Ik heb die eeuwig weerkerende droom waarin ik mij in een duistere omgeving bevind, waarin gans de wereld met de stelling dat het mensdom in zijn geheel gevallen is, heeft ingestemd, maar waarin ik, desondanks geapprecieerd word omwille van de woorden die ik vertegenwoordig. En het treffende in die droom is dat ik niet geapprecieerd werd vooraleer dat de duisternis te goei gevallen was. En hetgeen mij daarin ontstelt is dat er eerst een oeverloos gepalaver nodig was, vooraleer de mensen uiteindelijk hun frank zou vallen dat de heersende klasse, de mainstream en de gevestigde waarden zelfvernietigend zijn, terwijl dat al lang duidelijk was. Die duisternis in de droom stoort mij ook helemaal niet. Tja, ik zal een eeuwig slachtoffer van de glorie zijn zeker. Dit is geen tijd om te gloriën hè, dit is een tijd om de strijd aan te gaan en alles op alles te zetten om niet ten onder te gaan, ja, om te bestaan, te leven. 1 ding is zeker: Als de wereld zich zou voordoen zoals ze is, dan was ze veel grauwer, veel donkerder, en veel zwartiger. En ik zeg u: Dan zou ik mij veel beter voelen. En dat komt alleen omdat de realiteit over-over-over-over-over-over-verbloemd is! De realiteit is dusdanig ingepakt dat het gewone volk door de soevereine klasse een sprookje voor de ogen gehouden wordt. En een sprookje, het woord zegt het zelf, is niet de realiteit. Met dat verschil dat dit geen onschuldig sprookje is. Het is geschreven om de wortels die nodig zijn om een behoorlijk leven te leiden dusdanig te verduisteren en te doen vergeten, dat er in niemand nog de vraag zou opkomen: "Hadden wij deze wortels niet nodig?" Want er is geen evenwicht tussen rijk en arm. En wie wil het idee om het gewone volk een sprookje voor ogen te houden handhaven? De soevereine klasse, want voor haar betekent het gedijen van dat idee, het gedijen van haar bevoorrechte positie. De armen willen dat idee aan mootjes hakken, maar zij hebben niets te zeggen, noch in de pap te brokken. Want wil je invloed hebben, dan heb je hetzij geld nodig, hetzij aanzien, hetzij gezag. Dus de weegschaal is uit balans, en ze blijft uit balans. Dat betekent dat de scheiding tussen rijk en arm een feit is, en dat daar geen goed woord over te zeggen valt, en dat is nu net wat in de kiem gesmoord moet worden met alle mogelijke middelen die het daglicht schuwen: dat woord dat NIET GOED IS! O WEE wie zich daar durft aan te wagen: wie dan ook van het idee af te brengen, dat bepaalde mensen een sprookje voor de ogen moet worden gehouden. "Niet te kritisch zijn," zegt Satan. En dat is dat, maar niet voor mij. Vervang nu het woord "rijk" door "succesrijk", en "arm" door "succesarm", en vorm uzelf een idee van het beheer van de straling van uw sprookjesfiguren. De straling van respectievelijk de succesrijke, en de succesarme. Want straling is groot geld! Ik wil eigenlijk alleen maar bereiken dat als de verpakking, of de schone schijn, de werkelijkheid niet zo'n geweld zou aandoen, en niet zo zou verhullen, men onder het grote publiek kon zeggen: "Kijk daar: de vernietiging waar ze niet behoort," en dat daar dan een gepaste reactie zou kunnen uit voortvloeien. Dat er komaf zou gemaakt worden met de bast voor onze ogen. Dat men onder het grote publiek zou zeggen: "Kijk daar: de vernieling waar ze niet behoort," en dat daar dan ECHTE barmhartigheid uit zou voortkomen, zonder egogeladen bijbedoelingen. Met een handvol zand in je benzinetank kom je ook niet ver natuurlijk. Dan helpt het niet om te zeggen: "Ja maar er zit toch benzine in!" Friedrich Nietzsche is er zo mooi in geslaagd er een stempel op te zetten: de herwaardering van alle waarden. Ik ben ook zo hoor; als ik mij niet super voel is dat al direct een ramp. Maar wie herwaardering van alle waarden zegt, zegt ontwaarding van alle slechte waarden. Dat heeft een REDEN! En als ik mag besluiten dat ik zou opteren voor een beter leven en een hogere levenswaarde onder een donkere hemel, eerder dan voor een slecht leven en een lage levenswaarde onder een stralende zon. Ik ben niet meer wie ik was boven de oppervlakte, met dank aan de vuiligheid en onreinheden van de wereld, maar onder de oppervlakte ben ik des te sterker. De spinnenwebben in de riolen vangen geen insecten uit de riolen zelf, maar wel zij die van boven de oppervlakte achteloos komen aangefladderd. De rioolbewoners kennen de spinnenwebben; ze worden niet meer verrast, ze hoeven geen uitleg meer. En dat komt doordat ze dezelfde leider delen: Jezus! De mensen die het credo "soevereiniteit boven alles" eren, die raken hogerop. Paradoxaal genoeg, zijn ze niet op de hoogte.
|