De arbeiders staan aan de voet van de piramide van onderdrukking.
Hun arbeid ondersteunt het rijke leven van de burgerij, het leger,
de clerus en de monarchie, 1901.
Institut Emile Vandervelde, Brussel
12-06-2009
Emile Claus en het landleven
Emile Claus werd geboren in 1849 te Sint-Eloois-Vijve en hij stierf te Astene in 1924 Hij was de belangrijkste vertegenwoordiger van het
impressionisme in België. Hij bewonderde het Franse impressionisme en
paste deze stijl toe in de realistische uitbeelding van zijn vertrouwde
plattelandsomgeving. Claus werd door schrijvers en schilders van zijn
tijd op de handen gedragen. Emile Claus liet zich in zijn werken vaak inspireren door de Leie, zijn omgeving en het werk op het platteland.
Op 15 november 1902 vuurde de Italiaanse anarchist Gennaro Rubino (43j)
drie schoten af op de derde koets in de koninklijke stoet, die
terugkwam van een rouwdienst voor de overleden koningin in de Brusselse
Sint-Michiels-kathedraal. Niemand werd gewond.
'Omdat zij rijk zijn en wij arm' verklaarde de schutter. Na zijn daad
moest de schutter beschermd worden tegen de woedende menigte. Hij was
een werkloze boekhouder die sinds een tweetal weken te Brussel verbleef.
Pas na zijn aankomst in Laken vernam de koning van de aanslag. Het leek
hem niet te deren. De kranten schreven toen dat het de schuld was van
de sosialisten.
15-05-2009
Koningin Maria Hendrika
Op 19 september 1902 om tien voor acht is Maria Hendrika, koningin van
Belgie, op 66 jarige leeftijd plotseling temidden van haar papegaaien,
overleden in haar woning te Spa. Daar leidde zij sedert 1893 een
teruggetrokken bestaan.De koningin leed sinds enkele maanden aan een
hartzwakte. 's Middags had ze nog geinformeerd naar de uitslag van
de paardenrennen en bij haar oude vriend, de kunstschilder Van
Severdonck, enkele aquarellen besteld. Echtgenoot Leopold II
verbleef op het moment van haar overlijden te Bagnères de Luchon in
Frankrijk. Nadat hij telegrafisch was gewaarschuwd reisde Leopold naar
Spa. De Belgische koning had zijn vrouw in maanden niet gezien. Koningin Maria Hendrika was erg ongelukkig aan het Belgische hof. Toen
haar echtgenoot Leopold een maîtresse bleek te hebben, ging zij naar
haar buitenverblijf in Spa.
Maria Hendrika was een groot liefhebster van paarden. Ze was een uitstekende amazone en dresseerde zelf paarden. Koningin Maria Hendrika was een dochter van aartshertog Jozef van Oostenrijk. Ze was sinds 1853 met Leopold getrouwd.
15 april 1912 - Op zijn eerste tocht over de Atlantische Oceaan van de thuishaven Southampton naar New York, is het splinternieuwe Britse passagiersschip Titanic 's nachts op een ijsberg gelopen. Onde de waterlijn werd de romp van de oceaanstomer over een grote lengte opengereten. Na eerst langzaam zwaar slagzij te hebben gemaakt, brak het schip, waarvan gezegd was dat het niet kon zinken, doormidden. Onder de 2206 opvarenden ontstond grote paniek, doordat er niet voldoende reddingsmiddelen aan boord waren. 1503 mensen, de meesten gekleed in avondkostuum in verband met het feestelijke karakter van de tocht, vonden de dood in de bruisende golven. De ramp had tot gevolg dat er strengere maatregelen genomen werden voor de veiligheid van oceaanschepen.
Vanaf 1451 stond in de Breestraat tegenover de
Papengracht het Heilige Geesthuis. Een vreemde naam voor een nu vreemd begrip.
Aan het begin van de 14e eeuw was de Heilige Geest echter een begrip in Leiden.
Wat werd er onder verstaan? De Heilige Geest was in die tijd een instelling
voor Armenzorg. De armste inwoners van de stad konden er aankloppen voor
voedsel, een paar schoenen, kleding of een zak turf. De kerk en het stadsbestuur
werkten samen om de allerarmsten uit de samenleving te beschermen. Aanvankelijk
stonden de tafels van de Heilige Geest in de Leidse parochiekerken. Onder
toezicht van de Heilige Geestmeesters vonden daar de uitdelingen plaats. In de
loop van de 15e eeuw werd echter het aantal armen in Leiden steeds groter. De
Heilige Geestmeesters en de stedelijke overheid konden de zorg voor de armen
bijna niet meer aan. De toeloop van behoeftigen was enorm. In de kerkelijke
parochies werd om die reden een zogenaamde loodmeester aangesteld. Weer zon
vreemd begrip. Bij de loodmeesters ontvingen de armen een speciaal geslagen
muntje, een loodje. De arme Leienaar ging met zijn loodje naar de plaatselijke
bakker, de slager, de kleermaker of de schoenlapper voor een of ander begeerd
artikel. Na verloop van tijd stapte de winkelier met een zak vol loodjes naar
de Heilige Geestmeesters om af te rekenen. Een uniek systeem van Armenzorg dat
nu nog voortleeft in een uitdrukking uit de volksmond. Wie het laatste loodje had
gelegd werd tenslotte door de Heilige Geestmeesters in een graf voor de armen
begraven. Een eigen huis voor de Heilige Geestmeesters Toen de Heilige
Geestmeesters in 1451 de beschikking kregen over een eigen huis, konden zij ook
arme stadgenoten zonder onderdak opnemen. Dat waren in het bijzonder de vele
pasgeboren kinderen die te vondeling werden gelegd. In de tweede helft van de
15e eeuw ging het Leiden niet voor de wind. De stad verarmde en de armen werden
steeds armer. Iedereen leed onder malaise waaronder de stad gebukt ging. Ouders
konden zelfs niet meer voor hun kroost zorgen en iedere pasgeborene was een
ramp voor de verarmde gezinnen. Een nieuwe mond kon niet worden gevoed. De
kindertjes werden gewoon te vondeling gelegd. In 1491 begonnen de meesters van
de Heilige Geest met het bijhouden van vondelingenboekjes. Veel van die
gevonden kleintjes die aan hun lot waren overgelaten leefden helaas maar kort.
Zij waren maar al te vaak verzwakt en naakt achtergelaten en de meesters
tekenden in de boekjes aan dat weer een vondeling was gestorven. Gelukkig liep
niet voor ieder kind het verblijf in het Heilige Geesthuis zo triest af. Soms
waren de kinderen maar tijdelijk opgenomen als de moeder wegens ziekte
verpleegd moest worden en er geen vader was die voor zijn kind kon zorgen. Soms
gebeurde dat een moeder na jaren bij het Heilige Geesthuis aan de deur klopte
om haar kind op te halen. Zij moest dan wel de verzorgingskosten betalen. Soms
ontfermden kinderloze echtparen zich over een vondeling om het op te voeden en
een vak te laten leren. Gelukkig nam in de loop van de 16e eeuw het aantal
vondelingen af. Vanaf die tijd kregen de meesters van de Heilige Geest echter
veel weeskinderen te verzorgen. Men ging zelfs de Heilige Geestmeesters
Weesmeesters noemen. Voor al die wezen werd echter het pand aan de Breestraat
te klein en toen in 1583 de panden van het Onze Lieve Vrouwegasthuis aan de
Hooglandse Kerkgracht leeg kwamen te staan, trokken de Weesmeesters met de
wezen daar naar toe. Toen werd het Heilige Geesthuis het Weeshuis van Leiden.
weeshuis van de Heilige Geest
Soms denk
ik vol welbehagen terug aan de vroegere jaren,
toen we
goede omgangsvormen als gewoonte zagen .
We droegen
nylons met een naadje achteraan het been,
een ramp
wanneer er een ladder in verscheen.
In de
bioscoop hielden de jongens de meisjes vrij,
wij gaven
dan een zoentje en ze waren blij.
Onze ouders
zeiden degene die echt van je houdt,
wacht met
de liefdesdaad tot
de dag dat
je met hem bent getrouwd.
De heren
gebruikten scheermes en kwast,
haalden
voor een afspraak het mooiste pak uit de kast.
Men kwam me
als voorbehoedsmiddel toen verklappen,
je lief
moet een halte te vroeg van de trein afstappen.
Heel
verbaasd moet ik toen hebben gekeken,
ik had de
uitleg niet meteen begrepen.
Als we al
eens naar de dancing mochten gaan,
de
dreigende stem van ma en pa rond twaalf uur thuis zijn.
De volgende
morgen moesten we terug vroeg uit de veren,
wie kan
uitgaan moet kunnen werken was wat ze ons leerden.
Naaldhakken
gaven ons gracieuze verleidelijke benen zo werd verteld,
maar die
hakjes moesten maandelijks worden hersteld.
Misschien
was het in die tijd wat overdreven,
toch denk
ik met welbehagen terug aan de normen die ons werden gegeven.
25-03-2009
Mechanische klokken
Mechanische klokken en diverse tijdmeetkundige instrumenten afgebeeld in
een handschrift van de Horloge de Sapience van de Dominicaanse mysticus Heinrich Suso (1295-1366) (ca. 1450,
Koninklijke Bibliotheek Albert I, Brussel)
24-03-2009
Hoe wist men vroeger hoe laat het was ?
De Egyptenaren vonden de eerste instrumenten uit om de tijd te meten. Hun zonnewijzer tekende de schaduw van de zonnestralen af op de grond of op de muur. Merktekens gaven de uren aan. In de tijd van de Grieken duidde een waterklok de tijd aan waarop iemand het woord mocht nemen. In het waterreservoir zat onderaan een piepklein gat waaruit het water in een vat druppelde. In het vat gaf de hoogte van het water aan of de tijd al of niet om was. Rond 800 na Christus gebruikten ze de kaarsenklok om de tijd aan te duiden, met streepjes op een kaars. Brandde de kaars, dan verdwenen de streepjes en verstreek de tijd. De zandloper kwam er omstreeks 1300. De uit twee glazen bestaande reservoirs waren met een smalle opening verbonden. Het zand stroomde van boven naar beneden in het onderste reservoir. Naar het einde van de dertiende eeuw zagen de eerste mechanische klokken het daglicht. Om het uur luidde een bel. Zo een mechanische klok had nog geen wijzerplaat en evenmin wijzers.
Foto 1 : zonnewijzer Foto 2 : waterklok
26-02-2009
Human statue of Liberty
Picture taken in
1918.
I
find it amazing that this photo, taken so many
years ago, actually still Exists!
And
now, someone has put it online for all of us to
see.
This
INCREDIBLE picture was taken in
1918.
Preparing for war in a
training camp at Camp
Dodge , in
Iowa .
EIGHTEEN
THOUSAND MEN!!!!!
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek