Jean Mattan was de zoon van Charles Louis Mattan en Natalie Van Averbeke. Zijn vader was jachtwachter te Meulebeke. Hij had nog een jongere broer Alphonse ° 1869 Meulebeke, deze was gehuwd met Marie Sylvie Brouckaert en ook een oudere zuster Marie Elodie ° 1872. Ik vermoed dat er slechts drie kinderen waren, tijdens mijn speurtocht in de archieven heb ik niets meer gevonden.
Marie Vanden Broucke
Mijn overgrootmoeder Marie Sylvie Vanden Broucke was de dochter van Theodoor Vanden Broucke ° 1835 Ardooie en Ida Warnez °1843 Ardooie. Haar ouders huwden te Ardooie in 1874, dit echtpaar vestigde zich in Sinte-Kruis bij Brugge. Daar werd op donderdag 25 februari 1875 te Sinte-Kruis een dochter geboren nl mijn overgrootmoeder. Marie Sylvie was nog geen twee jaar toen haar moeder overleed op 26 september 1876 te Sinte-Kruis. Nog geen jaar later hertrouwde haar vader te Oostkamp met Adolphina Maria DeLoof.
06-03-2008
Voorouders van Marie Sylvie Vanden Broucke in directe lijn tot Judocus Vanden Broucke
Judocus
Vanden Broucke X Maria Margaretha Comblé | Jean Vanden
Broucke X Marie Anne Strobbe | Joannes
Vanden Broucke 1736-1808 X Judoca Theresia Desmet | Josephus
Vanden Broucke 1791-1863 X Dorothea Heldenbergh | Theodoor
Vanden Broucke 1835 X Ida Warnez | Marie
Sylvie Vanden Broucke 1875 X Jean Mattan
05-03-2008
En nu een beetje geschiedenis
De volgende keer dat je je handen
wast, en je vindt de temperatuur van het water niet echt aangenaam,
denk er dan eens aan hoe het er ooit aan toe ging... Hier volgen een
aantal feiten uit de jaren 1500:
De meeste mensen huwden in juni,
omdat ze hun jaarlijks bad namen in mei, en dus in juni nog redelijk
fris roken. Tegen die tijd begon men echter toch al lichtelijk te
stinken, en dus droeg de bruid een boeketje bloemen om haar
lichaamsgeur te verbergen. Daar komt dus het gebruik van dat ook
vandaag nog de bruid een bruidsboeket draagt.
Een bad bestond uit
een grote kuip die gevuld werd met heet water. De heer des huizes
genoot het privilege van het schone water, daarna volgden de zoons en
andere mannen die deel uitmaakten van het huishouden, dan de vrouwen,
en tenslotte de kinderen. De baby's waren als laatsten aan de beurt.
Tegen dan was het water zo vuil dat je er makkelijk iemand in kon
kwijtraken.. . Vandaar de uitdrukking "de baby met het badwater weggooien".
Huizen
hadden in die tijd strooien daken, zonder houten gebinte. Het was de
enige plek waar de dieren zich warm konden houden, en dus leefden de
katten en kleinere dieren (muizen, ongedierte) in het dak. Als het
regende werd het daar glibberig, en soms gleden de dieren dan uit en
vielen van het dak. Vandaar het Engelse gezegde "It's raining cats and
dogs".
Niets kon verhinderen dat er dingen in het huis vielen. Dit
was een echt probleem in de slaapkamer, waar ongedierte en uitwerpselen
je schone beddengoed konden bederven. Daarom werden bedden voorzien van
grote palen om een laken over te hangen dat dan toch een beetje
bescherming bood. Zo is het gebruik van hemelbedden ontstaan.
In
die tijd kookte men in de keuken in een grote ketel die altijd boven
het vuur hing. Elke dag werd het vuur aangestoken, en werden er
ingrediënten toegevoegd aan de ketel. Men at meestal groenten, en
weinig vlees. Men at deze stoofpot 's avonds, en liet het overschot in
de ketel. Dit werd dan 's nachts koud, en 's anderendaags begon men
gewoon opnieuw. Zo zaten er in hun stoofpot vaak dingen die er al heel
lang inzaten...
Soms konden ze varken krijgen, en dan voelden ze
zich heel bijzonder. Als ze bezoekers over de vloer kregen, dan hingen
ze hun stuk varken op om op te scheppen. Het was namelijk een teken van
weelde als een man spek naar huis kon brengen. Ze sneden dan een stukje
af om te delen met de gast, en kauwden gezellig samen op het vet.
Wie
geld had, kon zich tinnen borden veroorloven. Voedsel met een hoge
zuurtegraad zorgde er voor dat een beetje van het lood in het voedsel
terecht kwam, wat vaak tot een loodvergiftiging en de dood leidde. Dit
gebeurde het meest met tomaten, waardoor tomaten de volgende +/- 400
jaar als giftig werden beschouwd. Brood werd verdeeld volgens je
sociale status. Arbeiders kregen de aangebrande bodem van het brood,
het gezin at het middendeel op en gasten kregen de bovenste, krokante
korst.
Men
gebruikte loden bekers om bier of whisky te drinken. Die combinatie
zorgde er soms voor dat de drinker een aantal dagen buiten westen was!
Als de dronkaard dan bewusteloos gevonden werd langs de straat, werd
hij vaak gereed gemaakt om begraven te worden. Hij werd een aantal
dagen op de keukentafel gelegd, en de familie at en dronk aan diezelfde
tafel, en wachtte af of hij nog wakker zou worden. Vandaar het gebruik
van de doodswake.
Engeland is oud en klein, en de bevolking vond
geen plaats meer om de doden te begraven, dus werden er kisten
uitgegraven en de beenderen naar een beenderhuis overgebracht, zodat ze
de graven konden hergebruiken. Bij het heropenen van deze kisten,
ontdekten ze dat er bij 1 op 25 aan de binnenkant gekrabd was, en ze
beseften dat ze levenden hadden begraven. Van toen af werd er een
touwtje rond de pols van een lijk gebonden, dat omhoogleidde en
verbonden was met een belletje boven de grond. Iemand moest dan heel de
nacht op het kerkhof zitten om te horen of de bel niet rinkelde. En zo
werd er wel eens iemand "gered door de bel". Wie zei er ook alweer dat geschiedenis saai was...?
Odette Mattan werd geboren op woensdag 5 februari 1936 te Pittem. Zij was de dochter van Cyriel Mattan en Juliana Vanwalleghem. De bijhorende foto is van haar Plechtige Comunie.
De familie Mattan in Lichtervelde
Het verhaal begint met Pieter Mattan (°Pittem 1823) die in 1870 van Zwevezele naar Lichtervelde trekt. Als beroep staat vermeld regenschermmaker. Hij was gehuwd met Eleonora Defraeye en had met haar 8 kinderen. Twee ervan werden muzikant bij de fanfare: August (°1858) en Victor (°1860). Victor bleef niet zo lang muzikant maar August bleef trombone spelen tot omstreeks 1905. In 1895 was August ook bestuurslid geworden en hij zou dit blijven tot aan zijn overlijden in 1932. In 1911, 1921 en 1926 was hij kandidaat bij de gemeenteraadsverkiezingen maar werd hij niet verkozen. Hij was medestichter van de Onderlinge Brandverzekering Sint-Donatus. De familie Mattan werd bekend in Lichtervelde omwille van haar paraplufabriek die ze had in de Statiestraat.
Op de familiefoto zie je van achter naar voor en van links naar rechts: Victor, Achiel, Eugène, Maria, August, Octavie Molderez, Pauline, Henri, Madeleine, Raphaël, Michel
Henri was gehuwd met Alice Depreytere en had 3 dochters: Henriette (°1924), Jacqueline (°1927), Monica (°1932 ). Henri werd in 1932 bestuurslid als opvolger van zijn vader. Na de tweede wereldoorlog werd hij voorzitter in opvolging van de bejaarde Achiel Depuydt en hij zou dit bijna 20 jaar blijven, tot bij zijn overlijden in 1964. Henri was ook gemeenteraadslid van 1939 tot bij zijn overlijden. Hij was in de tussenoorlogse periode ook voorzitter van de schuttersgilde Sint-Sebastiaan die toen nauw aanleunde bij De Zwaan. Hij was lid van de beheerraad van de Onderlinge Brandverzekering en werd zaakvoerder in 1954.
Voorouders van Odette Mattan in directe lijn tot Joannes Matthon
Joannes Matthon /1722 X Joanna Verbrugge | Joannes Matton 1682-1731 X Judoca Willems | Leo Mattan 1728-1784 X Petronella Oosterlinck | Cipriaen Mattan 1759-1813 X Marie Anne Verhaeghe | Pieter Mattan 1797-1878 X Jacoba Deronghe | Charles Louis Mattan 1840-1894/ X Natalie Van Averbeke | Jean Mattan 1870 X Marie Sylvie Vanden Broucke | Cyriel Jozef Mattan 1901-1987 X Juliana Vanwalleghem | Odette Maria Mattan 1936- X Robert Everaerdt
Jean Mattan en Marie Vanden Broucke
Mijn grootvader Cyriel Mattan was ook afkomstig uit een groot gezin van 12 kinderen. Zijn vader Jean Mattan werd geboren op dinsdag 6 december 1870 te Meulebeke. Hij huwde op 24 jarige leeftijd met Marie Sylvie Vanden Broucke, dochter van Theodoor en Ida Warnez, In zijn jonge jaren was hij boswerker, op oudere leeftijd werd hij landbouwer, zij hadden een grote hoeve te Ardooie. Iedereen was welkom bij het gezin, altijd werd men goed ontvangen.
Mijn grootouders, Cyriel Mattan en Juliana Vanwalleghem
Cyriel Mattan, zoon van Jean Mattan en Sylvie Vanden Broucke, werd geboren geboren op woensdag 23 oktober te Ardooie. Hij huwde Juliana Vanwalleghem, dochter van Jules Vanwalleghem en Emelie Galloo, te Lichtervelde op 22 februari 1928. Het gezin woonde eerst te Pittem waar ze twee dochters kregen en later verhuisden ze naar Lichtervelde. Daar
hielden ze een herberg open "DE AFSPANNING" Deze herberg was gelegen
aan het station van Lichtervelde.Achteraan het gebouw waren
paardestallingen, deze werden tijdens WO2 gebruikt door de Duitse
soldaten om hun paard te zetten. Mijn grootmoeder werd door iedereen
Leintje genoemd, ze was een straffe madam, ze liet niet met haar voeten
spelen. Dit was ook wel nodig als je een herberg open hield.
Op één van de fotos zie je mijn grootouders met mijn moeder Odette (de kleinste) en mijn tante Marietta.
28-02-2008
Marcella Everaert en Camille Brackez
Mijn ouders als baby
A
Mijn ouders
Robert Everaert werd geboren op donderdag 7 maart 1929 te Staden, hij was de zoon van Darsel Everaerdt en Maria Moerkerke.
Tijdens zijn jeugdjaren speelde hij klarinet in "Het notekrakersmuziekske".Dit werd gewoonlijk "Het klein muziekske" genoemd. Het klein muziekske was ontstaan in 1944 na de tweede wereldoorlog. Op 19 oktober 1957 huwde hij te Lichtervelde met Odette Mattan, dochter van Cyriel Mattan en Juliana Vanwalleghem. Na
dit huwelijk kwamen ze in Ledeberg (bij Gent) wonen op de
Brusselsesteenweg. Hier ben ik geboren in maart 1959 en dertien jaar
later ook mijn zuster Caroline. Hier hadden we ook een garage want mijn
vader was garagist. In juli 2006 is mijn vader overleden na een heel langdurige vervelende ziekte.
Het gezin Petrus Decaestecker en Marie Louise Vereecke
Petrus Ludovicus Decaestecker werd geboren op maandag 4 april 1842 te Langemark. Hij was de zoon van Carolus Ignatius en Anna Catharina Depoorter. Hij was werkman. Op 22 april 1868 huwde hij te Staden met Marie Louise Vereecke, dochter van Joannes Baptiste en Barbara Spruytte. Het gezin telde 13 kinderen, allen geboren te Staden. Hij overleed op 84 jarige leeftijd te Staden, zie doodsprentje.
Hierbij ook het doodsprentje van zijn zoon Petrus Alois Decaestecker, deze was niet gehuwd.