De Rode Ridder #97: De vesting. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
We vinden Johan terug op de Grote Steppe, een gebied tussen Azië en Europa. Zijn reisdoel is Arkaddon, een massieve burcht. Op weg naar de burcht kruist een karavaan Johans pad. Daar maken we kennis met Kebir, de koopman en Jarmilla, een blanke schoonheid, die met de karavaan meereist. De karavaan is echter ook opgemerkt door de bewakers van Arkaddon en het komt tot een schermutseling wanneer Sabin (de dienares van Jarmilla) het voor haar meesteres opneemt. Johan kan natuurlijk niet anders dan tussenkomen. Markies Tordrach, hoofd van de lansiers van Arkaddon, komt echter tussenbeide om de wonden te zalven. De karavaan mag de nacht doorbrengen even buiten de muren van Arkaddon; Johan mag de burcht binnen. Het valt onmiddellijk op dat in de vesting een staat van opperste paraatheid heerst. Dit moet wel, omdat de stepperuiters zouden kunnen aanvallen. Het is echter al twintig jaar geleden dat er nog eens een aanval geweest is. De stepperuiters zouden echter onlangs een nieuwe leider gekregen hebben, Morduk Slindar, een sluwe strateeg die de ondergang van Arkaddon gezworen heeft.
De Rode Ridder #96: De dame van de poorten. (Standaard Uitgeverij) (1995)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De Rode Ridder trekt door een troosteloos gebied, waar hij de legende van de Heer der Poorten wil doorgronden. Samen met Huon , een andere dolende ridder , trekt hij naar Castellamar , het kasteel van de Heer der Poorten. Achterna gezeten door het Nachtvolk bereiken ze de burcht waar ze Ingrid , de Dame der Poorten ontmoeten. Vrouwe Ingrid vertelt de mythe van de strijd tussen de Heren van het Licht en de Meesters der Duisternis en hoe na afloop van deze oorlog Castellamar ontstond. Toen de Heer der Poorten verdween begon het Nachtvolk weer naar boven te komen. In het kasteel houden de vergrendelde poorten hen echter tegen. Maar wanneer de zevende zegel verbroken wordt valt het Nachtvolk aan , onder leiding van Gardian , de Heer der Poorten. Na een eerste hevige aanval neemt de Rode Ridder de uitdaging van Gardian aan.
Bessy #6: De schrik van Robson Rockies. (SC) (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst: Mark Meul --- Tekeningen: Jeff Broeckx.
Het vee van de boeren wordt verminkt teruggevonden. Men verdenkt Bessy ervan de schuldige te zijn. Het is aan Andy om te bewijzen dat Bessy onschuldig is, want anders zullen de woeste boeren Bessy afmaken...!
De Rode Ridder #95: Heerser der diepten. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Dit verhaal vangt aan op een rustige dag terwijl de Rode Ridder aan boord van een driemaster over de Grote Oceaan reist. Alhoewel, zo rustig blijft het niet, want plots roept iemand vanuit het kraaiennest: Kapitein! Ginds aan de horizon begint de zee te schuimen! Iets van reusachtige afmetingen komt op ons af! De kapitein geeft nog het bevel om het roer om te gooien maar het is te laat. We zijn getuigen van de slachtpartij die de haaien onder de bemanning aanricht. Gelukkig weet de Rode Ridder te ontsnappen nadat hij een haai verwondde. Op deze gewonde haai komen snel nieuwe af die deze haai zonder mededogen afmaken. Wanneer Johan bijna het vasteland heeft bereikt merkt hij in de verte op de plaats van de schipbreuk de vin van de reuzenhaai op. Eenmaal aan land vindt hij zijn paard terug. Hij merkt tevens een dame in nood op. Onmiddellijk redt hij haar van de offerpaal. Minder voor de Rode Ridder is dat de jonge dame niet gered wil worden. Na de redding komt ook haar vriendje opdagen om Johan duidelijk te maken dat hij niet blij is met de huidige stand van zaken. Nadat Oona, het geredde meisje, uitleg geeft waarom dat zo erg is komt de hogepriester van het dorp langs met zijn gevolg. Gelukkig voor Johan hebben de Bukauskas nog nooit een paard gezien,waardoor ze op de vlucht slaan. Vanuit een palmboom heeft echter een Bukauska de wacht gehouden. Hij gooit een met lood verzwaard visnet naar Johan. Johans paard vindt deze gebeurtenis niet meer zo interessant en kiest verstandig het hazenpad.
De Rode Ridder #94: Xanador. (Standaard Uitgeverij) (1984)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Johan nadert een kleine nederzetting. Er heerst een drukte van jewelste, iedereen staat ongeduldig te wachten aan de herberg, waar Gaetan de minstreel veel succes heeft. De bewoners schreeuwen om de ballade van Xanador nogmaals te mogen horen. Gaetan begint de ballade, die over goud en mooie vrouwen gaat. Johan staat mee tussen de toeschouwers. Hij bemerkt ook een knappe vrouw, die de minstreel strak aankijkt. Gaetan beëindigt de ballade en zet het op een lopen. Een oude man houdt hem echter tegen, hij vertelt hem dat zijn drie zoons op zoek gingen naar Xanador, maar niet terugkeerden. Ook een ander heerschap spreekt Gaetan aan. Het is Mitje, die samen met zijn vrienden Ward en Jakke naar Xanador willen. Ze zetten Gaetan onder druk om hen alles te vertellen over Xanador. De oude man blijft echter aandringen op de feiten omtrent zijn zoons. Het dreigt tot een handgemeen te komen tussen de oude man en de drie andere belagers van Gaetan. Johan stapt naar voor en werpt zich beschermend voor de oude man. Er ontstaat een gevecht tussen Johan en Mitje. Mitje krijgt een rake klap en zakt in elkaar. De oude man, Ebert, krijgt intussentijd een beroerte die hij niet zal overleven. Ward en Mitje druipen af, maar Jakke benadert Johan langs achter en wil hem laffelijk neerslaan. De jonge vrouw waarschuwt Johan echter tijdig zodat Jakke een lage scheervlucht maakt, en het op een lopen zet.
Bessy #8: De zwijgende getuige. (SC) (Standaard Uitgeverij) (1997)
Tekst: Ronald Grossey --- Tekeningen: Jeff Broeckx.
Het geheimzinnige meisje Ivy komt, samen met haar ouders, naast de Cayoons wonen. Bessy en Ivy worden meteen dikke vrienden. Maar dan krijgt Ivy een dodelijke beet van een ratelslang. Bessy waarschuwt haar baas, maar komt Andy niet te laat? En wil de geheimzinnige medicijnman Opata Ivy hepen?
De Rode Ridder #93: Nevelsteen. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Johan rijdt haastig met zijn paard door een bos heen. Hij heeft een afspraak met een bekende en is bijna te laat. Hij heeft nauwelijks tijd om een oude bedelmonnik een aalmoes te geven. Maar als hij de stem van de bedelmonnik hoort, beseft Johan dat hij zijn afspraak is tegengekomen. Het is Merlijn die uit voorzorg vermomd was. Merlijn heeft een lastige opdracht voor Johan. Hij moet de tovenaar Kirzillian helpen. Kirzillian woont in Nevelsteen, een burcht die sinds de magische praktijken van Kirzillian door grote problemen wordt getroffen. Merlijn en Johan spoedden zich naar de burcht, die door vele monsters en een dichte mist afgeschermd wordt. Eenmaal binnen wordt het tweetal overvallen door een reuzenspin. Na enkele bezweringen van Merlijn kunnen ze verder en bereiken ze Kirzillian die helemaal verlamd lijkt te zijn. Direct worden de twee door schorpioen-achtige monsters overvallen. Terwijl Merlijn probeert om Kirzillian bij bewustzijn te krijgen, gaat Johan de schorpioenmannen te lijf. De Rode Ridder schakelt de twee monsters uit en hoort van Merlijn dat Kirzillian vergiftigd is door de angel van een schorpioenman. Johan vindt het tijd om de burcht beter te onderzoeken. In de kelders van Nevelsteen vindt Johan een bodemloze schacht in de vorm van een Pentagram. Iets verderop vindt hij een levensecht schilderij van een jonge vrouw.
Jeanne D'Arc #1: Het bloedige zwaard. (SC) (Arboris) (1994)
Tekst & tekeningen: Paul Gillon.
Het jaar is 1426 en Europa is in rep en roer. De Engelsen zijn hard op weg om het grootste deel van Frankrijk in handen te krijgen. Jeanne d'Arc is op dat moment nog maar een jong schapenhoedstertje, maar als zij het visioen krijgt dat zij uitverkoren is om Frankrijk te bevrijden uit de klauwen van de buitenlandse indringers besluit zij haar verdere leven daarop in te stellen. Een probleem is wel dat zij daarvoor maagd moet blijven, iets dat vooral in de losbandige hofkringen van die tijd niet meevalt...
De Rode Ridder #92: Zygmud en de beren van Kragero. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Johan, de ons allen bekende Rode Ridder vaart weer een fantastisch avontuur binnen dat zich afspeelt in het frisse noorden. Johan meert aan te Kragero in Noorwegen. Voor Johan op avontuur vertrekt krijgt hij nog een waarschuwing van de kapitein van de drakkar waarmee Johan reisde. Het blijkt dat vreemdelingen niet langer welkom zijn in de streek vanwege een tovenaar die de streek een tijdje terug onveilig maakte, zijn naam was Zygmud. Dit schrikt onze onbevreesde ridder natuurlijk niet af en hij gaat in de streek toch op zoek naar onderdak. Hij vindt een herberg waar blijkbaar net een robbertje wordt gevochten, een jongeman vliegt pardoes door de door naar buiten. Johan zijn eergevoel zegt hem dat hij dit niet mag laten gebeuren en besluit de herberg binnen te gaan, mede omdat de jongen zijn voorraadzak nog binnen staat. Terwijl de jongeman een korte tijd bezorgd op Johan wacht hoort en ziet hij van buitenaf een geweldige orkaan losbarsten. Vlak daarna ziet hij Johan buitenkomen en zijn excuses aanbieden aan een beeldschone jonge vrouw, Ulrika. Yngram, de jongeman neemt een kijkje binnen en ziet de vier vechtersbazen bewusteloos op de grond liggen. De vier gebroeders Roldan, de broers van Ulrika zijn door Johan buiten strijd gemept. Yngram probeert nog een afspraak te maken met Ulrika maar weigert uit vrees voor haar broers.
Jeanne D'Arc #2: De maagd van Orleans. (SC) (Arboris) (1999)
Tekst & tekeningen: Paul Gillon.
In Frankrijk heeft men besloten deze pagina's niet in te kleuren, maar het verhaal in zwart-wit uit te geven. Omdat Gillons werk ook zonder kleuren even virtuoos blijft en het toch ook wel erg zonde zou zijn als deel 2 onvertaald zou moeten blijven hebben we besloten dat in ons land ook te doen, ook al is dat wat minder gebruikelijk.
De Rode Ridder #91: Het grote geheim. (Standaard Uitgeverij) (1985)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De Rode Ridder zwerft door het Zuid-Franse Acquitanië in 1314. Hij zoekt beschutting voor een onweer en vindt onderdak in een klooster. Terwijl de Rode Ridder in een gastenkamer een maaltijd nuttigt, komt een mysterieuze ridder in het klooster aan. Johan luistert het gesprek tussen de ridder en een monnik af. De ridder blijkt de Fresnoy te heten, een Tempelier. Dit schijnt Johan vreemd toe: in 1307 werden immers de meeste Tempeliers door Filips de Schone aangehouden. De Fresnoy komt echter niet zomaar op visite. Hij wordt achtervolgd door "de kinderen van de nacht" en zoekt in het klooster bescherming voor de nacht. 's Ochtends besluit Johan de Fresnoy zijn hulp aan te bieden, maar de Tempelier zette zijn tocht reeds verder. Enkele mijlen verderop liep de Fresnoy in een hinderlaag. Hij probeert wanhopig stand te houden, maar wordt lafhartig neergestoken wanneer Johan hem ter hulp snelt. Dan geeft de stervende de Fresnoy een opdracht aan de Rode Ridder: zijn dood melden aan de commanderij van Troyceaux. Hij krijgt ook de zegelring van de Tempelier en het wachtwoord mee: "Baphomet".
De Rode Ridder #90: Het Dievengilde. (Standaard Uitgeverij) (1985)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Mirabel en Kessul trekken met een karavaan door het woud, plots worden ze aangevallen door struikrovers. De begeleiders van de karavaan worden meedogenloos uitgeschakeld. Al snel bereiken de rovers de wagen van Kessul. Mirabel, zijn huurlinge weet zich echter verbeten te verdedigen. Plots duikt een ridder vanuit het niets op, hij baant zich onhoudbaar een weg door de rangen van de rovers. De rovers krijgen schrik en blazen de aftocht op aanraden van hun eenogige aanvoerder. De ridder weet de aanvoerder in te halen en neemt hem gevangen. Terug bij de karavaan wordt de gevangenneming van Dudek, aanvoerder van de rovers en rechterhand van Bjornoz, aanvoerder van het dievengilde met verbazing aanschouwd. De ridder maakt zich bekend, het is Johan. Mirabel en Johan blijken geen onbekenden van elkaar. Zij was eerder verwikkeld in louche zaakjes. Kessul verzekert Johan er echter van dat dit nu geenszins het geval is. Johan legt zich hier bij neer, maar blijft erg wantrouwig. Na de kennismaking wordt de tocht naar de stad verdergezet. In de stad wordt de schout meteen op de hoogte gebracht. Een bedelaar zorgt er echter ook voor dat Bjornoz ingelicht wordt. Niet veel later wordt Dudek bevrijd. Wanneer een wachter de verdwijning kenbaar maakt, wordt de achtervolging nog ingezet, tevergeefs echter, Dudek verdwijnt in de dievenwijk. Johan heeft zijn bedenkingen bij de rol van Mirabel.Mirabel duidt echter een man in zwarte kapmantel aan als mogelijke dader.
De Rode Ridder #89: De ontvoering. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Johan waagt zich op het grondgebied van de Kazangas, een stam wilden die niets of niemand ontzien. Meteen wordt hij door een verkenner opgemerkt, die besluit hem aan te vallen. Johan is echter op zijn hoede en weet de steen uit de slinger te ontwijken. Meteen overmeestert hij dan ook zijn tegenstander, die zich plots in een afgrond stort. Gevangenschap is ondraagbaar voor de Kazangas. Nog onder de indruk zet Johan zijn tocht verder. Aan de horizon ziet hij een rookpluim. Een nederzetting werd aangevallen door de Kazangas. Iedereen werd brutaal vermoord. Johan zet meteen koers naar de nabijgelegen versterkte hoeve van Holmarl, de herenboer. Deze ontvangt Johan met de nodige voorzichtigheid. Jocquil en zijn neven; Yezamin, Hiswulf en Ernak houden Johan onder schot. Bij Holmarl maakt het wantrouwen spoedig plaats voor verslagenheid bij het horen van de droeve mare. Het was zijn dochter die samen met haar man vermoord werden. Bij het zien van het speelgoedbeertje dat Johan meebracht ontstaat bij Holmarl het vermoeden dat zijn kleindochtertje Yannick als slavin meegevoerd werd. Johan weet een impulsieve beslissing van Holmarl te voorkomen en stelt voor zelf op zoek te gaan naar het kleintje. Holmarl looft een beloning uit! Jocquil en zijn neven besluiten op eigen houtje ook een reddingspoging te ondernemen. Hun wantrouwen tegenover Johan viert echter nog steeds hoogtij, hun middelen zijn niet zo proper. Vanop een afstand zullen zij Johan volgen, en wanneer hij het meisje heeft weten te bevrijden houden ze hem tegen...
De Rode Ridder #88: Het Oog van Toth. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Als de Rode Ridder tegen de avond in een stad arriveert, wordt hem al snel duidelijk dat de misdaad er hoogtij viert, en wel in zo'n mate dat de waard van de herberg waar Johan zijn intrek neemt over de situatie opmerkt: "het is alsof de duivel ermee gemoeid is!". Zonder het te weten heeft de waard het bij het rechte eind: de misdaadgolf wordt veroorzaakt door de sekte van Toth, een bende schurken die geleid wordt door Darkon (de ingewijde), die een dienaar is van... Bahaal. Merlijn deelt Johan diezelfde nacht in een droom mee dat het Johans bestemming is de strijd met de duistere machten aan te gaan, en kondigt hem de komst van een bondgenoot aan: Morgenster, Fee van de Dageraad. Daarmee is Merlijns rol in dit verhaal uitgespeeld. Inzet van de strijd tussen Licht en Duisternis is ditmaal het "Oog van Toth", een magisch voorwerp waarmee gedachten op andere mensen kunnen worden overgebracht en demonen kunnen worden opgeroepen. Bahaal wil het oog aanwenden om, zoals altijd, de beschaving te vervangen door chaos. Aan Darkon de taak om het oog voor zijn duistere meester te stelen van de huidige eigenaar en aan Morgenster - Darkons tegenpool en dienares van Galaxa - de taak om dat, samen met Johan, te voorkomen.
De Rode Ridder #87: De beelden van Djomaz. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Een piratenschip dat het schip waarop Johan zich bevindt ramt is er de oorzaak van dat de ridder overboord valt, om uiteindelijk uitgeput aan te spoelen op de kust van een onbekend tropisch eiland. Het blijkt de kapitein van het piratenschip, Zarbuk, te doen om méér dan de gewoonlijke buit alleen; een van de opvarenden is de Arabische prinses Yezera, die volgens Zarbuk "het geheim van de bron der onsterfelijkheid" kent, hetgeen hij nooit geweten zou hebben als Abdul, Prinses Yezera's lijfwacht, zijn meesteres niet verraden had door deze informatie aan Zarbuk te verkopen. Abdul moet zijn verraad echter duur betalen; kapitein Zarbuk's luitenant Yogh wurgt de verraderlijke lijfwacht en smijt diens lichaam in zee, en dat alles in een paar seconden tijd. Meteen is duidelijk dat met deze piraten niet te spotten valt... Johan's onvrijwillige aanwezigheid op het eiland blijft niet onopgemerkt.
De Rode Ridder #86: De duivelszee. (Standaard Uitgeverij) (1995)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Johan doolt rond aan de kust van een afgelegen gebied. De nacht valt en hij ziet zich genoodzaakt een onderkomen te zoeken. In het zand bemerkt hij de afdruk van een enorme klauw. Gelijktijdig hoor hij ook hulpgeroep vanop de nabijgelegen rotsen. Hij snelt er heen en doet een onheilspellende ontdekking. Iets heeft een slagveld achtergelaten. Slechts 1 overlevende. De stervende man spreekt over de zeeduivel en maant Johan aan te vluchten. Een eindje verderop bemerkt Johan de ruïne van een burcht. De ruïne lijkt bewoond vanwege het licht dat binnen aangestoken werd. Johan betreedt de bouwval en wordt nauwlettend in het oog gehouden door een paar monsterlijke ogen. Ook de laatste verdedigers van de bouwval houden Johan in de gaten. Hun pijlen missen echter doel en Johan weet de soldeniers snel uit te schakelen. Een jonge vrouw komt tijdig tussenbeide en nodigt Johan uit haar te volgen voor een verklaring. De jonge vrouw heet Solita, samen met Irma, de keukenmeid en de twee soldeniers Bertram en Garnold zijn zij de laatste bewoners van het eens zo prachtige kasteel?
Tekst: Anne Guéro, Gérard Guéro --- Tekeningen: Janolle.
New York, deze tijd. Twee FBI agenten stuiten per toeval op een duister zaakje. Maar is het wel per toeval? Fisher en Mallow leerden al snel dat sommige dossiers zich nooit laten klasseren... Nemesis Level Eleven gelijk... Het is precies alsof de temperatuur plots gezakt is...
De Rode Ridder #85: De zwarte cobra. (Standaard Uitgeverij) (1985)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
In Egypte heerst een wankele vrede tussen kruisvaarders, Egyptenaren en tempeliers. Johan, die als bemiddelaar actief is geweest brengt verslag uit bij Garwein, grootmeester der tempeliers, op diens schip in de havenstad Damiëtta. De sekte van de zwarte Cobra tracht Saracenen en Kruisvaarders tegen elkaar op te zetten. Garwein weet dat het hoofdkwartier van de sekte in Memphis te vinden is maar kan niets ondernemen, daar zijn dochter Daphne ontvoerd werd. Hij geeft Johan de opdracht haar terug te vinden. Wanneer hij er in slaagt komen de plaatselijke tempeliers in actie. Johan hoort plots een verdacht geluid en bemerkt een grote zwarte cobra. Zijn zwaard slaat meteen toe. Johan gaat verder op onderzoek en bemerkt een bewusteloze dienaar; Horeptah. Het schip wordt verder doorzocht, zonder resultaat. Johan kan zich niet van de indruk ontdoen dat Horeptah niet helemaal zuiver op de graat is. Niettemin vertrekt hij die avond met twee tempeliers en Horeptah als gids naar Memphis. Na een tijd stuurt Horeptah het bootje in het riet, een Saraceense patrouille komt voorbij. Blijkbaar zijn zij op zoek naar Johan ??! Aan de verlaten dodentempel van Menephteor houdt het viertal halt om de nacht door te brengen. Johan gaat op verkenning.