GEMEENTELIJK SPOTNAMEN en hun ONTSTAAN
Spotnamen, spotverhalen, domme gezegden en geestigheden hebben altijd
bij de mensen in een hoge gunst gestaan. De mens heeft steeds heel
gaarne met zijn nabuur gespot! Zulks was reeds het geval in de oudheid.
Tijdens de middeleeuwen en later ging het er al even erg aan toe. De
naijver en afgunst die onze gemeenten bezielden was misschien wel de
hoofdoorzaak van de gegeven spotnamen. Een tweede reden waaraan het
ontstaan van spotnamen te wijten is, was de afzondering van de
verschillende plattelandsdorpen. Er was gebrek aan gemeenschapswegen en
er waren ook geen verkeersmiddelen. Onze voorouders bleven steeds
binnen de perken van hun eigen gemeente en ze kwamen zelden of nooit in
contact met de bewoners van andere dorpen, zodat ze mekaar voor
vreemdelingen aanzagen. Dit alles gaf aanleiding tot wederzijds
wantrouwen en onderlinge vijandschap. Om met de bewoners van de nabij
gelegen dorpen te schimpen, nam men alles te baat. De kleinste
gebeurtenis, het minste feit, werd verdraaid, vergroot en rondgebazuind.
Deze feiten lagen dan meestal aan de basis van de spotnaam. Onze
voorouders waren beslist niet kieskeurig met het kiezen van hun namen.
Sommige schimpnamen waren wel wat plat en realistisch. Eens de spotnaam
in voege, werd deze dan overgeleverd van geslacht tot geslacht.
De bijnaam van de Bruggelingen is Brugse zotten. Deze bijnaam danken
ze aan volgende legende: nadat ze Maximiliaan I van Oostenrijk voor een
tijd gevangen hadden genomen, verbood deze het houden van een jaarmarkt
en andere festiviteiten. In een poging om hem te sussen, hield Brugge
voor hem een groot feest en vroeg daarna voor de toelating opnieuw een
jaarmarkt te houden, belastingen te mogen innen én ... het bouwen van
een nieuw zothuis. Hij antwoordde: Sluit alle poorten van Brugge en je
hebt een zothuis!.
Meer info : http://www.vlaamsetaal.be/artikel/244/gemeentelijke-spotnamen-en-hun-ontstaan
|