Bij schandstraffen of kaakstraffen, werden delinquenten openbaar vernederd. Zij zouden al in de Oudheid voorgekomen zijn. Hun grootste bloei kenden ze in de Middeleeuwen en in de Moderne Tijden, om slechts in de negentiende eeuw te verdwijnen. In Belgie zijn ze pas afgeschaft bij het invoeren van het nieuwe strafwetboek van 1867, zij het dat er reeds in 1834 en 1849 ernstige pogingen werden ondernomen om deze straffen te weren. Als hoofdstraf werd de kaakstraf uitgesproken voor kleine vergrijpen als verboden kansspelen, valsspelen, valse aanklacht, meineed, godslastering, overspel, bigamie, koppelarij, prostitutie, landloperij, kleine diefstallen, het zingen van schunnige liederen, laster en vechtjasserij. Schandpalen werden ook gebruikt voor andere doeleinden zoals het tentoonstellen van afgesneden lichaamsdelen, van namen van voorvluchtigen, en soms ook voor het afficheren van verordeningen. De schandstraf werd uitgevoerd op een dag en uur dat er veel volk op straat was, bijvoorbeeld op een marktdag tussen 10 en 12 uur. Door de schuldige aan de paal vast te ketenen, werd hij aan de algemene bespotting prijsgegeven. In principe beschikte elke heerlijkheid met hoge rechtspraak op het einde van het Ancien Regime over een schandpaal. Na de verovering van onze gewesten door de Fransen vielen de schandpalen weg omdat ze een symbool waren van de feodale heerschappij van lokale heren. De schandstraffen werden echter al in 1791 opnieuw ingevoerd.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek