Hoe zag de huidige Waregemse stationsbuurt eruit toen er nog geen station was? Hoe leefden de Waregemnaars toen België in 1830 boven de doopvont werd gehouden? We gaan even grasduinen in de zanderige buurt van het Goed ter Elst, de Muijzelsack, het Goed te Baets en de Maaimeersen langs de sterk meanderende Gaverbeek. Van daaruit rees het armoedige Waregem, tijdens de tweede helft van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw, als een feniks uit zijn as. De weg van de hel naar de hemel was voor Waregem
den ijzeren weg.
Historische kaart verschenen in het 20e jaarboek (1992) van de Gaverstreke
Het kleine dorp langs de Gaverbeek kon je in de achttiende eeuw zelfs geen echt boerendorp noemen. Je zal maar één van de 6.500 Waregemnaars geweest zijn anno 1830. Er gaapte een diepe kloof tussen de elitaire groep van de welgestelde en kiesgerechtigde notabelen, zowat 3 pct van de bevolking, en het verarmde proletariaat. Historicus Marcel Delmotte wees er in zijn bijdrage Honger en armoede te Waregem (1815 -1855) al op dat tot 1871 niet eens 3 pct van de Waregemnaars de status had om stemrecht te verwerven (De Gaverstreke, jrb. 29, 2001, p. 290).
Zowat de helft van de onderdanen van burgemeester Joannes-Franciscus Huys (1781-1870) waren in 1830 noodlijdend. Dat kwam onder meer omdat de gronden zanderig en arm waren. Bovendien zie je op de historische kaart , die in het jaarboek 1992 van De Gaverstreke werd voorgesteld, dat er in Waregem anno 1830 nog vrij veel bossen en niet bewerkte heidegronden voorkwamen. Zo was de omgeving waar later het station zal komen, nog erg landelijk en groen en allesbehalve dicht bebouwd.
We kunnen stellen dat den ijzeren weg zijn spoor zal trekken door een landelijk en groen gebied aan de noordelijke rand van het dorpscentrum, vanaf de grens met Zulte door de toenmalige Waregemse wijken Plaats Noord, Gaverken, Ter Damme en Puidenbrouck . Wijken zoals het Gaverke werden doorgesneden. Iets naderend naar de Gentse Steenweg zou de spoorweg verder zijn spoor trekken door het landelijke Desselgem en Beveren-Leie naar Harelbeke.
Als we de toen nog groene stationswijk in Waregem ruim bekijken, ontdekken we vijf belangrijke historische herkenningspunten :
De eeuwenoude herberg De Muijzelsack, die later Het Smoorken en rond 1950 de Smoor werd genoemd. Er was via de huidige Olmstraat en het oudste deel van de huidige Boulezlaan een rechtstreekse verbinding met de Plaetse van Waregem. De vijfwegschede leidde rechts naar Sint-Eloois-Vijve (nu Roger Vansteenbruggestraat). Dat was lange tijd, samen met de Ter Elststraat, de kortste verbinding naar de Leie. Oudere Waregemnaars zullen zich herinneren dat zich hier, midden de twintigste eeuw, ook herberg De Lindeboom bevond .
Centraal in dit gebied lag het Goed ter Elst, tussen de Ter Elststraat en de huidige Vijfseweg. Dit weggetje gold anno 1800 nog als de kortste weg naar Sint-Eloois-Vijve want van de Vijfseweg was er toen nog geen sprake. De familie De Zutter kocht dat goed op het einde van de 19e eeuw en liet in de tegenoverliggende weiden de Transvaal bouwen . De oprichtingsakte van de Société Anonyme de Waereghem dateert van 1.12.1899. Waarom de drie vennoten, waarvan geen enkele van Waregem was, voor Waregem kozen, is niet duidelijk. Het is niet uitgesloten dat de onmiddellijke nabijheid van de spoorweg een grote rol heeft gespeeld in die keuze, volgens Charles De Zutter. De ruime villa Ter Elst werd in 1907 gebouwd in opdracht van de familie De Zutter, met adres Gaverken 37. Vroeger lag hier een niet-omwalde hoeve. Ter Elst was zelfs een heerlijkheid, die afhing van Vijve-Dendermonds. Ze kwam in handen van de heer van Potegem toen Pieter vanden Berghe, op 17.8.1636 huwde met Jenne de Smet, dame van Potegem .
Het Goed te Baets, dat tijdelijk ook Goed te Leeuwergem werd genoemd omwille van dezelfde eigenaar. Foncier en rentegronden lagen tussen de Meiweg en de Gaverbeek, de huidige Jan Bouckaertstraat en de Oude Vijvestraat. De naam Leeuwerckebrugge, het brugje over de Gaverbeek in de Jan Bouckaertstraat, verwijst allicht naar Leeuwergem. Het heette vroeger ook Ter Vive, omdat het in de buurt van de Gaverbeek lag, die ook Vivebeek werd genoemd. De heer van dit Goed had het visrecht langs de Gaverbeek. Hij hing af van de heerlijkheid Ingelmunster. Jarenlang zwaaide de heer van Hemsrode (Anzegem) ook de scepter op Potegem en op het Goed te Baets. In 1417 was Oste Baets heer van te Baets. Daarna kwam de heerlijkheid samen met ter Elst en kwam dus net zoals ter Elst
in de handen van de heer van Potegem. Volgens Filips Benoit kan je de hofstede van te Baets situeren langs de Putmanstraat 47.
Het Goed te Messem, langs de Gaverbeek en vlak naast de latere spoorweglijn Gent-Kortrijk,
later ook Goed Ter Bauwede of t Waterhof genoemd . Vele Waregemnaars spraken in de jaren vijftig en zestig van Verhelsties hof, omdat burgemeester Julien Verhelst daar woonde. Het hof was lange tijd vanuit de Meiweg bereikbaar via een (intussen verdwenen) kronkelend pad, dat evenwijdig liep met de spoorlijn. Te Messem vormde eveneens een aparte heerlijkheid. De heer mocht een visfuik aanbrengen tussen de Leeuwerkebrugge en de Asselaert, wat verder richting Vijve.
De Maaimeersen, waren de overstromingsweiden aan de Gaverbeek, met als bekendste locatie de Slekkeput , die honderd meter over den Donder lag, richting Zulte, langs de Dompelbeek. Van dit romantische oord, waar in het interbellum en begin de jaren vijftig talrijke Waregemnaars kwamen vrijen, blijft nu helaas niet veel over. Wel positief is het door de provincie Oost-Vlaanderen aangelegde fietspad naar Deinze. In 2015 volgde de provincie West-Vlaanderen met een verlengstuk tot over de achteringang van het station te Waregem.
De straat rechtdoor was de straete naer Vyfve , ook al zal die pas vanaf de aanleg van de Vijfseweg in de eerste helft van de 19e eeuw direct naar Sint-Eloois-Vijve lopen. Aanvankelijk liep ze maar 150 meter verder door, richting Sint-Eloois-Vijve. Daar moest de weggebruiker anno 1830 dan kiezen voor links naar de Plaatsemolen (nu Processiestraat) of rechts naar het Goed te Baets (nu Marcel Windelsstraat). Pas naar aanleiding van het bouwen van het station, in 1838, zou het straattracé rechtdoor worden getrokken. De aanleg van de spoorweglijn Gent-Kortrijk wijzigde dus in niet onaanzienlijke mate het Waregemse stratenplan, zoals Marcel Delmotte terecht opmerkt in zijn artikel Honger en Armoede te Waregem (1815-1855).
Ferraris kaarten toestand omstreeks 1780
bronnen:
GHK De Gaverstreke, Historische kaart Waregem, De Gaverstreke, jrb. 20, 1992, p. 11-18.
De Gaverstreke stelt op basis van het Landboek digitaal ook een overzicht van de wijken en de feodale structuur ter beschikking op http://users.telenet.be/degaverstreke/WijkenOverzichtsTabel.html
Volgens Nadine Claeys, de dochter uit café De Lindeboom, sloot het café in 1977 de deuren.
CH. DE ZUTTER, Société Anonyme de Waereghem, De Gaverstreke, jrb. 36, 2008, p. 195-215.
R. CASTELAIN, De heerlijkheid en feodaliteit met toepassingen in de omgeving van Waregem, De Gaverstreke , jrb. 26, 1998, p. 235-262.
F. BENOIT, Overzicht van de feodale structuur in Waregem, De Gaverstreke, jrb. 26, 1998, p. 263-333.
R. OPSOMMER, Waregemse Lenen en Heerlijkheden onder Ingelmunster en Vijve-Dendermonds (15e-16e eeuw), De Gaverstreke, jrb. 13, 1985, p. 269-287.
Tiendenboek Waregem 1774.
|