De negende maand van het oude Romeinse jaar dat in maart begon. 11 november beschouwde men als het begin van de winter. De Angelsaksen noemden deze maand de 'blot-monath' (bloedmaand), vermoedelijk een zinspeling op de gewoonte omstreeks Sint-Maarten vee te slachten om een voorraad vlees te hebben voor de winter.
Zegswijzen : Als het in november des morgens broeit, wis dat de storm des avonds loeit.
Als op Sint-Maarten de ganzen op het ijs staan, moeten ze met kerstmis door het slijk gaan.
November warm en fijn, het zal een strenge winter zijn.
De slag aan de Yzer, oktober 1914
09-11-2008
De levensomstandigheden na de oorlog 14-18
Meer dan 10 miljoen doden en een veelvoud aan gewonden, over gans de wereld, waren het resultaat van vier jaar oorlog. In 1918-1919 brak bijna overal de "Spaanse griep" uit, die eiste nogmaals 20 miljoen slachtoffers.
Het Belgie van 1919 leek in niets meer op het Belgie van voor de oorlog. Belgie betreurde 60.000 oorlogsdoden, 50.000 soldaten waren verminkt terug naar huis gekeerd. Er was een groot gebrek aan voedsel, kleren en kolen. Het land was kaal geplunderd, er was niets om mee te werken, nu was één van de grote problemen de werkloosheid. Er waren zo'n 800.000 werklozen. De belastingen schoten de hoogte in, tot 8 keer zoveel als voor de oorlog. Ook de prijzen van de levensmiddelen waren ontzettend hoog.
De dorpjes in de frontstreek werden nu de verwoeste gewesten genoemd. Huizen stonden er nog amper, overal waren kraters, loopgraven en bunkers. Er waren geen bomen meer, enkel nog onkruid. Degenen die terugkeerden woonden in betonnen schuilplaatsen. Overal werd opgeruimd en ontmijnd. Ook heerste er wrevel tussen hen die de harde bezetting hadden meegemaakt en zij die gevlucht waren en nu terugkeerden, deze laatsten werden aanzien als plantrekkers.
De Eerste Wereldoorlog : foto's van de ruines van Staden
Op donderdag 7 september, kort na de middag, verlieten de Duitsers Staden. Dit werd in Staden uitbundig gevierd. Op foto 3 zie je de verbranding van de pop "Hitler"
25-11-2008
Ieper, 22 april 1915
Op 22 april 1915 voerden de Duitsers de eerste geslaagde chloorgasaanval uit. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat een massavernietigingswapen werd ingezet. Later had men dan de vlammenwerpers, ondergrondse dieptemijnen en het mosterdgas. Hieronder het verslag van Willi Siebert, de Duitse gaspionier, die deze aanval beleefde :
Terwijl er zich voor ons een grijsgroene wolk vormde, hoorden we de Fransen plotseling schreeuwen zoals ik nog nooit gehoord had. Elk stuk veldgeschut, elke mitrailleur, elk geweer dat de Fransen hadden, moet hebben geschoten. Ik had nog nooit zo'n lawaai gehoord. De regen van kogels boven ons hoofd was ongelooflijk, maar ze konden het gas niet stoppen. De wind bleef het gas naar de Franse lijnen blazen. We hoorden de koeien schreeuwen en de paarden krijsen. De Fransen bleven maar schieten. Ze konden onmogelijk zien waarop ze schoten. Na ongeveer 15 minuten begon het vuur te minderen. Na een half uur waren er nog maar enkele schoten. Toen was alles weer stil.... Na een tijdje was alles opgetrokken en liepen we langs de lege gasflessen. Alles was dood, niets leefde nog. Alle dieren waren uit hun holen gekropen om te sterven. Overal lagen dode konijnen, mollen, ratten en muizen. De geur van het gas hing nog in de lucht. Hij hing aan de weinige struiken die nog overbleven. Toen we bij de Franse lijnen kwamen, waren de loopgraven leeg, maar binnen een kleine kilometer lagen overal lijken van Franse soldaten. Het was ongelooflijk. Toen zagen we ook dat er Engelsen bij waren. Je kon zien dat de mannen aan hun gezicht en hun keel hadden gekrabt toen ze naar adem snakten, sommigen hadden zichzelf neergeschoten. De paarden, nog steeds in de stallen, koeien, kippen, alles was dood. Alles, zelfs de insekten waren dood.