met grollen en grillen; niet dat ik het goedkeur, maar ik stel het vast, maar in de nieuwe wereld, die ons beloofd geweest is, en waarin iedereen God zal kennen, en waar onze tranen van onze ogen afgewist zullen zijn, kortom wanneer de eerste dingen voorbijgegaan zullen zijn, dan zullen zij met hun werken geen roem oogsten, noch nu, noch in de verre toekomst. Erger nog, zij zullen werkloos zijn in de ware zin van het woord, ongeoefend in het bedrijven van het goede. Verdriet uitlokken, daar valt geen roem voor te oogsten. Oordeel zelf; is verdriet uitlokken, overdreven hard zijn, de algemeen aanvaarde modus operandi van dit tijdperk, het gedrag, de mentaliteit en de moraal van vandaag is ronduit verderfelijk. Gij kunt jaren, maanden en dagen onderscheiden, gij kunt goed en slecht weer voorspellen, kunt gij de tekenen van dit tijdperk dan niet zien? Want vriendschap met de wereld betekent vijandschap met God!
"Wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat, maar wie zijn leven haat in deze wereld, zal het bewaren ten eeuwigen leven. " (Het evangelie volgens Johannes 12,25)
Elke bewustmaking die tot bekering leidt stelt veel voor, en in die zin ook elke afrekening met goddeloosheid! U zwicht voor duivelse verleidingen, maar door het nuchtere verstand laat u zich niet overreden. Het gedrag en de woorden van velen verspreiden zinloosheid! "Nu is het nacht; en hoedanig ieders werk is zal het licht doen blijken; want de dag verschijnt met vuur, en hoedanig ieders werk is zal het vuur uitmaken. " (De eerste Brief aan de Korintiërs 3,13) Op de dag des Heren zult u zich afvragen wiens deur(en) u ingetrapt hebt. Ideaal zou zijn als u het zich nu zou afvragen, en daar wil ik mij voor inspannen.
Wanneer Jezus Christus zal spreken zal zijn toon onder andere bitter zijn, en in dit slapende tijdperk zullen velen niet voorbereid zijn op die toon. Vandaag zoeken zij het zout der aarde, maar vergeefs, want zij zoeken God niet, en zij zoeken het zout niet bij God. Zij hebben het zout der aarde gezocht, en in hun zoektocht hebben zij zich van God afgewend, i.p.v. het bij God te zoeken. Maar die mensen zullen het zout niet vinden, want het zout is bij God te vinden, en in het geloof, dat is duidelijk.
Sommigen zullen voor het voldongen feit staan dat ze de heerlijkheid en eerbaarheid van al wat geschapen is niet kunnen herkennen en/of erkennen, en het onderscheid tussen goed en kwaad niet kunnen of niet willen toepassen. En waarvoor zijn deze mensen nog geschikt buiten de hel? Nergens voor.
Een bedrijfsleider wiens werknemers van zijn bedrijf een klucht maken zal niet langer in zijn mensen investeren, en zo zal het al de mensen vergaan die zich in laagheid laten afglijden. Nu is uw laagheid omsluierd, zodat gij zegt: "Ik kan mijzelf voordoen zoals ik wil, ja zelfs van de wereld een klucht maken", maar als de sluier wordt weggenomen komt het vuile, valse en onderontwikkelde aan het licht tot zijn/haar ondergang. De waarde van Gods oordeel is onschatbaar, en de vergelding komt aan Jezus Christus toe.
Het leed van de wereld is verwoord noch uitgedrukt, elke dag, van 's morgens tot 's avonds en 's nachts ook, en de dag dat ge dat gaat beseffen zult ge misschien willen BEWUST worden van wie uw Schepper is, wie uw verlosser is, wie uw behoeder is. WIE!
Voor mij is het duidelijk: kom met uzelf in het reine, leg uw schat af, en vervoeg u bij de rechtvaardigen wiens erfdeel op hen wacht, of wees een wolf, trek een schapenvacht aan, en teken uw vonnis!
"Niemand kan ontkennen dat de mindere altijd gezegend wordt door de meerdere. (De Brief aan de Hebreeën 7,7) Verwonder u er niet over dat op de dag des Heren het aantrekkelijkste in uw leven geschiedenis zal blijken te zijn. Vertrouw niet op de schijn. Wanneer de persoon, die gij persoonlijk het geringste schatte in uw wereld, de persoon waarvan u nooit gedacht had dat hij het was, die een leven lang u een hand boven het hoofd hield, toch die persoon zal blijken te zijn, zal daarmee ook aan het licht komen dat gij een ongezonde relatie hebt met uw eigen waarden, en dat het aantrekkelijkste in uw leven de emmer is waarin gij spuwt, en daaruit zal ook blijken hoe weinig gij uzelf respecteert! Gij verplaatst u graag als een figuur van een poppenkast op een wit paard, terwijl ik weet dat de groten van deze aarde zich verbergen uit schaamte voor het gekunstelde van uw verschijning.
Godslastering is gewoonlijk lasterlijke taal die rechtstreeks aan het adres van God geuit wordt, maar wanneer al wat ons, mensen, gegeven is door God, collectief aan onze zorgen ontsnapt en verwaarloosd wordt, ja, zoals een wees die alleen achterblijft, dan verlagen wij ons gedrag, en de manier waarop wij de schepping behandelen en langs die weg God, eveneens tot godslastering. De wereld is in een collectieve slaap gevallen, en de dag dat Jezus Christus een nieuw licht op haar moraal zal werpen, zal ze een mooi figuur slaan. Een heel mooi figuur! Er heeft zich mateloosheid in onze rangen vervoegd, waarvoor God ons gewaarschuwd heeft. Ik heb het gehad met de wereld. Zozeer zelfs dat ik er een boek over geschreven heb. Ik breek iedereen af, en om de stunt compleet te maken bouw ik, althans sommigen onder hen, opnieuw op.
Je mag evolueren in de goede zin, maar dan mag je al de dingen die je geleerd hebt in het verleden niet meenemen, want dan zouden bepaalde mensen, die in het verleden in jouw leven een negatieve rol speelden, doch ongestoord hun gang konden blijven gaan, door de mand vallen als rotte appels, in het licht van al dat nieuws. As much as you'd love that, my past is not erased!
In deze brief wil ik een gelijkenis voor u uitwerken, waarin ik voor de wereld het beeld van een appel zal gebruiken. Bij monde van de Mensenzoon, zal de huidige wereld vergaan, en er een nieuwe wereld komen. De spirituele dimensie daarvan wil ik even door een vergrootglas bekijken, door de appel een paar miljoen keer uit te vergroten.
Jaar in jaar uit, de wereld verandert niet. Echt niet. En als ze al verandert, verslechtert ze. De kern van de appel, van de aarde zoals we ze nu kennen dus, maar dan vanuit een geestelijk perspectief benaderd, bestaat uit het klokhuis met daarin de pitjes. Daar voeg ik nu het volgende aan toe: die pitjes zijn de mensen die rechtvaardig zijn in alle wegen van de Heer; ergo: zij zijn degenen die het goede zaad zaaien. Maar de kwaliteit van de pitjes laat te wensen over.
Rond het klokhuis, zoals u wel weet, bevind zich het vruchtvlees van de appel. Nu, als het binnenste van de appel rot is, is de rest ook verloren, en is de appel in zijn geheel weg te gooien. Het leven van het vruchtvlees is afhankelijk van het leven van het klokhuis. Bij deze: het vruchtvlees staat voor de mensen die de wegen van de Heer perverteren, ombuigen, er vallen in opzetten of er een mijnenveld van maken. Het vruchtvlees kan niet zonder het klokhuisje en het omgekeerde is ook waar: het klokhuisje kan niet zonder het vruchtvlees. In de hemel is de vreugde voor elk nieuw lid van het lichaam van Christus zeer groot. Zo ook hier beneden. Daarom zijn de leden van het lichaam van Christus vragende partij, want ze zijn even weinig gediend met verdeeldheid tussen de rechtvaardigen en de zondaars. Het vruchtvlees verkleurt, en het klokhuisje kan niet zonder het vruchtvlees, want de appel valt van de boom en wordt voer voor de wormen.
Nu, zondaars verdragen sneller de persoon die hun zonden sneller verdragen. M.a.w. die twee, dat zijn twee bondgenoten. Nu, elk dergelijk bondgenootschap vormt eigenlijk een soort eiland. Een eiland waar de waarheid niet op zijn plaats gehouden wordt. Een eiland waar de vermoedens van elkeen worden weggenomen. Een eiland waar het besef van de chaos volledig afwezig is. De voorwaarden voor een betere wereld worden niet ingewilligd, en de wereld verbetert niet, en als ze al verbetert, is het dat: een eilandje godbetert, dat zich afsplitst, en waarvan de inwoners enkel gelukkig zijn als ze alle solidariteit met de vragende partij laat schieten. Onze appel is verondersteld één geheel te zijn en te blijven, like nature intended, en als het vruchtvlees dan een eilandje op zichzelf begint te vormen, valt de innerlijke cohesie van de appel uit elkaar, en de appel as such ook.
Deze eilanden drijven in alle grote oceanen, maar drijven vooral af. Hun inwoners denken dat ze aan de anderen denken, terwijl ze in de verste verte niet aan de anderen denken, maar enkel en alleen aan zichzelf. Want ze geloven er niet meer in. Ze geloven niet dat ze de wereld kunnen veranderen en zich tegelijkertijd solidair kunnen tonen. Ze kunnen de wereld toch niet verbeteren, zo redeneren ze. Zo zal het natuurlijk niet lukken. Ze moeten ook een deel van de verantwoordelijkheid dragen ten overstaan van het geheel. Unity, you know.
Zoals gezegd, de appel valt van de boom en vergaat. De appel staat voor de aardbol en zoals de appel vergaat, zo sterven de zondaars in hun zonden. Maar het pitje vergaat zo snel niet. Ze wordt samen met het regenwater in de grond gezogen, krijgt een scheut en begint wortel te schieten. Het vrome pitje was altijd vragende partij, godvrezend, en "milieubewust", hoewel ze in de oude appel tot het bittere einde werd geminacht. Maar kijk: in de plaats van één enkele gezonde appel te krijgen, groeit het zaadje nu uit tot een heuse boom, dat in zijn bomenleven duizenden gezonde vruchten zal dragen. Nu vraag ik u: Is dat geen groot mirakel? Is dat geen nieuwe wereld?
Maar ik heb eigenlijk al een overgang gemaakt, en daar ga ik nu even op verder. Ik behoud de appel en diens eigenschappen, maar ik laat de wereld voor wat ze is, en de appel staat nu voor een mens, een individu, die uniek is en verschillende eigenschappen van zowel binnen- als buitenkant combineert. Akkoord; al wat ik tot nu toe geschreven heb zag je al van ver aankomen. De buitenkant vergaat, de binnenkant wordt gered. Da's een kleinigheidje. Doch wat krijgen we als we het geval omkeren? Het mooiste graf van gans het kerkhof. De buitenkant, die glimt. Die is AF, daar zijn we het over eens. Het probleem is: de binnenkant, wat er in ligt, in het graf... dat is minder mooi om te zien. Wie zijn dat, de mooiste graven van gans het kerkhof? Dat zijn de mensen die alle solidariteit hebben laten schieten, afgedreven zijn, en er niet in geloven. Nochtans, ik had toch alles omgedraaid?! Oei.
Een schuilplaats zal ik wel niet vinden. Hier midden in het bos... De grote hoer vindt mij altijd, en als de grote hoer mij vindt, wie vindt mij dan niet? Niemand, dan vindt iedereen mij. Of ja, als de grote hoer mij vindt, zijn er wel mensen die mij niet vinden, namelijk al de goeie mensen. Als de grote hoer mij vindt, is er geen enkele goeie mens die mij nog vindt. Dus ik denk dat ik daar in het midden van het bos een put moet graven, en mij daarin verstoppen. Blijkbaar is het nog altijd niet duidelijk dat ik niet met de verkeerde mensen wil omgaan. Ik vervul eigenlijk de rol van een pendule, een staande klok, met zo'n ding die de maat slaat, een pendule dus. Een seconde links, dan een seconde rechts, dan de volgende seconde weer links, enzovoort. Als de pendule uiterst links is zijn de goei aan het woord. Ze zijn heel goed bezig, het is een echte spraakwaterval, je krijgt er geen speld tussen. Ze kunnen het heel goed uitleggen. Goed bezig! Een seconde later is de pendule uiterst rechts, en is de grote hoer weer aan het woord. Het volstaat dat de grote hoer een scheet laat, en van al de goei aan de linkerkant, is er niet één die nog de verantwoordelijkheid voor al de onzin die ze één seconde eerder verkondigden, wil opnemen. Ze zouden nog liever hun eigen naam vergeten dan zich te herinneren wat ze gezegd hebben. Ik wil niet de defaitist uithangen, maar als ik van goed en kwaad wil spreken, moet er ook goed en kwaad zijn, en niet alleen kwaad. Dat is pure logica. Maar volgens Radu Radu is logica ook het kwaad. Zo, dan hebben we een verklaring.
Het optrekje van Ambrosius is zoals een boom, een heel bos eigenlijk. Een bos waarin je verloren loopt. Blijkbaar heb ik de mensen niet nodig als het zo zit. Ik bedoel: ik kies mijn vrienden zelf. En in onderhavig geval houdt dat in: nul vrienden. Maar dan maak ik mij ook uit de voeten. Dan maak ik mij goed uit de voeten. Ik zeg: "Welkom!" Maar er komt niemand binnen. Als iemand zegt: "Welkom!" komt er iemand binnen, right? Uiteindelijk wel. Maar na al die jaren... Het gevolg is dat Ambrosius zich diep in het bos heeft teruggetrokken. Of ik daar thuis hoor of niet, dat laat ik in het midden. "Ik was één van de gelukkigen die niet op het feest was uitgenodigd," dat ga ik ook niet zeggen, neen. La fête des patrons, daar was ik niet uitgenodigd, dat is waar, maar ik ga mij niet als een hond buiten aan de restjes van het feestmaal tegoed doen. En de feestvierders zich over dat idee, dat iemand daar de restjes aan het oppeuzelen is, verkneukelen, nee nee. Ambrosius is long gone and far, far away.
De goei die aan het woord komen als de pendule de linkerkant aantikt, brengen echte spraakwatervallen voort, tot als de pendule de rechterkant aantikt, en dan vallen ze bij commando compleet stil, terstond en in wederzijds akkoord. Het is een wederzijds akkoord, maar wel een wederzijds akkoord tussen de goei en de slechten, het is links en rechts samen. Op die manier zijn de goei dus niet meer de goei. Het is hetzij links, hetzij rechts, hetzij de kant van Radu Radu, hetzij mijn kant, maar niet allebei. Het gaat niet letterlijk over links of rechts, dat is figuurlijk, dat is een symbool! Dat betekent: vestig geen akkoorden die niet standvastig zijn, begrijp je?
En elke reactie lokt een tegenreactie uit. Als Radu Radu mij niet kan dwingen om haar mijn hart te geven, of anders gezegd, als ze mij niet kan dwingen om mijn hart te geven aan een verhaal dat oppervlakkig en onstandvastig is, trekt ze zich ook terug. Nee, ik moet mijn hart aan Radu Radu niet meer geven, ik moet mijn hart aan niemand meer geven. "Geef uw hart niet aan mij, maar geef uw hart dan aan niemand. Ik wil uw naam wel prijzen, maar dan ben je ook in mijn bezit, " zo is dus Radu Radu. Maar ge beeldt u dingen in! De waarheid is dat het nooit de bedoeling van Radu Radu was om mijn leven enigszins mogelijk te maken. Integendeel, ze heeft alles gedaan om mij bij potentieel geïnteresseerden vandaan te houden en vice versa, altijd, vanaf mijn geboorte. Ja, de ene heeft alles te zeggen, en de andere niet. De ene krijgt de steun van een brede groep vrienden, en de andere niet. Ja, ga je denken, maar iemand die de steun van een brede groep vrienden krijgt en interessant is, is niet zo oppervlakkig. Toch toch! Populariteit kan de oppervlakkigste mens interessant doen lijken.
Succes wordt u niet door uw sociale groep aangegeven, maar is uw eigen verdienste. Want de duivel verlangt van u dat u een verbintenis aangaat met een "leuke" sociale kring, door u met het niveau van succes van deze laatste te verleiden. It's your first step on the stairway to heaven: to make the connection. And you don't know any other stairs!!! U legt het verband succes-mijn sociale kring. Maar wat dan? Die "vriendenkring" bestaat uit een ketting, en is opgebouwd uit verschillende schakels. De ketting, daar ziet u enkel het uiteinde van dat tot bij u reikt, maar de oorsprong van de lijn is ten allen tijde aan uw ogen onttrokken gebleven. De eerste stap is voltooid: Uw verdienste verdient niet meer de aandacht die ze zou moeten verdienen, en in plaats daarvan is uw aandacht volledig naar het uiteinde van de ketting waar u de link gemaakt hebt verschoven. En dan rest er de duivel enkel nog maar de vislijn op te halen. Dat is de tweede stap, en die is minder leuk. De vis, dat bent u, en de sociale groep vervult hier de rol van het aas. En dit gezegd zijnde, het mag geen wonder heten: De duivel vindt u alleen maar leuk als het hem uitkomt. Eigenlijk werd de fout al helemaal bij het begin gemaakt: bij het connecties aanknopen. Want daar is een fout in het programma geslopen. Men kan zelfs ronduit zeggen dat uw computer zich daar een virus op de hals gehaald heeft. Als de leden van de parochie of andere club of sociale whatever denken dat ze zich kunnen permitteren u te zeggen dat u niet goed bezig bent, is dat omdat u hen daar een reden toe geeft. Als ik met hen een relatie moet aanknopen om van hen te horen dat ik niet goed bezig ben, dan bijt deze vis gewoon niet. Simpel. Vandaar dat ik zeg dat als de duivel onze aanhechting bij weet ik veel wat nodig heeft, hij dat enkel nodig heeft om ons in zijn boeien te kunnen slaan, om ons uiteindelijk gevankelijk weg te voeren. Maar ik, ik geniet van het menselijk contact, als ze mij niet in de boeien slaan.
Even een cliché aanhalen, en een verhaaltje dat op vele vlakken gelijkloopt met de procedure van de eerste alinea. Je bent jong, een kennis van jou biedt je drugs aan, en het is voor gratis! Daarna wil je meer en moet je er zelf voor betalen natuurlijk. De moraal is dat je beter je geld op zak kan houden en je ter dienst stellen van de goede zaak i.p.v. een druggebruiker te worden. Want zo werkt de duivel hè: met een listig lokaas. Het desgevallende lokaas zijn de drugs en de bijbehorende roes. Eenmaal de jongeman heeft toegehapt hoeft de duivel alleen nog maar de vislijn op te halen en hij heeft hem bij zijn... waar hij hem hebben wil. En zo wordt de gelijkenis met de eerste alinea pas echt duidelijk. De roes is een soort voorgekauwd succes. Het is niet hetzelfde, maar veel sociale groepkes zien er aan de buitenkant heel onschuldig uit, en aan de binnenkant hebben ze ook niet meer dan een roes te bieden. Je mag er van proeven, of je kán er tenminste van proeven, maar het maakt je afhankelijk natuurlijk. En zo houdt de boze man je klein. En dat is zonde. En niet de geringste. Daarom pleit ik voor de persoonlijke verdienste. En ik zeg: zorg ervoor dat je eigen verdienste van die aard is dat je van niemand afhankelijk bent, en als je van iemand afhankelijk bent, zorg dan dat het de goede Heer is, iemand die je kan vertrouwen. Want anders, hoe leuk de roes ook was, en hoe leuk de sociale groep ook was, anders zal je nergens op kunnen terugvallen. Wie de duivel voor zijn kar spant zal veel te vroeg de afgrond instorten. Het is met de persoon die zich met schijnheiligen en huichelaars inlaat, zoals met de persoon die zich met drugs inlaat, en zoals met de vis die in het aas bijt: ze weten niet right away welk vlees ze in de kuip hebben. Het vlees dat we in de kuip hebben is voor de vis misschien een made aan een haakje, maar voor de mens presenteert het zich onder een heel andere vorm. De vis is onwetend, ze kan het verschil niet zien tussen echt en vals, maar u, u bent een mens. Wees niet zo onwetend als een vis. Het is de vis niet gegeven, maar u wel. Hoe dan ook, de mens roept de hulp in van de maden om zijn vissen te vangen; de duivel roept de hulp in van de mallen om zijn mensen te vangen. Inderdaad, hij giet zijn volk in de mallen als vloeibare klei, en als resultaat krijgt hij perfecte evenbeeldjes, beeldjes van modellen. Als je zogezegd perfecte modellen, of mallen hebt om je klei in te gieten, en zo tal van beeldjes te maken, maar ze zijn allemaal hetzelfde!? En de verscheidenheid, en de diversiteit, wat moet daar dan mee gebeuren? Vervangen door uniformiteit, en conformiteit? De duivel legt de verscheidenheid en de diversiteit aan banden. De tekeningen staan al op papier, we hoeven ze alleen nog in te kleuren, zoals de kinderen. Door zijn voorbeelden naar voor te schuiven kan de satan al wie buiten de lijntjes kleurt onmiddellijk op de vingers tikken. Als je in combinatie daarmee rekening houdt met het feit, dat de roep van mal & model even sterk is voor de onwetende mens, als de roep van het aas voor de vis, heb je de methode die satan aanwendt om zijn volk in het gareel te houden. De methode om hun aansluiting, jouw aansluiting bij al wie samenkomt en zich verenigt, met zachtheid af te dwingen. Niemand begaat een scheve schaats, alle plooien zijn gladgestreken, geen mens die zijn nek uitsteekt, en kopje niet boven het maaiveld! Alles is vlak, alles is gelijkmatig, en in het beddenlaken is geen plooi waar de bok aanstoot aan zou kunnen nemen. Aanschouw: Iedereen is goed bezig; braaf en volgzaam gaan ze allen samen dezelfde richting uit, en hetzelfde lot tegemoet: recht in de afgrond! Waren dat grote mensen? Neen, want de duivel heeft ze klein gehouden. Maar ze droegen wel allemaal netjes een uniform. Daarom geeft de satan u medailles zonder u over de keerzijde van die medailles in te lichten. Daarom vervormt hij de waarheid. Om een vervolg te breien aan de ellenlange lijst van verzinsels die hij al bij elkaar gelogen heeft, en daarbij zo min mogelijk te worden gehinderd.
Embeded in hollowness The future lies marked out Before your feet Don't break the circle Play your part Remain silent in your seat
(Een kleine passage uit het oeuvre van Entombed)
De clubs trekken hun grenzen. En de voorbeelden trekken hun grenzen. De voorbeelden moeten ook, zoals het woord zelf zegt, een voorbeeldfunctie vervullen, anders werven de clubs geen nieuwe leden aan. Dus het lokaas moet voor de vis aantrekkelijk zijn, anders bijt de vis niet. Daarom rust de duivel de clubkes standaard uit met de aantrekkelijkste verkoopsvoorwaarden. Maar de voorwaarde "zonder bijkomende verplichting, verbintenis of engagement" maakt geen deel uit van die voorwaarden. De landen zijn doorspekt met socioculturele grenzen, en met nationale grenzen, en internationale grenzen, maar de exotische man zit in Zion, het land van de Heer. De muren en de grenzen zijn het laatste van mijn zorgen. Want eigenlijk heeft de exotische man bruggen geslagen die veel verder reiken dan een sociaal groepke, en al doende grenzen verlegd en muren gesloopt. En dat is het resultaat van zijn eigen verdienste. Kijk naar jezelf, en je legt veel grotere afstanden af, dan wanneer je dwangmatig het houvast nodig hebt van jouw onmiddellijke omgeving, en van wat er in jouw onmiddellijke omgeving gebeurt. Op korte termijn boeken de sociale controle winsten die onmiddellijk zichtbaar zijn, maar op lange termijn steekt het geloof van de wereldburger iedere kleindenker voorbij. De kleindenkers trekken de samenleving naar beneden, met successen die op het eerste zicht feller in het oog springen, maar achter deze successen houdt er zich een duisternis schuil, die heel snel haar schaduw over deze successen werpt, terwijl de wereldburger, en de exotische mannen het niveau van de samenleving optillen.
Wat wel eens over het hoofd gezien wordt is dat menselijke interacties en geloof het zenuwknooppunt vormen van al wat er in de wereld gebeurt. Of het nu gaat om frustraties of levenslust, al de gebeurtenissen zijn daaraan te wijten. En die gevoelens vinden hun uitwerking in de materiële wereld en de economie, de overheid en de overheidsinstellingen, het gerechtsapparaat, de cultuur, de sociologie, de literatuur in de brede zin van het woord, het gedrag van de mensen, zeg maar de beschaving zelf. Dat is de verantwoordelijkheid van alle functies die bekleed worden, in alle structuren waarin iedereen zich bevindt.
Is het niet zo... dat ik met de populaire cultuur niks te maken heb? Stations als Bockstael en Ribaucourt, om maar twee voorbeelden te geven, waar zoveel burgers elkaar kruisen terwijl ze op weg zijn naar hun bestemming, zijn toch het centraal punt van de vervoersmaatschappijen? En zo'n metrostation is toch tegelijkertijd ook het centraal punt van een bepaalde cultuur, een populaire cultuur; en ik moet die cultuur toch mijden? Ik mag er wel "op doorreis" zijn, maar ik mag er geen wortel schieten. Tja. In mijn kinderlijke naïviteit kwam ik nochtans veel verder.
Ja, "de" populaire cultuur... daar moet je een paar kanttekeningen bij plaatsen. De ene populaire cultuur, die ik Bockstael zal noemen, zet zich in feite af tegen een tweede populaire cultuur. Deze laatste heeft mij wel zo geneukt in mijn leven, dat mijn lijden onoverzichtelijk was, en zal geweest zijn. En dat zal ik niet vergeten. Dus tot nu toe is er 1 gemeenschappelijk punt tussen mij en Bockstael, namelijk: 1 gemeenschappelijke vijand. De kinderlijke naïviteit waarvan sprake in de eerste alinea moet zeker niet in verband gebracht worden met een andere vorm van naïviteit, met name het onbewust zijn van de miserie die onze gemeenschappelijke vijand, vertegenwoordigd door die tweede populaire cultuur, aan al de vrienden van Bockstael toebrengt, want die naïviteit is de kwaal van de natie.
Ja, terug naar de kinderlijke naïviteit; verlangen naar de verbroedering met een ondergrondse gemeenschap zoals Bockstael. Dat is ontroerend, maar ja, als het omgekeerd is is dat daarom nog niet slechter. Als je je gans je leven voor die mensen uit de naad werkt, en je komt bedrogen uit, dan ben je beter af zonder. Want dat maakt het werk lichter, en ook het leven. Dat is het voordeel van mensen van bij het begin op een onbevooroordeelde manier te benaderen. Om respectievelijk de goede, en slechte dingen eruit te halen, moet je jezelf eerst met het boeltje mengen. En wel om te leren wat er goed aan is, dan wel slecht. Dat is kennis die je uit de praktijk haalt, niet uit de theorie. En zonder die kennis stelt Bockstael met de nek aankijken toch een probleem. Je kan het probleem voor je uitschuiven, maar niet eindeloos, dus vroeg of laat heb je een probleem: je zal jezelf in de lade van die tweede populaire cultuur, onze gemeenschappelijke vijand, gerangschikt zien. Advantage: Bockstael, en met rede - een twijfelachtige rede, maar toch een rede. Jouw vooroordelen hebben jou de nek omgedraaid, want indien je NIET bevooroordeeld was geweest, dan had je je geest open gehouden voor de goede dingen van Bockstael, zonder je met de slechte dingen in te laten. Vooroordelen zijn de kennis van het gemak, gemak dat jou recht in de schuif van de gemediatiseerde would-be-succescultuur heeft geleid, cultuur die in wezen dezelfde wreedheid hanteert dan deze die van onze planeet de wreedste plaats van het universum maakt. Dezelfde wreedheid die de last op jouw schouders niet zal verlichten, nog in geen duizend jaar. De kinderlijke naïviteit was beneden jouw stand, de vooroordelen kregen vrij spel, en nu heb je een probleem vriend, want Bockstael aan de deur zetten maakt voor jou noch het leven, noch het werk lichter. Maar ik, ik ben met mijn kinderlijke naïviteit zo ver gekomen dat ik de andere betekenis van naïviteit (de kwaal van de natie) achter mij heb gelaten, zodat ik er mij niet meer door moet laten terroriseren. Dus het goede en slechte aan Bockstael zijn met elkaar verstrengeld. Het is een mes dat aan beide kanten snijdt. Het hangt er maar vanaf wat je met naïviteit bedoelt, maar dat kinderlijke was zo slecht nog niet, zo blijkt.
Als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen. De twee honden dachten dat de strijd tussen hen zou beslecht worden, en hadden er totaal niet op gerekend dat een derde hond het toneel zou betreden. Twee populaire culturen, elk van hun kant, zijn volledig in beslag genomen door de strijd, en dus laten ze allebei na over hun grenzen heen te kijken. Gevolg; ze steken er allebei de voorwaarden voor hun voortbestaan bij in. Vergeet niet: ik ben het die zich voor hen, voor jullie, uit de naad werkte met mijn complimentjes. Maar nu gaan twee gemeenschappen op in de clash, en zonder mijn complimentjes, zijn ze allen verliezers. En de winnaar is... Ambrosius, de derde hond. Sinds wanneer is het zo moeilijk om te zien dat elk onnozel voorwendsel goed genoeg is om als cultuur te worden verkocht? Sinds de val van de mens. Sinds Adam en Eva dus.
"Ieder die uit God geboren is heeft de wereld overwonnen. " (De Eerste Brief van Johannes 5,4)
Kinderen zijn vanaf hun geboorte gevangenen van de maatschappij, en van de relaties die ze hebben met de volwassenen die hen omringen. En als het even minder goed gaat met hun ouders hebben ze geen enkele houvast meer, niets meer om zich aan vast te grijpen of vast te klampen. Het analytisch vermogen van kinderen is al niet zo ontwikkeld als bij volwassenen, waardoor het voor dezen al moeilijker is om hieraan het hoofd te bieden. Kinderen kunnen zich voor hun ouders schamen. Bijvoorbeeld omdat ouders te veel kunnen genieten van de aandacht die ze aan hun kinderen schenken. Het is ook belangrijk dat ouders hun kinderen altijd op gelijke hoogte aanspreken, en niet van boven naar beneden. Maar ja, sommige ouders zien het nu eenmaal als een teken van kracht om niet open te staan voor de dingen, vandaar. Mogen ouders die met hun kinderen liefdeloos omgaan hun kinderen iets verwijten? Neen! Of mag je de blinde soms een verwijt geven voor de trieste ogen die hij heeft?
Ik ga er van uit dat er in de wereld nog plaats is om verdriet te verwerken, maar op welke manier wordt ze losgewerkt? Daar is contact voor nodig tussen de mensen, gevoeligheid, actieve anticipatie. Verdrietverwerking is geen one-man-show. Verdriet verwerken is ook een positief iets, wars van schuld en oordeel. Normaal zou er geen laatste oordeel moeten zijn, normaal IS er geen oordeel zeg maar. Het is altijd beter te voorkomen dan te genezen. We zijn niet allemaal de sterksten en we zijn niet allemaal "survivors"; maar wie niet in een kleine mens gelooft, en dus niet in het kleine, gelooft ook niet in het grote. En daar begint het allemaal.
Ik heb veel verdriet, maar: "Zalig zij die treuren, want zij zullen vertroost worden. " (Het evangelie volgens Matteüs 5,4) En als dat gebeurt, zal daarmee ook hun ware aard aan het licht komen, en hun hart. En: "Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. " (Het evangelie volgens Matteüs 5,8)
Hoe groter uw hart is, hoe meer negatieve dingen de wereld van u verlangt, en dus hoe meer uw hart wordt beproefd. Als de boosdoeners uw bloed willen is dat het teken dat je rechtvaardig bent, want als ze van u iets nodig hebben is dat het teken dat je nog iets te bieden hebt. Maar zegt de bijbel niet: als gij uw naaste lief hebt is de volledige wet vervuld? Inderdaad. Maar wie onder u zijn naaste niet liefheeft, hoeveel van de wet vervult hij dan nog? Geen letter! Iemands liefde niet accepteren is even erg als hem geen liefde te geven, want iemand accepteren is even belangrijk als hem liefde te geven. Het is geen éénrichtingsverkeer, want niemand is het licht.
Wanneer u het gevoel hebt dat u de liefde van iemand verloren hebt, of mist, of helemaal nog niet gekend hebt, onthoud dan goed dat liefde een breed begrip is. Liefde is een ZEER breed begrip.
1. De wijsheid van de straat, of wijsheid zonder diplomas, verleent veel betere hulp aan mensen die problemen hebben dan het klassieke circuit, beter gekend onder de naam psychiatrie.
2. Ik geniet voordelen die de vrouwen mij willen onthouden, en de clou is dat zij het recht niet hebben om mij die voordelen te onthouden.
De vrouwen die mij die voordelen willen onthouden - voordelen waarvan ik later nog zal verduidelijken wat ze precies inhouden (maar het heeft veel met energie te maken, en met leute, veel energie en veel leute) - zijn volgens mij stekezot. Stekezot is voor mij de term die de wijsheid van de straat deze vrouwen zou toekennen. De term die deze vrouwen mij zouden toekennen, van hun kant, is schizofreen, de tegenhanger van stekezot, deze keer volgens het traditionele of klassieke circuit. Schizofreen, wat zoveel betekent als paranoïde, verward en dies meer; de overeenkomst tussen schizofreen en stekezot weze duidelijk. Dus aan de ene kant heb je de mensen van de straat, of de mensen zonder diplomas, die het juk van die psychiatrische term moeten dragen, en aan de andere kant die vrouwen, die mij veel vreugde en veel leute geven, zelfs al willen ze mij dat onthouden, waarbij ze zich stoelen op dezelfde psychiatrische term.
De wijsheid van de straat nu, die staat ons toe om statapepepeloen te zijn, wat een onschuldige variant is van stekezot. Nu, die variant mag dan wel onschuldig zijn, MAAR ze is wel BELANGRIJK. De wijsheid van de straat staat ons toe om wanneer het vriespunt bereikt wordt, of omgekeerd wanneer de wijzer in het rood gaat, onnozel te doen, en de problemen te vergeten door er grapkes over te maken. Nu, over grapjes moet je bij de psychiater niet beginnen, want dat is een serieuze mens, die gestudeerd heeft, dus die staat boven ons, want wij zijn de schizofrenen, weet je wel. Dat is een eerste kantelmoment. Nu, we zouden wel stomme eikels zijn als we al de mensen die aan die leerstellingen vasthouden over onze rug heen zouden laten lopen. We hebben allemaal veel vreugde nodig, en veel leute, en we doen dat graag door al eens op een ander zijn kap te zitten, maar om van daaruit de intelligentste mensen onder ons, op te sluiten in het huis waar de geperverteerde leerstellingen het bewind voeren, dat is toch een stap die een béétje te ver is.
Nu, de clou is, dat heb ik in het begin al verklapt, dat die vrouwen het recht niet hebben om ons die voordelen te onthouden. Niet dat ze het ons kunnen onthouden, maar als ze het zouden kunnen, zouden ze het niet laten. We moeten ons al schuldig voelen als we een beetje lachen, want wij zijn de schizofrenen, weet je wel. En dat is een ernstige zaak. Zéér ernstig! En laat dat nu net mijn gevoelige snaar zijn: Het is verboden te lachen. Lachen is een primaire daad van de natuur. Als je daar een stokje voor wil steken, dan zal je dat ten eerste, niet of nauwelijks lukken, en ten tweede: dan ben je stekezot, maar dan wel enkel volgens de wijsheid van de straat, die de goede aloude gewoonte van de natuur bevestigt. U ziet het, of u ziet het niet, maar het is nogal duidelijk: de wijsheid van de straat, die uit de boezem van de natuur gegroeid is, biedt mij veel betere oplossingen voor mijn problemen, dan het klassieke circuit. Dat: de straat, de natuur, de schepper van hemel en aarde, en Vader: dát zijn de voordelen die ik geniet. Dat willen de vrouwen onder de duim houden, éigenlijk om de wereld in een fletse en smaakloze soep te herscheppen. Dat is een tweede kantelmoment.
De leerstellingen van de psychiatrie heeft ooit eens een wijze man lang geleden in de eerste de beste vergeetput gedumpt, met de bedoeling dat ze daar zouden blijven. Het mag een wonder heten dat iemand ze opnieuw gevonden heeft, en erin geslaagd is om ze opnieuw aan de wereld te verkopen. Dat die leerstellingen de bedoeling hebben om de mensen op een humane wijze te helpen hun problemen op te lossen, dat zal de leer van Jezus Christus weerleggen en ontkrachten.
"Een goede naam gaat boven grote rijkdom
En aanzien is beter dan zilver en goud. " (Spreuken 22,1)
Mijn getuigenis is een getuigenis over Satan en zijn uitverkorenen, tegen Satan. Het feit van Satan aan te vallen, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks, via het volk dat aan hem onderworpen is, heeft mij de vervolging door hem en zijn dienaars opgeleverd. Wat moet Satan doen om te vermijden dat het volk luistert naar de woorden van iemand die hem schade wil berokkenen? Het volstaat dat op die "iemand", in dit geval ik, een etiket kleeft met de vermelding "zot", want als hij zot is, zijn zijn woorden dat ook, en wie zou er belang hechten aan de woorden van een zot? Doch, vermits mijn teksten mijn eigen ervaringen weergeven, waarvan ik getuig met mijn hart, mijn ziel en mijn geest, wat kunnen de mensen die mijn woorden verdraaien, zeggende dat ze van een zot komen, mij dan schelen? Niets natuurlijk! Integendeel, het zeggen is spiritueler dan het proberen weg te moffelen.
Mijn gave is een soort redeneringen maken met gevoelens die betrekking hebben op God, Satan, de wereld, en mijn leven, en dit met behulp van de heilige Geest. Dat zijn dus gedachten die ik controleer, en daarvoor moet je een trapje op gaan. Maar, de psychiater kan dat niet. En dus denkt ie: Ik kan niet wat hij wel kan, maar hij is sociaal niet zo succesvol als ik, en heeft geen sociaal vangnet. Dus ik kan hem schizofreen verklaren voor heel zijn omgeving, en dan kom ik in een goed blaadje te staan bij Satan. Al de mensen die mij schizofreen noemen kunnen mijn waarheid niet aan. De waarheid is voor hen niet zo comfortabel. Om eerlijk te zijn, is ze voor hen desastreus. Daarom maken ze de bron van de waarheid, zijnde ikzelf, onwaar. Dat is het sociale vangnet van de psychiatrie: één voor de psychiaters, psychologen, hulpverleners en verplegers. I'm telling you: It's rotten to the core.
Voor elk klein stukje tekst dat ik publiceer op mijn blog, schrijf ik er wel 3,4. Het is met literatuur als met muziek, als met elke kunstvorm: "Alle dingen die goed zijn, komen van God; en wat slecht is, komt van de duivel. " (Moroni 7,12) Jezus Christus leert ons weliswaar om niet te oordelen: "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt, want met het oordeel dat gij velt, zult gij geoordeeld worden en de maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken. " (Matteüs 7,1-2) Het is inderdaad zo dat de mensen in veel gevallen beter niet zouden oordelen, omdat ze verkeerd oordelen. Brede lagen van de bevolking proberen immers elk geschil op te lossen met gevoel. Dat is immens populair, bij de mensen, maar bij God bestaat dat niet. Maar een ander citaat zegt: "Een geestelijk mens kan alles beoordelen. " (De eerste Brief aan de Korintiërs 2,15)
In het Boek van Mormon schrijft de profeet Mormon: "Welnu, ziet toe, mijn geliefde broeders, dat gij hetgeen slecht is niet aan God toeschrijft, noch hetgeen goed is en van God, aan de duivel.
Want zie, mijn broeders, het is u gegeven te oordelen, zodat gij goed van kwaad kunt onderscheiden; en opdat gij het met volmaakte kennis zult weten, is de wijze van oordelen even duidelijk als het verschil tussen het daglicht en de donkere nacht.
Want zie, de Geest van Christus wordt aan ieder mens gegeven, opdat hij goed van kwaad zal kunnen onderscheiden; welnu, ik toon u de wijze van oordelen; want alles wat uitnodigt om goed te doen en overreedt om in Christus te geloven, wordt door de macht en gave van Christus uitgezonden; daarom kunt gij met volmaakte kennis weten dat het van God is.
Maar alles wat de mens overreedt om kwaad te doen en niet in Christus te geloven en Hem te verloochenen en God niet te dienen, daarvan kunt gij met volmaakte kennis weten dat het van de duivel is; want op die wijze gaat de duivel te werk, want hij overreedt geen enkel mens om goed te doen, neen, niet één; en zijn engelen evenmin; en evenmin zij die zich aan hem onderwerpen.
En nu, broeders, aangezien gij het licht kent waarmee gij kunt oordelen, welk licht het licht van Christus is, ziet toe dat gij niet verkeerd oordeelt; want met datzelfde oordeel waarmee gij oordeelt, zult ook gij geoordeeld worden.
Daarom smeek ik u, broeders, zorgvuldig onderzoek te doen in het licht van Christus, opdat gij goed van kwaad kunt onderscheiden; en wanneer gij al het goede aangrijpt en het niet veroordeelt, zult gij zeker een kind van Christus zijn. " (Moroni 7,14-19)
't is toch simpel hè; goed en kwaad. Maar jammer genoeg, blijkbaar niet voor iedereen. Menig mens heeft de naam van Christus vanaf zijn wederopstanding, en tot op de dag van vandaag met klem ontkend, en wanneer zijn naam ten volle zal geopenbaard worden, zullen veel mensen verlangen een aandeel te hebben in zijn naam, en ze zullen tot de bittere vaststelling komen dat ze geen aandeel hebben in zijn naam; daarom, herinner u de goede tijden die u samen met Christus beleefd hebt, want als u dat vergeet, dan zal u dat zuur opbreken. Vaak stuit u in het u herinneren daarvan op een hindernis, die de naam "ego" draagt.
Wie zijn ego niet kan afleggen voor de mensen zonder te verpinken, die wandelt in ijdelheid. Want wie voor u zijn ego aflegt; gij zijt niet bereid hem zijn deel van de koek te laten, noch zijt gij bereid u met uw deel van de koek tevreden te stellen. Het kan u niet schelen alleen boven de rest achter te blijven, erger nog, iemand alleen onder de rest achter te laten. Maar al eindigt u nog boven al de rest, ja, boven gans de wereld, God zal de wereld op zijn kop zetten en al wie onder u staat zal boven u komen te staan. Want het is God die de kaarten van het leven uitdeelt, en wie God niet erkent is als een waterskiër zonder motorboot om hem voort te trekken. Hij mag nog de mooiste uitrusting hebben, om te vertrekken zal hij een radicale koerswijziging moeten maken. Wie zonder geloof is, is niemand anders dan iemand die in hoogmoed wandelt, maar uit zichzelf uiterst zwak is, en in een (gedachten-)wereld vertoeft waarin de realiteit afwezig is. Wie zonder geloof is, brengt zichzelf aan het dwalen door zijn eigen bezwaren, irritaties en scrupules. Maar wie inziet dat het God is, die de kaarten uitdeelt, wat God van hem verlangt, die zal deelnemen aan een spel dat groter uitvalt dan hij zelf had durven dromen. Wie bescheiden is kan zich toch beter openstellen, om zich door Jezus te laten dienen? Ik lees in het evangelie volgens Matteüs (20,28): "Zoals ook de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen." En als God nu de gave van de gave heeft, welke zin heeft het dan om zich voorbarig te verhogen? En daarbij, als een eerste persoon dubbel zoveel bewerkstelligt als een tweede persoon, uitgerekend op het gebied waarover die zich verijdelde, maar de eerste, daarentegen, verijdelt er zich niet over, dan maakt de tweede zich toch belachelijk? Want vroeg of laat valt die door de mand. Ja, als die eerste persoon niet bestaat.
De rechtvaardiging van zijn doen en laten staat los van de beleving op zich, het leven zelf. Het organische leven is alles wat het meest grillig, onzeker en wisselvallig is. Zich gerechtvaardigd voelen staat boven zich - voor zichzelf - moeten rechtvaardigen. Soms gebruiken de mensen een afgebakende structuur van dogma's - criteria en principes - om hun gedrag te kunnen rechtvaardigen. Maar dat lukt niet zo goed hè. Schuld is een manier om zichzelf niet te veel bloot te stellen aan de vrijheid, om zijn leven kleiner te maken. Maar de bedoeling moet juist zijn om het leven gróter te maken. God rechtvaardigt uw daden, of niet. En naargelang God meer of minder van uw daden rechtvaardigt, kan je meer of minder doen. Maar wat God rechtvaardigt is slecht in de ogen van de mensen. En God rechtvaardigt zo veel van mijn daden, dat ik zo veel kan doen, dus ja, dan moet je jezelf maar eens afvragen hoe slecht ik wel niet ben hè.
Beschouwen we even het kwaad als onbestaand. Dan zou je kunnen zeggen: het kwaad is waar de mensen zich onderling van betichten. Het kan mij niet schelen, al de machten, waarden, dogma's, criteria en principes die valse beschuldigingen rechtvaardigen. Ik bedoel, ik heb het er wel altijd over, maar ik blijf gewoon mijzelf, want ze zijn allemaal slecht. Ik heb ze ook niet nodig, ik heb genoeg aan de geest van God. Ik heb ze niet nodig om mij te troosten, daar heb ik wel de heilige Geest voor, de Trooster. De mensen weten niet wat het is; kwaad. En dan ben ik het die van goed en kwaad geen notie zou hebben. Maar ik weet wel dat je tegenwoordig de toestemming van Satan nodig hebt om je kwaad te maken. En dat je op zijn commando kwaad móet worden.
Overal waar je komt is er een soort gemeenschap, een onderlinge verstandhouding, zoals de Vlaamse gemeenschap, of welke dan ook, en ik hoor daar niet bij, bij zo een gemeenschap. Zo een gemeenschap bestaat uit een rangorde van klassen. En dan moet je bij de persoon of het gezag dat hoger in rang staat dan jou slijmen om zelf hoger in rang te komen, maar als je aan het gezag niet gehoorzaamt, dan daal je in rang. Het is een onrechtvaardige gemeenschap want de schuld, de principe's, de waarden en het gezag zijn allemaal kwaad. Een kwade manier om beschuldigingen te rechtvaardigen. Het is allemaal één grote soep, maar uiteindelijk komt het allemaal samen in één groot simpel eenvoudig ding.
Mensen houden ervan anderen ter verantwoording te kunnen roepen. Daarom doen ze het nog niet, maar de wetenschap dat ze het zouden kúnnen, dat kunnen ze niet laten. Neen, onderdanigheid is een kunst die ze niet machtig zijn. Mensen zouden zich niks moeten aantrekken van het oordeel van een mens over hoe zuiver hij is in zijn daden, zelfs niet als dat het oordeel is van een hele hoop mensen. God zal wel bepalen of de mensen al dan niet zuiver zijn in hart en ziel. De wereld denkt: "Zeg wat wij willen en we spreken u vrij. " Maar de wereld kan u niet vrijspreken. Ze bezit die macht niet. U bent vrijgesproken op basis van uw geloof. "Een geestelijk mens kan alles beoordelen, maar niemand oordeelt over hém. " (De eerste Brief aan de Korintiërs 2,15) Als gij maar een eigen houding ten opzichte van ieder mens afzonderlijk had i.p.v. zo verwerpelijk te zijn u aan te sluiten bij het oordeel dat de wereld over de mensen velt. "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Want met het oordeel dat gij velt, zult gij geoordeeld worden en de maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken. " (Het evangelie volgens Matteüs 7,1-2) Hiervoor zult u uw loon ontvangen.
Maar als de duisternis zal vallen, en de liefde tussen de mensen zal afkoelen, die binding tussen de mensen, die maakt dat ze denken: "wij zijn de goei, " en waarmee ze elkaar wederzijds bevestigen, als die binding wegvalt, is hun einde aangebroken. Ze zijn als vlinders die het juiste seizoen om te ontpoppen niet afgewacht hebben, en hebben in hun verblinding, en de zwelling van hun hoogmoed, de wijze, en geduldige, en verdraagzame, ja deemoedige rupsen het nakijken gegeven met veel "tralala". Ze hebben hun pijlen verspeeld, en zijn niet meer dan een flets afkooksel van wat ze ooit waren, en gaan ten onder. Voor de enen is de winter aangebroken, maar voor de anderen de zomer. Ze ontpoppen en dragen het waarachtige licht van waarheid, rechtvaardigheid en openheid met een goddelijke evidentie waar geen oog ter wereld zich kan aan onttrekken. En wie heeft dan nog van de onrechtvaardige gehoord? Zijn naam wordt verzwegen. Zijn naam zwijgt.
"En alles wat in de wereld is, hetzij door mensen verordonneerd of door tronen of prinsdommen of machten of zaken van naam, wat die ook mogen zijn, wat niet uit Mij of uit mijn woord is, zegt de Heer, zal worden neergeworpen en zal niet blijven bestaan nadat de mensen dood zijn, in noch na de opstanding, zegt de Heer, uw God. " (Leer en Verbonden 132,13)
Domineren is tegelijkertijd zich opdringen en zich onbenaderbaar maken. Domineren vraagt van de dominante mensen geen oog te hebben voor het feit dat wat ze opdringen onaangenaam en dus ongewenst is, en daartoe het opdringen zelf voor zichzelf te ontkennen. Inderdaad, er bestaat geen enkel ander teken dat iets niet gewenst is dan dat het moet worden opgedrongen. Dominante mensen scheppen zogezegd plezier in "de anderen plezier gunnen" - wat niet altijd kan natuurlijk - en ontzeggen het zichzelf in ruil voor macht. Ja, anderen "plezier gunnen" om hun eigen naam zuiver te houden natuurlijk. Ze kunnen niet accepteren dat ze niet stelselmatig vriendelijk worden bevonden, vandaar dat ze een buitenkant gebruiken om hun innerlijk te verbergen. Hun façade laat hen immers toe om zichzelf voor te liegen, want als ze dat niet deden, dan zou hen duidelijk worden dat ze kassant zijn, uitgerekend op dat vlak waarop ze zichzelf altijd hadden wijsgemaakt dat ze vriendelijk waren. En daarom zouden ze, als ze met de façade zouden stoppen, nergens meer staan, dus maken ze het zichzelf moeilijk om ermee te stoppen. Dominante mensen zijn dan ook kampioenen in de verbloemende wijs. En met een gefolterde ondertoon spreken is daarvan een voorbeeld, want dat gaat goed samen met "vriendelijk zijn". Mensen met het alleenrecht op lijden hebben een enorme macht. De manipulerende kracht van die mensen is gekmakend omdat er niets tegenin te brengen is. Die twee laatste zinnen heb ik uit een interview van Manon Uphoff gehaald. Domineren is dus frustrerend, omdat het de andere mensen niet gelukkig stemt, terwijl ze voortdurend de schijn moeten ophouden dat dit juist wel het geval is. Men kan alleen van ze winnen als men zich door hun verleidingen niet laat afleiden. En God weet dat ik aldoor gewenkt word, ja zoals men door een hoer gewenkt wordt. Wie daar aan toegeeft zadelen ze met hun eigen tekortkomingen op. Ja, opdringerige mensen willen altijd dat hun avances beantwoord worden hè. Bij hen is alles eigenlijk avances hè. Geven zonder iets terug te verwachten is meer verblijdend dan iets terug te verwachten en het risico te lopen gefrustreerd achter te blijven. Trouwens, als er iets terug verwacht wordt kan men al niet meer van geven spreken.
Men zegt: "Je moet kunnen loslaten. " Maar... er is een maar. Het is noch vasthouden/controleren noch loslaten dat van belang is, maar de wisselwerking ertussen. Samen zijn ze allebei plezant, apart geen van beide. Loslaten is onaangenaam als men er een stuk van zichzelf bij verliest. En hoe langer men dat kan uitstellen hoe beter, maar men moet zich tegen de natuurlijke gang van zaken niet verzetten. Wie niet kan loslaten zal het plezier niet verlengen, maar frustratie bekomen. Wat men wel moet doen is een goed beheer van de wisselwerking tussen controle en loslaten respecteren. Men moet zich onderdanig kunnen opstellen in de situatie die dat vereist. Dwangmatig domineren, vasthouden en controleren is voor niemand nog plezant. De mensen die zoiets doen zouden zich beter voelen door van zich af te zetten, maar hebben constant de goedkeuring van de andere mensen nodig, en miskennen het nut van de slechte kanten van de mens. Als wat ze de andere mensen vragen als een verplichting wordt ervaren, en ze beweren hen toch een dienst te bewijzen, dan strookt hun bewering absoluut niet met de realiteit. Integendeel: dan zijn ze niet vriendelijk maar onkuis. Mensen zijn "eigenlijk tegen" (vanalles eigenlijk). Voor en tegen moeten in evenwicht zijn, zo simpel is het, want anders klopt men niet, overdrijft men met onszelf te beteugelen, en komt men iets tekort. Wie begrensd is, is wie zijn grenzen achterhoudt. Niet het "tegen zijn" zelf is het levenselixer, maar de kunst van het niet verdringen van het "tegen zijn". Dat is niet hetzelfde, maar een derde perspectief. Zoals ik al zei, wie die kunst niet beheerst komt iets tekort, dus dat "slechte kanten van de mens", en "van zich afzetten" moet men met een korreltje zout nemen, want als een bepaalde manier van handelen voor de auteur ervan zelf zo heilzaam is, komt het iedereen ten goede. En dat is precies de gedragsmodus die de dominante en opdringerige mensen niet beheersen.
Ik sta zij aan zij met een andere wagen aan de start van de race, en ik kijk naar de auto van mijn rivaal. En ik bedenk: mijn ploeg is niet de beste. Het prestatievermogen van mijn wagen is belabberd. Als mijn rivaal geen flaters begaat is hij de onbetwiste winnaar. En dan denk ik: maar wie kan zoiets op voorhand met zekerheid weten? Eerst die race uitrijden, en dan zien we wel. Die race is voor mij althans uitgereden, en mijn vermoeden is bevestigd. Hij heeft gewonnen en heeft de zege in ontvangst genomen. Maar, er is een maar. De mensen van de winnende ploeg voelen zich benadeeld en denken dat ze minder kansen gekregen hebben. Niet in de race, maar in het leven. Dus iemand moet betalen. En die iemand is ik. Die mannen hebben weliswaar de wedstrijd gewonnen, maar ze zijn niet bevredigd. Neen, ze zijn niet bevredigd, want diep vanbinnen hadden ze eigenlijk gehoopt dat daarmee het pleit zou beslecht zijn, en dat is dus niet het geval, en dat valt tegen. Hun rivaal is niet alleen in de race de "te kloppen man", maar ook in het leven. En het enige dat ze beslecht hebben, is een koers. Nu zitten ze nog steeds met die frustratie opgescheept, en er moet iemand betalen om hun "nood" te lenigen. Ze zijn zoals mij weet je wel: benadeeld, minder kansen gekregen, wagen bekaaid. Mensen die het niet zo moeilijk hebben zijn niet zo leuk op dat vlak: het volstaat dat ze iemand de loef kunnen afsteken, of ze moeten hem al direct door het slijk halen om hun ontevredenheid te botvieren. Maar wacht even: mensen door het slijk halen om je ontevredenheid te botvieren is juist niets voor mij, dus dat ze zoals mij zijn, dat klopt al niet meer. Ik, wij, kunnen met een ander meedenken, zodanig dat we zoiets nooit zouden doen. We weten hoe het is. De genade. Iedereen heeft het nodig als de omstandigheden beroerd worden. Dus wie is van zó hoog gevallen dat hij het een ander mag ontzeggen? God, voor de rest zie ik niemand. En voor al de rest is een minimum barmhartigheid tonen een plicht, wat zeg ik: een gebod! Ik was te waardig voor de nederlaag? Laat de waardigheid van uw tegenstander ongemoeid, ook al is hij een verliezer. Wie zo weinig bestand is tegen de prikkeling die louter van de waardigheid van zijn tegenstander uitgaat, moet er dringend wat aan doen. U ziet, dit zijn de winnaars, dit is wie ze zijn. Want het onderscheid tussen de race en het leven is in feite fictief, en beide zijn perfect inwisselbaar. Mijn blogske is geen love-story, maar daar gaat het momenteel nochtans over. Wat er gebeurd is is het volgende: ik ben aan de start vertrokken met een halflege batterij (onze motoren krijgen batterijvoeding [we zijn vooruit op onze tijd]), want ik had mijn auto vóór de race al nodig om persoonlijke redenen. En om te bereiken dat ze niet worden voorgestoken, deinzen mijn tegenspelers er niet voor terug om hun voordeel te halen uit vuile concurrentievervalsing, zelfs al worden ze daarbij van buitenaf een handje geholpen. Wat hen overigens niet van alle blaam onterft, alles behalve; laat dat duidelijk wezen. Ze hebben het spel vuil gespeeld, met het credo "Ieder voor zich, " om zo hun eigen hachje te redden. De tweede alinea helpt om dat te plaatsen. Maar eerst nog even dit. Ik wil de wereld veranderen, en ik zal zeggen waarom. Niet iedereen verdient liefde. Hoe vaak heb ik al gehoord: "Op elk potje past een dekseltje? " Het spijt mij, maar er zijn genoeg mensen die hun leven alleen doorgebracht hebben en alleen sterven. Als ik nu mijn rivalen een hak had gezet, in navolging van hun voorbeeld, om toch als winnaar uit de strijd te komen, dan had ik mogelijk het lot in mijn voordeel kunnen tarten, maar ondertussen blijft liefde een privilege, die niet iedereen verdient. Dus dan blijft de wereld nog altijd onrechtvaardig, en verandert er aan de wereld niets. Daarom doe ik niet zoals hen.
Ooit al op TV gezien hoe ze een appartementsgebouw opblazen? Ze hechten hun dynamiet aan de voet van het gebouw, en brengen het dan tot ontploffing. De explosieven blazen enkel de onderste verdieping(en) van het gebouw weg. Dan zakt gans het gebouw weg, maar het is steeds de onderste laag die de klappen moet opvangen. Alsof de hoger gelegen verdiepingen de lager gelegen verdiepingen om hulp roepen: "Red mij! Red mij! " Het gebouw is het beeld van de wereld, en de wereld is een hiërarchische ladder waarvan de hoger gelegen trappen het gewoon zijn het recht te hebben te worden beklaagd, en de lager gelegen trappen, ja, dat zijn de Ethiopiërs die naast de voedselpaketten grijpen hè. West-Europeanen zijn voorstekers, ik dacht dat ik dat in de eerste alinea had verduidelijkt. Maar hun lot is ook bezegeld natuurlijk. Wie niet weg is, is gezien; dat geldt ook voor de inwoners van de bovenste verdiepingen van ons gebouw, die denken hun einde te kunnen uitstellen door de klappen te laten opvangen door al wat lager gelegen is. De enige overlevenden echter zijn de inwoners die al lang het gebouw uit gevlucht waren, vooraleer het begon in te storten. En nu vraag ik u: was mijn situatie daar niet beroerd genoeg, onderaan het instortende gebouw? Of lachte het leven mij soms toe? And now, my crush is crushed. Crushed under the rocks. Niemand beklaagt wie persoonlijk getuige is van de ondergang van zijn jeugdliefde, maar iedereen beklaagt de idioot die zo'n kras in zijn plaat heeft gemaakt, dat ze onbeluisterbaar is. PRIORITEIT. Wie incasseert de slagen? De wereld denkt: "Als ik het niet ben is het goed. " SOEVEREINITEIT.
"Met zijn medewerkers heeft de duivel die ketterijen en kerkscheuringen veroorzaakt, die het geloof omverwerpen, de waarheid vervalsen, de eenheid verbreken... Hij scheidt mensen van de Kerk en terwijl deze zich inbeelden dat ze het licht genaderd zijn, omgeeft hij hen met een diepere schaduw, zodat ze, ofschoon ze noch aan het Evangelie vasthouden noch de verordeningen en geboden van Christus volgen, zich toch Christenen noemen, in het duister wandelen terwijl ze zich inbeelden licht te hebben. " (Cyprianus)
Het spijt mij, maar zowel voor mensen die het geloof belijden, als voor mensen die dat niet doen, is Jezus Christus dood in hun hart. Het geloof van deze of gene mag nog zijn wat het wil in (het oog van) de wereld, en wie dan ook mag nog wat dan ook ophangen over het geloof van deze of gene, of zelfs van het geloof van een gans volk, het aanzien van iemand in de wereld heeft geen invloed op het oordeel dat God over hem velt, of niet velt. Maar het is juist dat aanzien in de wereld, dat een plaats oplevert in de Kerk, die door velen zo fel gegeerd is. Zo fel, dat het een heilig huisje is, maar dan wel een heilig huisje, van mensen die gelijk zijn aan lasteraars. Ze zijn doornen in het oog van God; ze hebben zich nog nooit laten leiden door de Geest van God, maar het geloof belijden, dat kunnen ze wel. Dat zijn mensen die bezinning tot iets verwerpelijks maken. Ze stoppen als het ware het geloof af, voor de mensen die er oprecht naar op zoek zijn, en laten deze mensen gedesillusioneerd achter.
Ik schep het grootste behagen in het gepast te schande maken van heilige handelingen en would-be-heiligen. Eigenlijk ben ik niet meer dan een lastige vlieg, die de rituelen door en door kent en dan ook (consequent) op het slechtst mogelijke moment haar in de boter gooit, maar dan wel een lastige vlieg waarvoor veel geld zou neergeteld worden om hem te zien verdwijnen.
Ik zou moeten zeggen "roet in het eten gooien", om het in correct Nederlands uit te drukken, maar ik gebruik bewust de uitdrukking "haar in de boter", want al die would-be-heiligen zijn als boter voor de gemeenten: zo zacht, en je kan het overal op smeren. Het maakt zelfs de droogste korst brood zoveel smakelijker. En de mensen hoeven nog maar naar iets op te kijken en ze zijn al bevredigd; maar ik ken een aantal would-be-heiligen van dichtbij, en het is eigenlijk eerder stront met een gele kleurstof er in. Met dien verstande dat het wel als boter verkocht wordt natuurlijk, want anders zouden de mensen nergens meer naar kunnen opkijken, en dan zouden ze wel erg teleurgesteld zijn.
Het zijn echt medewerkers van elkaar, die would-be-heiligen en hun aanbidders. Haal uw kop maar uit het zand, want daar heerst de duisternis. We leven niet meer in de middeleeuwen, jongens, de zaken zijn er valser op geworden, en de wegen van de duivel zijn eens zo listig en sluw. Mensen die het stigma van een heks zouden moeten tornen, geven wekelijkse lezingen in de kerk, en zetten zich in voor pastorale activiteiten, wat hen van alle blaam onterft. Sterker nog, ze zwaaien met scepters. Ik noem ze grote hoeren, jullie noemen ze koninginnen, maar dat is jullie recht.
De mensen die naar die gele stront opkijken, sorry dat ik het moet zeggen, maar die kan ik nog het best vergelijken met ramptoeristen: die mensen, dat is een ongeluk bij een ongeluk. Ze belemmeren anderen, die er nochtans zijn om levens te redden, hun werk te doen. En zo vertragen ze ook mijn interventies. Niet moedwillig en wel moedwillig! Het systeem is vergelijkbaar met het systeem van de maffia: Hoe dichter je bij de top komt, hoe meer bloed aan hun handen kleeft, maar om daar in de beperkte kring van de padrone iemand te vinden die bereid is om zijn praktijken op te hoesten wens ik je veel succes. Dan maak je meer kans om in de woestijn een Hollandse schlagerzanger aan te treffen. Dat ben ik dus: een Hollandse schlagerzanger in de woestijn. Tot uw dienst.
De dag dat je zal beseffen dat het leven niet minder is dan een (psychologische) machtsstrijd tussen de goeden en de slechten zal je al een pak minder naïef zijn. Wie u erkentelijk zullen zijn, zijn de mensen die in de vuurlinie zitten, het zijn de mensen die scheuring veroorzaken daarentegen die school maken, en dat zou niet mogen. We moeten eendrachtig zijn om er voor te zorgen dat niemand met de rug tegen de muur komt te staan. Maar het zijn de mensen die verdeeldheid zaaien, die succes oogsten en gevolgd worden, zonder mij uit te spreken over de vraag of hun aantal in stijgende dan wel in dalende lijn is. Het lot van deze onrechtvaardigen is bekend. Deze mensen nu, die met hun rug tegen de muur staan, worden in het vergeethoekje geduwd, precies door die mensen die scheuring veroorzaken en verdeeldheid zaaien, onder andere door het SUCCES van deze laatsten. Ja, het aanzien. Is dat rechtvaardig vraag ik u? Het antwoord is u bekend. Deze mensen plaatsen het volk in de ban van de afvalligheid. En: "De leerling staat niet boven zijn meester. " (Het evangelie volgens Matteüs 10,24)
Het enige dat mij interesseert is: mijn glorie hebben, en mijn heerlijkheid. En ik wil dat iedereen die in mijn buurt komt, er mee van profiteert, maar de vraag zal altijd blijven: "Hoe kom je in mijn buurt? " Want zolang we een soort van annexen zijn van elkaar is er van eenheid geen sprake.
Ten eerste: Vooreerst oordelen jullie over de mensen via hun uiterlijk, nog voor dat ze hun mond open gedaan hebben; en zo worden jullie misleid. En ten tweede: Als de mensen dan hun mond open doen, is dat om met hun tong de afgod te vleien van het land, van de groep, van de voetbalploeg, van de partij, van de dag, van het moment, en om te zeggen wat op dat ogenblik het meest opportuun is, en om jullie te vleien; en zo worden jullie nog eens misleid. Met hun tong staan ze dichtbij u, maar met hun hart staan ze heel ver weg van de enige God, trouwens van ENIGE God die van enige betekenis zou KUNNEN zijn. Waarom? Want de een zijn dood is de ander zijn brood.
Jullie rekenen mij af op mijn zwakheden, terwijl jullie mij op mijn talenten zouden moeten beoordelen. En jullie eigen talenten, die stellen jullie goed zichtbaar in het daglicht, zodat ze overvloedig in de hemel geprezen worden, maar jullie zwakheden hebben jullie al lang begraven. Waarom? Want de een zijn dood is de ander zijn brood.
Dat is de reden waarom de stad mij naar het bos verstoot. Ik ben Ambrosius, inwoner van het bos, en jullie zijn de beschaafde mensen. Ik schrijf niet over de mensen die in het bos wonen, maar over de mensen die in de stad wonen. In het bos wonen geen mensen hè, in de stad wonen wel mensen. Wat wilt ge? Het is míjn leven. Nagel mij aan de schandpaal. Náááám! Ademruimte...
De mensen beweren altijd dingen aan de rand van wat ze eigenlijk achterna jagen, en als ze zich dan eindelijk hun buit willen toe-eigenen, staan ze versteld dat ik hen van het begin af aan niet geloofde, en dat ik mijn kasteel in het midden bouw van wat ik hoog acht, en mij niet inlaat met hun randbekommernissen. Vliegtuigen die "over" mijn hoofd vliegen zijn het laatste waar ik mij druk over maak. Die mensen in die vliegtuigen denken dat er in de lucht meer waardevolle dingen te rapen vallen dan op de begane grond.
"Oei, nee, God, daar geloof ik niet in. Maar ik ga wel naar de Kerk hè. Ja. Voor de buitenwereld, OK, maar er is toch niemand die dat ziet hè. Ja, God, ja, maar als ik God niet zie ziet God mij ook niet hè. "
En altijd dat nemen en nooit geven... en niemand ziet dat? Als je niets kan geven ben je maar een triestige mens ze. OK, ik geef ook niet altijd maar ik probeer het tenminste niet te maskeren. En altijd dat vechten maar niet echt hè, helemaal niet echt. Natuurlijk niet er is helemaal niets echt in dit leven. Dat geef ik u op een blaadje.
Ik ben een goede schrijver. En ik schrijf over al wat ik wil. En ik schrijf wat ik wil. En mijn wereldbeschouwing is een persoonlijke keuze. Ik heb een eigen wil, you know. En mijn criteria om mijn leven te leiden verschillen van die van de grote massa, so what? Ik heb het gehad met uw waarden. Laat mij maar stikken, ik heb u niet nodig. Ik bouw mijn leven op Jezus Christus. Dat is het verschil. Gij zijt gebonden aan satan. Als ge door het omhulsel heen kijkt.
Gij refereert u aan uzelf, of aan uw kliek, of uw familie, of uw status. "Wie vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig; wie zoon of dochter meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig. " (Het evangelie volgens Matteüs 10,37) Maar gij hebt uw familie lief boven Christus want gij hebt de duivel als vader en wilt de begeerten van uw vader doen. (Het evangelie volgens Johannes 8,44)
Om de eer, daar gaat het om. Om het feit dat het bij u geen concrete toepassing vindt Jezus te beminnen boven uw naaste familie, daar gaat het om. Om het feit dat u kinderen van satan zijt, daar gaat het om. Om het feit dat er geen rechtvaardigheid is in deze wereld, daar gaat het om. Denk het kwaad weg, en de wereld is een komedie. Reken het kwaad erbij, en het resultaat is allesbehalve een komedie. Eerder een schijntoneel zonder einde. De geest van ongehoorzaamheid heeft de proporties van een mythe aangenomen, is dat duidelijk? Een mythe het begrip schandaal nog niet waardig. De mensen die er spijt van zullen hebben zijn niet te tellen. Kan je dan niet voor één keer het onderscheid maken tussen goed en kwaad? "Neen, want de ultieme rechter is ver weg. " Yeah right.
Sommigen onder u zijn in geen enkel opzicht integer, en zouden er alles aan doen om hun fragmentatie zo te houden. Bekering is een zonde geworden. Zonder ironie nu, liefde is de waarheid. Niet de schijn, maar de ware liefde hebt gij nodig. Veel mensen onder u zijn zogezegd deftig. Welnu, dat zijn zij allesbehalve. Liefdeloos heeft niets met deftig te maken.